Nobelprijzen

Kreeg een maandje geleden de oudste dochter haar bachelorsdiploma, gisteren was de jongste aan de beurt. Uiteraard zaten er weer een hoop trotse fotograferende ouders in de zaal.

graduation day

Even klikken op de foto voor een grotere afbeelding. Mijn dochter is te herkennen aan een zwarte toga.

De dochter heeft economie in Rotterdam gestudeerd. Tijdens zijn praatje merkte de decaan op dat de Nobelprijs voor economie die de Rotterdamse econoom Jan Tinbergen in 1969 had gekregen buiten de zaal te zien was in een glazen vitrine. Hij raadde ons, en ook de studenten, aan om die eens te gaan bekijken. Je kon hem op een afstandje van 20 centimeter zien. Dichter bij een Nobelprijs zult u waarschijnlijk niet komen, hield hij ons en de studenten voor.

Nu heeft Tinbergen officieel niet de Nobelprijs voor economie gewonnen maar ‘de prijs van de Zweedse Rijksbank voor Economische Wetenschappen ter nagedachtenis aan Alfred Nobel’. Deze prijs is pas in 1969 voor het eerst uitgereikt. Strikt formeel is het dus geen Nobelprijs, maar een kniesoor die daarover valt. In de praktijk wordt deze prijs altijd als een Nobelprijs betiteld. Bovendien wordt hij op dezelfde dag als de ‘echte’ Nobelprijzen uitgereikt. Dus na afloop deze prijs toch maar even bekeken.

nobelprijs

Slechts 20 cm scheiden mij nog van een Nobelprijs!

Maar hoezo zou ik eigenlijk niet dichter bij een Nobelprijs kunnen komen? Dat zullen we nog wel eens zien. Ik heb even gekeken waar mijn beste kansen liggen. Bij de wetenschappelijke prijzen wordt de prijs meestal uitgereikt om een baanbrekend wetenschappelijk onderzoek te eren dat al jaren eerder heeft plaatsgevonden. Daar zit ik deels goed. “Mijn wetenschappelijke ontdekkingen” tijdens mijn studie ‘Toegepaste Wiskunde’ dateren inderdaad al van jaren geleden. Maar of mijn ‘onderzoeken’ baanbrekend genoeg waren, dat waag ik te betwijfelen. Ik vermoed van niet. Maar eigenlijk doet dat er allemaal niet toe, want er is helemaal geen Nobelprijs voor Wiskunde. De Wikipedia geeft een mooie verklaring voor de reden hiervan:

“Er is geen Nobelprijs voor wiskunde. Er is veel gespeculeerd waarom een Nobelprijs voor wiskunde ontbreekt. Een wijdverbreid verhaal is dat Nobel wilde voorkomen dat een beroemd wiskundige (Gösta Mittag-Leffler) de prijs zou krijgen, omdat hij een affaire zou hebben met een vrouw met wie Nobel relaties onderhield. Meer waarschijnlijke verklaringen zijn dat Nobel de wiskunde niet zag als een praktische wetenschap waar de mensheid veel aan zou hebben, en het feit dat er al een andere prestigieuze wiskundeprijs in Scandinavië bestond, waar hij niet mee wilde concurreren.”

Goed, dus geen wetenschappelijke Nobelprijs. Dan resten er nog twee opties: die voor Literatuur en die voor Vrede. Die voor Vrede wordt lastig. “Ik ben voor Wereldvrede!” maar ik ben bang dat alleen het uiten van deze kreet niet voldoende is voor het winnen van de Nobelprijs (maar misschien win ik er wel een Mister World verkiezing mee). Ik denk dat ik het beste kan gaan voor die van Literatuur. Maar hoe groot zijn mijn kansen daar? Er is er nog nooit eentje toegekend aan een schrijver die in het Nederlands schreef. Vergroot dat mijn kansen  – eindelijk ook een Nederlandstalige auteur! –  of verkleint dat mijn kansen juist? Ik vermoed dat mijn felrealistische non-fictie literatuur die ik tot nu heb geschreven niet voldoende is, dus ik moet snel een nieuw oeuvre opbouwen. Dat kan ik, denk ik, het beste en het snelste doen door middel van dit blog.

Waar moeten mijn schrijfsels aan voldoen? Even een blik op de motivatiereden die het Comité volgens de Wikipedia heeft verstrekt bij het uitreiken van de Nobelprijs aan de laatste zes winnaars:

  • 2011: Tomas Tranströmer; Zweden. “Omdat hij met zijn verdichtende, doorschijnende beelden ons een nieuwe toegang geeft tot de werkelijkheid.”;
  • 2012: Mo Yan; China. “Die met zinsbegoochelend realisme in zijn volksverhalen verleden en heden doet versmelten
  • 2013: Alice Munro; Canada. “Meester van het hedendaagse korte verhaal.”
  • 2014: Patrick Modiano; Frankrijk. “Voor de herinneringskunst waarmee hij de meest ongrijpbare menselijke lotsbestemmingen heeft weten op te roepen
  • 2015: Svetlana Aleksijevitsj; Wit-Rusland. “Voor haar veelstemmige werk, een monument voor lijden en moed in onze tijd”
  • 2016: Martin van Neck; Nederland. ”Als erkenning voor zijn observatievermogen, de originaliteit van zijn verbeelding, de kracht van zijn ideeën en zijn opmerkelijke talent voor het vertellen; eigenschappen die de blogposts van deze wereldberoemde auteur kenmerken

Dat ik volgend jaar de Nobelprijs krijg (niet alles wat op de Wikipedia staat is waar) is nog een beetje onzeker – de reden die hier staat lijkt overigens verdacht veel op de reden waarmee Rudyard Kipling in 1907 de Nobelprijs won; dat is toeval. Wel geef ik toe dat de toekenning aan een schrijver van een blog omstreden zal zijn, maar er zijn wel vaker omstreden toekenningen geweest. De Wikipedia geeft zelfs een hele lijst van omstreden toekenningen. De mooiste vind ik die van 1974:

In 1974 waren Graham Greene, Vladimir Nabokov en Saul Bellow genomineerd, maar ze moesten het onderspit delven voor een gedeelde prijs aan twee Zweedse auteurs, Eyvind Johnson en Harry Martinson, die zelf juryleden waren.

Ik ga dus voor die van literatuur maar om de kans op die andere ook nog te vergroten, nog eenmaal: “IK BEN VOOR WERELDVREDE!”

 

 

Een giraffe met naam

Wellicht is voor het pasgeboren naamloze girafje uit Artis – zie de blogpost van 3 november – een schrale troost te weten dat Zarafa, de bekendste giraffe van Europa, aanvankelijk ook naamloos door het leven ging. ‘Aanvankelijk’ is in dit kader overigens een behoorlijke understatement. Zarafa kreeg haar naam namelijk pas in 1998, dat is liefst 173 jaar nadat ze was geboren.

zarafa

Een opgezette Zarafa zoals ze vandaag de dag te zien is in het Muséum d’histoire naturelle de La Rochelle. Foto Selbymay – Wikipedia

Degene die haar de naam Zarafa gaf, was de Amerikaanse schrijver Michael Allin die in 1998 het boek: ‘A Giraffe’s True Story, from Deep in Africa to the Heart of Paris’ schreef. In dit boek beschreef hij de opmerkelijke reis van een giraffe die in 1825 van het diepe zuiden van Soedan naar Parijs werd gebracht. In het boek gaf hij haar gemakshalve de naam Zarafa, dat in het Arabisch zowel ‘charmant’ als ‘giraffe’ betekent. Deze naam is sindsdien de naam waar het beest vandaag de dag onder bekend onder staat.

Zarafa was een geschenk van Mohammed Ali aan koning Charles X van Frankrijk. Mohammed Ali was de van oorsprong Albanese gouverneur van Egypte. Hij hoopte met zijn ongewone geschenk te bewerkstellen dat de Fransen, de Engelsen en de Habsburgers  – zowel de Engelse koning George IV alsmede keizer Franz II kregen ook een giraffe – zich niet in de toenmalige Griekse vrijheidsstrijd zouden mengen. (Tevergeefs, de Fransen en de Engelsen zouden de Grieken steunen in hun opstand tegen Turkije.) Een giraffe was in die dagen een buitengewoon ongewoon geschenk. De laatste giraffe voor Zarafa die in Europa te zien was, was een giraffe in Florence, die sultan Mamelouk van Egypte in 1486 aan Laurent de Médici had geschonken.

Zarafa werd als jong kalf in de buurt van de Zuid Soedanese stad Sannar gevangen. Op de rug van een kameel werd ze naar Khartoem gebracht. Dat was een reis van een kleine 300 kilometer. Via een boottocht van zo’n 2500 kilometer over de Nijl belandde ze in Cairo. Vandaar ging de reis naar Alexandrië, waar ze in september 1826 scheep ging voor een tocht naar Marseille. Tijdens de hele reis kreeg de jonge giraffe elke dag zo’n 25 liter melk afkomstig van drie koeien die samen met haar mee reisden. Ook was er een groot gat uitgesneden in het dek van de boot waar Zarafa haar hoofd door kon steken. Na een tocht van 32 dagen kwam ze op 31 oktober 1826 aan in Marseille, waar ze een grote sensatie was.

Omdat de zeereis door de golf van Biscaye als te gevaarlijk voor het jonge beest werd gezien, besloot men om Zarafa over land van Marseille naar Parijs te brengen. Ze overwinterde in Marseille en op 20 mei 1827 begon ze aan haar 41 dagen lange wandeling naar Parijs. Tijdens deze wandeling van 900 kilometer die haar onder andere voerde door de steden Aix-en-Provence, Avignon, Orange en Lyon werd ze in elke stad opgewacht door duizenden toeschouwers.

Boek Giraffe

Het boek van Allin is ook in het Nederlands vertaald. De afbeelding op het kaft is een schilderij van Jacques Raymond Brascassat getiteld ‘Passage de la girafe à Arnay le Duc’, waarin hij Zarafa tijdens haar wandeling door de gemeente Arnay le Duc heeft weergegeven. Het schilderij bevindt zich in het Musée des Beaux-Arts de Beaune.

Op 30 juni 1827 kwam Zarafa in Parijs aan waar ze op 9 juli officieel door koning Charles X in ontvangst werd genomen. Ze kreeg een onderkomen in de Jardin des Plantes. Daar kwamen dat jaar zo’n 600.000  – zo ongeveer heel Parijs in die tijd – enthousiaste toeschouwers haar bekijken. Er ontstond een grote toeristische industrie om haar heen. Ze werd bijvoorbeeld afgebeeld op allerlei zaken, zoals porselein en klokken. Ook had ze invloed op de mode. Mannen gingen extra hoge hoeden dragen en vrouwen staken hun haar hoog op en droegen jurken met een giraffeprint.

Giraffe mode

Giraffenjurk en “giraffenhaar”; afbeelding uit ‘The Repository of Arts, Literature, Commerce, Manufactures, Fashions, and Politics’ omstreeks 1827.

Achttien jaar later zou Zarafa overlijden. Na haar dood werd ze opgezet. Ze heeft nog jarenlang in de foyer van de Jardin des Plantes gestaan, voordat ze werd overgebracht naar het Muséum d’histoire naturelle de La Rochelle waar ze nog steeds staat. De twee giraffes die naar Londen en Wenen gingen stierven binnen twee jaar na hun aankomst.

 

Correcties en Aanvullingen

De kans dat er in mijn blog fouten verschijnen is zo klein dat er op dit blog geen behoefte is aan een rubriek ‘Correcties en Aanvullingen’. Dit in tegenstelling tot veel kranten zoals de NRC en de Volkskrant waar het bijna dagelijkse rubrieken zijn. Ik mag die rubrieken graag lezen. Neem bijvoorbeeld de volgende verbetering uit de Volkskrant van gisteren.

In de recensie over de tentoonstelling Azië > Amsterdam in het Rijksmuseum (V, pag 8-9, 30 oktober) staan twee fouten door een eindredactionele ingreep. Het intro meldt dat Hollandse VOC-schepen eind 16e eeuw luxe-producten mee terugnamen vanuit Azië. Dat waren nog geen VOC-schepen – de Vereenigde Oostindische Compagnie werd pas in 1602 opgericht. Ook staat erin te lezen dat de producten hebbedingen werden voor de Amsterdamse grachtengordel. Die bestond eind 16e eeuw ook nog niet.’

Een heerlijk bericht. Je ziet de verbijstering van de journalist voor je als hij ’s morgensvroeg bij het ontbijt de inleiding van de eindredactie bij zijn stuk in de krant leest. VOC-Schepen? Grachtengordel? De meeste grachten in Amsterdam zijn nota bene pas in het begin van de 17e eeuw gegraven. Welke idioot van de eindredactie is hier verantwoordelijk voor? Kwaad belt hij naar de krant. “Rectificeren!” brult hij.

Ik ben niet de enige die de rubriek graag leest. Ook Nico Dijkshoorn maakt in zijn column van 19 mei 2015 in De Volkskrant melding van het feit dat hij de rubriek graag leest. Sterker nog, hij zou zelfs een rubriek willen schrijven met daarin ‘Aanvullingen & Verbeteringen’ op nooit verschenen publicaties.

Een hele krant vol met verzonnen ‘Aanvullingen en Verbeteringen’ daarop zou ik mij meteen abonneren. ‘In het artikel ‘En dan trek ik me terug in mijn creatieve unit en dan kan de hele buitenwereld mijn kloten kussen’ is de echte naam van Jett Rebel helaas niet goed geschreven. Bonkert Schuipsma had moeten zijn: Blakert Schoepert. De nieuwe cd heet niet Suck maar Sok.’ aldus Nico Dijkshoorn.

Ik ben het niet met hem eens. Je moet ze niet gaan verzinnen. De kracht van de rubriek is juist dat het correcties zijn op serieus geschreven berichten. Bovendien zijn veel aanvullingen en verbeteringen op zich al leuk genoeg om te lezen. Wie dit ook goed aanvoelt, is fotoredacteur Frank Schallmaier van de Volkskrant. Voor de Volkskrant van zaterdag 22 november 2014 maakte hij een overzicht van de leuke correcties. Ik heb hier even de vijftien leukste gekopieerd.

correcties

(Even aanklikken om ze goed te kunnen lezen)

Correcties en Aanvullingen

In de blogpost ‘Correcties en Aanvullingen’ van donderdag 4 november 2015 schrijf ik: ‘De kans dat er in mijn blog fouten verschijnen is zo klein dat er op dit blog geen behoefte is aan een rubriek ‘Correcties en Aanvullingen’ Dit had moeten zijn: ‘De kans dat er in mijn blog fouten verschijnen is zo groot dat er op dit blog ook een grote behoefte is aan een rubriek ‘Correcties en Aanvullingen’

In de blogpost ‘Correcties en Aanvullingen’ van donderdag 4 november 2015 wordt ten onrechte gemeld: “Ik heb hier even de vijftien leukste gekopieerd” Het zijn er slechts twaalf.

Een giraffe zonder naam

In de Volkskrant van gisteren was er uitgebreid aandacht voor Artis. Op de voorpagina stond een grote foto van twee giraffen en de hele pagina drie was ingeruimd voor het belangrijke nieuws dat Artis-directeur Haig Balian te melden had. Wat dat was? De hekken verdwijnen! Vanaf nu lopen de dieren vrij rond tussen de bezoekers (‘Wilt u de leeuwen vooral niet aaien”). Nee, grapje, het echte nieuws was dat Artis de dieren geen namen meer gaat geven.

Dieren hebben niet dezelfde gevoelens als mensen. We moeten ze in hun waarde laten. Door die namen worden wilde dieren individuen. Ze worden gezien als troetelbeestjes, huisdieren. De namen blokkeren het bredere verhaal. Het gaat niet alleen om dat ene dier maar om de natuur eromheen, om de ecologische samenhang.” aldus de directeur in de krant.

Wel is het zo dat de verzorgers voor hunzelf wel namen aan de dieren zullen blijven geven. ‘Dat zal niet meer Tanja zijn of Japie. […] Nu kiezen we voor namen uit het land van oorsprong van de dieren’. De reden  dat de verzorgers wel namen blijven hanteren, is dat dit overdracht van werkzaamheden tussen de verzorgers wat makkelijker maakt. Daar zit wel wat in. “Die ene schildpad voelt zich niet lekker”. “Welke?” ”Die slome”. Dat schiet natuurlijk niet op.

Ik weet niet goed wat ik van het nieuwe beleid moet denken. In mijn jeugd hadden alle dieren namen. Vraag maar eens aan iemand van mijn leeftijd wat voor een dieren Skippy, Flipper en Clarence waren en er is een grote kans dat je het juiste antwoord krijgt (kangoeroe, dolfijn en een schele leeuw; dit voor de jonge lezertjes). Dit geldt ook voor bekende recentere dierentuindieren. Als je vraagt: “Was Knut een ijsbeertje, een bruine beer of een pandabeer?” dan zal je denk ik weinig foute antwoorden krijgen. En ook Bokito heeft in 2007 – is dat al weer acht jaar geleden? –  behoorlijk naam gemaakt met zijn optreden in Blijdorp.

Knut Bokito

links Knut (foto Jens Koßmagk; Wikipedia); rechts Bokito (foto Maarten Visser; Flickr/ Wikipedia)

Dat je dieren in het wild geen namen gaat geven, daar kan ik inkomen, al hoewel, toen die tandarts uit Amerika in juli in Zimbabwe de grootste leeuw van het land doodschoot, was het wel fijn dat we wisten dat die leeuw Cecil heette. Dat maakte het net nog wat erger.

Maar gelukkig zie je weinig natuurfilms meer op tv waar de voice-over zeg: “Daar ontwaken de hyena’s. Leider Geert voert de troepen aan, op zoek naar een nieuw stuk rood vlees, stokstaartje Halbe volgt. Misschien valt er ook voor hem nog wat te halen. Alexander, de blauwvoetgent loopt kwaad te stampvoeten. Mark, de aegolius, knapt ondertussen een uiltje in de boom. Van Diederik, de dappere dodo, is al een tijdje niets meer vernomen.”

stokstaartje blauwvoetgent uil

Een stokstaartje zonder naam (foto: Eliedion; Wikipedia); een blauwvoetgent zonder naam (foto: Pete; Flickr /Wikipedia) en een Aegolius zonder naam (foto Mdf; Wikipedia)

Dat dieren nu ook in de dierentuin geen naam meer krijgen, ik moet er nog even aan wennen. Maar goed, bij de geboorte van een girafje op 19 oktober heeft Artis dus bewust het beestje geen officiële naam gegeven.

‘20 oktober 2015 – In Artis is op 19 oktober om 01.30 uur een giraffe geboren. De dierverzorgers troffen hem op maandagochtend aan in de stal. Het is een hengst. Het is de tweede geboorte van een giraffe in Artis in 2015. Op 28 juli werd de eerste giraffe geboren, die goed is opgenomen in de kudde. De kudde bestaat nu uit acht giraffen; vijf merries en drie hengsten.’ aldus een bericht op de site van Artis.

Het is trouwens maar goed dat ik niet als giraffe ter wereld ben gekomen, want over de bevalling van het nieuwe girafje lees ik verder nog:

‘Een giraffenbevalling is bijzonder omdat de moeder het veulen rechtopstaand werpt. Hierdoor maakt het jong een val van bijna twee meter. Tijdens de val draait het jong zich, zodat het een veilige landing op de zij maakt. Giraffen staan en lopen snel na de geboorte, om met de kudde mee te kunnen bij gevaar, wat noodzakelijk is voor een giraffe in het wild.’

Kijk uit voor de hyena’s,  jong anoniem girafje.

Een groot gitaarspeler

Ik ben een groot-gitaarspeler. Voor wie dat niet gelooft, zie hier het bewijs:

gitaar

Ok, de mensen stonden niet op de banken voor mijn gitaarspel, maar dat lag niet aan mijn spel maar aan de banken.

bankje

Eerlijk gezegd, ik ben niet zo’n muzikaal talent. Zo kan ik absoluut niet pianospelen. Ik heb het wel geprobeerd. Toen ik op de middelbare school zat, leek het mij wel een goed idee om piano te leren spelen, maar voor mij gold ongeveer hetzelfde als dat wat de Amerikaanse auteur George Ade (1866-1944) ooit zei over het pianospel van zijn vrouw Dorothy:

De muziekleraar kwam tweemaal per week om de afschuwelijke kloof te overbruggen tussen Dorothy en Chopin.”

Na twee jaar hield ik dan ook met de lessen op, dit tot opluchting van mijn lerares op de Muziekschool in Deventer. Toch heb ik een keer een pianoconcert gegeven, nou ja deel uitgemaakt van een pianoconcert. Op de muziekschool was er aan het einde van het schooljaar altijd een concert van de leerlingen, waar de trotse ouders naar de gemaakte vorderingen van hun kinderen konden luisteren. Ieder kind dat in het tweede of hogere leerjaar zat, dus ook ik, moest er aan mee doen.

Nu was er bij mij nauwelijks sprake van vorderingen, dus had de lerares bedacht dat het beter was, dat ik samen met mijn broer – die ook les had en wel goed kon spelen – een quatre-mains zou spelen. Ze had een stuk uitgezocht met een moeilijke hand – dat was voor mijn broer – en een makkelijk deel, dat was voor mij. Het kwam er op neer dat ik af en toe een paar noten moest meespelen, terwijl mijn broer het zware werk deed. Wekenlang oefenden we en ik moet eerlijk zeggen dat ik op het laatst af en toe zelfs de goede toetsen aansloeg.

Op de grote dag bleek er voor ons een jongen te spelen die heel erg goed was. Heel fijn, probeer daar maar eens als duo overheen te komen, maar goed, enthousiast gingen we aan de slag en ik moet zeggen, het ging niet eens zo slecht. Opgelucht keek ik toen we klaar waren dan ook de zaal in, waar ik als eerste het onthutste gezicht van mijn lerares zag. Mijn broer speelde namelijk nog door. Ik was vergeten dat de laatste regel van het stuk twee keer moest.

p.s De gitaar is de Max Guitar van het Max Café in de haven van Scheveningen. Daar fietsten we gisteren langs toen we terugkwamen van een strandwandeling.

p.p.s Het bankje staat in het Westduinpark, zo halverwege Scheveningen en Kijkduin. Als je daar bij de Laan van Poot naar het strand loopt, moet je eerst een hoge duin beklimmen. Bovenaan staat dit bankje waar je kan uitrusten van de klim.