“Ik heb niks om aan te trekken” zegt Marianne ’s morgens. Ok, ik heb als huisman enige achterstand met strijkwerk, maar nu overdrijft ze een beetje. Toch fietsen we ’s middags in de hitte naar Den Haag om nieuwe kleren te kopen. Waarom ik eigenlijk mee moet, weet ik niet. Ze heeft meer aan de mening van de dochters bij het kopen van kleren dan aan die van mij. Ik kom meestal niet verder dan algemeenheden als “Een jurk moet goed zitten als je staat en goed staan als je zit. Hoe zit die?” Alleen als ik iets echt niet mooi vind, dan vraag ik “Wat vind je er zelf van?” Dat is een soort geheime code om aan te geven dat ik het echt helemaal niks vind.
Als eerste staat een bezoek aan de Bijenkorf op het programma. Het zweet gutst me ondertussen van het voorhoofd, dus ik hoop op wat koelte in de korf. Dat valt vies tegen. Het is er erg warm. Hebben ze geen airco? Even heb ik de hoop dat de natuurwetten niet in de Bijenkorf gelden en dat de koele lucht omhoog is gestegen, maar als we op de tweede verdieping zijn, blijkt het op deze verdieping nog warmer dan beneden te zijn.
De oudste dochter heeft in haar opstandige tijd samen met een vriendin een keer stiekem een half uur als etalagepop in de etalage van de Bijenkorf in Den Haag gestaan.
Terwijl Marianne met een kritische blik langs de rekken loopt, kijk ik om me heen. Er loopt een wat oudere vrouw met scheuren in haar spijkerbroek rond. Shakespeare zei al “de mode verslijt meer kleren dan de mensen.” Ze is eigenlijk te oud voor zo’n soort broek. Naast haar loopt een jongere vrouw die erg luchtig is gekleed. Gezien het weer is dat verstandig, maar ze heeft zo’n diep décolleté dat volgens de definitie van schrijver Godfried Bomans – ‘een décolleté is iets dat ophoudt waar het vermoeden zekerheid wordt’ – we in het stadium van zekerheid verkeren. Precies tussen haar borsten heeft ze een moedervlek die de aandacht trekt, waardoor ik iets te lang in haar décolleté kijk. (“Kunt u de verdachte beschrijven?” “Haar gezicht niet agent, maar ze heeft een moedervlek tussen haar borsten.”)
19 april 1968; Godfried Bomans vraagt als jurylid tijdens de Miss Interline Holland 1968 verkiezing aan één van de deelneemsters wat haar hobby’s zijn. Foto Jac de Nijs; Nationaal Archief
Marianne kan niets bij de Bijenkorf vinden en we lopen naar Marks & Spencer. Daar is het wel lekker koel. Er staat een airco aan. Verstandige zaak. Helaas houden ze er binnenkort mee op. De verkopen vielen wat tegen. Voor wat betreft de jurken – wat vind je er zelf van? – snap ik dat wel. Te veel Engelse jurken van vijftig jaar geleden.
2 juni 1960; twee mannequins (het zijn de twee dames rechts op de foto) op de Floriade; fotograaf Herbert Behrens; Nationaal archief.
De shirtjes en broeken bij Marks & Spencer zien er echter beter uit dan de jurken en Marianne gaat er een aantal passen. Ik zit bij de paskamers op een bankje te wachten als Marianne mij opeens roept. Of ik van een bepaalde broek even een kleinere maat wil pakken. Natuurlijk heb ik geen idee waar die broeken hangen. “Heb je dan niet gezien waar ik ze vandaan heb gehaald?” “Nee, natuurlijk niet.” Ik krijg aanwijzingen maar de juiste maat is uitverkocht, over een andere broek twijfelt ze en de koop blijft beperkt tot twee shirtjes.
Peek en Cloppenburg is de volgende zaak waar Marianne tracht haar slag te zijn. Het is ‘Sale’. Waar zijn de tijden gebleven dat dit nog gewoon ‘Uitverkoop’ heette. Ook hier verkopen ze niet de goede broeken, maar een shirtje voldoet wel aan haar eisen. Even later kijkt ze op haar mobiel. Ze heeft in het pashokje van Marks & Spencer met haar mobiel een foto van zichzelf in de spiegel met de twijfelbroek aan gemaakt en die via WhatsApp naar de dochters gestuurd met de vraag of ze de broek wel of niet moet kopen. De oudste dochter vindt dat ze het moet doen en we keren daarom terug naar Marks & Spencer. Als ze broek pakt, kijk ze op het prijskaartje. De prijs is hoger dan gedacht, de twijfel daardoor ook groter en ze besluit om de broek toch maar niet te kopen.
Als we even later naar huis fietsen, is het nog steeds warm. De eerste man die een knoop in zijn stropdas legde, deed dat om iets niet te vergeten. Tot nu toe weten we nog altijd niet wat dit geweest kan zijn. Ik vermoed echter nu dat het was om niet te vergeten dat je met warm weer geen kleren moet gaan kopen.