De Chinese Muur

Terwijl president Trump in zijn State of the Union weer eens van leer trok over zijn muur ‘I will get it built’ was ik op internet voor mijn serie over de mensen achter de computer iets aan het opzoeken over de Chinese Muur. (Vraag even niet naar het verband tussen de Chinese Muur en een computer).

2 chinese muur 2De Chinese muur bij Jinshanling (foto Severin.stalder)

Terwijl ik dat deed zag ik in de Wikipedia opeens een foto van de muur waarbij ik iets zag waar ik nooit eerder heb bij stil gestaan. In het oosten loopt de muur door tot in de oceaan. Wist u dat? Ik in ieder geval niet.

2 chinese muurHet oostelijk einde van de muur bij Shanhaigua; (foto fuzheado)

In het bijbehorende artikel werd ook even ingegaan op het broodje aap verhaal dat de Chinese Muur vanaf de maan zichtbaar zou zijn. Dat was onzin, hij is zelfs met het blote oog niet zichtbaar vanaf het internationale ruimtestation dat zijn rondjes om de aarde draait. Zo verklaarde Neil Amstrong in 2001:

“I do not believe that, at least with my eyes, there would be any man-made object that I could see. I have not yet found somebody who has told me they’ve seen the Wall of China from Earth orbit. … I’ve asked various people, particularly Shuttle guys, that have been many orbits around China in the daytime, and the ones I’ve talked to didn’t see it.

De reden dat de muur niet met het blote oog zichtbaar is, komt doordat de muur weliswaar heel erg  lang is, maar niet erg breed. Dus als Trump een muur wil, waar eeuwen later nog over wordt gepraat, dan moet hij een heel brede muur bouwen.

En dat doet me denken aan die twee piloten die een landing uitvoeren op een voor hen onbekend vliegveld. Zodra ze de grond raken, remmen ze uit alle macht en net voor het einde van de landingsbaan komen ze tot stilstand. “Pffff” zegt de ene “Dit is wel de kortste landingsbaan die ik ooit heb gezien.“ “Ja”, zegt de andere terwijl hij om zich heen kijkt “Maar het is wel de breedste die ik ooit zag.” Ok, nu ben ik flauwe moppen aan het vertellen, dus snel maar weer aan het werk.

Paus Sylvester II

Ik heb er opeens de vaart in. Ik heb binnen een week een tweede portret van iemand uit mijn serie over de mensen achter de computer geschreven. Deze keer het levensverhaal van Paus Sylvester II. “Huh? Een Paus?” zult u misschien zeggen. “Wat heeft die met computers te maken?  Ik zou zeggen, lees daarvoor het verhaal. Het begint als volgt:

Gerbert van Aurillac (Paus Sylvester II), ca 945 – 1003; herintroduceerde de abacus in grote delen van Europa en introduceerde er ook de Arabische cijfers (maar nog zonder het cijfer 0).

12 Gerbert van Aurillac portret

Portret van Paus Sylvester II zoals dat te zien is in de Basilica di San Paolo fuori la Mura in Rome en dat uit de 10e of 11e eeuw zou stammen. Of hij er daadwerkelijk zo heeft uitgezien, is niet zeker.

Dat er een Paus voorkomt in de lijst van vijftig mensen achter de computer is iets wat u misschien niet had verwacht. Ok, wellicht zegt u dat iedere Paus beschikt over goddelijke wijsheid, maar die wijsheid telt hier niet. (Als die wel meetelde, dan stonden er liefst 266 door de Katholieke Kerk erkende pausen in de lijst plus nog een stuk of veertig tegenpausen en niet erkende pausen.)

Nee, om in de lijst van vijftig mensen achter de computer te worden opgenomen moet je beschikken over wetenschappelijke wijsheid, technische wijsheid of over computerwijsheid en daarmee iets bijzonders hebben gedaan. Paus Sylvester II had wetenschappelijke wijsheid.

Hij was de man die na een verblijf in Spanje de abacus herintroduceerde in het Europa buiten Spanje en daarnaast introduceerde hij in de rest van Europa het gebruik van de Arabische cijfers (maar nog zonder het cijfer 0). (Dankzij de Moren werd in grote delen van Spanje deze Arabische getallennotatie al gehanteerd; Gerbert introduceerde het in Frankrijk, Italië en Duitsland.)

Gerbert van Aurillac deed dit alles voordat hij Paus werd. Paus was hij overigens niet zo lang, slechts iets meer dan vier jaar (van 9 april 999 tot aan zijn dood op 12 mei 1003). Als u goed naar die jaartallen kijkt, dan ziet u dat in die periode de overgang naar het nieuwe millennium viel. Net zoals in 2000 waren er vlak voor het jaar 1000 allerlei voorspellingen dat de overgang naar een nieuw millennium rampspoed zou inhouden. De Paus probeerde de mensen zoveel mogelijk gerust te stellen en hij bleek gelijk te hebben. Op 1 januari 1000 kwam de zon gewoon weer op.

Voor wie de rest van het verhaal wil lezen kan hier terecht.

ps. Ook het gedicht De tuinman en de dood’ van Pieter Nicolaas van Eyck komt langs in dit portret. Er gebeuren vreemde dingen in de wetenschap.

Dood vogeltje

Terwijl ik achter de pc zit te werken, zie ik uit een ooghoek hoe een koolmees met een pinda in zijn bek wordt achtervolgd door een stel kraaien en een grote houtduif. Het heeft gesneeuwd, wat het lastiger maakt voor vogels om voedsel te vinden.

Hier in de buurt hoeft dat echter geen probleem te zijn, want op diverse plaatsen hebben mensen voedselnetjes opgehangen. Zo hebben de achterburen liefst drie voedselbollen aan hun vogelhuisje gehangen. Daar kan ik met mijn ene bolletje niet tegen op en de meeste vogels zitten dan ook in hun tuin.

Je zou dus zeggen, eten genoeg voor iedereen, maar nee hoor, de kraaien en de houtduif willen persé de pinda die de koolmees te pakken heeft. Achtervolgd door zijn gevleugelde “vrienden”, let de koolmees niet op en vliegt met een luide knal tegen het raam. Ik schrik op, en als ik op het balkon kijk, zie ik de koolmees liggen. Heel even beweegt hij zijn vleugel nog en dan ligt er een dood vogeltje op ons balkon.

0000000 dood vogeltje

Links de dode koolmees; rechts de pinda die hem fataal werd.

Tja, wat moet ik er mee doen? Laatst vloog er een houtduif tegen het raam van de 80-jarige buurvrouw. Die belde de dierenambulance  -“Hij leeft nog”-  maar die rukte er niet voor uit. Ze moest maar kijken of de duif als een feniks zou herrijzen en anders in de groene bak stoppen. Ik denk dat ik dat ook maar gaan doen.

Vroeger toen de kinderen nog jong waren, zou ik dat niet doen. Toen 20 jaar geleden het konijn van de oudste dochter dood ging, kreeg deze (het konijn; niet de dochter) een staatsbegrafenis in het grasveld. In een schoenendoos werd het beestje gelegd, vergezeld van wat bloempjes, een tekening, een knuffeltje, zijn halsband met riem en een cd, want volgens de dochter had het konijn die muziek altijd heel mooi gevonden. Voor wat betreft die cd konden we haar ompraten, maar de rest ging mee de schoenendoos en de grond in.

Een jaar later zagen we op de plek waar het konijn was begraven in het gras een kuil verschijnen. De grond was er verzakt. Later hebben we de boel daar maar wat opgehoogd. Als er over een paar eeuwen archeologen hier onderzoek doen, zal er ongetwijfeld een mooi rapport verschijnen over de begrafenisrituelen van een konijn in de twintigste eeuw.

Maar goed, nu zit ik dus met een dood vogeltje.

De Banu Musa broers

Ik heb weer eens een portret geschreven voor mijn serie ‘De mensen achter de computer’.  Deze aflevering gaat over drie broers die bekend staan onder de naam de Banū Mūsā broers. Dat waren drie Arabische broers die in de negende eeuw na Christus in het huidige Bagdad leefden. Ze zijn vooral bekend geworden door een boek met daarin beschreven een honderdtal  wonderlijke automaten.

De drie wetenschappers deden ook praktisch veldonderzoek. Zo reisden ze naar een woestijn in Mesopotamië om de omtrek van de aarde te meten. Dit deden ze niet door de volledige 40.075 km af te leggen. Na 111 km lopen wisten ze al hoe groot de omtrek van de aardbol was. Hun schatting van 39.992 km zat er maar 83 km naast.

Hoe ze tot die schatting kwamen, kan je in hun portret lezen. Dit begint als volgt.

De Banū Mūsā broers; negende eeuw na Christus, drie wiskundige broers die beroemd zijn geworden om de automaten die zij bedachten.

11 musa postzegelDe drie gebroeders Mūsā zoals ze staan afgebeeld op een Syrische postzegel uit 1996. Typisch een voorbeeld van ‘elke gelijkenis met de werkelijkheid berust op louter toeval.’

Alle verhalen uit deze serie gaan altijd over één persoon, deze aflevering echter niet. Het betreft hier namelijk een gezamenlijk portret van de drie broers ibn Mūsā ibn Shākir. Het zijn Abu Jafar Moḥammad (meestal alleen met de namen Jafar Mohammed of met de naam Moḥammad aangeduid), Ahmad en Al-Hasan ibn Mūsā ibn Shākir. Ze worden meestal aangeduid als de Banū Mūsā broers. (Banū Mūsā is Arabisch voor zonen van Mūsā , hun vaders naam– Mūsā is Mozes in het Arabisch).

 De reden dat de broers Banū Mūsā uit het Perzië van de negende eeuw met zijn drieën tegelijkertijd behandeld worden, is dat ze veelal gezamenlijk opereerden. Ze werkten altijd nauw samen en publiceerden naast hun eigen werken ook boekwerken als een collectief. Wie wat heeft bedacht, valt niet altijd meer goed na te gaan. Daarom een gezamenlijk portret. U moet maar denken, drie voor de prijs van één.

 De broers zijn behalve door hun wetenschappelijke werken vooral bekend geworden door hun boek ‘Kitāb al-hiyal’, ‘het boek van ingenieuze uitvindingen’ (letterlijk vertaald: het boek met truukjes). In dit boek staan meer dan 100 automaten en andere bedenksels beschreven. Deels waren deze geïnspireerd op ideeën van Hero van Alexandrië, Philon van Byzantium en andere figuren uit de oudheid, deels waren het nieuwe ontwerpen.

Tot de uitvindingen behoorden onder andere een automatisch waterorgel, een zelfdovende lamp en een “fluitspelende robot”. Deze werkte op stoom en kon dankzij het verzetten van een schakelaar meerdere liedjes spelen. Deze automaat wordt daarom wel eens gezien als het vroegste voorbeeld van een programmeerbare machine. De broers bedachten ook praktische zaken. Zo ontwierpen ze een waterkruik met een automatische veiligheidsstop voor het geval dat er te veel water in één keer uit dreigde te stromen en ook bedachten ze een lamp die uit zichzelf uit ging.

Wie het hele portret wil lezen, kan hier terecht.