Sterren kijken

Gisteren zond omroep Max een programma uit dat ‘Heel Nederland kijkt Sterren’ heette. Even was ik bang dat het een programma zou zijn over populaire Nederlandse artiesten uit heden en verleden (‘Hoe gaat het nu met Imca Marina en Ben Cramer?’), maar het was een programma over astronomie: “Jeroen Latijnhouwers en Govert Schilling nemen u mee op een bijzondere ruimtereis tussen hemel en aarde. ”

Astronomie, kijk dan heb je mij aan boord. Dat fascineert mij altijd in hoge mate. Kort geleden publiceerde de NASA bijvoorbeeld deze foto – genomen door de ‘Deep Space Climate Observatory (DSCOVR) satellite’ – van de maan zwevend voor de aarde. Te zien is ‘the dark side of the moon’ die we anders nooit zien. Schitterend toch.

NASA photo

Of neem deze foto gemaakt door de NASA/ESA Hubble Space Telescope. Zweeft daar nou een gigantische kwal door de ruimte of zijn het de restanten van een geëxplodeerde ster?

NASA photo. hubble photo 2

Even tussendoor, wat ik nooit snap is dat omroepen altijd continu hun logo in beeld van het programma laten zien. Normaal gesproken let ik niet op dat logo, maar soms kan het zelfs storend werken. Zo lieten ze in het programma de volgende foto van de maansverduistering van vorige maand zien.

max maan

Wordt daar de maan verlicht door de planeet MAX?

De programmamakers hadden wel wat pech. Het programma werd rechtstreeks uitgezonden vanuit de Leidse Sterrenwacht. Op het dak daarvan stonden een aantal mensen klaar met hun sterrenkijkers om de hemel af te speuren en mooie plaatjes te laten zien. Helaas was de hemel bedekt met een groot wolkendek, waardoor er helemaal geen sterren te zien waren. Ik vraag me overigens af hoe ze die beelden nog in het programma hadden willen stoppen. Het zat namelijk al aardig vol. Er werd een groot aantal onderwerpen behandeld, onder andere over zichtbaar en niet zichtbaar licht. Radiogolven behoorden niet tot het zichtbare licht werd verteld. Begreep ik het nu goed dat als ik naar de radio luister, dat ik dan eigenlijk naar een televisie zit te kijken zonder beeld?

Ook werd er ingegaan op het grote verschil tussen de lichtsnelheid – 300.000 kilometer per seconde volgens het programma; niet helemaal juist, het is maar 299.792 kilometer per seconde – en de snelheid van het geluid. Om dat aan te tonen werd er een kanon afgeschoten – altijd een leuk plaatje voor op televisie – waarbij de presentator en de cameraman op 662 meter afstand van het kanon gingen staan. Het duurde twee seconden voordat de knal van het kanon daar te horen was, waarmee werd aangetoond dat de geluidsnelheid slechts 331 meter per seconde bedraagt.

Dat hadden mijn ouders mij vroeger al jong geleerd. Bij onweer ging de antenne van de televisie er uit en moest de tv uit – waarom onweerde het altijd onder Zorro of Robinson Crusoë? Pas als het onweer meer dan vijf kilometer ver weg was – vijftien seconden – mocht de televisie weer aan. Vol spanning zaten we dan te tellen hoe lang het duurde voordat we na een blikseminslag de donder hoorde.

Overigens dat grote verschil tussen de lichtsnelheid en de geluidssnelheid bracht mij op de vraag of het kan gebeuren dat we opeens op een dag een enorme knal zullen horen, zijnde het geluid van de oerknal die ons dan pas bereikt. Marianne vond dat een goede vraag en vond dat ik die maar aan het programma moest stellen – je kon vragen opsturen. Dat heb ik niet gedaan en vanochtend onder de douche – daar heb ik meestal de briljantste ingevingen – bedacht ik opeens dat we ten tijden van de oerknal niet ergens ver weg in de ruimte zaten maar in het bolletje zelf dat ontplofte. Of te wel we zaten in het kanon dat afging en we hebben daarom de knal al gehoord.

Tot slot ging het programma nog in op de vraag of er buitenaards leven bestaat. Ooit heb ik iemand in een ander programma met grote stelligheid horen beweren dat als dat zo was, we nooit met hun in contact zouden komen. Als het een minder intelligente levensvorm als de mens zou zijn, dan zouden ze onze signalen niet begrijpen en als ze een intelligentere vorm zouden zijn, dan hadden zij ons al lang gevonden en dat hebben ze niet gedaan. Met die redenatie ben ik het niet eens. Vanochtend had ik bij het opruimen van de was weer opeens een eenling. En hoe ik ook zocht, ik kon de andere sok, toch echt een simpele levensvorm, niet vinden.