Inleiding
Jaartallen op huizen worden, een paar uitzonderingen daargelaten, altijd weergegeven met Arabische of Romeinse cijfers. Persoonlijk hou ik niet zo van Romeinse cijfers. Je moet altijd gaan rekenen om het jaartal te weten te komen. Hierbij geldt M = 1000; D = 500; C = 100; L =50; X= 10; V= 5 en I=1. Daarbij gelden ook nog een aantal regels.
- De waarden van de losse symbolen moeten bij elkaar opgeteld worden, behalve als een symbool met een lagere waarde direct vóór een symbool met een hogere waarde staat. In dat laatste geval wordt de lagere waarde ervan afgetrokken. Neem XC; de lagere waarde X staat voor de hogere waarde C en moet dus van de C worden afgetrokken: XC = 100 – 10 = 90; Nog een voorbeeld: IV = 5 -1 = 4.
- De duizendtallen, de honderdtallen, de tientallen en de overige eenheden worden van groot naar klein achter elkaar gezet. Indien aanwezig in een getal, dus eerst de M, dan de D, dan de C enzovoorts. Wel kan bij de volgorderegel de voorgaande regel worden toegepast. 1964 is dus MCMLXIV.
- Het zelfde symbool wordt hooguit drie keer achter elkaar gebruikt. Dus 9 is niet VIIII maar IX.
- De ‘halve’ symbolen D, L en V komen maar maximaal één keer in een getal voor. Dus 10 is niet VV maar X.
- De symbolen D, L en V worden niet gebruikt als aftrekfactor in een getal. Dus 45 is niet VL maar XLV; 950 is niet LM maar 950 = CML.
- Van een symbool wordt hooguit één symbool afgetrokken, niet twee symbolen of meer, dus 80 is niet XXC maar 80= LXXX.
- Men trekt alleen een symbool af van een symbool waarvan de waarde maximaal vijf of tien keer zo hoog is. Dus 49 is niet IL maar 49 = XLIX (40+9)
- De Romeinen gebruikten daarnaast het ‘vinculum’, een horizontale streep boven een cijfer, om de waarde met duizend te vermenigvuldigen. Zo staat V̅ bijvoorbeeld voor 5.000 en X̅ voor 10.000. Dit systeem werd vooral gebruikt voor het weergeven van grote getallen in inscripties en officiële documenten.
Nu de praktijk, eerst een simpel voorbeeldje uit de tijd van de oude Romeinen zelf, zie hier een poort in het Colosseum in Rome met daarboven het cijfer Lll. (52)

Dat ‘vertalen’ van LII in 52 is nog vrij simpel. Hier een al wat ingewikkelder voorbeeld: een gevelsteen met het jaartal 1732 in Romeinse cijfers op een huis in Den Haag.

Enig rekenwerk leert dat het huis uit M+D+C+C+X+X+X+1+1 = 1000 + 500 +100 +100 +10 +10 +10 +1+1 =1732 stamt. Een heel rekenwerk dus.
Het kan echter nog een graadje erger. Meestal wordt bij de Romeinse cijfers voor het getal 1000 het Romeinse cijfer ‘M’ en voor 500 de ‘D’ gebruikt, maar af en toe zie je ook de andere veel minder gebruikte Romeinse notatie voor 1000 en 500 voorbij komen, namelijk CIƆ = M = 1000; en IƆ = D = 500. Zie bijvoorbeeld dit opgeknapte landhuis in Zoetermeer, dat na het nodige gepuzzel uit 1677 blijkt te stammen: CIƆ + IƆ +C +L + X + X + V + I +I = 1000+500+100+50+10+10+5+1+1 = 1677.

Overigens is dit huis een voorbeeld van een oud huis dat weer helemaal is opgeknapt is. Op een foto van Gerard Dukker van het Rijksdienst van Cultureel Erfgoed uit februari 1974 zag het huis er nog als volgt uit.

Maar het huis is helemaal opgeknapt en nu ziet het er zo uit.

Voor wat betreft de Romeinse cijfers, de Romeinen kenden net zoals andere oude volkeren niet het cijfer 0. Dat symbool zult u dus nooit in een Romeins getal aantreffen en dus ook niet als een Romeins cijfer op een huis.
Even tussendoor, probeert een verkoper u onderstaande klok als een originele oude Romeinse klok te verkopen, weet dan dat hij probeert u op te lichten. Die nul kan niet kloppen!

foto Philip James; Wikipedia
Enfin, al dat rekenen met Romeinse cijfers, ik vind het maar niks, geef mij maar gewoon een jaartal in Arabische cijfers zoals bij dit huis in Leeuwarden.
Gewoon simpel 1923. Je ziet het in één keer.
Tot slot van dit onderdeel nog even dit, heel soms wordt “een Romeins jaartal” op een huis niet als een getal weergegeven maar in de vorm van een jaargedicht, ook wel chronogram genaamd, met daarin Romeinse cijfers “verstopt”. Daarbij wordt ook nog eens gebruikt gemaakt van de letters U, W en Y. De letter U moet je hierbij zien als een Romeinse V. De letter W geldt als een dubbele V en Y als een dubbele I. Alle ‘Romeinse cijfers’ die in één of meer versregels van het jaargedicht voorkomen – en die in het gedicht worden uitgelicht – moeten dan bij elkaar worden opgeteld. Waarom makkelijk doen als het ook moeilijk kan.
Een voorbeeld van zo’n jaargedicht staat op het stadhuis van Leiden. Het gaat over het beleg van Leiden in 1574. (Gaat het jaartalvers over een bepaalde gebeurtenis, dan geeft het getal het jaartal aan waarin die gebeurtenis heeft plaatsgevonden.) In de tekst van het gedicht zit het jaartal 1574 verborgen. (‘Zo veel letters zo veel dagen‘, aldus het bord ) Zie hier het bord op het stadhuis met het chronogram.

Het gaat om de oranje letters in de tekst:
- “NAE ZWARTE HUNGER-NOOT
- GEBRACHT HAD TOT DE DOOT
- BINA EST ZES-DVIZENT MENSCHEN:
- ALS’T GOD DEN HEER VERDROOT
- GAF HI UNS WEDER BROOT
- ZO VEEL WI CUNSTEN WENSCHEN”
Oftewel de hongersnood en de bevrijding vond plaats in (de oranje cijfers opgeteld en de W en U vertaald naar Romeinse cijfers VV en V): V + V + V + C + I + V + I + M + C + L + V + I + V+ V + V + V + L + V + V + I + C + V + V + V + C = 1574.
Kijk, zo ben je wel even bezig om een jaartal te achterhalen. Nog een voorbeeldje van een chronogram en wel eentje aan de gevel van het Almanakmuseum, in Enkhuizen, aangebracht ter herinnering aan het 400-jarig bestaan van de Enkhuizer Almanak. De gouden letters vormen het jaartal 1995.
Tot slot, in Den Haag kwam ik er een keer niet uit. Ik zag deze Romeinse cijfers op een huis staan: M D C H
M = 1000; D = 500; C = 100, dat is bij elkaar 1600, maar wat is ‘H’ nou voor een Romeins getal? Dat cijfer kende ik niet. Om het hoekje van het gebouw zag ik echter dat het hier niet om een jaartal ging maar om een afkorting. MDCH stond voor MediDental Centrum Haaglanden.
Links naar andere onderdelen van Holland in Huizen en Jaartallen.
- Een woord vooraf
- Jaartallen op huizen
- Romeinse cijfers op huizen
- De functie van een jaartal op een gebouw
- Hoe ging het onderzoek
- Periode voor 1525 – 1600
- Periode 1543 – 1600
- Periode 1600 – 1700
- Periode 1700 – 1800
- Periode 1800 – 1900
- Periode 1900 – 2000
- Periode 2001 – heden
- Bijlage de periode voor 1525


