Alle berichten van Martin

Ouderdom (3)

In de Volkskrant van vandaag staat onder het kopje Anti-verouderingskuur geeft muis ‘eeuwige jeugd een interessant artikel over een onderzoek naar muizen, die werden ontdaan van ‘senescente’ cellen, waardoor ze minder ouderdomskwalen kregen, fitter en energieker bleven en ook nog eens een kwart langer leefden dan de gemiddelde muis.

Als u nu als eerste denkt, er komt een muizenplaag aan, ik moet aandelen kopen van een bedrijf dat muizenvallen produceert, dan zit u in een andere belevingswereld dan ik. Als u echter net zoals ik denkt wat zijn in godsnaam ‘senescente’ cellen en is dit ook toepasbaar voor de mens, dan zit u meer in mijn wereld.

‘Senescente’ cellen – ik citeer nu even uit het artikel van Maarten Keulemans in de Volkskrant – zijn “uitgebluste cellen [..] die gelden als een van de redenen waarom oude mensen zwak en ziekelijk worden. Delen doen de cellen niet meer, maar ze blijven wel leven en scheiden allerlei schadelijke stoffen af. Dat verpest de sfeer in weefsels en maakt ons ziek, nemen experts aan. Zo’n 1 tot 2 procent van onze lichaamscellen wordt met het klimmen der jaren ‘senescent’.”

Door deze cellen nu ‘te elimineren’ vertraagde het verouderingsproces bij de muizen aanzienlijk. Volgens de onderzoeker, de Nederlander Jan van Deursen, werkzaam aan de Mayo Clinic in Rochester in de Amerikaanse staat Minnesota, biedt dit onderzoek op termijn ook mogelijkheden voor de mens, onder andere bij “ouderdomskwalen zoals artritis of longfibrose, waarbij senescente cellen zich in een bepaald weefsel ophopen.” Maar voor het zover is, duurt het nog wel even. We wachten dus af (maar wel graag een beetje opschieten want ik ben al zestig).

En nu ik het toch over ouderdom heb, de laatste keer dat ik hier overschreef was op 6 oktober 2015. Het ging toen onder andere over de oudste mensen ter wereld. Susannah Mushatt Jones, de Amerikaanse die op dat moment de oudst levende mens ter wereld was, stond toen op de drempel om de top tien binnen te komen van de lijst met oudst levende personen ooit. We zijn nu vier maanden verder en ze leeft nog steeds. Ze is momenteel 116 jaar en 213 dagen oud en staat nu op plaats acht van die lijst.

1 lijst

(Even op de lijst klikken voor een grotere afbeelding).

Ook de Italiaanse Emma Morano, in oktober de nummer twee op de lijst van oudst levende vrouwen, leeft nog steeds en is nu op de all-time lijst gestegen van plek 15 naar plek 12. Persoonlijk zou ik mijn geld op de Italiaanse zetten als kandidate om ooit de nieuwe nummer één van de lijst van oudste mensen ooit te worden. De Amerikaanse is al jaren blind, bijna doof en zwak qua gezondheid, de Italiaanse maakt bij wijze van spreken nog dagelijks een vogelnestje in de ringen. Maar goed, de Amerikaanse houdt stug vol en leeft nog steeds.

Bij de mannen heeft zicht wel een ontwikkeling voor gedaan. De Japanner Yasutaro Koid die op dat moment de oudst levende man ter wereld was, is op 19 januari op 112-jarige leeftijd overleden. Uiteraard heb je dan direct weer een nieuwe oudste man ter wereld en dat is nu de in Polen geboren maar in Israël wonende Yisrael Kristal. Hij is geboren op 15 september 1903 en is nu 112 jaar oud. Opmerkelijk aan zijn levensverhaal is dat hij een overlevende is van de verschrikkingen in het vernietigingskamp Auschwitz. Zijn vrouw overleefde het concentratiekamp niet – ook zijn twee kinderen stierven al eerder tijdens de Tweede Wereldoorlog (in het getto van Lodz) – maar hij overleefde het wel. Volgens zijn dochter is de reden dat Yisrael Kristal zo oud is geworden zijn levenshouding.

Mijn vader is iemand die altijd vrolijk is. Hij is optimistisch, wijs, en hij is blij met wat hij heeft. Hij eet en slaapt met mate, en zegt dat je altijd de controle moet hebben over je eigen leven, en dat je leven niet jou moet controleren, voor zover dat mogelijk is. Alles in de wereld heeft een reden, is zijn rotsvaste geloof.” aldus zijn dochter in het dagblad ‘Jerusalem Post’. Of dat ‘alles in de wereld heeft een reden’ klopt weet ik niet, maar voor de rest zou ik zeggen hij heeft helemaal gelijk

Albert Heijn en het ℮-teken

Albert Heijn verkoopt voorverpakt vlees in allerlei soorten en maten. Hoewel, dat van alle maten is niet helemaal waar. Zo wegen de voorverpakte gepaneerde schnitzels (met toegevoegd water, samengesteld uit stukjes varkensvlees /2 stuks), ondanks dat ze allemaal verschillende vormen hebben, allemaal 300 gram e.

AH3

Die ‘e’ staat niet voor exact en ook niet voor ‘estimated’ zoals soms ook wel eens wordt gedacht, maar is een symbool – dat inderdaad veel op de letter ’e’ lijkt – dat wordt gedefinieerd in een Europese richtlijn (in bijlage I, punt 3.3, van de Richtlijn 76/211/EEG om precies te zijn).

Deze richtlijn schrijft voor waar de gewichtsaanduiding op voorverpakte verpakkingen aan moet voldoen. Praktisch gezien komt dit er op neer dat als er sprake is van een e-aanduiding bij het gewicht er gemiddeld minimaal de aangegeven hoeveelheid in moet zitten die op de verpakking staat, maar dat er per individuele verpakking afwijkingen mogen zijn die binnen een bepaalde marge vallen. Als er geen e-teken bij staat dan moet de verpakking het exacte gewicht aan geven.

Ook de Nederlandse overheid heeft dit in de nationale wetgeving opgenomen (“Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz …) en wel in het ‘Warenwetbesluit hoeveelheden voorverpakkingen’ dat het laatst is gewijzigd op 19 september 2014. Deze wet is mede ondertekend door de Minister van Veiligheid en Justitie I.W. Opstelten, dus ik zou zeggen bewaar uw kassabonnetje.

Voor wie meer over het e-teken wil weten kan onder andere terecht op de betreffende Wikipedia-pagina over dit onderwerp. Ik citeer hier even één zin van die pagina: “Het e-teken mag worden gebruikt bij toepassing van een door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit erkend bedrijfscontrolesysteem, nadat er metrologisch advies over is uitgebracht door de in het Besluit bedoelde metrologische instantie (NMi Certin B.V.).”

De NMi Certin waarover hier wordt gesproken is een dochteronderneming van het Nederlands Meetinstituut (NMi). Dit is de instantie die in Nederland het toezicht houdt op de naleving van de Metrologiewet (vroeger de IJkwet). Ze controleren onder andere meetsystemen zoals weegschalen. De NMi heeft een dochteronderneming ‘NMi Certin’. Deze weet heel veel van het e-teken en geeft ook cursussen voor ondernemers hierover. (De cursusprijs bedroeg in 2015 €1.395 per persoon, exclusief btw.) Ik citeer even een zekere Jeroen Rommerts die in 2015 op de site van ‘NMi Certin’ enthousiast uitlegt waarom deze training zo interessant voor verpakkers kan zijn:

“Jeroen Rommerts, breeduit lachend: “Mijn antwoord is tweeledig. Ik zal eerst de zakelijke versie geven. Mensen die deze training hebben gevolgd, weten alles wat ze nodig hebben om het e-teken in een bedrijf te kunnen implementeren en onderhouden. Zij kunnen met heel veel zelfvertrouwen besluiten nemen ten aanzien van het e-teken. Nog zakelijker is dat je er gewoon veel geld mee kunt verdienen. Als je het e-teken niet voert, dan moet je in de verpakking stoppen wat er op die verpakking staat. Als je het e-teken wel voert, dan moet je wat investeren maar daar staat tegenover dat je daarna minder product in de verpakking mag stoppen, domweg vanwege de toleranties die dan bestaan. Dat investeren bestaat uit het krijgen van een erkenning, het opzetten van een e-teken systeem en het vergaren van kennis daarover. Dat kun je doen door deze training te volgen.”

Eh, begrijp ik het goed dat hier iemand van de NMi aan ondernemers gaat uitleggen hoe je wat minder in de verpakking kan stoppen dan dat je de consument op de verpakking voorhoudt? Ik heb een tijdje in het oosten van het land gewoond. Daar zouden ze zeggen “het most niet magge.”

Hoe kom ik nu aan al deze bovenstaande wijsheid? Gewoon even op gegoogled. En waarom heb ik dat gedaan? Vanwege een volkomen nutteloos “onderzoek” dat ik vandaag in de Albert Heijn heb verricht. Toen ik daar op de vleesafdeling liep, vroeg ik me opeens af of er verschil zou zijn qua gewicht tussen al die voorverpakte gepaneerde schnitzels. Ik pakte daarom vier stuks van de voorverpakte gepaneerde schnitzels – volgens de verpakkingen zouden ze allemaal ‘300 g e’ wegen – en woog deze stuk voor stuk op de weegschaal van de naast gelegen groenteafdeling – dit heet veldonderzoek. De uitkomst was 295 gram, 295 gram, 297 gram en 301 gram.

Nu is dit niet het werkelijke gewicht van de schnitzels. Er moeten namelijk nog een drietal correcties worden toegepast.

  1. Ten eerste gaf de weegschaal zonder dat er iets op lag een gewicht aan van -3 gram. Het werkelijke gewicht van de schnitzels is dus 3 gram hoger.
  2. Daarnaast weegt de verpakking natuurlijk ook iets. Dat moet in mindering worden gebracht. Ik overwoog even om de verpakkingen ter plekke te openen zodat ik de schnitzels apart kon wegen maar ik vermoedde dat Albert Heijn hierover niet enthousiast zou zijn, dus dat heb ik niet gedaan. Thuis lag in de zak met plastic afval echter nog een aantal soortgelijke verpakkingen. Deze heb ik op onze eigen keukenweegschaal gewogen. Ze wogen tussen de 15 gram en 23 gram in. Laat ik Albert Heijn het voordeel van de twijfel geven en uitgaan van het laagste gewicht. Dat betekent een correctie van -15 gram.
  3. Tot slot zal de weegschaal op de groenteafdeling ongetwijfeld niet dagelijks geijkt worden. Door thuis de door mij gekochte scharrelkipfilet en verpakking te wegen en dit te vergelijken met de uitkomsten van de groenteweegschaal, en met het gewicht volgens de verpakking (er stond geen e-teken bij dus moest het volgens de wet een exact gewicht zijn), schat ik dit ijk-effect op maximaal 5 gram. Vooruit, laat ik Albert Heijn hier ook het voordeel van de twijfel geven en tel voor dit ijk-aspect ook 5 gram op bij het door de groenteweegschaal aangegeven gewicht van de schnitzels.

Al met al moet ik dus een correctie maken van +3 -15 + 5 = -7 gram. (Ik had natuurlijk al die schnitzels kunnen kopen en thuis exact kunnen gaan wegen maar ik ben niet gek.) Op basis van de groenteweegschaal in Albert Heijn, en rekening houdend met de correctie van – 7 gram, krijg ik dan een uitkomst voor de schnitzels van 288 gram, 288 gram, 290 gram en 294 gram. Ze vallen individueel daarmee nog binnen de richtlijnen van de afwijkingen. Gemiddeld kom ik uit op 290 gram, tien gram minder dan op de verpakking staat. Om te komen tot het wettelijke voorgeschreven minimale gemiddelde e-gewicht van 300 gram, moet er dus in dit geval ergens binnen het Albert Heijn concern vier stuks gepaneerde schnitzels zijn die gemiddeld 310 gram wegen.

Ik vraag me dat echter af, want ik heb ter plekke ook even vier stuks ‘Varkensfilet à la minute lapjes’ gewogen (gewicht volgens verpakking 350 gram; werkelijk gewicht na correcties: 332 gram, 340 gram, 340 gram, 344 gram) en vier verpakkingen ‘Rundervinken’ (gewicht volgens verpakking 300 gram; werkelijk gewicht na correcties: 294 gram, 296 gram, 299 gram en 299 gram). Ja, ja, ik ben heel nuttig bezig geweest in Albert Heijn. De achterkant van mijn boodschappenbriefje stond dan ook helemaal vol met getallen geschreven.

Maar om de boel samen te vatten: twaalf van de twaalf voorverpakte stukken vlees bevatten minder vlees dan dat de verpakking aangeeft. (Ok, de steekproef is niet erg groot; n=12; statistisch gezien zijn er dus geen echte conclusies uit te halen; alleen indicaties.) Je betaalt als je minder krijgt ook te veel. Bij een kiloprijs van € 9,17 voor de schnitzels betaal je bij een werkelijk gewicht van 290 gram in plaats van de 300 gram 9 cent te veel voor de schnitzels.

Zo, zo, liefst 9 cent te veel, big deal, en als je het niet bevalt dan ga je toch ergens anders je boodschappen doen” zult u misschien nu zeggen. Het is inderdaad voor de individuele consument geen big deal. Op jaarbasis betaal je zo zo’n 30 tot 40 euro te veel, maar het levert Albert Heijn – ze letten op de kleintjes – natuurlijk wel heel veel geld op. Volgens een onderzoek van Scientanova uit 2015 dat ik googlelend aantrof  levert dit gebruik de gezamenlijke supermarkten in Nederland jaarlijks zo’n 118 miljoen euro op. Volgens dat onderzoek heeft het ook geen zin om vanwege dit aspect naar een andere supermarkt te gaan. Ze doen het allemaal.

scientanova

Het zou best eens kunnen dat ze allemaal de cursus van Jeroen Rommerts van NMI Certin hebben gevolgd.

De gelukkigste kandidaat

In de democratische voorverkiezingen van de staat Iowa heeft de 68-jarige Hillary Clinton met miniem verschil de 74-jarige Bernie Sanders verslagen. Ja, wie de jeugd heeft, heeft de toekomst. In zes stemlocaties was het verschil tussen de twee kandidaten zo klein dat er een muntje moest worden opgegooid om de winnaar aan te wijzen. (Tussen haakjes, het was jammer dat dit niet gebeurde bij de republikeinen. Het was grappig geweest om te zien hoe de miljardair Trump had verloren doordat een 25-centsstuk de verkeerde kant opviel.)

(Op de site van de Independent staan een paar Twitter-berichten met filmpjes hoe dit muntjes opgooien ging.)

Nu zijn er critici die zeggen: wat is dat voor een systeem waar het opgooien van een muntje kan beslissen over wie president van Amerika wordt? – en eerlijk gezegd zag het opgooien van de muntjes er ook niet al te professioneel uit – maar daar gaat het hier niet over De reden dat ik er over schrijf is namelijk dat Hillary Clinton al die zes gevallen won. De kans daarop is 1 op de 64 oftewel 1,6%.

Dit alles doet me denken aan een verhaal wat ik ooit eens hoorde op een cursus. De cursusleider vertelde dat hij een keer in een bedrijf samen met een manager door de gang liep, toen de manager werd aangesproken door zijn secretaresse. “U moet nog aangeven wie u van de sollicitanten wilt laten komen voor een gesprek” zei ze. De manager dacht even na en zei toen: “Pak alle sollicitatiebrieven, gooi ze in de lucht en vang er drie. Die nodig je uit voor de gesprekken.” “Maar” stamelde de secretaresse “Dat is toch niet eerlijk voor die mensen, dan is het alleen maar een kwestie van geluk of ze worden uitgenodigd of niet?”

Precies” zei de manager ”Aan mensen die geen geluk hebben, daar heb ik niks aan in mijn bedrijf.”

Deze gedachte volgend zal Clinton een goede president worden.

Overigens heeft Hollywood uiteraard ook wel eens een muntje laten opgooien om te beslissen over een politieke zaak. In de beroemde film ‘Mr Smith goes to Washington’ uit 1939 met James Stewart moet een gouverneur van een staat beslissen wie een overleden senator moet vervangen. Hij kan niet kiezen uit twee kandidaten en gooit daarom een muntje op.

1 mr smith

Het muntje blijft echter op zijn rand staan – dit gebeurt alleen in films – waarna hij besluit om op aanraden van zijn kinderen dan maar te kiezen voor een derde kandidaat: mr Smith, een leider bij de padvinderij, gespeeld door James Stewart.

Het afleidingsgordijn

De supporters van het basketbalteam van de Arizona State University hebben een effectieve manier gevonden om hun team te steunen tijdens de thuiswedstrijden en wel met behulp van het zogenaamde afleidingsgordijn oftewel ‘the curtain of distraction’.

Het is een ‘wapen’ dat de supporters inzetten als een speler van de tegenstander een vrije worp mag gooien. Ze proberen de tegenstander vlak voordat hij de vrije worp gaat gooien af te leiden door een gordijn open te trekken waarachter een vreemd uitgedost figuur staat die allerlei rare bewegingen maakt. Uit een onderzoek van Harvard blijkt dat het helpt. Gemiddeld scoren de tegenstanders 1,4 punten minder dan voordat de supporters van de Arizona State University met het gordijn begonnen. Zie hieronder een rapportage van ‘CBS This Morning’ over dit fenomeen.

basketball

Vorige week haalden ze met hun gordijn zelfs het wereldnieuws. Dit omdat achter het gordijn de 18-voudige Olympische kampioen zwemmen Michael Phelps, gekleed in zijn zwembroek, bleek te staan. Het werkte. Beide vrije worpen werden gemist, zie de volgende clip:

basketball 2

Je kan je afvragen of deze afleidingstruck ook in het voetballen zou werken. Niet bij een vrije trap want dan staat er vaak een ‘muurtje’ van spelers tussen de vrijetrapnemer en het doel in, en kan de vrijetrappennemer het afleidingsgordijn niet zien. Maar wel eventueel bij strafschoppen. Volgens een onderzoek over de periode 2007-2014 kregen de eredivisieclubs gemiddeld zo’n 4 à 5 strafschoppen per seizoen tegen. Daarvan werd zo’n 19% gemist. Zou je dit percentage omhoog kunnen krijgen met een afleidingsmuurtje? (Het kan natuurlijk alleen bij thuiswedstrijden; de meest kansrijke wedstrijden zijn die wedstrijden die soms beslist worden door strafschoppen zoals bekerwedstrijden en Europese wedstrijden.)

Er zijn gevallen bekend van spelers die zich lieten afleiden door gebeurtenissen achter het doel. Ik citeer even uit het in 2004 verschenen boek ‘De Oranje Rapporten’ van Martin van Neck – hé, dat ben ik zelf; dat is toevallig.

Een voorbeeld van wat er kan gebeuren als de spelers niet geconcentreerd zijn en door iets afgeleid worden, is de strafschoppenreeks die op 18 april 2003 de finale om de Somerset’s Morland Challenge Cup moest beslissen. De Somerset’s Morland Challenge Cup is een van de vele bekertoernooien voor Engelse amateurclubs. Voor deze finale hadden Norton Hill Rangers en Wookey FC zich geplaatst. Na negentig minuten stond het gelijk en strafschoppen moesten de beslissing brengen. Hierbij waren de spelers van Norton Hill Rangers ernstig in het nadeel. Een aantrekkelijke vrouwelijke fan van Wookey FC had namelijk plaatsgenomen achter de goal en elke keer als een speler van Norton Hill Rangers met zijn aanloop begon tilde zij haar shirt op en toonde de speler haar borsten.

De ‘Glouchester Citizin’ schreef in zijn verslag over de wedstrijd: “As a Norton Hill Rangers’ player prepared to net the ball, a shapely female Wookey FC fam standing behind the goal lifted her shirt and gave him an eye-full. He was clearly diverted from his original purpose because the ball went flying into the car pack.’

Liefst drie spelers van Norton Hill werden door deze ‘flasher’ zo afgeleid dat ze misten. ‘I couldn’t believe my eyes’ aldus de Norton-aanvoerder Lee Baverstock in ‘The Daily Star’. Onduidelijk is of hij hier over het gebeuren of over de fysieke capaciteiten van de betreffende dame sprak.”

 Dat je als speler afgeleid kan zijn door iets wat achter het doel gebeurt of zichtbaar is, weet de KNVB al 88 jaar. Tijdens een onderzoek – over een nog te schrijven historisch voetbalverhaal – in het Nationaal Archief kwam ik toevallig deze opvallende passage tegen in de notulen van de vergadering d.d. 14 juni 1928 van het bondsbestuur van de KNVB.

1 knvb

“Punt 13: De planken achter het doel worden door vele fabrieken gebezigd om daarop reclame te maken. Daar dit echter vaak gebeurt op een voor de spelers hinderlijke wijze, besluit het Bestuur dat met ingang van 1 september 1928 het niet meer geoorloofd zal zijn om op de naar het speelveld gekeerde zijden van de planken achter het doel reclame te maken.”

Vanwege de commerciële aspecten werd dit aspect later terug gedraaid maar de KNVB had dus in 1928 al door dat spelers afgeleid konden worden. Dat het Nederlands elftal zich niet voor het EK van 2016 heeft geplaatst, is dan ook volledig de schuld van het bondsbestuur dat dit verstandige besluit van het bondsbestuur van 1928 heeft teruggedraaid. De spelers van nu zijn veel te snel afgeleid.

Complotten

Er zijn een hoop mensen die denken dat er allerlei complotten bestaan. Zo denkt bijvoorbeeld zo’n 7% van de Amerikanen dat de maanlanding nooit heeft plaatsgevonden maar is opgenomen in Hollywood; 11% van de Amerikanen denkt dat de Amerikaanse regering op de een of andere wijze bij de aanslagen van 9/11 is betrokken; liefst 20% (schrikbarend hoog) denkt dat er een verband is tussen vaccinaties en autisme (mede vanwege deze theorie pleegt de Taliban in Pakistan zelfs bomaanslagen bij vaccinatie-programma’s); 21% denkt dat er bij Roswell in de Amerikaanse staat New Mexico in 1947 een UFO is neergestort maar dat de Amerikaanse overheid dit al jaren geheim houdt en liefst 50% van de Amerikanen denkt dat Lee Harvey Oswald niet alleen heeft gehandeld toen hij Kennedy vermoordde maar dat er sprake was van een samenzwering.

oswald

Maar ook buiten Amerika zijn er een hoop complotdenkers. Zo denkt 4% van de Engelsen nog steeds dat Paul McCartney in 1966 bij een auto-ongeluk om het leven kwam en werd vervangen door een lookalike opdat de Beatles verder konden gaan. Ook is er één Nederlander (Louis van Gaal) die nog steeds denkt dat het huidige Manchester United leuk voetbal speelt.

Drie dagen geleden verscheen er op de site van Plos.Org een artikel getiteld ‘On the Viability of Conspiratorial Beliefs’. Het is een rapport van een zekere David Robert Grimes, een jonge wetenschapper uit Oxford, die zich onder andere met kankeronderzoek bezigt houdt maar volgens zijn twitteraccount ook “full time Jedi Knight” is, en “Foppish hair” heeft.

Hij heeft een moeilijke  maar mooie wetenschappelijke formule bedacht waarmee je kan uitrekenen hoe lang het duurt voordat een bepaald complot onthuld wordt. Dit hangt onder af van hoeveel mensen op de hoogte zijn van het complot, wat de kans is dat iemand gaat praten en hoeveel tijd er is verstreken sinds het complot begon.  Zo zou volgens zijn formule – en aannames over het aantal mogelijk betrokkenen – binnen drie jaar en acht maanden het complot van de fake-maanlanding al onthuld zijn geweest en dat vaccinaties niet veilig zouden zijn zou binnen drie jaar en twee maanden bekend worden.

Het mooie van dit alles is dat je met het omgekeerde ook iets kan doen. Gezien het feit dat nu 46 jaar na de maanlanding nog steeds niet onthuld is dat de maanlanding fake is, betekent dit bij een verwachte ‘onthullingstijd’ van 3 jaar en 8 maanden dat er dus hoogst waarschijnlijk geen complot was en dat de maanlanding echt was. Alleen als er slechts 250 mensen op de hoogte waren van een complot om de maanlanding te faken, dan zou het complot vandaag de dag nog niet onthuld hoeven te zijn. Maar om de maanlanding te kunnen faken moeten er veel meer mensen bij de NASA , de Politiek en Hollywood dan 250 stuks betrokken zijn geweest.

maanlanding

Amstrong en Aldrin tijdens de fake-maanlanding. In werkelijkheid is het een foto uit april 1969 gemaakt tijdens een trainingsessie van de astronauten; bron NASA.

Grimes heeft ook een tabel gemaakt om te laten zien hoeveel mensen er maximaal betrokken bij een complot mogen zijn opdat het niet binnen een bepaalde tijd uitkomt. Immers hoe meer mensen er van een complot weten, hoe eerder het complot onthuld zal worden. Dat is logisch. De tabel ziet er als volgt uit.

complot

En nu ik deze tabel bekijk maak ik me een beetje zorgen. Volgens de statistieken van mijn blog wordt mijn site dagelijks gemiddeld zo’n 46 keer bezocht. Het grootste gedeelte daarvan zijn bovendien bezoeken van robots e.d.. Kortom volgens de tabel van Grimes duurt nog het ruim meer dan 100 jaar voordat onthuld wordt wat voor een mooie blogposts ik wel niet schrijf. Help!

50% van 200%

De Media Markt heeft weer de ‘BTW weg ermee!’ actie. In de advertenties van het concern wordt het BTW-percentage van 21% met grote cijfers vermeld.  Voor degene die nu denkt dat hij bij deze actie 21% korting krijgt op de originele prijs, dit is niet het geval. Je krijgt iets meer dan 17% korting. (Stel de originele prijs is 121 euro. Bij de actie betaal je 100 euro. Het kortingspercentage bedraagt aldus geen 21% maar 21/121 *100% = 17%.)

Maar er zijn nog een paar punten waar je op moet letten voordat je naar de winkel stormt. De actie geldt lang niet voor alle producten en het kan gebeuren dat sommige producten opeens vlak voor de actie in prijs worden verhoogd. Of zoals de Media Markt het tegenover het AD verklaart: “Tot aan de btw-actie volgen wij ons standaard prijsbeleid. In veel gevallen betekent dit een afprijzing, in sommige gevallen betekent dit dat een prijs naar boven aangepast wordt.

Elektronicawinkels roepen vaak luidkeels dat als de concurrentie met een lagere prijs adverteert, dat zij dan ook het product in prijs verlagen. Maar het omgekeerde, namelijk dat als de concurrent een hogere prijs vraagt, dat zij dan soms hun eigen prijs verhogen, daarmee lopen ze niet te koop; wel met het product met de hogere prijs. ‘Ik ben toch niet gek!‘ zou de Media Markt zeggen.

Dat kan soms leiden tot publicitaire rampen zoals de Media Markt deze week mocht ondervinden. Een zekere Ellen ten Napel-Wieland had geconstateerd dat de door haar gewenste droger vlak voor de BTW-actie met 100 euro in prijs was verhoogd en had haar ongenoegen daarover op Facebook geuit. Het bericht werd meer dan 20.000 keer gedeeld en ook het AD pikte het op.

ad mediamarkt

Om de vraag van het AD te beantwoorden, ja dat mag dus, maar erg netjes is het niet. In 2013 vermeldde de Media Markt nog specifiek in haar actievoorwaarden dat zij de prijs vlak voor de actie niet zou verhogen. Toen zij dit echter wel deed en een consument hierover klaagde bij de Reclame Code Commissie werd de Media Markt op de vingers getikt.

DossierNr: 2013/00282: “Door bij de berekening van de actieprijs tijdens de “BTW Weg Ermee-actie” uit te gaan van een hogere dan de gebruikelijk door Media Markt gerekende prijs, is de bestreden mededeling “Media Markt verhoogt haar prijzen voorafgaand aan acties niet om vervolgens de korting te verlenen” niet juist” aldus de Reclame Code Commissie bij haar uitspraak in 2013.

Als gevolg van deze uitspraak heeft de Media Markt haar beleid aangepast. Niet in die zin dat zij vlak voor de BTW-actie de prijs niet meer verhoogt, maar door aanpassing van de actievoorwaarden. De zin ‘Media Markt verhoogt haar prijzen voorafgaand aan acties niet om vervolgens de korting te verlenen’ is nu uit de actievoorwaarden verdwenen.

Overigens is de Media Markt niet de enige die de prijzen voorafgaand aan kortingsacties soms eerst verhoogd. De afgelopen jaren hebben we dat de KLM vlak voor de Werelddealweken ook wel eens zien doen. (In dit geval betrof het tickets naar Amerika. De prijs was 680 euro, deze werd pal voor de werelddealweken verhoogd naar 735 euro. Tijdens de werelddealweken was de prijs 635 euro. De KLM adverteerde vervolgens met ‘100 euro korting!’ terwijl de werkelijke korting maar 45 euro was.)

Ook zaken als Blokker, Bol.com, Intertoys en Wehkamp presenteerden volgens de Consumentenbond de afgelopen jaren wel eens nep-aanbiedingen, in dit geval voor speelgoed. Het trieste is dat V&D niet mee deed aan deze nep-prakijken en juist dit concern is nu failliet.

Maar zelfs als de prijs niet vlak voor een actie is verhoogd moet je nog soms opletten. Zo had deze week ons filiaal van Albert Heijn de frambozen in de bonusaanbieding.

ah2

Van € 2,79 voor € 2,29 dat is een korting van 18%. Onderaan het schap was nog de normale prijs zichtbaar.

AH1

En inderdaad, de normale prijs was € 2,79. De prijs was dus niet eerst verhoogd. Mooi, een korting dus van 18% zou je zeggen, maar nou nee dus, want wie wat beter naar de prijskaartjes kijkt, ziet dat je bij de bonusaanbieding een bakje met 125 gram frambozen krijgt, terwijl dat eerst 150 gram was. Dat is 17% minder frambozen. Daar gaat je voordeel.

Als wij een spectaculaire voordeelaanbieding zien, dan roepen Marianne en ik altijd: ”50% van 200%”. Wij  liepen ooit eens tijdens een vakantie in Amerika in een winkelstraat in San Francisco, waar vlak voor ons een Amerikaans echtpaar liep. Op een gegeven moment werd de vrouw helemaal enthousiast en riep luidkeels naar haar man: “Look honey, a 50% Sale!”. Waarop de man zuchtend de woorden sprak: “Yeah sure, 50% of 200%” . Sindsdien is dat een gevleugelde uitdrukking bij ons geworden als we ergens korting zien.

Bill Gates en George Clooney

Bill Gates en George Clooney waren gisteren allebei in ons land. De een (Bill Gates) om geld namens één van zijn goeddoelstichtingen te schenken, de andere (George Clooney) om geld voor een goeddoelstichting van hem op te halen (zijn stichting kreeg het geld van de Nationale Postcodeloterij). ‘s Avonds was George Clooney te gast in het tv-programma van Humberto Tan dat vanwege de grote belangstelling voor George Clooney was verplaatst naar Carré.

Ik ken Bill Gates en George Clooney alle twee. Althans volgens ‘de keten van vier’. Volgens deze regel kent iedereen op de wereld elkaar door middel van een keten van slechts vier mensen. Daarbij moet je het begrip ‘kennen’ wel ruim opvatten. Een voorbeeldje: Ik ben een keer gast aan tafel geweest bij een uitzending van Pauw en Witteman. Ik “ken” daardoor Jeroen Pauw. Deze kent op zijn beurt Mark Rutte, die weer op zijn beurt op bezoek is geweest bij Barack Obama. Zie hier: in drie ‘stappen’ ben ik bij Obama. En omdat er nog ruimte is voor een vierde stap, kent iedereen die mij kent in vier stappen ook Obama. (Soms is er wel eens een kringetje nodig van vijf of zes mensen)

Ik moet beschaamd toegeven dat Marianne Willem Holleeder kent. Dat is de schuld van Twan Huis die hem in 2012 te gast had in het televisieprogramma College Tour. De kring luidt in dit geval: Marianne -> Martin -> Jeroen Pauw -> Twan Huis -> Willem Holleeder. Foei Marianne!

Daadwerkelijk in levende lijve heb ik niet veel beroemdheden gezien. George Bush Sr. heeft een keer enthousiast naar mij zitten zwaaien (zie hier) en ooit ben ik eens een keer in de jaren negentig met de oudste dochter achterop de fiets en de jongste dochter in het zitje voorop naar het Malieveld in Den Haag gefietst om te kijken hoe president Clinton en zijn vrouw Hillary daar per helikopter vertrokken. Dan konden de kinderen later zeggen dat ze een Amerikaanse president in hun prilste jeugd hadden gezien.

Het dichtste bij een ontmoeting met echt bekende mensen was ik die keer toen Koningin Beatrix en Prins Claus een mislukte poging deden om mij te overrijden. Dat was begin jaren negentig. Met een stel andere fietsers stond ik in Den Haag voor een stoplicht bij het Malieveld te wachten om een drukke verkeersweg over te steken. Vlak voordat ons licht op groen sprong reden er twee motoragenten met zwaailichten voorbij. Waarom ze die lichten voerden was onduidelijk want ze hadden niet echt haast. Even later sprong ons licht op groen en alle fietsers trokken op. Net toen wij de weg wilden oprijden, reed er echter nog een auto door het donkerrode stoplicht. Alle fietsers konden nog net een noodstop maken en de auto werd onder begeleiding van taalgebruik dat ik hier niet zal herhalen nageroepen. Toen we goed keken zagen we dat het een AA-auto was waarin Beatrix en Claus zaten. Prins Claus keek geschrokken achterom maar koningin Beatrix bleef stoïcijns voor zich uitkijken. Die motoragenten hoorden natuurlijk bij het vervoer van Beatrix maar om de een of andere wijze waren ze te ver voor de auto van de koningin geraakt – zeker zo’n 200 meter – waardoor het niet meer duidelijk was dat er nog een auto bij hun hoorde.

Ik dacht ik schrijf even een leuk briefje naar onze koningin dat we weliswaar onderdanen waren maar dat dat toch niet inhield dat ze daar dan over heen mocht rijden en nog wat van die ‘woordgrappen’. Nou, ik kan u verzekeren dat het geen lachebekjes bij het paleis zijn. Ik kreeg een strikt formeel schrijven terug van een soort kolonel-lakei dat de koningin daar onder politiebegeleiding reed en de chauffeur geheel overeenkomstig de verkeersregels had gehandeld en dat ik voor verdere vragen bij de politie moest zijn.

Tot zover mijn ontmoetingen met beroemdheden. Oh, wacht eens even: ik heb president Lincoln ook een keer ontmoet. Zie deze foto uit 2004 van president Lincoln met mijn jongste dochter en ik.

lincoln

De foto is gemaakt bij Mount Rushmore. Waarschijnlijk was de president daar om zijn in de rotswand uitgehakte portret te bekijken.

Mount rushmore

Lincoln is het rechterhoofd van de vier hoofden.

Bobby Solo

Als je op YouTube een videoclip afspeelt, dan geeft YouTube direct naast de clip die wordt afgespeeld een lijst met videoclips die je misschien ook interessant vindt. Zo ook gisteren toen ik op YouTube de videoclip afspeelde van Gigliola Cinquetti toen ze ‘Non Ho L’età’ zong tijdens het San Remo Songfestival van 1964. Bovenaan de lijst met suggesties van YouTube stond een clip van het optreden van Bobby Solo tijdens datzelfde festival. Deze Italiaan zong toen ‘Una lacrima sul viso.  (Klik op de onderstaande screenshot om de bijbehorende YouTube videoclip te openen; dat geldt voor alle screenshots in deze blogpost)

bobby solo screenshot

Ik had nog nooit van Bobby Solo gehoord maar wat een prachtige artiestennaam: Bobby Solo! Het is dan ook niet zijn echte naam. In werkelijkheid heet hij Roberto Satti. Hij is geboren in 1945 en gold als de Italiaanse Elvis Presley. In tegenstelling tot de echte Elvis leeft hij nog. Hij is inmiddels 70 jaar oud (net zo oud dus als de ABBA-leden van gisteren; die vandaag ten opzichte van gisteren ook weer een dagje ouder zijn geworden).

Ten tijde van het songfestival van San Remo van 1964 was Bobby Solo 19 jaar oud en een populaire artiest. In de halve finale zong hij met veel succes zijn ‘Una lacrima sul viso’. Hij was de topfavoriet van het publiek. Echter tussen de halve finale en de finale in liep hij een keelontsteking op, waardoor hij niet in staat was om tijdens de finale het nummer live te zingen. Hij playbackte het nummer daarom, maar dit was niet toegestaan en het leverde hem een diskwalificatie op. Hierdoor won Gigliola Cinquetti niet alleen het San Remo festival maar even later ook het Eurovisie Songfestival. Zo zie je maar weer eens dat toeval en verkoudheid een grote rol in het leven spelen.

‘Una Lacrima Sul Viso’ (‘een traan op je gezicht’) werd door Bobby Solo wel als single uitgebracht. Het nummer stond liefst negen weken op de eerste plaats van de Italiaanse hitparade. Het was de eerste plaat in Italië die meer dan 1 miljoen exemplaren verkocht. Wereldwijd werden er zelfs drie miljoen exemplaren van verkocht.  Ook in Nederland werd het nummer uitgebracht maar hier was het niet zo’n groot succes. Het stond weliswaar in de allereerste top 40 van Radio Veronica, die dit radiostation op 2 januari 1965 uitzond, en wel op plaats 34, maar een week later was het nummer al weer uit de top 40 gevallen.

Er staan meerdere versies van Bobby Solo van dit lied op YouTube. Wie bijvoorbeeld zijn Italiaans wil oefenen kan er hier eentje uit 1964 zien met Italiaanse ondertitels. Als je heel goed oplet, dan kan je op 1 min 57 Gigliola Cinquetti tussen het publiek zien zitten. (Voor wie niet zo goed oplet: op het onderstaande screenshot is Gigliola Cinquetti de middelste persoon.)

cinquetti publiek

Maar veel mooier dan dit optreden is de onderstaande videoclip afkomstig uit de film ‘Una lacrima sul viso’. Zie hier een screenshot uit de film.

bobby solo clip

Het liedje was namelijk zo populair dat er in 1964 rondom het liedje een hele speelfilm werd bedacht met als hoogtepunt Bobby Solo die in zijn rol als Bobby Tonner – ook een mooie naam – het liedje zingt om het hart van de jongedame op de bovenstaande foto te veroveren.

(Een korte samenvatting van de film: Bobby Solo speelt Bobby Tonner, een Amerikaanse rock and roll ster en zoon van een Italiaanse immigrant, die tijdens een bezoek aan Napels een oude vriend van zijn vader opzoekt. De man blijkt een professor op een muziekacademie te zijn die Rock and roll muziek haat. Natuurlijk heeft de professor een prachtige dochter waar Bobby smoorverliefd op wordt. Er zijn nog wel wat complicaties te overwinnen, zoals de weerstand van de professor tegen de muziek van Bobby, de hinderlijke groupies van Bobby die om het huis van de professor rond hangen om een glimp van Bobby op te vangen, en ook is er nog een concurrent die ook in de dochter is geïnteresseerd. Deze liefdesrivaal neemt zijn toevlucht tot slinkse maatregelen maar als aan het einde  – zie de clip; – Bobby ‘Una lacrima sul viso’ zingt dan komt alles goed: de professor ziet in dat Bobby mooie liedjes kan zingen en de dochter realiseert zich dat Bobby de ware is. Even later is het eind goed, al goed.

In 1965 nam Bobby Solo wederom deel aan het songfestival van San Remo. Deze keer won hij wel en nam later dat jaar ook deel aan het Eurovisie Songfestival, waar hij als vijfde zou eindigen. Vandaag de dag treedt hij nog steeds op. Zie hier bijvoorbeeld hoe hij in 2014, wat ouder en grijzer geworden, in de prachtige arena van Verona nog een keertje ‘Una lacrima sul viso’ zingt.

Overigens in die tijd, halverwege de jaren zestig, had je veel meer Italiaanse films met populaire artiesten die liedjes in de film zongen. Het verhaal was altijd boy meets girl,  misverstand  en dan happy end. Zie hieronder bijvoorbeeld het  zingende eind van een film met Gianni Morandi.morandi

Of zie hieronder Gigliola Cinquetti  in een film uit 1966 waar zij via de luidspreker van een vliegveld haar geliefde in een vliegtuig toezingt. (Het misverstand in deze film was dat zij tegen hem had gezegd dat zij van goede komaf was terwijl ze in werkelijkheid een eenvoudig dienstmeisje was. Gelukkig komt ook hier alles goed en op het einde van de film hollen ze alsnog naar elkaar toe. Dat hollen is typisch een eind wat je in veel van die Italiaanse films uit die tijd ziet.

cinq film

Voor wie het begin van deze film ook wil zien, zie hier de openingsscène van de film met de filmtitels met een zingende Gigliola Cinqetti. Veel meer dan deze twee scenes (de begin en slotscene)  van de film hoef je niet te zien.

ci 3

 

ABBA en een zingende James Bond

In 1974 won ABBA met ♪ Waterloo ♫ het Eurovisie Songfestival. (Zie hier het winnende optreden)

abba 1974

ABBA, een paar weken na het winnen van het Eurovisie Songfestival in de studio van AVRO’s Toppop voor een fotosessie. Foto: Beeld en GeluidWiki: Werkopname Toppop (AVRO 1974).

ABBA won dus in 1974, maar weet u ook wie dat jaar tweede en derde werden? Wellicht weet een enkele oudere lezer van dit blog nog wie toen derde werden – dat waren namelijk Mouth & MacNeal, een Nederlands zangduo dat bestond uit Willem Duyn (inmiddels overleden) en Maggie MacNeal (echte naam: Sjoukje van ’t Spijker), met ♪ I see a star ♫ – maar als u weet wie toen tweede werd, dan bent u een echte kenner.

Dat was de Italiaanse Gigliola Cinquetti met het liedje ♪Si ♫. (Vanwege de titel werd dit lied in die tijd niet uitgezonden op de Italiaanse radio en tv; dit omdat er in die periode een referendum was of echtscheiding wel of niet in Italië moest worden toegestaan. Hoewel het liedje hier absoluut niet over ging, wilde de Italiaanse omroep elke schijn van propaganda voor het ja-standpunt vermijden.)

Als u nu zegt: “Wie is Gigliola Cinquetti?”, dan bent u geen echte Eurovisie Songfestival-kenner. Gigliola Cinquetti won namelijk tien jaar eerder op 16-jarige leeftijd het Eurovisie Songfestival van 1964 met ♪ Non Ho L’età ♫.

cinquetti

April 1966: Gigliola Cinquetti in het VARA-programma ‘Fanclub’, links Judith Bosch de toenmalige presentatrice van het programma. Foto: Ron Kroon / Anefo / Nationaal Archief

Zie hier hoe Gigliola Cinquetti in 1964 ‘Non Ho L’età‘ zong tijdens het San Remo songfestival. (Het winnende liedje van dit festival was in die tijd de Italiaanse inzending voor het Eurovisie songfestival.)

Maar goed, ABBA won dus en dat was het begin van een glanzende carrière. Vele hits volgden en in onze studentflat werd in die tijd uitvoerig de belangrijke kwestie bediscussieerd met wie van de twee zangeressen we het liefste uit wilden. Dat ze getrouwd waren – niet met elkaar; dat kon nog niet in die tijd; maar met de beide B’s van ABBA – deed er niet toe.

In 1983 ging de groep uit elkaar. Al eerder waren de beide echtparen al uit elkaar gegaan. In de jaren daarna verschenen de vier leden van de groep nauwelijks meer gezamenlijk in de openbaarheid. Bijna twintig jaar lang niet. In 2005 verschenen ze met zijn vieren bij de Zweedse première van de musical ‘Mamma Mia!’ in Stockholm. Drie jaar later kwamen alle ABBA-leden nog een keertje samen in het openbaar, ditmaal samen met Meryl Streep bij de première van de film ‘Mamma Mia!’ in Stockholm. Daarna was het gedaan met gezamenlijke verschijningen in het openbaar. Wel staat er op de Wikipedia een foto van ABBA die in februari 2013 in Wenen is gemaakt waarop alle vier de leden van ABBA samen te zien zijn. Zie onder.

abba madame taussaud

ABBA, Februari 2013; fotograaf Danny15 – Wikipeda

Ik dacht eerst nog, nou die zijn in veertig jaar tijd niet veel ouder geworden, maar nadere bestudering van het onderschrift leert dat deze foto is gemaakt in Madame Tussauds.

Dat ze daadwerkelijk wel wat ouder zijn geworden, leert een foto (even op het woord klikken voor de foto) die vorige week opeens verscheen op de Facebookpagina van ABBA. Anni-Frid Lyngstad (70), Agnetha Fältskog (65), Björn Ulvaeus (70) en Benny Andersson (70) waren aanwezig bij de opening van ‘Mamma Mia The Party!’. Dat is een nieuw Grieks restaurant in Stockholm waar gegeten kan worden in de sfeer van de speelfilm / musical met op de achtergrond de muziek van ABBA.  Op de foto zie je dus 275 jaar ABBA bij elkaar.

Dat ze nog steeds populair zijn blijkt wel uit het feit dat binnen een week het bericht met de foto al 75.000 keer gedeeld is – ik heb hier dus geen primeur –  en dat al 350.000 mensen aangegeven hebben dat ze deze foto leuk vinden.

Hoe kom ik nu op het onderwerp ABBA? Dat komt omdat ik gisteren aan het zappen was en opeens op Net5 in de speelfilm ‘Mamma Mia!’ terecht kwam. Dit is een verfilming van de musical met een grotendeels fout gekozen cast. Meryl Streep als hoofrolspeelster ging nog wel, ze kan wel zingen, maar Colin Firth en Pierce Brosnan, de voormalige James Bond, waren volkomen fout gecast. Colin Firth is o zo leuk als hij stuntelend in het Portugees een huwelijksaanzoek doet (‘Love Actually’) maar als zanger van ABBA-liedjes? Tja.

Helemaal pijnlijk was het optreden van Pierce Brosnan. James Bond hoort niet te zingen in een film. En als hij nou nog mooi zong, maar echt, hij kan niet zingen. Geloof me, op dat gebied ben ik een expert. Ik ben overigens niet de enige die dit vind. Zo vergeleek de ‘New York Magazine’ bij het uitkomen van de film zijn zang met een waterbuffel, ‘The Philadelphia Inquirer’ hield het op een balkende ezel en ‘The Miami Herald’ dacht meer aan een gewonde wasbeer.  Desondanks bracht de film meer dan 600 miljoen dollar op, vergeleken met de 50 miljoen productiekosten dus behoorlijk winstgevend.

Maar goed de leden van ABBA zijn dus (op één na) de 70 gepasseerd. Golden Oldies dus.

Jong en oud (4)

1988: Martin van Neck, een jonge Nederlandse sequoiaboom-onderzoeker, onderzoekt de Parker Group, een groepje Sequoia Gigantea bomen in het Sequoia National Park in Californië.

1988

2013: Martin van Neck, de nestor van de Nederlandse sequoiaboom-onderzoekers, onderzoekt vijfentwintig jaar later wederom de Parker Group. Allen, zowel de bomen als de onderzoeker, blijken allemaal wat dikker te zijn geworden.

2013

Twee nieuwe planeten

Ons zonnestelsel telt acht planeten. Vanaf de zon gezien zijn dat:

  1. Mercurius
  2. Venus
  3. Aarde
  4. Mars
  5. Jupiter
  6. Saturnus
  7. Uranus
  8. Neptunus

planeten 2

Op bovenstaand plaatje zijn de planeten op schaal weergegeven om de grootte te kunnen vergelijken. (afbeelding: SiBr4 / Wikipedia)

Het plaatje geeft wel de grootte van de planeten in schaal weer, maar niet de afstand tot de zon. Het zou anders een heel uitgerekt plaatje worden. Zo staat bijvoorbeeld Neptunes dertig keer zo ver weg van de zon als de Aarde. Zie deze tabel met onder andere de afstand van de verschillende planeten tot de zon (bron Wikipedia).

tabel

Van 1930 tot 2006 telde ons zonnestelsel nog een negende planeet namelijk Pluto, maar in 2006 degradeerde – niet alleen voetbalclubs kunnen degraderen, ook planeten – Pluto tot dwergplaneet. Dit omdat zij niet de omgeving van haar baan had schoongeveegd van andere objecten, één van de drie (nieuwe) definitie-eisen om tot planeet te worden uitgeroepen. De andere twee eisen zijn dat het hemellichaam zich bevindt in een baan rond de zon en dat het voldoende massa heeft zodat het een (hydrostatische) bijna ronde vorm krijgt.

Waarschijnlijk was Pluto te klein om haar baan “schoon te vegen”. De diameter van Pluto bedraagt slechts 2370 kilometer; dat is ongeveer de helft van Mercurius, de kleinste planeet van ons zonnestelsel. Ook Ceres, met een diameter van 975 km het grootste object in de planetoïdengordel – deze ligt tussen Mars en Jupiter in – geldt tegenwoordig als een dwergplaneet, net zoals Haumea (diameter 1150 km), Makemake (diameter 1500 km) en Eris (diameter 2325 km). De laatste drie dwergplaneten liggen net zoals Pluto in de Kuipergordel. Dat is een gordel van miljoenen komeetachtige, uit steen en ijs bestaande objecten, die zich ver voorbij Neptunus in ons zonnestelsel ophouden.

Maar sinds gisteren telt ons zonnestelsel volgens de Amerikaanse astronomen Konstantin Batygin en Mike Brown van het California Institute of Technology in Pasadena weer een negende planeet, die voorlopig de naam Nummer Negen heeft. De planeet zou ongeveer even groot zijn als Neptunus maar ruim twintig keer verder weg van de zon staan. Zijn rondje om de zon – het is net zoals bij alle andere planeten overigens een ellips – duurt zo’n 15.000 jaar. De astronomen hebben de planeet echter nog niet waargenomen. Zijn bestaan is “ontdekt” als de factor om schommelingen in de banen van eerder genoemde dwergplaneten te kunnen verklaren. Dus vooralsnog is het een theoretische planeet. Batygin en Brown mogen nu met een van de grootste telescopen van het observatorium van Mauna Kea op Hawaï naar de nieuwe planeet gaan speuren.

Interessant maar interessanter dan de ontdekking van deze planeet – het zal een grote rots c.q. ijsklomp zijn – vind ik de “ontdekking” van planeet Kepler-186f die de NASA vorige week meldde. Nou ja, de ontdekking deze planeet werd al twee jaar geleden ook al gemeld door de NASA – zie dit YouTube filmpje – maar vorige week maakte de NASA bekend dat de omstandigheden op deze planeet op die van onze Aarde zouden kunnen lijken – bewoonbaar dus. (Dat de NASA regelmatig van dit soort persberichten de wereld in slingert komt natuurlijk ook omdat zij haar subsidie moet veilig stellen.)

Planeet Kepler- 186f is echter geen zusje van de Aarde maar een nichtje. De ster waar hij omheen draait is namelijk een stuk zwakker dan onze zon, waardoor het licht op deze planeet om twaalf uur te vergelijken is met het licht op aarde om één uur voor zonsondergang. De planeet bevindt zich ongeveer op 500 lichtjaren van ons vandaan. Dat lijkt heel ver weg maar is toch relatief gezien dichtbij. Een bezoekje zit er echter voorlopig nog niet in.

Het leven van een driejarige

Bij het opruimen van wat oudere papieren kom ik opeens wat aantekeningen van twintig jaren geleden tegen. De oudste dochter was toen drie jaar oud en ik schreef in die tijd wat dingen over haar op om niet te vergeten. Tevens dienden die aantekeningen als een opzetje voor wat verhaaltjes over onze kinderen, die ik echter nooit heb geschreven. Maar goed, bij deze dus die kladaantekeningen; heb ik toch er nog wat aan gehad. Het eerste stukje ging over wat de dochter later wilde worden. Het tweede stukje ging over het taalgebruik van een driejarige.

Beroepskeuze

‘Papa, er loopt een mier! Hevig verontwaardigd wijst Judith op een mier die het heeft gewaagd om over de drempel van de open tuindeur naar binnen te klimmen. “Mier, buiten spelen!” gebiedt Judith. Maar behalve kwaad naar de mier brullen doet ze niets. Ik moet de mier naar buiten brengen. Een niet al te heldhaftige houding voor iemand die al een tijdje verkondigt dat ze later ridder gaat worden en met draken gaat vechten. Hopelijk kiest ze straks voor een ander beroep want veel toekomst zit er volgens de ouders niet in de drakenbestrijding.

De allereerste keer dat Judith antwoordde op de vraag “Wat wil je later worden als je groot bent? was ze ruim twee jaar oud. Ze dacht een tijdje na en antwoordde toen, heel zeker van haar zaak zijnde, “Klein!” Dat leek haar leuker dan groot zijn. Twee maanden later gaf ze als antwoord op dezelfde vraag: “Niets”. Ook geen antwoord dat veel ambitie uitstraalde.

Zelf zag ze dit gelukkig ook snel in want toen ze drie was geworden, wilde ze brandweerman worden. Dit nadat ze een aflevering van Samson en Gert op tv had gezien waarin een brandweerman in voorkwam. Rond Sinterklaastijd veranderde haar keuze weer. Ze wilde nu Sinterklaas worden. Haar jongere zusje kon dan Zwarte Piet worden. Voor haar vader had ze de rol van paard in gedachten. Niet dat ze op dat moment niet geloofde in de echte Sinterklaas maar zij wou ook Sinterklaas worden. Maar goed, nu wil ze dus ridder worden. Maar de mierenbestrijding laat ze vooralsnog aan haar vader over.

judith aan strand

1995: De drakenbestrijdster op het strand. De zeedraken houden zich koest.

Taalgebruik

Kinderen van drie hebben hun eigen logische taalgebruik. Zo construeert Judith alle voltooide deelwoorden door er ‘ge-‘ voor te zetten en er een ‘t’ achter te plakken. “Ik heb mijn melk gedrinkt”, “Ik heb mama een zoen gegeeft.” Simpel en consequent. Ook maakt zij haar eigen logische woorden. Toen er laatst een brommer met veel lawaai voorbij reed, zei ze “Mijn oren zijn geluidig”. Ook haar nichtje Anneloes kan rake observaties doen. Toen die een sportauto met een open dak zag, zei ze: “Die auto heeft geen deksel”.

De grootste moeite heeft Judith momenteel met begrippen die betrekking hebben op de toekomst of op het verleden. Het woordje ‘gisteren’ kan bij haar één dag geleden betekenen maar het kan ook slaan op iets dat veel langer geleden is gebeurd. Zo zei ze laatst toen we het ziekenhuis passeerden dat ze daar gisteren was geboren. Dat was toch echt drie jaar geleden. Toch krijgt ze het tijdsaspect al een beetje in de gaten, want toen ze van de week niet in slaap kon komen, beloofde ik dat als ze zoet ging slapen, mama straks ook even zou komen kijken. “Maar straks is zo ver weg” zei ze met een zielig gezicht.

Blue Monday

Gisteren was het Blue Monday, dat wil zeggen de meest deprimerende dag van het jaar. Dit zou te maken hebben met het feit dat goede voornemens mislukt zijn, de vakanties ver weg lijken, de dagen nog donker zijn en de maandag voor veel mensen de eerste dag van de werkweek is. De dag is bedacht door de Britse psycholoog Cliff Arnall. Op basis van een zelfverzonnen wetenschappelijk formule – in opdracht van een reisorganisatie; in zijn oorspronkelijke formule zaten dan ook factoren als reistijd en inpaktijd – berekende hij dat de maandag van de laatste volle week van januari de dag is waarop de meeste mensen zich het meest neerslachtig voelen. Later kwam hij met een andere wat meer ‘wetenschappelijke’ formule:

formule

Hierin is W een maat voor het weer, D voor de schulden, d voor het maandelijkse salaris, T voor hoe lang geleden het kerst was, Q staat voor hoe goed men nog de goede voornemens volhoudt, M voor het motivatieniveau en N voor het gevoel om actie te ondernemen. De wetenschap had geen goed woord over voor deze formule, maar toch vermelden elk jaar de media braaf dat de maandag van de laatste volle week van januari de meest deprimerende dag van het jaar is.

Niet iedereen is overigens depressief op blue monday. Zo heeft de blauwe M&M een heel andere mening.

blue monday

Nu is de blauwe M&M een betrekkelijk jonge M&M. Hij is nog fris, hij zit pas sinds 1995 in het zakje. Een aantal andere kleuren zit al sinds 1941 – het jaar dat de Mars-fabriek met de M&M’s begon – in het zakje.

m en m

(De rode M&M’s verdwenen overigens in 1976 uit het zakje omdat er toen geruchten onder het publiek leefden dat er voor de rode M&M’s een kleurstof werd gebruikt die kankerverwekkend zou zijn. Dit was niet zo maar vanwege deze geruchten en imagoschade besloot men toch om de rode M&M’s te vervangen door oranje M&M’s. Na de terugkeer van de rode in 1986 bleven de oranje M&M’s ook in het zakje en sindsdien zitten er zes verschillende kleuren M&M’s in een zakje. En nu we toch bezig zijn met trivia, volgens de Nederlandse Wikipedia zitten er niet van elke kleur evenveel in de zakjes.

In een zak M&M’s zijn er niet evenveel M&M’s van elke kleur. In een zak normale M&M’s is 20% bruin, 15% rood, 20% geel, 10% oranje, 20% groen, 15% blauw. In een zak met pinda M&M’s bedragen de percentages van bruin, rood, geel en blauw 20% en van groen en oranje 10%.”. Met deze wetenschap kan je je voordeel doen. Deel je bij voorbeeld met iemand een zakje normale M&M’s, dan kan je voorstellen: “Neem jij de rode, de oranje en blauwe, dan eet ik de bruine, gele en de groene; die vind ik lekkerder.” Grote kans dat hij/zij er intrapt!)

Maar goed, terug naar blue monday. Wij ervoeren het dit jaar ook echt anders. Maandag was echt niet de meest deprimerende dag van dit jaar. Onze laptop ging zondag al kapot!

Tot slot, voor wie vindt dat hij veel tegenslag heeft in zijn leven, kijk eens naar Woody Allen,  Groucho Marx of Patrick Murray. Het zat hen ook niet altijd mee:

  • Woody Allen: “Ik werd niet opgenomen in het schaakteam. Ik was te klein.”
  • Groucho Marx: “Kijk naar mij. Ik heb me omhoog gewerkt uit het niets tot een toestand van extreme armoede.”
  • Patrick Murray. “Ik heb geen geluk gehad met mijn twee vrouwen. Mijn eerste vrouw verliet me, de tweede niet.”

 

Vogels tellen

Dit weekend was het weer de Nationale Tuinvogeltelling. Ik ben een echte vogelaar. Lees de vorige blogpost maar eens. Dus zaten Marianne en ik zondagmorgen braaf om elf uur naar buiten te kijken om te zien welke vogels en masse onze tuin zouden bezoeken. De bedoeling was om gedurende een half uurtje de vogels in de tuin te tellen.

Er waren een paar regels. Je moest opschrijven welke vogelsoorten je zag en van elk soort hoeveel vogels. Daarbij telde het hoogste aantal per soort wat je tegelijkertijd zag. Dus als al of niet dezelfde mus tien keer je tuin in en uit vloog, dan telde dat niet als tien maar als één. Zaten er echter tegelijkertijd vijf mussen in je tuin, dan gaf je vijf op. Zo simpel werkte het. Daarnaast kon je nog een aantal bijzonderheden opgeven zoals hoe groot de tuin was, hoeveel procent tuin er met tegels was bedekt en of er een kat in de tuin zat tijdens het tellen. Ik kan me inderdaad voorstellen dat de aanwezigheid van een kat de telling beïnvloedt.

 

Precies om elf uur begonnen we. We hadden een groot schrijfblok op A4-formaat klaar liggen – ongetwijfeld zouden we veel vogels tellen – en een vogelboekje om de gevleugelde vrienden te kunnen identificeren. Na vijf minuten ingespannen kijken, was ons schrijfblok nog leeg. We hadden nog geen enkele vogel gezien. Eén kauw kwam hoopvol aangevlogen maar besloot om op het laatste moment de koers te wijzigen en landde ergens anders – later zagen we dat een groot aantal kauwen op het dak van onze garage zaten te wachten tot de tuinvogeltelling voorbij was.

Eindelijk, na vijf minuten vloog er een koolmeesje de tuin in. Yes! Of was het een pimpelmeesje? Het boekje werd er bij gehaald. Een koolmeesje was ongeveer even groot als een huismus, een pimpelmees kleiner. Jammer dat er nu geen huismus in de tuin zat zodat we konden vergelijken. We besloten het te houden op een koolmees. De koolmees verdween en we zaten weer tegen een lege tuin aan te kijken. We waren nu al tien minuten bezig en hadden nog maar één koolmeesje geteld. Het A-4tje zag er akelig leeg uit. Normaal gesproken zagen wij door de week, tussen kwart over zeven en kwart voor acht tijdens het ontbijt, altijd heel veel vogels in de tuin. Dat we nu veel minder vogels zagen, kwam deels omdat het nu een paar uur later was – volgens de vogelbescherming zijn de meeste vogels vooral ’s morgenvroeg actief – en dat die dikke postduif die door de week altijd in onze tuin zat op zondag vrij had, snapten wij ook wel, maar toch hadden we wat meer vogels in onze tuin verwacht. Gelukkig landde er op dat moment een ekster in de tuin. Hij steeg weer direct op en vertrok naar de tuin van de buren. Alsof hij de telling van zijn soort positief probeerde te beïnvloeden.

We waren nu een kwartier bezig en hadden nog maar twee vogels geteld. Terwijl wij een beetje over deze tussenstand zaten te somberen vloog er opeens een Vlaamse gaai de tuin in, gevolgd door nog één, en nog één, en toen nog één. ‘Yes, now we are talking’ of beter gezegd ‘now we are counting’. Vlaams gaai: 4 stuks noteerden wij. Ze bleven wel lang in de boom zitten. “Wegwezen jongens, jullie schrikken de andere vogels af, jullie zijn al geteld.” De gaaien bleven echter op hun dooie gemak wat op een tak zitten keuvelen. “Hé, zien jullie ook die twee mensen binnen met een schrijfblok die naar ons zitten te kijken” of zoiets maar dan in gaaientaal.

Pas na vijf minuten vertrokken ze en alsof een kolonie koolmezen op hun vertrek had gewacht, vlogen vijf van die beestjes de tuin in. We noteerden ze. Misschien hadden we eerder brood in de tuin moeten gooien. Ok, dat hadden we niet gedaan maar de verleiding was groot. En misschien hadden we het wel moeten doen want uiteindelijk zou er nog maar één pimpelmeesje onze tuin invliegen, zodat onze top tien van de door ons geteld vogels er uiteindelijk als volgt uit zag:

  • 1: koolmees; 5 stuks
  • 2: Vlaamse gaai: 4 stuks
  • 3-4: ekster en pimpelmees: allebei 1 keer
  • 5-10: zwarte eiber, zwarte ibis, zeearend, struisvogel, roodkeelnachtegaal en alle andere soorten: allemaal 0 stuks.

De top tien van ons postcodegebied (volgens een opgave van de vogelbescherming) zag er als volgt uit:

vogeltelling buurt

En landelijk gezien was de huismus – die hebben we helemaal niet in onze tuin gezien – de meest waargenomen vogel, gevolgd door de koolmees en de merel. De gehele landelijke top 25 ziet er zo uit:

vogels

Gelukkig zagen we geen roodkeelnachtegaal in onze tuin. Anders hadden we toestanden als in Hoogwoud gehad. Daar zag een vrouw in haar tuin een vogeltje dat ze niet kende. Ze maakte een foto en plaatste die op facebook om te vragen wat voor een vogel het was. Het bleek om een roodkeelnachtegaal te gaan, een vogel die je normaal gesproken alleen maar in Azië zag, maar nu hier verdwaald bleek te zijn.

Het was de eerste keer dat hij in Nederland te zien was. Er was zelfs een item op het journaal over te zien. De vrouw vroeg vijf euro entree aan iedereen die de vogel vanuit haar huiskamer wilde zien. Dat leek me typisch Nederlands maar toen ik onderstaand twitterbericht zag, had ik daar wel begrip voor. Je zou maar zo’n menigte vogelaars voor je deur hebben staan.

nachtegaal 1

Voor degene die net als ik geen idee hebben hoe zo’n roodkeelnachtegaal er uit ziet en het beest niet in Hoogwoud hebben gezien, zo ziet hij er dus uit:

nachtegaal 2

Foto: Wikipedia / JJ Harrison