Categorie archief: De mensen achter de computer

De periode 1 – 1000

Ik heb weer eens een verhaal geschreven in mijn serie over de mensen achter de computer. Deze keer geen portret maar een verhaal  met een overzicht van de ontwikkelingen tijdens een bepaalde periode, met de nadruk op de technische en wetenschappelijke ontwikkeling in die periode. Deze keer betreft het de periode: jaar 1 na Christus – 1000.

Aan het begin van onze jaartelling zag de wereld er als volgt uit.2 kaart jaar 1

Je had in die tijd twee grote rijken. In Azië had je het Chinese keizerrijk (het donkerblauwe gebied op het kaartje) en in Europa / Noord-Afrika had je de Romeinen (het rode gebied op het kaartje.

750 jaar later was de wereld behoorlijk veranderd.

2 kaart jaar 2

In Azië had je nog steeds het Chinese keizerrijk (al had dat toen een iets andere vorm) maar in Europa was het Romeinse Rijk helemaal uiteen gevallen. Wel had je toen een nieuw groot rijk, en wel een islamitisch kalifaat. (het groene gebied op het kaartje.)

Wilders en de PVV zullen ongetwijfeld met deze ontwikkeling niet blij zijn geweest, maar voor de ontwikkeling van de wetenschap en techniek was deze ontwikkeling een zegen. In tegenstelling tot de Romeinse keizers die helemaal geen belangstelling hadden voor de wetenschap en er dan ook helemaal geen geld in staken ondersteunden de kaliefs juist van harte de wetenschap.  Dit overeenkomstig de gedachte van de profeet Mohammed: “De inkt van een geleerde is heiliger dan het bloed van een martelaar

Eén van die kaliefs die de wetenschap van harte steunde was kalief Haroen ar-Rashid (ca. 766-809). Hij stichtte in de hoofdstad Bagdad het ‘Bayt al-Hikma’ oftewel het ‘Huis der Wijsheid’, één van de belangrijkste wetenschappelijke instellingen uit de oudheid. Er brak een periode van vijf eeuwen aan die ook wel bekend staan als de gouden eeuwen van de Islam.

Wie het hele stuk over de ontwikkelingen in deze periode wil lezen, kan hier terecht:  En o ja, het was in deze tijdsperiode dat de mens het getal nul ontdekte. Dat lijkt niets voor te stellen, maar vergis je niet.

Cai Lun

in mijn serie over de mensen achter de computer heb ik weer een portret af. Deze keer gaat het over Cai Lun. Wie kent hem niet? (Voor de enkeling die hem niet kent, hij geldt als de uitvinder van het papier.)  Het portret begint als volgt:

Cai Lun; ca. 50 na Chr. – 121; geldt als de uitvinder van het papier.

8 cai lun afbeelding

(Volgens een Chinees boek uit de achttiende eeuw zou Cai Lun er zo hebben uitgezien. Gaat u er maar van uit dat dit geen goed lijkend portret van hem is.)

Voor degenen die op kantoor werken of hebben gewerkt, herkent u de volgende situatie? U heeft op uw pc een mooi overzicht van iets gemaakt wat u voor een vergadering die over vijf minuten begint alleen nog even moet uitprinten. U geeft een printopdracht, loopt naar de gemeen-schappelijke printer in het printerhok en ziet daar dat de printer is vastgelopen. Niet met uw printje maar met dat van iemand voor u. En degene van wie dat printje is, die is in geen velden of wegen te zien.

Het gevolg is dat u degene bent die nu in grote haast moet proberen dat vastgelopen printje uit te printer te peuteren. Terwijl de klok door tikt, krijgt u vieze inkthanden. Als u eindelijk alles uit de printer heeft gekregen, doet hij het nog steeds niet. Ergens zit er nog een stukje papier vast. Om de hoek roept je baas waar je blijft.

Weet u wiens schuld dit is? Het is de schuld van de Chinese eunuch Cai Lun. Hij is hier verantwoordelijk voor. Hij geldt namelijk als degene die het papier heeft uitgevonden. Zonder papier geen vastgelopen printer. Nu kunt u wel op hem gaan mopperen, maar heb medelijden met hem, want heeft u het woordje eunuch wel gezien? Ook voor kantoormensen aan het hof van de oude Chinese keizers was het niet altijd een pretje.

Wie het hele verhaal wil lezen zie hier.

Paus Sylvester II

Ik heb er opeens de vaart in. Ik heb binnen een week een tweede portret van iemand uit mijn serie over de mensen achter de computer geschreven. Deze keer het levensverhaal van Paus Sylvester II. “Huh? Een Paus?” zult u misschien zeggen. “Wat heeft die met computers te maken?  Ik zou zeggen, lees daarvoor het verhaal. Het begint als volgt:

Gerbert van Aurillac (Paus Sylvester II), ca 945 – 1003; herintroduceerde de abacus in grote delen van Europa en introduceerde er ook de Arabische cijfers (maar nog zonder het cijfer 0).

12 Gerbert van Aurillac portret

Portret van Paus Sylvester II zoals dat te zien is in de Basilica di San Paolo fuori la Mura in Rome en dat uit de 10e of 11e eeuw zou stammen. Of hij er daadwerkelijk zo heeft uitgezien, is niet zeker.

Dat er een Paus voorkomt in de lijst van vijftig mensen achter de computer is iets wat u misschien niet had verwacht. Ok, wellicht zegt u dat iedere Paus beschikt over goddelijke wijsheid, maar die wijsheid telt hier niet. (Als die wel meetelde, dan stonden er liefst 266 door de Katholieke Kerk erkende pausen in de lijst plus nog een stuk of veertig tegenpausen en niet erkende pausen.)

Nee, om in de lijst van vijftig mensen achter de computer te worden opgenomen moet je beschikken over wetenschappelijke wijsheid, technische wijsheid of over computerwijsheid en daarmee iets bijzonders hebben gedaan. Paus Sylvester II had wetenschappelijke wijsheid.

Hij was de man die na een verblijf in Spanje de abacus herintroduceerde in het Europa buiten Spanje en daarnaast introduceerde hij in de rest van Europa het gebruik van de Arabische cijfers (maar nog zonder het cijfer 0). (Dankzij de Moren werd in grote delen van Spanje deze Arabische getallennotatie al gehanteerd; Gerbert introduceerde het in Frankrijk, Italië en Duitsland.)

Gerbert van Aurillac deed dit alles voordat hij Paus werd. Paus was hij overigens niet zo lang, slechts iets meer dan vier jaar (van 9 april 999 tot aan zijn dood op 12 mei 1003). Als u goed naar die jaartallen kijkt, dan ziet u dat in die periode de overgang naar het nieuwe millennium viel. Net zoals in 2000 waren er vlak voor het jaar 1000 allerlei voorspellingen dat de overgang naar een nieuw millennium rampspoed zou inhouden. De Paus probeerde de mensen zoveel mogelijk gerust te stellen en hij bleek gelijk te hebben. Op 1 januari 1000 kwam de zon gewoon weer op.

Voor wie de rest van het verhaal wil lezen kan hier terecht.

ps. Ook het gedicht De tuinman en de dood’ van Pieter Nicolaas van Eyck komt langs in dit portret. Er gebeuren vreemde dingen in de wetenschap.

De Banu Musa broers

Ik heb weer eens een portret geschreven voor mijn serie ‘De mensen achter de computer’.  Deze aflevering gaat over drie broers die bekend staan onder de naam de Banū Mūsā broers. Dat waren drie Arabische broers die in de negende eeuw na Christus in het huidige Bagdad leefden. Ze zijn vooral bekend geworden door een boek met daarin beschreven een honderdtal  wonderlijke automaten.

De drie wetenschappers deden ook praktisch veldonderzoek. Zo reisden ze naar een woestijn in Mesopotamië om de omtrek van de aarde te meten. Dit deden ze niet door de volledige 40.075 km af te leggen. Na 111 km lopen wisten ze al hoe groot de omtrek van de aardbol was. Hun schatting van 39.992 km zat er maar 83 km naast.

Hoe ze tot die schatting kwamen, kan je in hun portret lezen. Dit begint als volgt.

De Banū Mūsā broers; negende eeuw na Christus, drie wiskundige broers die beroemd zijn geworden om de automaten die zij bedachten.

11 musa postzegelDe drie gebroeders Mūsā zoals ze staan afgebeeld op een Syrische postzegel uit 1996. Typisch een voorbeeld van ‘elke gelijkenis met de werkelijkheid berust op louter toeval.’

Alle verhalen uit deze serie gaan altijd over één persoon, deze aflevering echter niet. Het betreft hier namelijk een gezamenlijk portret van de drie broers ibn Mūsā ibn Shākir. Het zijn Abu Jafar Moḥammad (meestal alleen met de namen Jafar Mohammed of met de naam Moḥammad aangeduid), Ahmad en Al-Hasan ibn Mūsā ibn Shākir. Ze worden meestal aangeduid als de Banū Mūsā broers. (Banū Mūsā is Arabisch voor zonen van Mūsā , hun vaders naam– Mūsā is Mozes in het Arabisch).

 De reden dat de broers Banū Mūsā uit het Perzië van de negende eeuw met zijn drieën tegelijkertijd behandeld worden, is dat ze veelal gezamenlijk opereerden. Ze werkten altijd nauw samen en publiceerden naast hun eigen werken ook boekwerken als een collectief. Wie wat heeft bedacht, valt niet altijd meer goed na te gaan. Daarom een gezamenlijk portret. U moet maar denken, drie voor de prijs van één.

 De broers zijn behalve door hun wetenschappelijke werken vooral bekend geworden door hun boek ‘Kitāb al-hiyal’, ‘het boek van ingenieuze uitvindingen’ (letterlijk vertaald: het boek met truukjes). In dit boek staan meer dan 100 automaten en andere bedenksels beschreven. Deels waren deze geïnspireerd op ideeën van Hero van Alexandrië, Philon van Byzantium en andere figuren uit de oudheid, deels waren het nieuwe ontwerpen.

Tot de uitvindingen behoorden onder andere een automatisch waterorgel, een zelfdovende lamp en een “fluitspelende robot”. Deze werkte op stoom en kon dankzij het verzetten van een schakelaar meerdere liedjes spelen. Deze automaat wordt daarom wel eens gezien als het vroegste voorbeeld van een programmeerbare machine. De broers bedachten ook praktische zaken. Zo ontwierpen ze een waterkruik met een automatische veiligheidsstop voor het geval dat er te veel water in één keer uit dreigde te stromen en ook bedachten ze een lamp die uit zichzelf uit ging.

Wie het hele portret wil lezen, kan hier terecht.

 

Mohammad ibn Musa al-Khwasrizmi

In mijn serie over de mensen achter de computer heb ik eindelijk weer eens een portret geschreven. Het schiet niet erg op mijn serie. Je zult zien dat de ontwikkeling van de computer zo hard gaan dat er aan de voorkant (het heden) er meer mensen in de serie bij komen dan dat ik aan de achterkant (het verleden) beschrijf.

Maar anyway, het negentiende portret is klaar. Deze aflevering gaat over Moḥammad ibn Mūsā al-Khwārizmī , wie kent hem niet. Het stuk begint als volgt:

Moḥammad ibn Mūsā al-Khwārizmī; ca. 780 – ca. 850; Arabisch wiskundige naar wie het begrip algoritme is vernoemd.

10 AL postzegel

(Moḥammad ibn Mūsā al-Khwārizmī zoals hij staat afgebeeld op een Russische postzegel uit 1983. Het getal 1200 op de postzegel slaat op ‘het feit’ dat hij dat jaar 1200 jaar eerder geboren zou zijn. Of dat klopt en of hij er daadwerkelijk zo heeft uitgezien, is niet zeker.)

Zeggen de namen Alois Alzheimer, André Ampère, William Boeing, Charles Boycott, Louis Braille, Anders Celsius, Rudolph Diessel, Gabriel Fahrenheit, William Frisbee, Joseph Guillotin, R.J. Guppy, Henry Heimlich, Charles Lynch, Maria Montessori, Samuel Morse, James Parkinson, Ivan Pavlov, Charles Richter, Adolphe Sax, the Earl of Sandwich, Paul Stroganoff, George Gilles De Tourette en Ferdinand Zeppelin u iets?  

Het zijn allemaal mensen naar wie een ziekte, een eenheid, een product, een gebeurtenis, een gerecht, een dier of een begrip zijn genoemd. In dit rijtje pas ook Mohammed ibn Moesa al-Khwarizmi, een Arabsche wiskundige uit de negende eeuw die onder andere het boek ‘Hisab al-jabr wa al-muqabala’ schreef. 

Het zou overigens best wel eens kunnen dat u niet direct zijn naam herkent. Het gaat om het ‘al-Khwarizmi’ gedeelte uit zijn naam. Spreekt u de naam maar eens hardop uit. Misschien hoort u dan iets wat vaag lijkt op het woord ‘algoritme’, een reeks instructies om van een bepaalde begintoestand naar een gewenste resultaat te komen, iets wat vaak gebruikt wordt in computers. En herkent u het woord ‘al-jabar’ uit de titel van zijn boek ‘Hisab al-jabr wa al-muqabala’? Deze term is later “vertaald” tot ‘algebra’. Aan al-Khwarizmi hebben we dus zowel de woorden algoritme als algebra te danken.

Voor wie de rest  van het verhaal wil lezen, zie hier.

 

Het getal nul

Herkent u de volgende symbolen: I, V, X, L, C, D en M? Inderdaad, het zijn de Romeinse cijfers. Valt u wat op aan deze cijfers? Er is geen symbool voor het getal nul. De Romeinen kenden net als de oude Grieken geen getal nul.

000000-klokfoto Philip James; Wikipedia

Als men u deze klok probeert te verkopen als een originele tweeduizend jaar oude Romeinse klok, trap er niet in! De Romeinen kenden geen getal 0.

Het getal is pas in het jaar 628 door een zekere Brahmagupta gedefinieerd. Over hem gaat het achttiende portret dat ik in mijn serie over ‘de mensen achter de computer‘ heb geschreven. Het verhaal begint als volgt:

Brahmagupta, 598 – 668, definieerde als eerste het getal nul en gaf rekenregels hoe je met het getal nul moest rekenen.

Computers leven van enen en nullen. Ok, ook van een beetje stroom en algoritmes (instructies) maar verder draait het bij een computer vooral om enen en nullen. Het getal nul is één van de belangrijkste getallen in de wiskunde die er bestaan. Daarom is het eigenlijk een beetje vreemd dat pas in de zevende eeuw na Christus iemand met een definitie voor het getal nul kwam en rekenregels opstelde hoe er met het getal nul gerekend moest worden. Alle wereldrijken daarvoor zoals het Oud-Perzische Rijk, de Grieken (kenden wel de stelling van Pythagoras maar hadden geen getal 0); en het Romeinse rijk kwamen op en gingen ten onder zonder dat ze over rekenregels met betrekking tot het getal nul beschikten. (Misschien gingen ze daarom wel ten onder.)

De persoon die als eerste het getal nul definieerde en er rekenregels voor bedacht, was Brahmagupta. Hij leefde van 598 – 668 in wat nu India is en was een wiskundige en astronoom. Hij schreef over het getal nul in zijn boek Brahma-sphuta-siddhanta dat in 628 verscheen. Brahmagupta schreef in dat boek niet alleen over het getal nul, maar ook over hoe om te gaan met negatieve getallen. Ook schreef hij in zijn boeken over allerlei astronomische zaken.

Wie de rest van het verhaal wil lezen, zie hier.

 

 

Zhang Heng

Ik heb eindelijk weer eens een portret geschreven voor mijn serie  ‘de mensen achter de computer‘ Het is het zeventiende portret. Ik ben nu ongeveer op een derde.

Dit portret gaat over Zhang Heng, een Chinees die leefde van 78 tot 139. Hij is vooral bekend geworden als degene die als eerste een soort seismograaf uitvond. De Chinezen dachten zo’n 2000 jaar geleden dat aardbevingen werden veroorzaakt door bepaalde luchtstromingen. Men dacht dat het hele heelal vol met lucht zat. De lucht in het heelal bewoog  hierbij continu in allerlei richtingen. Meestal ging dat goed, maar heel af en toe kwam de lucht met grote kracht op aarde terecht en dat veroorzaakte dan een aardbeving.

Zhang Heng bedacht een apparaat dat bestond uit acht drakenhoofden op een soort cilinder met elk een balletje in hun bek. Als er ergens een aardbeving plaats vond, dan liet één van de draken zijn balletje vallen dat dan in de mond van een kikker viel die er onder stond. Zo kon men niet alleen zien dat er ergens in het grote Chinese rijk een aardbeving was geweest maar ook in welke richting men die moest zoeken.

8. Zhang Heng seismograafReconstructie van het model van Zhang Heng

Het portret van Zhang Heng beging als volgt:

Zhang Heng is vooral bekend geworden doordat hij als eerste, bijna 2000 jaar geleden, een seismograaf bedacht. Met zijn apparaat kon hij niet alleen aardbevingen waarnemen die op meer dan 600 km afstand plaats vonden, maar kon hij ook zeggen uit welke richting de trillingen kwamen, iets waardoor in het grote Chinese rijk al hulp gezonden kon worden voordat de boodschappers met het nieuws over de aardbeving het keizerlijke hof bereikten.

Naast de seismograaf construeerde hij allerlei andere technische apparaten zoals een odometer (dat is een soort kilometerteller), en een wagen met daarop een pop die tijdens het rijden altijd naar het zuiden bleef wijzen zonder dat daarbij gebruik werd gemaakt van magnetisme. Hij gebruikte hiervoor een tandwielentechniek die zo’n duizend jaar later ook werd gebruikt in de eerste mechanische rekenmachines.

Daarnaast is Zhang Heng bekend geworden als wiskundige, astronoom en dichter. Als astronoom toonde hij aan dat de maan geen eigen licht had maar dat het alleen maar het licht van de zon weerkaatste.

Wie het hele portret van Zhang Heng wil lezen, kan hier terecht.

Hero van Alexandrië

Ik heb weer eens een portret geschreven van iemand uit de serie ‘vijftig mensen achter de computer’. Het is pas het vijftiende portret uit de serie. Het schiet niet erg op. Deze keer gaat het over Hero van Alexandrië. Deze wiskundige en technicus leefde in de eerste eeuw na Christus. Hij is niet zo bekend, maar wist u dat hij met dit grappige apparaatje er bijna voor had gezorgd dat de industriële revolutie zestien eeuwen eerder was begonnen.

7 Hero stoommachine. 2

Het verhaal over hem begint als volgt:

Hero van Alexandrië, eerste eeuw na Christus; wiskundige en technicus

Had Hero van Alexandrië – hij wordt ook vaak Heron of soms Heroon genoemd – vandaag de dag geleefd, dan zou hij waarschijnlijk als illusionist de mensen vermaken en verbazen met trucs, waarbij hij dankbaar gebruik zou maken van zijn wetenschappelijke kennis. Eigenlijk deed deze wiskundige en technicus dit 2000 jaar geleden namelijk ook al.

Zo was hij degene die er voor zorgde dat niet priesters maar de goden zelf de deuren van een tempel openden (mits de goden uiteraard tevreden waren over de offers), kon hij water in wijn laten veranderen – waar hebben we dat eerder gelezen – en liet hij een fontein “eeuwig” stromen.

Hij was ook wetenschapper. Zo bedacht hij een wiskundige formule om de oppervlakte van een driehoek te berekenen zonder gebruik te maken van een loodlijn (de hoogte van de driehoek). Zijn methode maakte alleen gebruik van de lengtes van de drie zijdes, een methode die door landmeters vandaag de dag nog steeds vaak wordt gebruikt. Ook construeerde hij een hodometer, een apparaat waarmee men de afgelegde afstand van een voertuig kan berekenen, een soort voorloper van de kilometerteller van auto’s. En alsof dat nog niet genoeg was, had hij met één van zijn uitvindingen er ook nog bijna voor gezorgd dat de industriële revolutie niet in de zeventiende eeuw maar al in de eerste eeuw na Christus was begonnen. Ook bedacht hij een frisdrankenautomaat avant la lettre.

Wie het hele verhaal wil lezen met daarin meer over het apparaatje kan hier terecht.

Het mechanisme van Antikythera

In mijn serie van mensen achter de computer heb ik het vijftiende portret geschreven. Het gaat over de onbekende maker van het mechanisme van Antikythera. Dit verhaal begint als volgt:

Eén van de meest wonderlijke apparaten uit de oudheid is het mechanisme van Antikythera. Dit op de bodem van de Egeïsche Zee teruggevonden apparaat stamt vermoedelijk uit de eerste eeuw voor Christus. Het is een buitengewoon ingenieus mechanisme van in elkaar grijpende tandraderen, wijzers en diverse schijven met afbeeldingen. Het had niet alleen de functie van een planetarium maar functioneerde ook als een kalendersysteem dat daarnaast ook nog eens de data van verschillende sportevenementen aangaf zoals de Olympische Spelen. Ook gaf het aan wanneer er maan- en zonsverduisteringen te verwachten waren.

Soms wordt het mechanisme wel eens betiteld als de eerste analoge computer ter wereld. Dat is niet juist. Je kan er bijvoorbeeld niet mee rekenen. Maar een wonderlijk ding was het wel. Technisch gezien was het mechanisme van Antikythera met zijn in elkaar grijpende tandradaren zijn tijd minimaal duizend jaar vooruit. Een Amerikaanse wetenschapper vergeleek de vondst van het apparaat daarom zelfs een keer met het vinden van een zwart-wit televisie onder een pyramide (waarbij je dan natuurlijk wel de vraag kan stellen wat er dan op die televisie te zien was). De schrijver Erich von Däniken suggereerde in zijn boek ‘Waren de Goden kosmonauten?’ dat het mechanisme mogelijk van buitenaardse afkomst zou kunnen zijn. Dat is niet juist, tenzij je de Grieken als buitenaardse wezens beschouwt. Welke Griek het apparaat heeft gemaakt is echter niet bekend.

Wie de rest van het verhaal wil lezen, kan hier terecht.

Wie in ruim zeven minuten tijd een goed beeld van de vindplaats, de gevonden kunstvoorwerpen en de werking en ingeniositeit van het mechanisme wil krijgen, moet even dit filmpje op YouTube bekijken

6 Antikythera You Tube

(Klik op de afbeelding om naar de video op YouTube te gaan.)

 

20.000 jaar geleden

Dit is de weerkaart van Europa van 20.000 jaar geleden. Europa zuchtte onder de laatste ijstijd.

0 laatste ijstijdEuropa zoals het er tijdens de laatste ijstijd uit zag. De witte delen waren met ijs bedekt. De donkergroene delen zijn droog gevallen zeeën. Je kon lopend van Frankrijk naar Engeland; Afbeelding: Ulamn; Wikipedia

Heel noordelijk Europa, de Alpen en grote delen van de Britse eilanden waren bedekt met ijs. De Noordzee lag droog, net zoals de Ierse Zee. Dit omdat het water elders in het ijs zat ‘opgesloten’. Dit gold overigens ook voor de Perzische Golf, ook die lag droog. Nederland kende een soort poolwoestijnlandschap met ijskoude winden. De temperatuur was zodanig dat er elk jaar een Elfstedentocht gehouden kon worden, ware het niet dat er geen elf steden waren. Kortom, het was niet echt aangenaam vertoeven in Nederland. Warme wanten aan en een muts op dus.

Ok, de weersverwachting van 20.000 jaar geleden, lekker actueel.” zult u misschien zeggen. U heeft gelijk, het is geen breaking news. De reden dat ik dit kaartje laat zien, is dat het voorkomt in een stuk dat ik heb geschreven in het kader van mijn serie verhalen over de vijftig mensen achter de computer. Ik heb besloten om wat meer structuur in deze serie te brengen en heb daarom een indeling gemaakt in zeven tijdsperiodes (dat de tijdsperioden steeds korter worden, komt doordat de ontwikkelingen steeds sneller gaan.) Het gaat om de volgende periodes:

1. 20.000 jaar voor Christus – jaar 1 na Christus
2. jaar 1 – jaar 1000
3. jaar 1000 – jaar 1500
4. jaar 1500 – jaar 1750
5. jaar 1750 – jaar 1900
6. jaar 1900 – jaar 1950
7. jaar 1950 – heden

De portretten uit een bepaalde periode zullen worden vooraf-gegaan door een algemeen verhaal over de betreffende periode, waarin een beeld wordt geschetst van de algemene ontwikkelingen op het gebied van wetenschap en techniek in deze periode.

Het eerste algemene inleidende periodeverhaal is nu klaar. Het geeft een overzicht van de ontwikkelingen op het gebied van de wetenschap en techniek in de periode 20.000 jaar voor Christus tot het jaar 1 na Christus. Voor wie het wil lezen, kan hier terecht.

Tot slot – in het kader van nutteloze informatie – de reden dat deze periode wordt afgesloten met het jaar 1 na Christus en niet met het jaar 0 is dat de gregoriaanse kalender – dat is ons huidige kalendersysteem – geen jaar 0 kent. Het jaar 1 na Christus wordt in dit systeem direct vooraf gegaan door het jaar 1 voor Christus.

Archimedes

Ik zat me af te vragen over wie van de vijftig mensen achter de computer ik deze keer een portret zou schrijven en opeens “Eureka!” wist ik het: Archimedes.

Het begint aldus:

Er zijn van die geleerden uit de oudheid waar men haast alleen nog maar anekdotes over leest en niet wat ze als geleerde hebben gedaan. Neem bijvoorbeeld Isaac Newton. Als je aan iemand vraagt, wat hij of zij van hem weet, dan krijg je vaak antwoord: “Was dat niet de man die een appel zag vallen en toen de zwaartekracht uitvond?” Je hebt dan de neiging om te zeggen: “Ja inderdaad en het is maar goed dat Newton toen de zwaartekracht uitvond, want anders zweefden we nu allemaal in de lucht.”

Nog zo’n iemand is Archimedes. “Was dat niet de man die in bad zat, een slim idee kreeg en toen luidkeels “Eureka!” riep?” Inderdaad, maar waarom hij dat deed is voor de meesten een raadsel. Als je dan zegt dat hij dat deed omdat hij net de Wet van Archimedes had bedacht, dan zegt men vaak, o ja inderdaad, de Wet van Archimedes, zonder dat men ook maar enig idee heeft hoe die wet luidt. (De opwaartse kracht die een lichaam in een vloeistof of gas ondervindt is even groot als het gewicht van de verplaatste vloeistof of gas; het is de wet die verklaart waarom schepen van ijzer toch kunnen blijven drijven).

Wist u trouwens dat Archimedes ook een keertje heeft berekend hoeveel zandkorrels er nodig zouden zijn om het hele heelal te kunnen vullen? Het lijkt niet zo’n nuttige rekenexercitie – en dat is het ook niet – maar voor de ontwikkeling van de wiskunde was dit wel een heel belangrijk werk. Want om die berekening te kunnen maken, moest Archimedes eerst een nieuw stelsel van grote getallen verzinnen. Het Griekse getallenstelsel, gebaseerd op het Griekse alfabet, ging namelijk niet ver genoeg. Archimedes kwam met een systeem van tien tot de macht X op de proppen om grote getallen aan te geven. Hij bewees onder andere de wet van exponenten, zijnde dat 10a x 10b =10 (a+b).

Volgens Archimedes waren er 8×1063korrels zand nodig om het gehele heelal te vullen. Dat is een 8 gevolgd door 63 nullen. Dat is een heel groot getal maar niet groot genoeg. Archimedes ging van verkeerde aannames uit. Weliswaar dacht hij terecht dat de aarde om de zon draaide en niet andersom, zoals de kerk in de Middeleeuwen stelde, maar dacht hij ten onrechte dat de zon het middelpunt van een bolvormig heelal was. Ook schatte hij de doorsnede van de zon te klein in. Op basis van verhoudingen dacht hij dat het heelal een diameter had van ongeveer twee lichtjaren (omgerekend naar de maatstaven van nu). Zelfs de dichtstbijzijnde ster (Proxima Centaur) staat al op iets meer dan vier lichtjaren afstand van de aarde, waardoor Archimedes het heelal veel en veel te klein inschatte en daarmee ook het benodigde aantal zandkorrels – het zandgetal zoals hij het noemde –te laag inschatte.)

Toch was dit rekenwerk een knap stukje werk van Archimedes. Deze doorbraak naar het rekenen met supergrote getallen is dan ook één van de redenen dat Archimedes is opgenomen in het overzicht van de vijftig mensen achter de computer. De andere reden is dat dit grootste genie uit de oudheid ook allerlei belangrijke uitvindingen op zijn naam heeft staan, waaronder een schroefpomp die in Nederland veelvuldig is gebruikt om polders droog te pompen. Ook bouwde hij een apparaat dat de positie in de sterrenhemel kon weergeven van de toen vijf bekende planeten.

Wie het hele portret wil lezen: zie hier.

Richard Brathwait

Ik zou niet weten waarom, maar stel dat u de behoefte heeft om ook in het overzicht van mensen achter de computer te worden opgenomen en u zich af vraagt wat u daar voor moet doen? Nou simpel, gewoon iets met computers doen wat van belang is voor de ontwikkeling van het apparaat. Daartoe kunt u misschien uw hele leven wijden aan het bouwen van een ding dat het niet doet zoals Charles Babbage ooit eens deed, maar misschien is het een stuk makkelijker om een “computerterm” te verzinnen die nog nooit iemand eerder heeft gebezigd.

Richard Brathwait, een tamelijk onbekende Engelse schrijver uit de zeventiende eeuw, deed dat met het ultieme computerwoord en wel met het woord ‘computer’. Hij was de allereerste persoon ter wereld die het woord ‘computer’ in een gedrukte tekst gebruikte. Dat deed hij in 1613 in zijn boek ‘The yong mans gleanings’. Daar valt in het eerste hoofdstuk de volgende zin te lezen: ”I haue read the truest computer of Times, and the best Arithmetician that ever breathed, […]”. Met het woord computer werd hier echter geen machine aangeduid, maar iemand die allerlei berekeningen maakte. De computer als apparaat bestond nog niet. Dat zou nog een paar eeuwen duren.

Met het verzinnen van het simpele woordje  ‘computer’ verdiende hij zijn plek in de geschiedenis. Daarmee is hij u dus al voor geweest, maar misschien zijn er andere woorden te verzinnen die bijvoorbeeld over 500 jaar het woord ‘computer’ geheel verdrongen hebben. Ga u gang zou ik zo zeggen. (Misschien verlangt Donald Trump ook wel naar een plaats in de geschiedenis van de mensen achter de computer en was dit de reden dat hij in het voorjaar opeens het onbekende woord ‘Covfefe’ twitterde; (Het jaar 3000: “Wist u dat covfefes vroeger computers werden genoemd?)

Deze inleiding dient om aan te geven dat ik het dertiende verhaal uit mijn serie over de mensen achter de computer af heb. Het gaat over Richard Brathwait, een Engelse dichter die niets met de ontwikkeling van computers van doen heeft, maar die in dit overzicht staat omdat hij de allereerste was die het woord ‘computer’ gebruikte en wel in zijn in 1613 verschenen boek ‘”The Yong Mans Gleanings’. Dit verhaal begint als volgt:

Richard Brathwait, 1588 – 1673; gebruikte als eerste het woord ‘computer’ in een boek

Richard Brathwait portret\

De enige bekende afbeelding van Richard Brathwait; Bron: Folger Shakespeare Library Digital Image Collection – Wikipedia

Voordat men aan de gang kan gaan met een mobieltje, laptop of computer moet men tegenwoordig meestal eerst een wachtwoord – Halt, wie is daar? –  intypen. De eerste computer waarbij een wachtwoord noodzakelijk was om in te kunnen loggen was in 1961 de CTSS (het Compatible Time-Sharing System) van de Massachusetts Institute of Technology (MIT) in Cambridge in de staat Massachusetts in Amerika. Omdat gebruikers tegelijkertijd vanaf verschillende locaties konden inloggen, besloot Fernando Corbató, de man die verantwoordelijk was voor het CTSS, om een systeem van wachtwoorden in te voeren om te zorgen dat niet twee gebruikers tegelijkertijd per ongeluk met hetzelfde user-id zouden inloggen. Dat zou allerlei vervelende fouten kunnen geven. 

Dit wachtwoordensysteem van de CTSS was ook direct het eerste systeem dat werd ‘gehackt’. Degene die daar verantwoordelijk voor was in het voorjaar van 1962 een jonge medewerker van het MIT, een zekere Allan Scherr. Net zoals veel andere onderzoekers aan het instituut beschikte hij over vier uur computertijd per week. Dit was te weinig vond hij om allerlei simulaties voor zijn onderzoek te draaien en hij zocht naar een manier om meer computertijd te krijgen. Hij besloot om stiekem gebruik te maken van computertijd van anderen en hij “kraakte” daartoe het wachtwoordensysteem. Dat was niet zo moeilijk. Hij hoefde alleen maar een printopdracht te geven van de file waar alle wachtwoorden op stonden. Dat lijstje was niet beveiligd. Hij voelde zich wel een beetje schuldig en om zijn geweten te ontlasten gaf hij de lijst met wachtwoorden ook aan een paar vrienden. Eén van zijn vrienden logde direct in onder de naam van de hoogste baas van het computercentrum en liet in diens directory allerlei dubieuze berichten achter.

Noch Fernando Corbató noch Allan Scherr zijn opgenomen in het lijstje van 50 mensen achter de computer. Wel staat in dit lijstje iemand anders die iets met woorden deed. Het betreft hier Richard Brathwait, een tamelijk onbekende Engelse schrijver uit de zeventiende eeuw. Brathwait staat op de lijst van vijftig mensen achter de computer, omdat hij de allereerste persoon was die het woord ‘computer’ in een gedrukte tekst gebruikte. Dat deed hij in 1613 in zijn boek ‘The yong mans gleanings’. Daar valt in het eerste hoofdstuk de volgende zin te lezen: ”I haue read the truest computer of Times, and the best Arithmetician that ever breathed, […]”. Met het woord computer werd hier echter geen machine aangeduid, maar iemand die allerlei berekeningen maakte. De computer als apparaat bestond nog niet. Dat zou nog een paar eeuwen duren.

Wie het hele verhaal wil lezen, zie hier.

De uitvinding van de abacus

Ik heb zitten tellen. In mijn serie over de vijftig mensen achter de computer heb ik tot nu toe elf portretten geschreven. Met behulp van een telraam heb ik vervolgens wat berekeningen gedaan en de uitkomst daarvan was dat ik dus nog 39 portretten moest schrijven. Daarom maar weer een portret geschreven en wel die over de onbekende persoon die als eerste de abacus bedacht. Het portret begint als volgt:

NN; onbekende persoon; leefde vermoedelijk ca 2.700 voor Christus; bedacht de eerste abacus

Er zijn een aantal uitvindingen en ontdekkingen geweest die een grote rol hebben gespeeld in de geschiedenis van de mensheid. Denk bijvoorbeeld maar eens aan stenen speerpunten en de pijl en boog, waardoor de mens in de oudheid in staat was het op te nemen tegen dieren die sneller of sterker waren. Of neem de uitvinding van het wiel. Belangrijke uitvindingen, maar misschien is de allerbelangrijkste uitvinding in de geschiedenis van de mensheid wel de abacus geweest. Dat klinkt misschien wat vreemd in de oren, maar het is de abacus geweest die de mens voor het eerst in staat stelde om goed te kunnen rekenen. Een simpel maar een o zo essentieel iets voor de mens.

abacus klas

Voor wie twijfelt of de uitvinding van de abacus inderdaad zo belangrijk is geweest voor de ontwikkeling van de mens, moet eens kijken naar de tijdlijn van de modern mens, de homo sapiens. Op grond van DNA-onderzoek wordt tegenwoordig verondersteld dat de homo sapiens zo’n 300.000 jaar geleden “ontstond” in Afrika. De ontwikkeling van de mens, qua intellectuele prestaties en handelen, ging gedurende de volgende “295.000 jaar” in een heel geleidelijk tempo, maar vanaf zo’n 3000 jaar voor Christus is er een hockeystick-effect te zien – dat is een groeicurve waarbij na een periode van geringe groei er plotseling een sterk stijgende groei te zien valt. Dat het begin van deze sterke groei samenvalt met de uitvinding van de abacus kan toeval zijn, maar het geeft wel te denken. Opeens zat de mens niet meer vast aan het rekenen met tien vingers, maar kon het de grote getallen van de wereld bereiken. Er volgde de een na de andere wetenschappelijke ontdekking, al of niet resulterend in praktische uitvindingen.

Het idee achter een abacus kunnen we dan ook bij uitstek zien als een doorbraak in het menselijk denken. Een beetje kort door de bocht wellicht, maar het is dankzij de abacus dat we nu in de file staan en we ruimtesondes naar andere sterrenstelsels kunnen sturen. (Dat van die file is overigens mede mogelijk omdat iemand anders het wiel bedacht.)

Voor wie de rest van het verhaal wil lezen, zie hier.

Pingala

Afgelopen vrijdag plaatste ik een nieuwe aflevering uit mijn serie over de 50 mensen achter de computer. Tot mijn schrik zag ik dat ik nog maar 10 portretten had geschreven. Daarom maar snel even doorgepakt en dit weekend het elfde portret geschreven en wel dat van Pingala.

Ik heb overigens sterk het vermoeden dat u nog nooit van Pingala heb gehoord. Troost u, u bent niet de enige. Zo typte ik in Google in een poging om iets meer over de beste man te weten te komen per ongeluk Pingal in, in plaats van Pingala. Google kende Pingal niet. Bedoelde ik soms pinguïns?

000 pinguins

Twee keizerspinguïns met hun jong.; Fotograaf Ian Duffy; foto zoals weergegeven op Flickr en de Wikipedia

Nee dit stuk gaat niet over pinguïns, maar over Pingala dus. Deze Indiër, hij leefde zo’n twee eeuwen voor Christus, geldt als de eerste die een binair getallensysteem, het systeem waarmee haast alle moderne computers werken, bedacht. Hij publiceerde daarover in een boek dat vooral over taal en in het bijzonder over de klankduur en de prosodie van mantra’s in het Sanskriet ging.

Aangezien ik verwacht dat u nu staat te popelen om alles te weten komen van de prosodie van mantra’s in het Sanskriet, geef ik hier alvast de link van mijn portret van Pingala.

Tot slot, Pingala wordt ook wel eens in verband gebracht met het zinken van de Titanic. Daarover kunt u ook lezen in zijn portret. (Dat ik dit “feitje” ook hier vermeld, heeft als reden dat ik eerlijk gezegd niet verwacht dat ‘de prosodie van mantra’s in het Sanskriet’ iets is, dat u doet besluiten om het portret van Pingala te gaan lezen. Dus wilt u weten of Pingala de Titanic heeft laten zinken, lees dan zijn portret zou ik zeggen.)

Euclides van Alexandrië

In mijn reeks over vijftig mensen achter de computer heb ik het tiende portret geschreven. Oeps, het tiende nog maar? Help, ik moet er dus nog veertig! En ook nog het tweede Straatje van Vermeer opsporen. Daar heb ik ook al een jaar niets meer aan gedaan. Zoveel te doen en zo weinig tijd.

Maar goed, het verhaal over Euclides van Alexandrië is klaar. “Euclides wie?” zult u misschien zeggen. Euclides van  Alexandrië dus. Hij leefde zo’n 2700 jaar geleden. Het verhaal over hem begint als volgt:

Euclides van Alexandrië, omstreeks 300 voor Christus; beschreef het eerste algoritme

Wie denkt dat de Bijbel het oudste boek ter wereld is dat nog telkens wordt ‘herdrukt’ heeft het mis. Hoogst waarschijnlijk zijn dat ‘de Ilias’ en ‘de Odyssee’, beide geschreven door Homerus. De ouderdom van deze boeken wordt op zo’n 2700 jaar geschat. Ook is er een meetkundeboek van zo’n 2300 jaar oud, getiteld ‘De Elementen’, geschreven door een zekere Euclides van Alexandrië, dat ook nog steeds wordt herdrukt. Wel is de Bijbel het boek dat in de westerse wereld het vaakst is herdrukt. Al zijn de duizend herdrukken van de Elementen ook niet niks.

Euclides fragment

Afbeelding: teruggevonden fragment uit één van de delen van de Elementen van Euclides van Alexandrië. Dit handgeschreven exemplaar stamt waarschijnlijk uit de eerste eeuw na Christus. Het fragment bevindt zicht in het Museum of Archaelogy and Anthropology van de University of Pennsylvania; foto Bill Casselman

 Waarschijnlijk heeft u nog nooit van ‘De Elementen’ gehoord, maar wellicht kent u wel de uitdrukking ‘Quod erat demonstrandum’ (Q.E.D.) of wel ‘Wat te bewijzen was’ (WTBW), waarmee vaak een bewijs van een wiskundige stelling wordt afgesloten. Deze zinsnede was voor het eerst te lezen – uiteraard niet in het Latijn maar in het oude Grieks – in de Elementen van Euclides. Dit is echter niet de reden dat Euclides is opgenomen in dit overzicht van mensen achter de computer. De reden daarvoor is een methode die hij in één van de delen van de Elementen beschrijft, namelijk de methode om de grootst gemene deler van twee getallen te vinden. De door hem beschreven systematiek kunnen we zien als het eerste beschreven voorbeeld van een algoritme, een reeks instructies die vanuit een gegeven begintoestand naar een beoogd doel leidt. Iets wat je in alle moderne softwareprogramma’s terugziet.

De rest van het verhaal kunt u hier lezen