Gezien in een tuincentrum:
Je kan de opsteller van dit briefje prijzen (voltooid deelwoord daarvan is ‘geprezen’) dat hij of zij heeft nagedacht over de vraag of het ‘geprijsd’ of ‘geprijst’ is, maar helaas is hij er zo te zien niet helemaal uitgekomen.
Ik vermoed dan ook dat hij het ezelsbruggetje ‘het ex-kofschip’ niet kent. Voor degenen die dit ook niet kennen, dit werkt als volgt. Laat van een (zwak) werkwoord de letters ‘en’ weg. Kijk vervolgens naar de medeklinker waarop het woord dan eindigt. Zit die in ‘het ex-kofschip’ dan eindigt het voltooid deelwoord op een ‘t’, zit die er niet in, dan wordt het een ‘d’. Voorbeeld: koken-> kok; de ‘k’ zit in het ex-kofschip, dus het voltooid deelwoord is met een ‘t’: gekookt. Nog een voorbeeld: Prijzen -> prijz; de ‘z; zit er niet in, dus het voltooid deelwoord is met een ‘d’: geprijsd.
In mijn jeugd was het overigens nog ’t kofschip. Tegenwoordig dus ‘het ex-kofschip’. Dit omdat je tegenwoordig veel nieuwe woorden met een ‘x’ hebt, bijvoorbeeld faxen -> gefaxt. Het gaat overigens alleen op voor de medeklinkers in het ‘het ex-kofschip’ niet voor de klinkers. De ‘i’ zit bijvoorbeeld wel in het ex-kofschip, maar het is wel degelijk gooien-gooide-gegooid.
Een ander manier om te weten te komen of het een ‘t’ of een ‘d’ moet zijn, is om er even een zin in de verleden tijd van te maken, dan zie je het ook snel: ik prijste de bloempot of ik prijsde de bloempot. Nog veel beter en leuker dan ik het hier doe wordt het in dit filmpje uitgelegd.
Voor wat betreft de bloempotten, die hebben we niet gekochd.