Het ex-kofschip

Gezien in een tuincentrum:

000000 geprijsd

Je kan de opsteller van dit briefje prijzen (voltooid deelwoord daarvan is ‘geprezen’) dat hij of zij heeft nagedacht over de vraag of het ‘geprijsd’ of ‘geprijst’ is, maar helaas is hij er zo te zien niet helemaal uitgekomen.

Ik vermoed dan ook dat hij het ezelsbruggetje ‘het ex-kofschip’ niet kent. Voor degenen die dit ook niet kennen, dit werkt als volgt. Laat van een (zwak) werkwoord de letters ‘en’ weg. Kijk vervolgens naar de medeklinker waarop het woord dan eindigt. Zit die in ‘het ex-kofschip’ dan eindigt het voltooid deelwoord op een ‘t’, zit die er niet in, dan wordt het een ‘d’. Voorbeeld:  koken-> kok; de ‘k’ zit in het ex-kofschip, dus het voltooid deelwoord is met een ‘t’: gekookt. Nog een voorbeeld: Prijzen -> prijz; de ‘z; zit er niet in, dus het voltooid deelwoord is met een ‘d’: geprijsd.

In mijn jeugd was het overigens nog ’t kofschip. Tegenwoordig dus ‘het ex-kofschip’. Dit omdat je tegenwoordig veel nieuwe woorden met een ‘x’ hebt, bijvoorbeeld faxen -> gefaxt. Het gaat overigens alleen op voor de medeklinkers in het ‘het ex-kofschip’ niet voor de klinkers. De ‘i’ zit bijvoorbeeld wel in het ex-kofschip, maar het is wel degelijk gooien-gooide-gegooid.

Een ander manier om te weten te komen of het een ‘t’ of een ‘d’ moet zijn, is om er even een zin in de verleden tijd van te maken, dan zie je het ook snel: ik prijste de bloempot of ik prijsde de bloempot. Nog veel beter en leuker dan ik het hier doe wordt het in dit filmpje uitgelegd.

000000 kofschip

Voor wat betreft de bloempotten, die hebben we niet gekochd.

Ko Wet

Ik ben fan van Go Ahead Eagles (Ko Wet zoals wij echte fans zeggen). In mijn gezin is nog één echte Go Ahead fan. Dat is  de jongste dochter. Die heb ik ook met het Go Ahead-virus besmet. Toch nog iets gelukt in de opvoeding. De oudste dochter heeft niks met voetbal en Marianne staat er neutraal tegen over. Ze vindt het fijn voor mij als Go Ahead wint, maar ik hoor haar in  huis nooit luidkeels juichen als Go Ahead scoort. (Nu scoort Go Ahead niet zo vaak, dus ik kan dat gemist hebben.)

Vroeger bezocht ik alle thuiswedstrijden van Go Ahead en af en toe ook een uitwedstrijd. Tegenwoordig volg ik, nu ik in het westen van het land woon, de club vooral op afstand. Samen met de jongste dochter pikken we af en toe een wedstrijdje mee als Go Ahead hier in de buurt voetbalt, bijvoorbeeld uit tegen ADO of Excelsior, maar verder volgen mijn dochter en ik de club vooral wie het internet of via een liveverslag op Deventer Radio. Zo gauw er iets gebeurt brengen we elkaar via WhatsApp op de hoogte van de vorderingen.

Als er bijvoorbeeld een doelpunt valt, dan stuurt de één een berichtje naar de ander, waarop deze dan meestal een droevig gezichtje terugstuurt, want vaak betreft het een tegengoal. We staan dan ook helemaal onderaan in de eredivisie. We dreigen te degraderen. Dat wil niet zeggen dat we pessimistisch zijn. Pas als we vier punten uit de laatste wedstrijd moeten halen om niet te degraderen, geven we het op. (Voor de niet-voetbalkenners: je kan maar maximaal drie punten per wedstrijd halen.)

Dat optimistische is iets wat wel meer Go Ahead fans hebben. Neem bijvoorbeeld Özcan Akyol, een schrijver uit Deventer, die ook wel eens bij DWDD en Studio Voetbal zit, en die ook fan van Go Ahead is. Voor elke wedstrijd stuurt hij een tweet de wereld in waarin hij een reuze overwinning voor ons voorspelt. Zie bijvoorbeeld zijn tweet voor de wedstrijd van gisteren tegen Heracles.

00000 gae1

Die 8-0 nederlaag afgelopen woensdag tegen Feyenoord was een kleine tegenvaller. We hadden eigenlijk gehoopt op een kleine overwinning – bij een 7-0 achterstand met nog een kwartier te spelen, begonnen onze supporters in het uitvak nog te zingen “Alles of niets, alles of niets”. Helaas, het werd niets, 8-0 voor Feyenoord. Uiteraard was dit niet terecht. Zie deze tweets:

00000 gae2

Maar goed, gisteren stond de thuiswedstrijd tegen Heracles op het programma. Die wedstrijd gingen we ongetwijfeld winnen, waarschijnlijk zelfs met grote cijfers, en dan zou alles weer goed komen. Echter, binnen tien minuten had de scheidsrechter – volgens het fanatieke thuispubliek werkte zijn moeder als prostitué; althans dat zongen ze – de wedstrijd voor ons verknald.

00000 gae3

Eerst haalde iemand van Heracles de bal met de arm weg  maar gaf hij geen penalty, daarna kreeg iemand van ons de bal tegen zijn schouder geschoten maar gaf hij ten onrechte wel een penalty. Dat had andersom moeten zijn. De scheidsrechter gaf ook nog eens rode kaart aan onze speler, met als gevolg dat het publiek helemaal over de rooie ging en de scheidsrechter luidkeels begon toe te zingen over het beroep van zijn moeder.

Nou was dat zingen niet zo netjes –  het hoort niet –  maar een andere actie van de supporters kon ik wel waarderen. Ze gingen in de rust direct een spandoek maken.

00000 spandoek 1

00000 spandoek 2

Kijk dat is nog eens alert en geestig. Je staat als scheidsrechter toch even raar te kijken als je opeens zo’n spandoek in het publiek ziet. Maar goed, we verloren met een mannetje minder uiteindelijk met 1-4. Volgende week naar Willem II uit. Ik vermoed dat we  daar met 6-0 of zoiets gaan winnen.

 

 

Zegeltjes sparen bij AH

Vandaag stond in de bijlage van de Volkskrant een column van Ionica Smeets. Zij schrijft altijd over getallen en als ex-wiskundige lees ik die columns altijd met plezier. Deze keer ging het over de zegeltjes van Albert Hein. Wij waren sparen die dingen ook.

00000 zegels

Haar column begon als volgt: “Deze week kreeg ik een berichtje van mijn bank. De rente op mijn spaarrekening daalde naar een povere 0,45 procent. Gelukkig kreeg ik laatst een spaartip van mijn moeder: neem koopzegels bij Albert Heijn. Bij die supermarkt kun je voor elke euro aan boodschappen een zegel van 10 cent aanschaffen. Een vol zegelboekje met 490 zegels kun je bij de kassa inruilen voor 52 euro handje contantje.

 Ik sloeg aan het rekenen. Zo’n boekje vol zegels kost bij elkaar 49 euro. Je krijgt bij het inleveren 3 euro cadeau, dat is in één klap een rente van ruim 6 procent. […] Het is lastig uit te rekenen wat de effectieve jaarrente is, omdat die afhangt van hoelang je er over doet om voor 490 euro aan boodschappen te halen.”

Ze maakt een denkfout. Die 6% klopt niet, die moet ongeveer 12% zijn. Rente is de vergoeding die je ontvangt voor het uitlenen van geld gedurende een bepaalde periode. Dus moet je kijken hoeveel geld je “hebt uitgeleend” aan AH gedurende de periode dat je braaf je zegeltjes zit te plakken en hoeveel ‘vergoeding’ je daarvoor ontvangt.

Je begint met een leeg boekje en eindigt met een vol boekje. Uitgaande van een gelijkmatig uitgavenpatroon bij AH (en het daardoor gelijkmatig kopen van de zegeltjes) “leen” je gemiddeld in de periode dat je zegeltjes zit te plakken aan AH (1+49) / 2 = 25 euro. (Die 1 in de formule kan ook iets anders zijn.  Dat hangt af van de hoeveelheid zegeltjes die je de eerste keer koopt; hij is echter nooit 0 omdat ‘het uitlenen van het geld aan AH’ pas begint op het moment dat je zegeltjes koopt).

Het gemiddelde “aan AH uitgeleende kapitaal” via je zegeltjesboekje bedraagt aldus ongeveer 25 euro. Die 3 euro ‘cadeau’, die je krijgt bij het inleveren van het boekje, geeft dan een ‘rentepercentage’ van 3/25*100% = 12% en dus geen 6%.

Het ‘rentepercentage op jaarbasis’ over je gemiddelde ‘lening’ aan AH is natuurlijk veel hoger – even er van uitgaand dat je zegeltjes blijft kopen en plakken. Stel je haalt per jaar zes volle boekjes. Dat levert dan 18 euro ‘rente’ op. Je gemiddelde uitstaande ‘lening’ aan AH gedurende het jaar blijft echter 25 euro. Op jaarbasis – die 0,45% van je spaarrekening is ook op jaarbasis –  geeft dit dan een ‘rentepercentage’ van 18/25*100% = 72%. Dat is pas een rentepercentage!

Helaas doet AH aan koppelverkoop. Je kan de zegels niet los van de boodschappen kopen. Wil je bijvoorbeeld voor 10.000 euro zegeltjes kopen, dan moet je tegelijkertijd voor 100.000 euro boodschappen kopen – dat zijn bijvoorbeeld 90.000 pakjes bakboter. Ok, die 10.000 euro zegeltjes leveren een mooi rendement op, maar waar laat je die enorme boterberg?

Beter is het om boodschappen te doen bij een goedkopere supermarkt, maar als je toch bij AH boodschappen doet, dan is het kopen van zegeltje verstandig..

Zelf heb ik overigens altijd het gevoel dat als ik mijn zegelboekje inlever, dat ik die dag ‘gratis’ boodschappen doe. Dat is pas een denkfout!

Voorrang

Bij ons in het dorp is een weg naar de Bibliotheek en de Sporthal veranderd in een doorgaand fietspad. De fietsers hebben nu ook voorrang op het verkeer van de kruisende weg. Zie hier een foto van de nieuwe situatie.

0000 fietspad 1

Marianne als lid van de Fietsersbond nam even wat foto’s voor de facebookpagina van de regionale afdeling van de Fietsersbond . Maar terwijl we daar mee bezig waren, zagen we dat nog niet alle automobilisten gewend waren aan de nieuwe voorrangssituatie.

0000 fietspad 2

Dit ging maar net goed. De automobiliste keek absoluut niet naar links. Hoe moeilijk kan het zijn.

De eerste zin

Dit is de tweede zin van dit stukje. Ok, zult u misschien denken, dan telt hij de titel zeker ook mee. Nee, dat doe ik niet. “Maar waar is dan de eerste zin van dit stukje?” Simpel, die staat gewoon aan het begin. Hij luidt: ‘Dit is de tweede zin van het stukje.” Dat hij inhoudelijk niet juist is, is misschien wat verwarrend, maar het is wel degelijk de eerste zin van dit stukje.

U begrijpt deze blogpost gaat over eerste zinnen van boeken. Schrijvers willen graag hun boek met een geweldige openingszin laten beginnen. Daar wordt soms uren op gepuzzeld. Er zijn een paar klassiekers:

‘Vele jaren later, staande voor het vuurpeloton, moest kolonel Aureliano Buendia denken aan die lang vervlogen middag, toen zijn vader hem meenam om kennis te maken met het ijs. Uit ‘Honderd Jaar Eenzaamheid’ van Gabriel Marquez)

Iemand moet Josef K. belasterd hebben, want zonder dat hij iets kwaads gedaan had, werd hij op een ochtend gearresteerd” uit ‘Het Proces’ van Franz Kafka.

En een bekend Nederlands voorbeeld: “Behalve de man die de Sarphatistraat de mooiste plek van Europa vond, heb ik nooit een wonderlijker kerel gekend dan de uitvreter.” Uit:  ‘De uitvreter’ van Nescio

Begint een boek met een goede openingszin, dan zit je gelijk in het verhaal, maar helaas, lang niet altijd lukt het de schrijver om een goede eerste zin te produceren. Even een stukje zelfreflectie met de openingszinnen van mijn vijf boeken.

  • ‘De Oranje Rapporten: “Er is een verband tussen voetbal en seks.”
  • Het Nutteloze Kennisparadijs: “Tweeduizend jaar geleden schreef de Romeinse filosoof Seneca: ‘Het is natuurlijk veel beter nutteloze dingen te weten dan helemaal niets.”.
  • Heel het land is van streek: “In 1998 scoorde de groep The Super Furry Animals een bescheiden hitje in Engeland.”
  • Een kleine geschiedenis van het voetballen: “Wie heeft er als klein kind niet op straat gevoetbald?”
  • De Titanic: “April 1912: vraag van senator Williams Smith, voorzitter van de Amerikaanse onderzoekscommissie die de ramp met de Titanic onderzocht, aan Harold Lowe, de vijfde stuurman op de Titanic: ‘Waaruit bestaat een ijsberg?”

Die laatste openingszin is natuurlijk veel te lang, ik had veel beter met het antwoord van Harold Lowe “Ik vermoed ijs, meneer” kunnen beginnen. Maar nu ik die openingszinnen zo terug lees, moet ik zeggen dat die uit De Oranje Rapporten wel een goede openingszin is. Ik heb gelijk de neiging om verder te gaan lezen.

Nu is het strikt formeel zo dat mijn openingszinnen niet de echte openingszinnen van mijn boeken waren. Voor elk boek van mij schreef de journalist-schrijver Bert Wagendorp namelijk een voorwoord en eigenlijk zijn de openingszinnen uit die voorwoorden daardoor de openingszinnen uit mijn boeken. Dan kan krijg je het volgende rijtje:

  • ‘De Oranje Rapporten: “In december 2000 kwam ik voor de eerste keer in contact met de VIENO (Vereniging voor Interessante Edoch Nutteloze Onderzoeken).”
  • Het Nutteloze Kennisparadijs: “Ergens eind maart 2005 stuurde Martin van Neck mij een opmerkelijk verhaal voor zijn Nutteloze-Kennisrubriek in de Volkskrant.”.
  • Heel het land is van streek: “De mensheid kan ruwweg opgedeeld worden in twee soorten.”
  • Een kleine geschiedenis van het voetballen: “Boeken met een titel als ‘Een kleine geschiedenis van het voetballen’ verschenen tot dusver alleen in Engeland.”
  • De Titanic: “Er zijn van die onderwerpen waarover je beter geen boek kunt schrijven.”

 Vooral die laatste is leuk. Maar goed, heb je als schrijver niet echt een goede eerste zin, dan kan je nog altijd de suggestie van de Amerikaanse schrijver Marc Laidlaw gebruiken. Deze twitterde onlangs namelijk dat je de eerste zin van elk verhaal kan verbeteren door deze te laten volgen door de zin ‘And then the murders began’.

000 tweet

Zijn tweet werd massaal gedeeld en mensen begonnen spontaan op Twitter deze ‘Laidlaws Rule’ toe te passen op allerlei bekende boeken. Vooral bij kinderboeken krijg je dan opmerkelijke verhalen. Zo kwam ene Trevor Rines aanzetten met het kinderboek ‘Charlotte’s Web’ van E.B. White. Dat begint met:  ‘Where’s Papa going with that axe?’ said Fern to her mother as they were setting the table.” Laat je dat nu echter volgen door: “And then the murders began”, dan is het niet echt meer een boek dat je je kinderen gaat voorlezen.

Ook kan het invoegen van de zin een boek een heel andere invalshoek geven. Zo zag ik bij de Bruna een biografie over Nick en Simon liggen. Niet echt een boek dat ik zou kopen. Maar had de schrijver ‘Laidlaws Rule’ gebruikt en was hij zijn boek als volgt begonnen: “De eerste keer dat ik Nick Schilder en Simon Keizer ontmoette was als docent Nederlands op het Don Bosco College in Volendam. En toen begon het moorden.” dan had ik gedacht  ‘hé, een spannende thriller”

Er zijn ook boeken waarin je de zin probleemloos kan opnemen zonder de strekking van het verhaal aan te tasten. Neem  de Bijbel. Had je de openingszin: “In den beginne schiep God hemel en aarde’ laten volgen door ‘En toen begon het moorden.’ dan had die zin daar niet misstaan.

Maar goed, nu nog een trucje voor de laatste zin. En toen hield het moorden op?

de 100-jarige

“Is vader thuis?” vroeg ik aan het oude mannetje, dat opendeed. Hij knikte, en liet mij in een kamertje waar een nóg ouder mannetje zat, dat al bijna dood was. Haastig rukte ik een spreekhoorn van de wand en schreeuwde in zijn oor: ,,Wel gefeliciteerd!’ ,,U bent abuis’, zei de oude man met doffe stem, ,,vader is boven’. Ik vloog de trap op, want ik begreep dat het nu een kwestie van seconden was. Daar hing de honderdjarige aan de touwen: hij was bezig een vogelnestje te maken. Ik kroop bijna in zijn oor en gilde: ,,Wel gefeliciteerd!!’ De jubilaris schudde het hoofd, maakte een dubbele salto en sprong op de grond. ,,Ik ben niet doof’, zei hij, zijn jas aantrekkend, ,,ik ben alleen maar oud.’

Het bovenstaande is het begin van het verhaal ‘De 100-jarige’, geschreven door Godfried Bomans. Het is afkomstig uit diens boek ‘Kopstukken’. De reden dat ik hier opeens aan moest denken, is dat ik gisteren op nu.nl las dat de acteur Kirk Douglas samen met zijn vrouw een boek over zijn leven gaat schrijven. Dat doen wel meer bekende mensen, maar het opvallende aan dit berichtje was de opmerking dat Kirk Douglas inmiddels al 100 jaar oud is.

Ik wist helemaal niet dat Kirk Douglas al zo oud was. Ik dacht eerlijk gezegd dat hij al dood was.

00 kirk douglas

Kirk Douglas, hier in 1978 samen met zijn vrouw op bezoek bij president Jimmy Carter – deze leeft ook nog steeds; hij is inmiddels 92 jaar – was een Amerikaanse filmacteur. Hij is onder meer bekend van films als Spartacus en Lust for Life, waarin hij de rol van Vincent van Gogh speelde. Hij is de vader van de acteur Michael Douglas. (In het begin van zijn carrière beschreef men Michael Douglas vaak als de zoon van Kirk Douglas, tegenwoordig is het andersom en moet Kirk Douglas het doen met de opmerking dat hij de vader is van Michael Douglas.) Maar goed, Kirk Douglas is dus al 100 jaar oud en nog steeds ‘still going strong’.

Dat zie je steeds vaker, bekende mensen die oud worden – kan ook zijn dat ik steeds ouder word. Twee weken geleden was er opeens het berichtje dat Vera Lynn die dag honderd werd. Bij haar had ik helemaal het gevoel van “Hè, leeft die nog steeds?”. Voor de jonge lezertjes hier: Vera Lynn is een beroemde Engelse zangeres die vooral tijdens de Tweede Wereldoorlog immens populair was bij de geallieerde troepen. Ze trad overal ter wereld voor de troepen op en gold als de ‘the Sweetheart of the Forces’. Ze is onder andere bekend van liedjes als ‘Land of Hope and Glory, ‘The White Cliffs of Dover’ en We’ll meet again. Zie hier haar tijdens het Grand Gala du Disque van 1962.

000 vera lynn

Het filmpje wordt overigens ingeleid door Willem Duys. Voor wederom voor de jonge lezertjes: Willem Duys – hij is wel dood; hij overleed in 2011 op 82-jarige leeftijd – was, zeg maar, de Matthijs van Nieuwkerk van vroeger. Hij presenteerde onder andere ‘Voor de vuist weg’, een soort van ‘De Wereld Draait Door’ in de jaren zestig en zeventig. In de 1000-ste uitzending van ‘De Wereld Draait Door’ in 2011 was Willem Duys dan ook de eregast.

De bekendste persoon in Nederland die de grens van 100 jaar heeft gehaald, is denk ik oud minister-president Drees. Hij werd 101 jaar oud. Dat hij degene is die in Nederland de AOW heeft ingevoerd zal beslist geen toeval zijn.

Okkie

Vorige week was ene Okkie opeens in het nieuws. Okkie was één van de twee inbrekers die in 2002 twee schilderijen van Vincent van Gogh uit het gelijknamige museum had gestolen. Ik bedoel dan uiteraard het Van Gogh-museum, niet het Okkie-museum. Echter gezien alle publiciteit rondom Okkie leek het er wel op alsof er net een Okkie-museum was geopend. Okkie was namelijk op één avond liefst drie keer op de televisie te zien: bij de DWDD, in een Brandpunt-special en bij Pauw.

Okkie presenteerde zichzelf als een soort superinbreker. Niet direct de eerste omschrijving waar ik aan zou denken. In de Volkskrant stelde iemand bijvoorbeeld de terechte vraag waarom Okkie dan – als hij zo’n goede inbreker was – zijn petje met DNA in het museum had achtergelaten?

Ook van kunst bleek Okkie niet zo veel verstand te hebben. Zo zei hij dat hij de Aardappeltelers van Gogh had gestolen in plaats van de Aardappeleters. Op de vraag waarom hij maar twee schilderijen had mee genomen, antwoordde Okkie dat ze maar met zijn tweeën waren. Dat klinkt logisch.

Maar misschien is Okkie toch wel een buitengewoon slimme inbreker en heeft hij de avond gebruikt om tussen de uitzendingen door het Kaasmeisje van Vermeer te stelen. “Ik was het niet. Ik heb een alibi. Ik was de hele avond op televisie”.

Vroeger was ik overigens een heel grote fan van Okkie. Maar niet van Okkie de Inbreker maar van Okkie Pepernoot. Deze kabouter was de hoofdpersoon in een serie boeken van de kinderboek-schrijver Leonard Roggeveen. Deze Nederlandse onderwijzer, hij leefde van 1898 tot 1959, heeft heel veel Nederlandse jeugdboeken geschreven, waaronder de Okkie Pepernoot reeks. De Okkie-serie bestond uit:

  • Okkie Pepernoot, 1934
  • Okkie en zijn vriendjes, 1934
  • Okkie weet raad, 1934
  • Okkie in de kou, 1934
  • Okkie gaat verhuizen, 1940
  • Okkie en de vogels, 1940
  • Okkie’s verrassing, 1941
  • Okkie en Klaasje, 1941
  • Okkie en Moortje, 1946
  • Okkie waar zit je?, 1946
  • Okkie kan toveren, 1959
  • Okkie en de rups, 1959
  • Okkie gaat naar het museum, 2002

Okkie Pepernoot1957; Leonard Roggeveen geeft een klein jongetje een Okkie Pepernoot boek. Foto Eric Koch; Nationaal Archief.

Behalve de Okkie Pepernootreeks schreef hij ook ‘De ongelooflijke avonturen van Bram Vingerling’. Dat was niet alleen één van mijn favoriete jeugdboeken maar ook van collega-schrijver Harry Mulisch.

Maar goed, al die aandacht op tv voor Okkie, was wel een beetje overkill en met dat woord zijn we weer terug bij de misdaad. Je zult zien dat volgende week Okkie’s partner in crime Peppie in allerlei tv-programma’s opduikt.

Rare droom

Ieder mens droomt, ook ik. Meestal weet ik ’s morgens niet meer, wat ik ’s nacht heb gedroomd, maar een heel enkele keer weet ik als ik wakker wordt nog wel wat ik heb gedroomd. Zo ook vandaag. Het was wel een rare droom.

Vannacht droomde ik namelijk dat ik een journalist was die op het Binnenhof met een aantal collega’s op Pechtold stond te wachten. Hij zou daar op bezoek komen bij Edith Schippers, de verkenster van het nieuwe kabinet. Plotseling kwam hij aanlopen en mijn collega’s en ik keken met grote verbazing naar hem. Pechtold was opeens drie meter lang!

Hijzelf snapte er ook niks van, zo vertelde hij. Hij wou een tweetje versturen en toen hij op het beeldscherm keek waren de letters opeens anderhalf keer groter dan normaal. En nadat hij het tweetje verstuurd had, was hijzelf opeens ook anderhalf keer zo groot. Wat er aan de hand was, wist hij nog niet. Dat moest hij nog uitzoeken. Maar omdat hij nu een afspraak had met de verkenster had hij daar nog geen tijd voor gehad. Verbaasd zagen we hoe hij zich vervolgens door het poortje van het Binnenhof naar binnen wurmde.

pechtoldPechtold vraagt zich af hoe het kan dat hij drie meter hoog is geworden. Foto Evertjan Hannivoort; Wikipedia

Er zal ongetwijfeld een diepere betekenis achter deze droom zitten, maar vooralsnog vind ik het maar een rare droom.

Taalles

Gisteren was ik even in de bibliotheek. Aan een tafeltje zat een duo zachtjes te praten, een man en een vrouw. De vrouw probeerde de man iets uit te leggen. Het ging over taal. Ik nam aan dat het een vluchteling c.q. een immigrant was die taalles kreeg. Even verder op, achter de Engelse boeken, zat nog zo’n koppel, net zoals boven bij ‘het taalhuis’.

taalles

Ik had voor allemaal bewondering. Voor de buitenlanders die probeerden om onze lastige taal eigen te maken en voor de vrouwen die met veel geduld het hen probeerden bij te brengen.

Een valk in ruste

Graham Greene schreef ooit eens: “Hoe langzamer de vlucht des te gevaarlijker de roofvogel.” Die redenatie volgend moet deze valk heel gevaarlijk zijn. Hij zat namelijk vorige week dinsdag doodstil boven in een boom op de Vlakte van Waalsdorp in Scheveningen.

valk 0

In het topje van de boom

valk 1

Als je goed kijkt, dan zie je hem boven in zitten.

waalsdorp

Een wandelpad en een ruiterpad in de Vlakte van Waalsdorp.

waaldorp 2

De onderhoudsmonteur van Dunea in het gebied.

De stemming

Gisteren wezen stemmen en daardoor in het ziekenhuis beland. Klinkt erger dan het is. Het stembureau bij ons in de wijk was verplaatst van een kerkgebouw naar het ziekenhuis. Ik ben een zwevende kiezer. In de loop van de jaren heb ik wisselend op D66, de PvdA en Groen Links gestemd. Deze keer heb ik op een 50-plusser gestemd. Niet op iemand van de partij 50-plus maar op de 62-jarige Bram van Ojik, de nummer tien van Groen Links. (Aan hem zou ik wel de sleutels van mijn huis durven toe te vertrouwen, bij Jesse Klaver ben ik bang dat hij in mijn afwezigheid een houseparty in mijn huis organiseert.)

Groen Links sprak me deze keer het meeste aan, vooral hun visie en hun voorstellen op het gebied van klimaatbeheersing. Dat is echt iets voor de lange termijn dat veel geld kost maar dat je als echte politicus nu wel voor toekomstige generaties zou moeten doen. Van Trump en Amerika zal het niet komen, dus moeten Europa en China het voortouw nemen. Bij de VVD zit je daarvoor niet goed. Kijk maar eens hoe ze hun standpunt over ‘klimaat’ omschrijven.

vvv klimaat

“….Bij het uitvoeren van de afspraken die we hebben gemaakt, hebben wij oog voor de gevolgen van Nederlanders. Huizenbezitters, automobilisten, boeren en andere ondernemers: iedereen wil graag bijdragen aan het bestrijden van klimaatverandering. Maar iedereen wil ook gewoon zijn of haar leven kunnen blijven leiden.” Tja, als je er zo in staat. Ook opmerkelijk: je kan Nederland duurzamer maken door geld naar de VVD over te maken.

Enfin, de VVD is de grote winnaar van de verkiezingen geworden. Ook al zijn ze een vijfde van hun kiezers kwijt geraakt. Dat de PvdA zo verloren heeft, verbaast me niet. Als je in een kabinet met de VVD gaat zitten en je trapt niet voldoende op de rem bij allerlei bezuinigingen op sociaal gebied en op gebied van de gezondheidszorg, dan moet je niet verbaasd zijn dat je bij de volgende verkiezingen uit de bocht vliegt. Ze reden veel te hard. Komt natuurlijk door die borden van 130 van de VVD. Negen zeteltjes heeft de PvdA nog over. Dat hadden ze denk ik niet zien aankomen toen ze met hun kandidatenlijst van 80 man kwamen aanzetten. (Ook de VVD had 80 kandidaten opgegeven. De andere grote partijen allemaal 50.)

Overigens ik schrijf hierboven 80 man maar daarmee bedoel ik uiteraard 80 mensen. Kijk je namelijk naar de man-vrouw verhouding, dan zie je dat die bij de PvdA vreselijk politiek correct is: 40 mannen om 40 vrouwen. Bij de VVD is die verhouding 52 mannen – 28 vrouwen.  De Partij voor de Dieren was de enige partij met meer vrouwen dan mannen op de lijst, 20 mannen om 30 vrouwen. De mannenbroeders van de SGP hebben geen enkele vrouw op hun lijst staan: dertig mannen. Ik zou bijna zeggen: moge God verhoede dat ze in de regering komen. (De mensen in Urk zullen daar ongetwijfeld anders over denken. Daar stemde 56% van de mensen op de SGP.)

Ik heb ook altijd de neiging om even de namen op de kandidaten-lijsten te bestuderen  – thuis hoor, niet in het stemhokje. Dan zie je dat de VVD wel erg in zette op de zogenaamde “premierbonus” . Zowel op nummer 1 als op nummer 20 stond een Rutte. (Ene Mark Rutte op 1 en ene Arno Rutte op 20.) Ook opmerkelijk: het CDA had zowel de heer De Haan, mevrouw Kip en mevrouw Kuik op hun lijst staan (sorry flauw). En nu we het toch over dieren hebben, de Partij voor de Dieren had de meeste bekende Nederlanders als lijstduwers. Ik zag behalve Georgina Verbaan en Babette van Veen ook een hoop schrijvers, zoals AFT van de Heijden, Charlotte Mutsaers, Jan Siebeling en Maarten Biesheuvel (en of nummer 46 van hun lijst Annemiek Schrijver ook een schrijver is, weet ik niet).

Anyway, Nederland is weer een stukje verder naar rechts op geschoven. De PVV heeft er vijf zetels bij, het rechtse clubje van Thierry Baudet is met twee zetels in de kamer gekomen en de PvdA, Groen Links en de SP hebben samen nu minder zetels dan de PvdA de vorige keer in zijn eentje had. Ik had het liever anders gezien, maar we zullen het er mee moeten doen. Nederland heeft democratisch gekozen.

vvd 1970

Hans Wiegel en Haya van Someren van de VVD vieren een procentje winst tijdens een verkiezingsavond in 1970; foto Rob Mieremet Nationaal Archief.

P.S. Dionne Sax, gisterenavond ook al niet zo gelukkig met het presenteren van de exitpolls, gaf vanochtend in het acht-uur-journaal een prognose “gebaseerd op 95% van de getelde stemmen”. Waarom geen prognose op basis van 100% van de getelde stemmen?

My WordPress Blog