Netwerken

In de jaren negentig begon KPN Telecom met een management development programma. Er werden talentvolle net afgestudeerde jonge academici in dienst genomen, die een speciaal programma volgden. Ze mochten naar allerlei dure cursussen en deden ondertussen werkervaring binnen het bedrijf op. Meestal zaten ze één of hooguit twee jaar op een afdeling, waarna ze, als ze voldeden, ergens anders in een hogere functie te werk werden gesteld. De bedoeling was dat deze ‘high potentials’ uiteindelijk de toekomstige managementlaag van KPN zouden vormen.

Ook wij hadden een tweetal md’ers – zo werden ze genoemd – op onze afdeling. Eén van hen, ik zal hem P. noemen, was een aardige maar erg ambitieuze jongen. Hij wist precies hoe je de top van het bedrijf kon bereiken. “Netwerken Martin, je moet netwerken.” zei hij. P. netwerkte dan ook volop. Op een dag was er een afscheidsreceptie van een oud-collega. Ik vroeg aan P. of hij mee ging. “Komen er ook belangrijke mensen?” vroeg hij. “Zou kunnen. Er zullen wel een hoop mensen uit het financiële werkveld komen.” zei ik. ‘Ok, dan ga ik mee, misschien kan ik nog wat netwerken.

000000-kpnHet voormalige hoofdkantoor van KPN in Den Haag

Toen we de receptie binnen liepen, zag ik Ton staan. Ton was iemand waarmee ik tijdens de verzelfstandiging van KPN in diverse werkgroepen had gezeten. Het was een aardige buitengewoon slimme man. Hij kon heel goed en heel snel rekenen. Ton zag mij en liep enthousiast op me af. “Hé Martin, dat is een tijdje geleden. Hoe is het met jou?” vroeg hij. “Goed” zei ik “Mag ik je even voorstellen aan P. Hij is één van onze nieuwe veelbelovende medewerkers.” “P. dit is Ton, ik heb vroeger met Ton in allerlei werkgroepen gezeten.

Terwijl Ton en ik over vroeger begonnen te praten, keek P. om zich heen. Hij was duidelijk niet echt  geïnteresseerd in iemand waarmee ik vroeger in werkgroepen had gezeten, iets wat ik overigens wel kon begrijpen. Na een minuutje zei hij: ‘Ik ga even rondlopen Martin. Netwerken.” Hij liep naar een groepje mensen toe, waar een andere md’er overdreven stond te lachen om de grap van een assistent-controller die ik kende. “Een md’er?” vroeg Ton. Toen ik dat bevestigde, moesten we allebei lachen.

Na afloop van de receptie liep ik met P. weer terug naar onze afdeling. “En?” vroeg ik “heb je nog een beetje kunnen netwerken?” “Niet echt” antwoordde hij “Er waren niet veel belangrijke mensen”. “Oh, heb je dan niet de nieuwe financiële directeur van KPN Telecom gezien?” “Wat, was die er ook? Wie was dat dan?” vroeg P. verbaasd. “Daar loopt hij nog.” zei ik en wees naar iemand die een twintigtal meters voor ons uit liep. Het was Ton. “Wat? Is hij de nieuwe financiële directeur? Maar hij zat met jou in werkgroepen?” Ik grijnsde. “Ja, hij was meestal de voorzitter en was toen al vrij hoog in de organisatie. Maar je ziet dat als je met mij netwerkt, je het ver kan schoppen in dit bedrijf”. P. keek me met open mond aan.

P.  vertrok na een jaar bij onze afdeling. Hij maakte een goede carrière binnen KPN. Op een gegeven moment vertrok hij voor KPN naar het buitenland en verloor ik hem uit het oog. Op LinkedIn zag ik later dat hij op een gegeven moment KPN had verlaten. Hij was nu zelf financieel directeur bij een redelijk bekend bedrijf. Ongetwijfeld dankzij netwerken.