Linksom of rechtsom

Uit de serie Nutteloze feitjes: het tegen de klok in lopen.

Net zoals bij het schaatsen lopen de atleten bij de atletiek-onderdelen hun rondjes tegen de klok in. Waarom doen ze dat? Vanwege internationale afspraken die in 1908 zijn gemaakt. Bij de Olympische Spelen van 1896, 1900 en 1904 liepen de atleten nog hun rondjes met de wijzers van de klok mee. Dat kwam omdat men in Engeland – in het bijzonder in Oxford en Cambridge – zo liep. Pierre de Coubertin, de stichter van de moderne Olympische spelen in 1896, baseerde zich bij de keuze op deze Engelse praktijken, in die tijd het leidende land voor atletiekregels.

1896De deelnemers aan de finale over 100 meter in 1896. De foto is gemaakt vanaf het binnenterrein van het stadion. Let even op de verschillende starthoudingen. De wedstrijd werd gewonnen door de Amerikaan Thomas Burke, vóór de Duitser Fritz Hofmann en de Amerikaan Francis Lane. In die tijd kreeg de nummer drie overigens geen medaille. Die waren er alleen voor de winnaar, hij kreeg een zilveren medaille, en voor de runner-up. Deze kreeg een koperen medaille.

Nu is het zo dat voor atleten die rechtsbenig zijn, het makkelijker en natuurlijker schijnt te zijn om het rondje tegen de klok in te lopen. Hun rechterbeen is wat krachtiger. Als je je rechtervoet als eerste naar voren zet, dan loop je makkelijker een bochtje naar links dan eentje naar rechts. Ook is het iets makkelijker lopen als je beste been “aan de buitenkant loopt” en een iets groter rondje loopt. Aangezien de meeste mensen zowel rechtshandig als rechtsbenig zijn, liep men in de rest van Europa meestal tegen de klok in. Deze atleten vonden dat de Engelsen die gewend waren om met de klok mee te lopen werden bevoordeeld en protesteerden. In 1908 werd daarom als internationale standaard afgesproken om in het vervolg tegen de klok in te lopen.

De eigenwijze Engelsen in Oxford en Cambridge bleven nog tot 1940 met de wijzers van de klok mee lopen, maar vanaf de Olympische Spelen van 1908 liep men internationaal tegen de klok in. Een interessant experiment zou zijn om atleten op de 200 meter zelf de keuze te geven of ze de wedstrijd linksom of rechtsom willen lopen. Dit om linksbenige atleten gelijke kansen te geven. Het zou een spectaculaire finish kunnen geven.

Overigens liepen de oude Grieken  – en ook de jonge Grieken –  tijdens de originele Olympische Spelen ook tegen de klok in, zoals uit historisch onderzoek is gebleken. Tot slot, ik las ergens dat je beste been niet alleen iets krachtiger is als je andere been, maar dat het ook een ietsepietsie korter is. Dit heeft onder andere als effect dat als je in een rechte lijn door een woestijn denkt te lopen, je toch bij elke stap een heel kleine afwijking hebt, met als gevolg dat je niet recht door de woestijn gaat maar dat je uiteindelijk een grote cirkel loopt. Dus als je dwars door een woestijn wilt lopen, hou dan rekening met dit effect (altijd handig om zoiets te weten!). Of dit echter allemaal klopt weet ik niet. Je zou het kunnen testen door met je ogen dicht een rechte lijn te lopen en dan te kijken of je inderdaad recht loopt. Ik heb het experiment net even uitgevoerd. Ik liep tegen de deurpost op. “Don’t do this at home!”