Beroemd of niet?

Nu ik al 63 jaar oud ben – het is echt waar, al zou je dat niet zeggen als je me ziet; nee ik bedoel dat ik er jonger uit zie, niet ouder – is het tijd om eens te kijken of ik al voldoende sporen heb nagelaten in de geschiedenis.

Allereerst een blik op het fotogedeelte van het Nationaal Archief. Typ ik daar mijn achternaam in: dan vind ik bij de fotosectie de volgende zeven ‘hits’.

neck 2

  • De eerste is een foto van de oude molen bij Voorst die bijna 200 jaar in bezit was van de familie van Neck. De molen is afgebroken in de jaren twintig van de vorige eeuw.
  • Nummer twee is volgens het bijschrift een schilderij dat hangt in het Amsterdams Historisch Museum: ‘de anatomische les van Frederik Ruysch’ geschilderd door Jan van Neck (1634–1714)
  • Op nummer drie zien we Prinses Emma in 1924 kunsthandel Neck in Bad Wildungen verlaten.
  • Nummer vier laat koningin Juliana zien die in 1960 een tandartspraktijk bezoekt. De patiënt wiens halve hoofd nog net te zien is, heet volgens het bijschrift Neck, R.V. v.
  • Op nummer vijf is de Watermolen, genaamd De Nekkermolen aan het Noordhollands Kanaal nabij Purmerend, te zien.
  • Nummer zes (de geheel zwarte foto) en nummer zeven zijn dezelfde foto’s. Waar en wanneer de foto is genomen, staat er niet bij vermeld. De reden dat deze foto ook opduikt bij mijn zoekresultaten is het  Engelse bijschrift. “A native Bosun of Serang, blows his whistel to call the crew on deck. Note the life-jacket round his neck. ”  A ha, hij draagt een reddingsvest om zijn nek!

Van het fotogedeelte van het Nationaal Archief moet ik het dus niet hebben, helemaal niet als ik mijn voornaam toevoeg: dan daalt het aantal zoekresultaten naar nul.

Dan maar eens kijken op de site van Delpher. Daar kan je historische kranten bekijken, zo ongeveer van 1660 tot 1993. Als ik daar “Martin van Neck” in type, dan vind ik vier hits.

delpher

Twee advertenties in de NRC uit de rubriek familieberichten: een aankondiging van ons trouwen in 1988 en de geboorte van onze oudste dochter in 1992, een ingezonden brief aan de Volkskrant in  1992 en een inzending van mij voor een soort puzzel in de NRC van 1990.

De brief aan de Volkskrant betrof een reactie van mij op een ingezonden brief van iemand uit Amsterdam die bij had gehouden hoe vaak het regende als hij naar zijn werk fietste. Dat was 10,9%. Toevallig had ik dat ook een tijdje bijgehouden in Den Haag  – ik deed toen ook al veel nutteloze dingen – en kon melding maken dat dit percentage in Den Haag 13,3% bedroeg. Belangrijk om te weten leek me.

volkskrant brief

Tot slot mijn inzending aan de ‘woordopgave’ – puzzel van het NRC in 1990. De opgave luidde: “Bedenk een verkeerde vertaling van een filmtitel.” Mijn inzending – eervolle vermelding – luidde: Casablanca – De Zaak de Wit.

Tot zover mijn terug te vinden sporen in de wereldgeschiedenis tot 1993.