Dinsdag was het weer Valentijnsdag. Die bestaat al meer dan 1500 jaar. Het was Paus Gelasius I die in 496 14 februari uitriep tot de dag van de heilige Valentijn, dit om een zekere Valentin, bisschop van Terni – een geestelijke die in 268 een martelaarsdood stierf – te eren. Volgens andere bronnen betrof zijn eerbetoon echter een andere Valentin, een priester uit Rome. En volgens weer andere bronnen zou Valentin van Terni en Valentin van Rome dezelfde persoon zijn. Kortom, verwarring alom.
Vandaag de dag heb je die verwarring soms ook, en wel als je een Valentijnskaartje ontvangt. Wie stuurt mij dat? In mijn studenten-tijd, zo’n veertig jaar geleden, correspondeerde ik met een aantal meisjes, verspreid over de hele wereld. Op een dag ontving ik een anoniem kaartje met allemaal hartjes er op. “Happy Valentine’s day!” stond er op. Ik kon aan de postzegel zien dat het kaartje uit Amerika kwam, maar omdat ik met drie meisjes uit Amerika schreef, wist ik niet wie het gestuurd had. Het adres was met blokletters geschreven, bij hun brieven gebeurde dat nooit.
Ik liet het kaartje aan mijn flatgenoten zien. Niemand had enig idee wat een “happy valentine’s day” was. Het was toen een volkomen onbekend fenomeen in Nederland. Een paar weken later kreeg ik een brief van één van de meisjes uit Amerika, waarin ze schreef dat ze het jammer vond dat ik geen kaartje naar haar had gestuurd – oh, was zij het – en niet veel later beëindigde ze onze correspondentie.
Engels Valentijnskaartje uit 1860
Maar goed, tegenwoordig is Valentijnsdag in Nederland een groot commercieel gebeuren. De tijd dat ik Valentijnskaartjes kreeg, ligt echter al lang achter mij. Tot afgelopen dinsdag. Toen lag er opeens weer een kaartje met hartjes voor mij in de brievenbus met daarop de uitnodiging “Samen eten?”. Nieuwsgierig pakte ik de kaart en keek wie de afzender was: Albert Heijn. Of ik bij hun boodschappen kwam doen.