De Rijks HBS in Deventer -2

Dit is een vervolg op de Rijks HBS in Deventer -1 

De directeur van onze school was meneer Tijdens. ’s Morgensvroeg stond hij vaak – met zijn handen op de rug gevouwen – in de hal van de school te kijken hoe de leerlingen de school binnen stroomden. Als je te laat was, moest je een briefje halen bij de conciërge. Als je geen goed excuus had – ‘de brug was open’  of ‘het stoplicht bleef maar op rood staan’  – dan moest je voor straf drie keer om kwart voor acht komen, oftewel een kwartier eerder. Je moest je dan melden bij de conciërge.

Als je tijdens de les uit de klas werd gestuurd, dan moest je je melden in het kantoor van meneer Tijdens en daar berouwvol aan hem uitleggen waarom je de klas was uitgestuurd. Zelf ben ik gedurende mijn hele HBS-tijd, ondanks dat ik wel een druk baasje was, nooit uit de klas gestuurd. Misschien kwam dat omdat mijn vader in die tijd ook leraar aan de school was. Hij gaf handelsrekenen en boekhouden. Later werd hij directeur van de MEAO. Die school zat nog een tijdje bij de HBS in, alvorens het een eigen gebouw elders in de stad kreeg.

00000 0 hbs noodlokalen2Het noodlokaal op het schoolplein was de keet waar het kantoor van de directeur (mijn vader dus) en het secretariaat van de MEAO was gevestigd, voordat de MEAO een eigen gebouw elders kreeg.

Omdat mijn vader ook leraar was aan school, hoorde ik ook wel eens leerlingen enthousiast juichen als hij ziek was. In de hal van de school hing een groot schoolbord. Het eerste wat je deed als je op school kwam, was kijken op het bord. Op het schoolbord  – internet bestond nog niet – stond namelijk geschreven welke leraren die dag ziek waren en welke lessen uitvielen. “Yes, Van Neck ziek! Geen boekhouden vandaag!” hoorde ik dan leerlingen juichen.

Directeur Tijdens had de reputatie een beetje ouderwetse directeur te zijn, maar eigenlijk was hij vrij vooruitstrevend. Zo verscheen in 1969 de film ‘Easy Rider’ met Peter Fonda, Dennis Hopper en Jack Nicholson. De school huurde op een zaterdagochtend de bioscoop af en alle leerlingen van de derde, vierde en vijfde klas van de school mochten gratis de film gaan bekijken.

Ook gaf hij ter gelegenheid van een of ander jubileum zijn zegen aan een optreden van de groep Brainbox, met daarin Jan Akkerman die later wereldberoemd met Focus  zou worden. Ze gaven een openluchtconcert op het sportveld achter het gebouw.

00000 0 hbs achterHet sportveld waar Brainbox optrad.

De band speelde ongeloof hard. Zo hard zelfs dat mijn moeder – wij woonden in Diepenveen, zo’n vijf kilometer van school af, zelfs de muziek kon horen. Van heinde en ver kwam de plaatselijke jeugd uit Deventer en omstreken naar het concert. Bij de ingang stond al snel politie – die op advies van enkele leraren van onze school, die aangaven welke leerlingen wel en welke niet op onze school zaten –  mensen tegen hielden. Het werd een legendarisch concert.

Van een hoop leraren op onze school ben ik de naam vergeten, maar van een aantal weet ik nog hoe ze heten. Zo had je Sam Le Poole, de tekenleraar. Je mocht van hem singletjes meenemen die hij dan tijdens de les draaide. Regelmatig hoorde je dan de Beatles en de Rolling Stones door het tekenlokaal schallen. Eén keer nam iemand ‘Ich Bau Dir Ein Schloss’ van Heintje mee.  Dat draaide hij ook.  Geen probleem.

Meneer Brands gaf ‘Cultuur geschiedenis van het Christendom’. Later werd dat ‘Kennis van het Geestelijk Leven’ en kwamen ook andere godsdiensten aan de orde.

Ingenieur Stoppelenburg gaf scheikunde. Dat vak kreeg je vanaf de de derde klas. Het eerste half jaar deed je haast niets anders dan  proefjes in het prakticumlokaal. Je deed dat met zijn tweeën. Ik deed dat samen met Frits, een jongen die het jaar ervoor was blijven zitten en alle proefjes al had gedaan. Hij raffelde de proefjes dan ook af en ging daarna zelfstandig allerlei vloeistoffen mengen. Op een dag had hij per ongeluk H2S gemaakt. Niet alleen zorgde dat voor een enorme stinkende geur van rotte eieren maar het is ook nog eens gevaarlijk. Het hele lokaal  en een deel van de school werd ontruimd.

Ook een opvallend leraar was mejuffrouw van de Brink. Zij gaf geschiedenis. Ze ging eind jaren zestig – the roaring sixties – altijd gekleed in de meest kleurrijke combinaties zoals een paarse rok gecombineerd met een felgroen truitje. Niemand noemde haar overigens mevrouw van de Brink – oké, misschien haar collega’s wel. De leerlingen noemden haar allemaal ‘Kleppie’. Dit omdat ze de gewoonte had om telkens hard in de hand te klappen als ze de klas stil probeerde te krijgen.

Een speciaal iemand was onze biologieleraar meneer Sikkema. Die schreef aan het begin van het schooljaar altijd zijn  naam en bankrekeningnummer op het bord. Dit voor het geval je een hoger rapportcijfer wilde hebben dan dat je op grond van je proefwerken verdiende. Gedurende al die tijd dat ik hem als biologieleraar had, dreigde hij vanwege mijn onduidelijke handschrift om punten op mijn cijfer in mindering te brengen.  Na vier jaar gaf hij eindelijk uitvoering aan deze dreigementen. Van mijn allerlaatste proefwerk Biologie op de HBS veranderde hij als straf voor mijn slechte handschrift het cijfer 7 in een 7-min. Ai, ik was geschokt.

Nu zult u misschien zeggen, je schrijft alleen maar over leraren, niet over leerlingen. Er zaten toch ook wel leerlingen op school? Nee, dat niet. Dat was heel bijzonder, op onze school zaten alleen maar leraren, geen leerlingen. “En jij dan?”  “Oké, you’ve got me”.

De volgende keer daarom wat over mijn klasgenoten. Tot morgen leerlingen.