Dit zijn de gefotografeerde gebouwen uit de periode 1651 – 1700 (weergegeven per jaar)
De periode 1651 – 1700: huis voor huis; jaar voor jaar
1651: Dordrecht; foto genomen op 4 oktober 2023
Wat gebeurt er in Nederland in 1651?
- In de nacht van 4 op 5 maart wordt Nederland getroffen door de zwaarste storm van de zeventiende eeuw tot dan toe. Op meerdere plaatsen breken bij deze zogeheten Sint-Pietersvloed dijken door of worden dijken door het hoog opgestuwde water overspoeld. Bij Amsterdam breken de Sint Antoniesdijk, de Zeeburgerdijk en de Diemerzeedijk, waardoor in een groot deel van Amsterdam het water door de straten loopt en diverse straten blank komen te staan. Ook bij Haarlem en Edam breken er dijken, net als in Friesland en Groningen. Ook kustplaatsen zoals Katwijk krijgen met veel wateroverlast te maken. Er is veel schade in het land, maar het aantal dodelijke slachtoffers blijft beperkt tot minder dan tien.
- In Engeland is de burgeroorlog tussen de ‘parlementariërs’ van Cromwell en de koningsgezinden bijna beslist. De koningsgezinden beschikken alleen nog maar over een paar schepen en een klein stukje land. Enkele Hollandse haringschepen worden door koningsgezinden gekaapt en overgebracht naar de Scilly-eilanden, een eilandengroep ten westen van Engeland in de buurt van Land’s End. Daarop vaart Maarten Tromp met enkele schepen naar de eilanden toe en verklaart officieel de oorlog aan de Scilly-eilanden; niet aan Engeland want Holland is niet in oorlog met het Engeland van Cromwell.
- Voordat het echter tot een gevecht kan komen, komt een vloot van de Engelse parlementariërs onder leiding van Francis Drake aanzeilen om het eiland voor de parlementariërs in bezit te nemen, waardoor Tromp niet in actie hoeft te komen. Hij lost dan ook geen enkel schot. Pas in 1985 komen historici op het eiland er achter dat Holland weliswaar de Scilly-eilanden officieel de oorlog heeft verklaard, maar dat er nooit een officieel vredesverdrag is gesloten. Dat geschiedt alsnog in 1986 waardoor er na 335 jaar officieel een einde komt aan de langst durende oorlog in de Nederlandse geschiedenis.
- Op 21 augustus besluit de Staten-Generaal om geen nieuwe kapitein-generaal, de hoogste legerleider in de Nederlanden, te benoemen als opvolger van prins Willem II.
- Op 9 oktober voert Engeland de eerste Scheepsvaartwet in. Later zullen er nog meer volgen. De reden is dat de Engelsen er op het gebied van de internationale handel er haast niet meer aan te pas komen. De handel met de Oostzeelanden, de Middellandse Zee landen en die met de Verre Oost is bijna geheel in handen van de Nederlanders. Volgens de eerste Scheepsvaartwet mogen in het vervolg alleen nog maar Engelse schepen of schepen met minstens 75% Engelse bemanningsleden handelswaar naar en vanaf Engeland vervoeren. Ook geldt de wet voor Engelse koloniën. Het is een protectionistische maatregel vooral gericht tegen Holland en leidt tot spanningen tussen de twee landen.
- Christiaan Huygens publiceert zijn eerste boek getiteld ‘Theoremata de Quadratura’. Het is een wiskundeboek en gaat onder andere over het berekenen van de oppervlakte van hyperbolen, ellipsen en cirkels. Voor een eerder werk van hem uit 1649 over de delen van materialen die boven vloeistof uitdrijven, vindt hij niemand die het wil uitgeven.
- In Middelburg loopt de ‘Prins Willem’ van de VOC-werf af. Dit voor de Kamer van Zeeland gebouwd spiegelretourschip is waarschijnlijk het grootste VOC-schip van de zeventiende eeuw. Het heeft een lengte van 68 meter, een breedte van ruim 14 meter en een laadvermogen van 1.200 ton. Het schip telt 54 kanonnen. De eerste reis in 1651 gaat naar Indië. (In 1652 zal het schip tijdens de Eerste Engelse oorlog fungeren als het vlaggenschip van Witte de With. In 1662 vergaat het op terugreis vanuit Indië ergens in de Indische Oceaan. Gemiddeld gaan schepen in die tijd 15 tot 20 jaar mee. Een in 1985 gebouwde replica van het schip gaat in 2009 door brand verloren.)
1652: Den Haag; foto genomen op 12 juli 2023
Wat gebeurt er in Nederland in 1652?
- Op 8 januari trouwt Michael de Ruyter voor de derde keer. (Zijn eerste vrouw sterft in 1631 in het kraambed, zijn tweede vrouw met wie hij vier kinderen heeft, sterft in 1650). De Ruyter besluit daarop om de zeilen te strijken en een leven aan de wal te zoeken. In Vlissingen koopt hij een huis, maar als in juli de Eerste Engelse Oorlog uitbreekt, geeft hij gehoor aan de oproep van de Zeeuwse Admiraliteit om weer in actieve dienst te treden. Een paar jaar later verhuist hij naar Amsterdam.
- In april komt Jan van Riebeck bij Kaap de Goede Hoop aan en bouwt er een verversingstation voor de VOC, het begin van het huidige Kaapstad.
- In de nacht van 7 op 8 juli brandt op de Dam het oude Stadshuis af. Veel burgers helpen mee om het archief te redden en om de munten, die in het stadhuis gevestigde Wisselbank liggen, veilig te stellen. Of de munten allemaal na afloop terug gegeven worden, is echter de vraag. Over de brand schrijft Joost van den Vondel een gedicht getiteld ‘Op het verbranden van ’t Stadhuis van Amsterdam’ met daarin de regels: “Dus brandt het vuur de balk, de solder en het dak / De gantsche Stadt waakt op, de vlam gaat op en stak / Het toorenbuskruyt aan, nu rusten geene bedden / De trouwste schieten toe: en reppen zich en redden / De Brieven, Boeken, Gelt, Tresoor en Bankenschadt / En bergen in dien noodt de ziel der gantsche Stadt.”
- In de zomer breekt de Eerste Engels-Nederlandse Oorlog uit. Hij wordt geheel op zee uitgevochten. Het gaat vooral om handelsbelangen. De Nederlandse oorlogsvloot is door bezuinigingen behoorlijk verzwakt en de Staten-Generaal moet zowel letterlijk als figuurlijk alle zeilen bijzetten om tot een zeewaardige vloot te komen. De oorlog begint op 29 mei als Tromp, al of niet door een misverstand, te laat een vlaggengroet – verplicht volgens de Engelse wet -brengt (of wil brengen) aan het schip van de Engelse bevelhebber Blake en deze daarop het vuur opent. De Engelsen verklaren op 10 juli officieel de oorlog aan de Republiek der Verenigde Nederlanden.
- De zeeslagen kennen een wisselend resultaat. De Slag bij Plymouth in augustus wordt gewonnen door de Hollandse vloot, die onder leiding staat van Michiel de Ruyter, maar de Slag bij de ‘Hoofden in de Thames’ – de Nederlandse vloot staat hier onder leiding van viceadmiraal Witte de With – gaat verloren. De Slag bij de Singels (onder leiding van Tromp) in december wordt daarentegen wel weer door de Hollanders gewonnen.
- Vanwege het uitbreken van de Eerste Engelse Oorlog besluit de Staten-Generaal haar beslissing uit 1650 om Peter Stuyvesant uit zijn functie te zetten te herroepen. Hij zal tot 1664 Gouverneur-Generaal van Nieuw-Nederland blijven.
- In Den Haag neemt Vondels collega-dichter Jacob Cats het voor hem gebouwde ‘Huis Sorghvliet’ op 14 juli 1652 in gebruik. (Later zal dit huis bekend worden onder de naam Catshuis. Vanaf 1963 is het de ambtswoning van de minister-president van Nederland.)
1653: Leiden; foto genomen op 10 augustus 2023
Wat gebeurt er in Nederland in 1653?
- In Amerika krijgt Nieuw-Amsterdam op 2 februari stadsrechten. Dat houdt in dat er een stadsbestuur komt van burgers, een stadhuis en rechtbank. Wel blijft Peter Stuyvesant de Gouverneur-Generaal van de Hollandse Amerikaanse kolonie. Eén van de eerste besluiten die het nieuwe stadsbestuur neemt is “om het grootste deel van de stad te omringen met een hoge palissade en een lage borstwering”. (De straat die langs deze palissade loopt, staat tegenwoordig bekend als Wall Street.) Vijf jaar later krijgt het iets verderop gelegen Nieuw Haarlem – nu bekend als Harlem, een wijk van New York – ook stadsrechten. Breuckelen – Brooklyn – krijgt echter geen stadsrechten.
- Op 23 februari wordt de dan nog vrijgezelle Johan de Witt, de pensionaris van Dordrecht en de vertegenwoordiger van Dordrecht in de Staten-Generaal, in Den Haag toegelaten als lid van de ‘Ordre de l’Union de la Joye’. Dat is een vriendenclub in Den Haag, opgericht door de dochter van veldmaarschalk Johan Wolfert van Brederode en waarin de jonge veelal adellijke elite van Den Haag zich vermaakt. De dan 27-jarige De Witt voldoet aan hun eis dat hij moet beschikken over ‘voldoende levenslust, humor en danskwaliteiten’.
- Van 28 februari tot en met 2 maart vindt in het Kanaal de Driedaagse Zeeslag bij Portland plaats. Een Hollandse vloot van zo’n 70 schepen onder leiding van Maarten Tromp beschermt daar een vloot van 152 koopvaarders die onderweg is naar huis. Ze worden aangevallen door zo’n tachtig Engels oorlogsschepen. De slag pakt in het voordeel van de Engelsen uit, die net zoals de Hollanders nu in linie varen. Bij de zeeslag verliest Tromp acht oorlogsschepen, de Engelsen drie. Na drie dagen vechten zeilt Tromp ’s nachts pal onder de kust met de overgebleven schepen terug naar Holland. Zo’n 40 à 50 koopvaardijschepen gaan verloren. Een deel wordt door de Engelsen veroverd en meegenomen naar Engeland, een deel wordt door de Engelsen tot zinken gebracht.
- Op 14 maart vindt op de Middellandse Zee bij Livorno een zeeslag plaats tussen 16 Hollandse schepen onder leiding van commandeur Jan van Galen en acht Engelse oorlogsschepen. De Hollanders buiten hun overmacht uit en brengen twee van de Engelsen schepen tot zinken en veroveren er drie. Wel wordt het been van Van Galen geraakt door een kanonskogel. Zijn onderbeen wordt geamputeerd waarna hij even later toch weer aan dek verschijnt. Tien dagen later sterft hij alsnog aan zijn verwondingen.
- Holland is na deze slag de Engelsen de baas op de Middellandse Zee, en ook op de Oostzee, maar op de Noordzee en in het Kanaal is het andersom. Op 2 en 3 juni treffen een Hollandse en een Engelse vloot elkaar op de Noordzee tijdens de Slag van de Gabbardbank. Beide vloten omvatten zo’n 100 schepen. De Engelse vloot is veel beter en moderner uitgerust dan de Nederlandse vloot en de slag eindigt in een grote overwinning voor de Engelsen. Zelf verliezen de Engelsen niet één schip, de Hollanders 17 stuks: zes schepen zinken en elf schepen worden buit gemaakt door de Engelsen. Het restant van de Nederlandse vloot slaat op de vlucht en vaart naar de Vlaamse zandbanken, waar de grote Engelse oorlogsschepen hen niet kunnen achtervolgen. Een groot aantal kapiteins die al tijdens de slag vluchten, wordt bij thuiskomst voor de krijgsraad gebracht en oneervol ontslagen.
- Na de slag blokkeert een Engelse vloot van zo’n 120 schepen de Nederlandse kust, waardoor er geen handelsschepen meer kunnen in- en uitvaren, een economische ramp. De Staten-Generaal laat met spoed zestig sterk verbeterde oorlogsschepen bouwen om de strijd met de Engelsen aan te kunnen gaan. Ondertussen vordert de Staten-Generaal elk beschikbaar schip op om deze om te bouwen tot een oorlogsschip.
- Op 30 juli wordt Johan de Witt door de achttien steden van de Staten van Holland benoemd als raadpensionaris. Hij is de opvolger van de in februari overleden Adriaan Pauw. De Wit krijgt een salaris van ongeveer 3.000 gulden per jaar – een arbeider verdient gemiddeld zo’n 150 gulden per jaar – wat later zal oplopen naar 6.000 gulden. Johan de Wit wordt één van de meest invloedrijke politici van het land.
- Begin augustus zeilt Tromp met zo’n negentig tot oorlogsschepen omgebouwde handelsschepen via de Maas de Noordzee op. De blokkerende Engelse vloot vaart daarop Tromp tegemoet, waardoor bij Texel een Nederlandse vloot van 27 schepen onder leiding van Witte de With ook de Noordzee op kan varen. De twee Hollandse vloten verenigen zich bij Ter Heijde, waarna een zeeslag met de Engelsen losbarst, die nu te boek staat als de Slag van Ter Heijde. De uitkomst is rampzalig voor Holland. De betere Engelse oorlogsschepen hebben een veel sterkere vuurkracht dan de Hollandse omgebouwde schepen. Een vijfentwintigtal Hollandse schepen slaat al snel op de vlucht, Nederland verliest bij de zeeslag tien schepen, tegen over één Engels schip. Tot overmaat van ramp wordt admiraal Tromp dodelijk getroffen door een kogel van een scherpschutter aan boord van het vlaggenschip van de Engelse admiraal William Penn. Tromps laatste woorden luiden volgens de overlevering “Ik heb gedaan, houdt goeden moed”, maar volgens ooggetuigen is hij op slag dood. De zeeslag wordt op het strand bij Ter Heijde gadegeslagen door honderden toegestroomde nieuwsgierigen, waaronder de leden van de Staten-Generaal.
- In september wordt het lijk van Tromp in een koets vanaf Den Helder over het strand naar Den Haag gereden en vandaar met een boot naar Delft vervoerd. Op 5 september wordt hij eervol begraven in de Oude Kerk. Vondel schrijft een gedicht over Tromp. Johan de Witt houdt de lijkrede: “Een zeeheldt, welckers gelycke de aerde niet veel heeft gedragen ende mogelyck niet lichtelyck in ’t toekomende sal syn te vinden.”
- Ondanks de overwinning geven de Engelsen de blokkade van Holland op. Het kost hen te veel geld om de blokkade vol te houden.
- In Delft trouwt de 20-jarige Johannes Vermeer met de twee jaar oudere Catharina Bolnes. Ze zullen samen vijftien kinderen krijgen. Het hele gezin woont in bij Vermeers schoonmoeder, Maria Thins. Omdat Vermeer te weinig met zijn schilderijen verdient – ook handelt hij in schilderijen – onderhoudt de schoonmoeder het gezin.
- Op diverse plaatsen in het land, onder andere in Haarlem en Enkhuizen, ontstaan rellen. Een deel van de bevolking, de Oranjegezinden, wil dat er weer een stadhouder komt.
- In Delft richt David Anthonisz. van der Piet de aardewerkfabriek ‘De Porceleyne Fles’ op. Ze maken handbeschilderd Delfts Blauw aardewerk, een imitatie van het blauwwitte Chinees porselein.
1654: Den Haag; foto genomen op 26 juni 2023
Wat gebeurt er in Nederland in 1654?
- Op 17 januari overlijdt de schilder Paulus Potter. Hij wordt slechts 28 jaar oud.
- Op 8 mei komt met de Vrede van Westminster een einde aan de zeeoorlog tussen Nederland en Engeland. De voorwaarden zijn gunstig voor Engeland. Zo wordt het Holland definitief verboden om nog goederen naar en van Engeland en vanuit de Engelse koloniën overzee met Hollandse schepen te transporteren.
- In februari is een vloot met Engelse schepen uit Engeland vertrokken met de opdracht om de Hollandse kolonie Nieuw-Amsterdam in Amerika aan te vallen. Door een storm lopen ze vertraging op en komen ze pas in juni in Boston aan waar ze een tussenstop maken. Op de dag dat de Engelse vloot zal uitvaren om Nieuw Amsterdam aan te vallen, vaart er een Engels chip de haven van Boston binnen met aan boord een gedrukte officiële verkondiging dat de oorlog tussen Holland en Engeland voorbij is. De Engelse vloot keert om en vaart terug naar Engeland.
- Carel Fabritius schildert in 1654 ‘het Puttertje’. Even later, op 12 oktober, komt hij om het leven bij de ontploffing van het Kruithuis in Delft. Fabritius wordt 32 jaar oud. Bij deze ’Delftse donderslag’ – zo’n 90.000 kg opgeslagen buskruit ontploft in de binnenstad van Delft – komen naar schatting tussen de 100 en 300 mensen om het leven en minstens 500 huizen raken onherstelbaar beschadigd.
- Door de oorlog met Engeland die in Europa op zee wordt uitgevochten zijn er niet voldoende Hollandse oorlogsschepen beschikbaar om de West-Indische Compagnie in de kolonie Nederlands-Brazilië voldoende bij te staan. De Portugezen profiteren hiervan en verdrijven de Hollanders uit Brazilië.
- In Delft begint de schilder Jan Steen, een zoon van een bierbrouwer, een café annex brouwerij. De zaak loopt slecht. Volgens een verhaal klaagt zijn vrouw op een gegeven moment dat hij voor meer leven in de brouwerij moet zorgen. Jan Steen koopt daarop een aantal eenden die hij in de brouwerij loslaat en die vervolgens wild door de zaak vliegen, waarop Jan Steen verklaart dat hij nu voor meer leven in de brouwerij heeft gezorgd. Dit verhaal zou de oorsprong zijn van de uitdrukking ‘Zorgen voor leven in de brouwerij’.
1655: Delft; foto genomen op 26 juli 2023
Wat gebeurt er in Nederland in 1655?
- Op 15 januari trouwt Johan de Witt met Wendela Bicker, afkomstig uit een invloedrijke Amsterdamse familie (haar oom is de burgermeester van Amsterdam). Het zal de positie van Johan de Witt als raadpensionaris van de Staten van Holland versterken. Ze neemt een bruidsschat van 50.000 gulden mee. Hij en zijn vrouw krijgen samen acht kinderen, waarvan vijf levensvatbaar. In 1668 overlijdt ze op 32-jarige leeftijd.
- Op 25 maart ontdekt Christiaan Huygens met hulp van een telescoop, die hij samen met zijn oudere broer Constantijn heeft gebouwd, dat de planeet Saturnus een maan heeft. Hij noemt de maan ‘Luna Saturni’. Later krijgt deze (grootste) maan van Saturnus de naam Titan. Het is de zesde naam in het heelal die wordt ontdekt, na onze eigen maan – de ontdekking daarvan was niet zo moeilijk – en de vier in 1610 door Galileo Galilei ontdekte manen van Jupiter.
- Na de Engelse oorlog besluiten de Staten-Generaal de vloot weer op volle sterkte te brengen en laat allerlei nieuwe oorlogsschepen bouwen. In juli 1655 zeilt Michiel de Ruyter met een eskader van acht schepen en 55 koopvaardijschepen in konvooi naar de Middellandse Zee. Zijn opdracht is om de Nederlandse handelsbelangen in die regio te beschermen. Nadat de koopvaardijschepen veilig zijn doorgevaren, vaart hij naar Salé in Marokko en onderhandelt hij in dit ‘kapersnest’ een maand lang over vrijlating van twee Hollands schepen die door de kaapvaarders aldaar zijn gevangen genomen. Met de kaapvaarderij in Salé sluit de republiek een overeenkomst , waarin wordt afgesproken dat de kapers uit Salé (tegen een vergoeding) geen Hollandse koopvaarders meer zullen aanvallen en ook dat zij geen Hollanders meer zullen ontvoeren voor de blanke slavenmarkt ter plekke. Met kaapvaarders uit Algiers heeft Holland niet zo’n verdrag en als De Ruyter twee Algerijnse schepen met een opgebracht verlaten Portugees schip ziet, valt hij de twee schepen aan, waarop de beide boten er snel vandaar gaan met achterlating van het Portugese schip op sleep. Bij nadere inspectie blijkt er aan boord van dat schip nog twee tot slaaf gemaakte personen te bevinden die de Ruyter vrijlaat.
- In Amsterdam wordt het door Jacob van Campen ontworpen nieuwe stadshuis geopend (thans het Koninklijk Paleis op de dam). Er is zeven jaar aan gebouwd. Voor de fundering worden liefst 13.000 palen de grond ingeslagen.
- In Delft worden op de plek waar het Kruithuis de lucht is ingevlogen allerlei nieuwe huizen gebouwd. Buiten de stad wordt aan de Delftse Schie een nieuw Kruithuis gebouwd.
- Op 6 mei brandt een groot deel van de stad Delden af. Zo’n 120 huizen, het stadhuis, het gasthuis en een armenhuis branden de dag voor Hemelvaartsdag af. Door een godswonder, zoals de kerkleiders later zeggen, blijven de kerk en pastorie gespaard.
- Op 20 september schrijft de schilder Pieter de Hoogh zich in Delft in bij het Sint- Lucasgilde, waar hij kennismaakt met generatiegenoot Johannes Vermeer. Deze is twee jaar eerder lid geworden van het Sint-Lucasgilde. De Hoogh en Vermeer zullen elkaars werk beïnvloeden.
- Op 9 november overlijdt in Florence de olifant Hansken. Prins Fredrik Hendrik heeft het dier in 1633 cadeau gekregen van de VOC. De olifant wordt vanuit Batavia naar Nederland verscheept en na aankomst zowel in Amsterdam als in Rijswijk tentoongesteld, waar de bevolking het beest tegen betaling kan aanschouwen. De opbrengst komt ten goede aan de armen. Rembrandt gaat ook kijken en maakt een krijttekening van het dier. In 1636 schenkt Frederik Hendrik het beest aan zijn neef Johan Maurits. Deze staat op het punt om naar Brazilië te vertrekken en verkoopt daarom Hansken voor 9.000 gulden aan een handelaar, die de olifant even later voor het dubbele doorverkoopt. Hansken gaat als circusattractie op tournee. Ze “kent” allerlei trucjes zoals dansen, marcheren en schermen, waarna zij na elk applaus een buiging maakt. Ook kan Hansken volgens de eigenaar met haar slurf ruiken of er hoerenlopers in het publiek zijn. Eén keer wijst de olifant tot grote hilariteit van het publiek een pastoor als hoerenloper aan.
- Het optreden van Hansken blijft niet beperkt tot Nederland. Ze gaat ook op rondreis door Duitsland, Frankrijk, Zwitserland en Italië. Soms per schip, soms per voet. In Italië gaat Hansken in 1655 dood. De doodsoorzaak is waarschijnlijk een infectie veroorzaakt door een ontstoken teennagel. De Italiaanse graficus Stefano della Bella maakt een tekening van het dode beest en Ferdinando II de Medici koopt het skelet van Hansken voor zijn museum.
- In Delft schildert Jan Steen het schilderij ‘Adolf en Catharina Croeser aan de Oude Delft’. Het heeft heel lang bekend gestaan als ‘De burgermeester van Delft en zijn dochter’. (De Engelse schrijver Simon Schama zal in 1987 de afbeelding gebruiken als omslag van zijn bekende boek ‘The Embarassment of Riches’.)
1656: Pijnacker; foto genomen op 11 oktober 2023
Wat gebeurt er in Nederland in 1656?
- Op 8 januari verschijnt In Haarlem voor het eerst de ‘Weeckelijcke Courante van Europa’, de eerste krant in Nederland. De verkoop is een succes en twee jaar later wordt de frequentie verdubbelt. Op dinsdag verschijnt de ‘Haerlemse Dinsdaeghse Courant’ en op zaterdag de ‘Haerlemse Saturdaeghse Courant’. Later zal de krant haar naam veranderen in de ‘Oprechte Haarlemsche Courant’. De krant maakt vandaag de dag onderdeel uit van het ‘Haarlems Dagblad.’
- Na zijn terugkomst in mei uit de Middellandse Zee wordt Michiel de Ruyter direct doorgestuurd naar de Oostzee. De stad Danzig wordt belegerd door de Zweden. Omdat Danzig de stad is waar de Hollanders in de Oostzee de meeste handel mee drijven – Holland exporteert onder ander haring, textiel, wijn en specerijen naar de Oostzeelanden en importeert graan – besluiten de Staten-Generaal om in te grijpen. Samen met een aantal andere schepen onder leiding van luitenant-admiraal Jacob van Wassenaer Obdam vaart De Ruyter met een vloot naar Danzig. Bij het zien van de Hollandse vloot trekken de Zweden zich terug en in september wordt er een vredesverdrag gesloten. In dit verdrag staat dat de vrije handel op de Oostzee wordt gegarandeerd en dat de neutraliteit van Danzig wordt gewaarborgd. Van de Denen krijgt Obdam de olifantsorde uitgereikt. Ook de Polen geven Obdam (en de Ruyter) een hoge onderscheiding.
- De VOC verovert Colombo, een stad in Ceylon (het huidige Sri Lanka) op de Portugezen en versterkt er haar positie.
- Dankzij de inzet van het – van het Amsterdamse stadsbestuur gehuurde – oorlogsschip De Waegh heeft de WIC de Zweedse kolonie op de Delawarerivier, ten zuiden van Manhatten veroverd. Omdat de WIC geen geld heeft om de huur van het schip te voldoen, schenken ze een groot deel van de veroverde Zweedse kolonie aan de stad Amsterdam, aldus krijgt Amsterdam langs de rivier Delaware een stadskolonie die Nieuwer-Amstel wordt genoemd.
- Door de blokkering van de Nederlandse kust door de Engelse vloot tijdens de Eerste Engelse Oorlog konden weinig handelsschepen Nederland bereiken dan wel uitvaren. Veel Amsterdamse kooplieden hebben hierdoor grote verliezen geleden en dat heeft gevolgen voor de hele economie van Amsterdam. De helft van de Nederlandse handel komt voor rekening van Amsterdam.
- Zo krijgen bijvoorbeeld veel Amsterdamse schilders nauwelijks meer opdrachten en zien hun inkomen aanzienlijk dalen. Dat geldt ook voor Rembrandt. Mede daardoor wordt hij op 20 juli failliet verklaard. Zijn huis, zijn schilderijenverzameling en andere spullen worden verkocht om zijn schuldeisers tegemoet te kunnen komen. Hendrickje Stoffels, de vrouw waarmee hij samen woont, en Titus, zijn zoon uit het huwelijk met zijn overleden vrouw Saskia Uylenburg, beginnen daarop een kunsthandel en nemen Rembrandt in dienst als employee. Dit om de opbrengst van zijn werken uit de handen van de schuldeisers te houden.
- Johannes Vermeer schildert in Delft ‘De koppelaarster’. Het is het eerste genrestuk dat hij schildert. Eerder schildert hij alleen Bijbelse en mythologische onderwerpen.
1657: Gouda; foto genomen op 26 september2023
Wat gebeurt er in Nederland in 1657?
- Op 1 januari wenst de echtgenote van Johan de Witt, Wendela Bicker, haar man door middel van een gedicht een gelukkig nieuwjaar: “Ick wens u Jan de Witt / dat ghij een jaer besit /in stilheyt en met vreede / Dat wenst u lieve vrou / die nu is doer den trou / aen u verplicht op heede / Ick wens u een geluckch jaer / dat wenst u tweede siel aen haere wederpaer.”
- Johan de Witt zal dat jaar genoeg te doen krijgen. Zo is het in de Staten van Overijssel al sinds 1654 hommeles. Het heeft te maken met benoemingen, het wel of niet willen hebben van een stadhouder, en geldzaken zoals belastingen. Aan de ene kant -ze vormen de meerderheid in de Staten – heb je steden als Zwolle en Kampen en nog wat steden, aan de andere kant zijn daar Deventer, Steenwijk, Hasselt en wat andere plaatsen. Op een gegeven moment gaan de steden zelfs apart van elkaar vergaderen. Zwolle, Kampen en consorten vergaderen meestal in Zwolle, de anderen in Deventer. In 1657 escaleert de zaak volledig en er ontstaat een soort van burgeroorlog in Overijssel. De stad Hasselt bij het Zwarte Water brengt zijn deel van de te betalen belastingen niet meer naar de Staten van Overijssel in Zwolle maar naar Deventer. Zwolle is hierover hevig ontstemd en besluit om het geld dan maar zelf in Hasselt op te komen halen. Ze sturen troepen naar Hasselt – ze vergeten overigens voedsel mee te nemen en stelen daarom onderweg een koe – om de stad te belegeren. Met een kanon schieten ze van alles op de stad, kanonskogels, stenen en halve hoefijzers. Hasselt schiet terug en doet een uitval, maar ze zijn in ondertal. Een twintigtal mensen komt bij de gevechten om het leven, waaronder een “tachtigjarige grijsaard die staande op de wallen het hoofd werd afgeschoten.” Deventer stuurt troepen ter ondersteuning van Hasselt, maar deze worden onderweg tegen gehouden door troepen van Zwolle en Kampen, waarna Hasselt zich overgeeft. Pas na bemiddeling en druk van de Staten van Holland en Johan de Witt sluiten de steden in Overijssel vrede, waarbij Deventer en consorten grotendeels door de bemiddelaars in het gelijk worden gesteld.
- Op 16 juni krijgt Christiaan Huygens het patent op een door hem bedacht slingeruurwerk. Zijn klok geeft maar een afwijking van zo’n 15 seconden per dag. Tot dan geven klokken afwijkingen tot wel 15 minuten per dag aan. De eerste prototypes laat Huygens bouwen door Salomon Coster, een klokkenmaker die werkzaam is in Den Haag. De eerste slingeruurwerken van Huygens staan daarom ook wel bekend als de Haagse klokken.
- Nadat de Portugezen de WIC uit Brazilië heeft verjaagd eist Nederland een schadevergoeding van Portugal. Deze weigert dat te betalen met onder andere als argument dat Portugal ook geen schadevergoeding kreeg, toen de Hollanders in 1630 het gebied op hun veroverden. Daarop verklaart Nederland Portugal de oorlog. Van Obdam en De Ruyter worden met hun vloot naar Portugal gestuurd. Ze sluiten de rivier de Taag bij Lissabon af en maken in november vijftien handelsschepen met suiker aan boord buit.
- In 1657 is een groep uit Engeland gevluchte Quakers bij Nieuw Amsterdam aangemeerd op ’t Lange Eylandt (Long Island). Ze vestigen zich in Vlissingen (Flushing), waar ze openlijk hun godsdienst prediken. Omdat dit een afwijkende godsdienst van de Hollanders is, verbiedt gouverneur Peter Stuyvesant deze bijeenkomsten. Een groep Engelsen in het dorp, die overigens zelf geen quakers zijn, stelt daarop een bezwaarschrift op – dat later bekend is geworden is als de ‘Flushing Remonstrance’ – waarin ze verzoeken voor godsdienstvrijheid voor alle religies. Als reactie hierop laat Stuyvesant de ondertekenaars arresteren. De ‘Flushing Remonstrance’ zal later als voorbeeld dienen voor de Bill of Rights, de tien amendementen op de Amerikaanse grondwet van 1789 die de grondrechten van de burgers in Amerika regelt.
- In 1657 verschijnt er een herziene uitgave van de Statenbijbel uit 1637. Taalfouten, drukfouten en verkeerde vertalingen zijn uit de versie van 1637 gehaald. De versie van 1657 zal eeuwenlang de basis vormen voor alle Nederlandstalige bijbels.
1658: Vleuten; foto genomen op 20 augustus 2023
Wat gebeurt er in Nederland in 1658?
- Op 18 april wordt de trekvaart Amsterdam – Gouda in dienst genomen. Driemaal daags varen er trekschuiten, voortgetrokken door paarden, heen en weer. Eerder hebben de steden Leiden en Haarlem, die liever geen concurrerende rechtstreekse verbinding willen tussen Amsterdam en Gouda, dwars gelegen bij de plannen voor de aanleg, maar na een compromis – er mag ook een trekvaart gaan varen tussen Leiden en Haarlem – gaan de twee steden alsnog akkoord met de trekvaart tussen Amsterdam en Gouda. De aanleg kost 180.000 gulden. Om te voorkomen dat ook grote vrachtschepen gebruik gaan maken van de verbreding van de waterwegen tussen Amsterdam en Gouda worden afspraken gemaakt over de maximale breedte (15 meter) van de kanalen en over de hoogte van de bruggen over de nieuwe kanalen.
- De tocht over de trekvaart duurt acht uur. Er is aan boord van de trekschuiten plaats voor 28 personen in het ruim en voor acht man in de roef (de ‘eerste klas’). Onderweg wordt alleen gestopt om van trekpaard te wisselen en om tijdens een korte bij een herberg de passagiers de gelegenheid te geven om wat te drinken en een sanitaire stop te maken. In de eerste jaren maken jaarlijks zo’n 26.000 passagiers gebruik van de trekvaart.
- Admiraal Rijcklof van Goens verovert voor de VOC op Ceylon het Portugese fort bij de stad Jaffna. Het fort bij Jaffna is het laatste fort dat de Portugezen nog op Ceylon (het huidige Sri Lanka) in bezit hadden.
- In 1658 probeert tijdens de Vierde Noordse Oorlog Zweden heel de Oostzee onder zijn beheer te brengen. Koning Karel X verovert een groot deel van Denemarken en belegert met een vloot de stad Kopenhagen. Hij sluit daarbij de Sont af, wat de Hollandse belangen – een belangrijk deel van de handel vindt plaats met de Oostzeelanden – ernstig belemmert. De Hollanders besluiten daarop Denemarken te hulp te schieten en sturen een vloot van 41 schepen met in totaal 1.400 kanonnen en 6.000 man (4.000 zeelieden en 2.000 soldaten) aan boord. De vloot staat onder leiding van luitenant-admiraal Jacob van Wassenaer Obdam. Michael de Ruyter blijft met zijn schepen bij Portugal liggen. Bij de Slag om de Sont verslaan de Hollanders na felle gevechten op 8 november een Zweedse vloot van 45 schepen met 6.500 manschappen aan boord. Aan Hollandse kant sneuvelen zo’n 100 man, waaronder de viceadmiraals Witte de With en Pieter Florisse; 500 man raken gewond. De Zweden tellen 350 doden en 850 gewonden. De Hollandse handelsschepen krijgen na de zeeslag weer toegang tot de Oostzee.
- Op 12 augustus loopt in de Hollandse kolonie in Amerika in Nieuwe Amsterdam voor het eerst een acht man tellende ratelbrigade door de straten. Ze zijn de eerste ‘politieagenten’ van Amerika. Met hun ratels waarschuwen ze mensen voor gevaar en verjagen ze gespuis. Ook dragen ze een groene lantaarn mee, die ze na hun rondje ophangen bij de deur van hun verblijf zodat de mensen kunnen zien dat ze op hun post zijn. Vandaag de dag hangen bij veel politiestations in Amerika nog steeds groene lichten.
- Pieter de Hoogh schildert één van zijn bekendste schilderijen ‘De binnenplaats van een huis in Delft’. Gedurende een periode van vier jaar zal De Hoogh veel binnenplaatsen en interieurs in Delft vastleggen. Het is deze periode in Delft dat De Hoogh zijn topstukken schildert.
- In 1658 telt Amsterdam bijna 200.000 inwoners, vier keer zoveel als aan het begin van de eeuw.
1659: Ouddorp; foto genomen op 10 augustus 2024
Wat gebeurt er in Nederland in 1659?
- Op 8 mei breekt er in Bergschenhoek een brand uit die bijna het gehele dorp in de vlammen doet op gaan. “Dit bragt eene verschrikkelijke ontsteltenis onder de ingezetenen teweeg.” Binnen anderhalf uur branden er 44 huizen, zo’n beetje het hele dorp, en de kerk af. De schade bedraagt volgens een historisch document 46.235 gulden. In Hillegersberg wordt er na de brand gecollecteerd voor de slachtoffers. Er wordt royaal geld opgehaald, maar “die nogtans het verlies op verre na niet konden herstellen.”
- Op 14 mei stort in Amsterdam de brug over de Prinsengracht bij de Leliegracht in elkaar. Er vallen acht doden. Omdat de Beurs van Hendrick de Keyser, die gebouwd is op drie bogen over het water van het Rokin, een zelfde soort bouwconstructie heeft als de ingestorte brug en sporen van een verzakking vertoont, wordt de beurshandel voor een half jaar verplaatst naar de Nieuwe Kerk, terwijl ondertussen de constructie van de Beurs wordt versterkt.
- Christiaan Huygens publiceert ‘Systema Saturnium’ waarin hij als eerste Saturnus beschrijft als een bolvormige planeet met ringen er om heen. Ook publiceert hij dat jaar een tekening van het oppervlakte van Mars met donkere en lichte gebieden. Daarnaast beschrijft hij in een brief uit 1659 een idee, geïllustreerd met tekeningen, voor een apparaat wat later bekend zal staan als toverlantaarn, een voorloper van de diaprojector, waarmee we Huygens kunnen zien als de vermoedelijke uitvinder van de toverlantaarn. Ook publiceert hij in 1659 een formule die de middelpuntvliedende kracht beschrijft welke wordt uitgeoefend op een voorwerp dat verbonden is aan een rondslingerend touw. Later zal Isaac Newton deze formule gebruiken bij het formuleren van zijn mechanica-wetten.
- Op 20 september schiet een groep Hollandse kolonisten op een groep indianen van de Esopus-stam die vreedzaam bij een kampvuur bij de Hudson-rivier zit. Aanleiding is dat een dronken indiaan eerder zijn musket heeft leeg geschoten in de lucht zonder dat iemand geraakt is, maar wat de Hollanders wel als een vijandelijke daad zien. In de maanden er na vallen de Esopus-indianen onder leiding van hun stamhoofd Papequanaehen regelmatig de kolonisten aan. Op 15 juli 1560 wordt een vredesverdrag gesloten.
- In Maastricht wordt de eerste steen gelegd voor het nieuwe stadhuis. Het is een ontwerp van architect Pieter Post, een leerling van Jacob van Campen.
- Na het verlies van haar grondgebied met de suikerplantages in Brazilië haalt de WIC haar inkomsten uit de opbrengsten van de handel met Nieuw Amsterdam en uit het geld dat wordt verdiend met de slavenhandel uit Afrika. Zo sluit op 25 september de WIC een overeenkomst met de Hollandse koopman David Nassy, die zich heeft gevestigd op het eiland Cayana in West-Indië, voor het leveren van ‘Eenhondert Veerthien stucx Negros’ (114 tot slaaf gemaakte Afrikanen). Kinderen tellen hierbij niet volledig mee “Te tellen kinderen beneden de acht Jaren, drie voor een; van acht tot twaalf jaar, twee voor een. Zuigelingen zullen de moeder volgen.”
- Op 30 september laat in Nieuw Amsterdam Peter Stuyvesant een schrijven uitgaan waarin staat dat op tijdstippen dat er een kerkdienst wordt gehouden er geen tennis mag worden gespeeld. Het is de eerste keer dat het woord tennis opduikt in Amerika.
- In november vindt er op het Deense eiland Figen een grote veldslag plaats tussen een Zweeds leger van 7.000 man dat het Deense eiland bezet houdt en een Deens leger van zo’n 11.500 man. Op een gegeven moment trekken de Zweden zich terug bij de havenstad Nyborg, waar ze op 14 november massaal beschoten worden door kanonnen aan boord van de vloot van Michiel de Ruyter die de Denen komt steunen. De Zweden geven zich daarna over.
1660: Leiden; foto genomen op 2 juli 2023
Wat gebeurt er in Nederland in 1660?
- In maart moeten in het zuidwesten van het land na een storm veel dijken verstevigd worden. Daarvoor worden zogeheten trekwerkers ingehuurd. Dat zijn arbeiders die van het ene klusje naar het andere trekken. Ze verdienen ongeveer 22 stuivers per dag. Dat is meer dan dat een geschoolde arbeider verdient, maar het is dan ook zwaar werk.
- In Engeland komt er een einde aan de republiek. Charles II wordt koning. Hij verblijft op dat moment in Breda. Via Den Haag reist hij in mei naar Engeland. In Den Haag wordt hij met alle egards ontvangen door de Staten-Generaal die hopen op een mogelijk partnership met Engeland tegen het Frankrijk van Lodewijk XIV dat streeft naar een uitbreiding van het Franse grondgebied.
- Er komt een eind aan de Zweeds – Nederlandse oorlog. Nadat de Hollandse vloot eerder in 1656 de Slag bij de Slot heeft gevonden, winnen ze onder leiding van Michiel de Ruyter daarna elders in de Oostzee ook nog enkele zeeslagen. Daarop zien de Zweden af van het plan om de Oostzee tot een Zweedse binnenzee te maken en kan de Hollandse handel met de Oostzeelanden weer ongehinderd zijn gang gaan. De handel met de Oostzee (en het Verre Oosten) brengt vooral Amsterdam grote rijkdom met als gevolg dat veel mensen naar de stad trekken. De kooplieden hebben veel arbeiders en bedienden in dienst.
- De stad Amsterdam koopt voor 14.000 gulden de eilanden Urk en Schokland van de Vlaamse jonkheer Johan van de Werve. Op 4 oktober gaat de ‘heerlijkheid Urk en Emmeloord’, met daarin Urk en Schokland, over in Amsterdamse handen. Als eerste vernieuwen ze de vuurtoren van Urk, die dient als baken voor de schepen richting Amsterdam.
- Op 12 september overlijdt Jacob Cats. Behalve dichter is hij tijdens zijn leven ook advocaat, diplomaat, drooglegger en raadpensionaris . ‘Vader Cats’ wordt 83 jaar.
- Er worden dit jaar een hoop bekende schilderijen geschilderd. Zo schildert In Delft de dan 27-jarige Johannes Vermeer ‘het Melkmeisje’. De landschapschilder Salomon van Ruysdael – de bekende kunstschilder Jacob van Ruisdael is zijn neef – schildert in dat jaar onder andere ‘Landschap met reizigers bij een herberg nabij een pleisterplaats’ en ‘huifkarren in dorpsgezicht’. Jan Steen – hij is in 1660 verhuisd van Warmond naar Haarlem – schildert ‘Het oestereetstertje’ en Rembrandt schildert onder andere ‘De samenzwering van de Batavieren onder Claudius Civilis’, een zelfportret en een schilderij van zijn zoon Titus. Het jaar 1660 is dan ook één van de topjaren van de Nederlandse schilderkunst.
- In Londen sterft prinses Maria Henriëtte van Oranje. Ze is de weduwe van stadhouder Willem II en de moeder van de latere koning-stadhouder Willem III. Erg gelukkig in Holland heeft ze zich nooit gevoeld. Als ze in september van Den Haag naar Londen afreist om haar broer koning Charles II te bezoeken, schrijft zij hem hoe blij ze is om uit Holland weg te kunnen gaan: “Een langer verblijf in de Republiek zou voelen als de grootste straf van de wereld.” In Londen loopt ze de pokken op. Het veelvuldig aderlaten helpt niet, in tegendeel zelfs. Op kerstavond sterft ze. Ze is dan 29 jaar oud. Ook haar jongere broer Henry overlijdt aan de pokken,
1661: Leeuwarden; foto genomen op 22 oktober 2023
Wat gebeurt er in Nederland in 1661?
- De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden en Spanje sluiten in Den Haag het zogeheten Partagetraktaat (het delingsverdrag). Het verdrag is uit onderhandeld door Johan de Witt en Esteban de Gamarra, hij is de Spaanse ambassadeur in Den Haag. De tijdens de Vrede van Münster in 1648 nog niet toegewezen delen van de gebieden in Limburg rond Maastricht worden verdeeld in Spaanse, Staatse en een aantal neutrale delen. Nederland krijgt onder andere Borgharen, Itteren, Heerlen, Meersen, Eijsden en Kasteel Valkenburg; Spanje onder andere Geleen, Brunsum, Schaesberg, Schin op Geul en delen van Valkenburg. Een aantal gebieden blijft neutraal zoals Elsloo.
- De overdracht van de Spaanse gebieden geschiedt niet overal even soepel. Sommige Spaanse bezettingstroepen weigeren te vertrekken en moeten met militair geweld worden verdreven.
- Nederland en Portugal sluiten in 1661 een vredesverdrag , waarbij na 6o jaar een einde komt aan een reeks van koloniale conflicten tussen Nederland en Portugal. De Hollanders geven hun claims op delen van Brazilië op en de Portugezen die op Ceylon. In wezen is dit een continuering van de bestaande situatie ter plaatse. Portugal betaalt daarnaast Holland een schadevergoeding van 8 miljoen gulden voor het verloren gaan van Nederlands Brazilië. Dat hoeven ze niet in één keer te doen, maar mogen dat betalen in 40 jaarlijkse termijnen van 200.000 gulden.
- De Chinese generaal Kochinga steekt in maart met een vloot van12.500 soldaten met hulp van talloze oorlogsschepen en pramen over van het Chinese vaste land naar Taiwan (de Portugezen en de Hollanders noemen het eiland Formosa) en valt daar de Hollandse forten Fort Zeelandia en Fort Provintia aan. Fort Provintia is een klein fort dat een administratieve functie heeft en wat op het hoofdeiland Taiwan ligt. Fort Zeelandia is groot militair fort, gelegen op het kleine eiland Taoyuan, wat vlak voor de kust van Taiwan ligt. De strijd wordt zowel op zee als op land uitgevochten. De Chinese troepen veroveren al snel Fort Provintia, maar de strijd om Fort Zeelandia zal maanden duren. De VOC stuurt tot twee keer toe schepen vanuit Batavia naar Taiwan in een poging om het beleg te doorbreken, maar dat lukt niet. In totaal gaan zes Hollandse schepen bij de strijd verloren. Eentje zelfs door eigen schuld. Er wordt vlakbij de kruitkamer van het schip een kanon afgeschoten, waarna het kruit door de steekvlam van het kanon ontploft en het schip de lucht in vliegt.
- Bij de gevechten – de Chinezen zetten veel boogschutters en soldaten met zwaarden in; de Hollanders schieten vooral met kanonnen – komen er aan beide kanten tussen de 1.500 en 2.000 man om. Ook de lokale bevolking vecht mee. Eerst aan Hollandse kant, later steunen ze de Chinezen. Gevangen genomen Hollandse soldaten en burgers worden door de Chinezen veelvuldig gemarteld. Lichaamsdelen zoals oren, neuzen, vingers en genitaliën worden afgesneden en ook er vinden onthoofdingen en verkrachtingen plaats. Een aantal gevangen vrouwen wordt overgebracht naar het Chinese vasteland waar ze worden verkocht als echtgenotes of als concubines aan Chinese soldaten. Sommige Hollandse vrouwen worden daar 23 jaar later nog een keer gezien door een Hollandse handelsdelegatie, maar die krijgen de vrouwen niet mee. Ook de Hollanders martelen gevangen genomen Chinese strijders. (In februari 1662 geven de Hollanders Fort Zeelandia op. Ze mogen van Kochinga met medeneming van hun persoonlijke bezittingen naar Batavia vertrekken.)
- In de buurt van Soesterberg ligt een ruim 7.000 kg zware grote zwerfsteen. Een zekere jonkheer Everard Meyster gaat met wat vrienden een weddenschap aan. Hij beweert dat hij deze kei de stad Amersfoort in kan krijgen. Hij vindt zo’n 400 Amersfoorters bereid om in ruil voor bier de kei over een afstand van zo’n 6 km op een soort slee de stad in te slepen en wint daarmee zijn weddenschap. (Aanvankelijk is de stad trots op zijn kei en plaatst het stadsbestuur de kei op een sokkel, maar als er elders de spot mee wordt gedreven – zo veel moeite doen om een nutteloze steen naar de stad te slepen – besluiten ze in 1672 om de kei in de grond te begraven. In 1903 wordt hij weer opgegraven. Het levert Amersfoort de bijnaam Keistad op.)
1662: Franeker; foto genomen op 21 oktober 2023
Wat gebeurt er in Nederland in 1662?
- In april vaart Michiel de Ruyter met een aantal schepen naar Algiers om daar een vredesverdrag te sluiten met de Algerijnse kapers en om te onderhandelen over de ruil van gevangen genomen Hollanders en andere Europeanen, die in Algiers als slaaf worden gehouden. Hij wil ze ruilen tegen gevangen genomen Algerijnse kapers. Algiers is het grootste kapernest van de Middellandse Zee. De onderhandelingen gaan moeizaam en duren een paar maanden, waarbij De Ruyter tussendoor regelmatig afvaart naar andere plekken in de Middellandse Zee. Uiteindelijk slaagt De Ruyter er in om een vredeverdrag te sluiten – hij dreigt om met een drietal zogeheten zinkschepen de haven af te sluiten – waarbij wordt afgesproken dat de Hollandse schepen in het vervolg niet meer aangevallen zullen worden door de Algerijnse kapers. Ook zullen de Hollandse schepen niet meer door de Algerijnen op zee doorzocht mogen worden op zoek naar goederen die ze vervoeren voor andere landen waarmee Algiers geen verdrag heeft, het zogenaamde ‘vrij schip, vrij goed’ principe. (De Hollandse vrachtschepen vervoeren vaak goederen van andere landen.) Daartegenover staat dat de Algerijnse kaperschepen niet meer door de Hollanders zullen worden aangevallen zolang ze geen Hollandse schepen aanvallen.
- Ook slaagt De Ruyter in er in om een honderdtal gevangen genomen ‘Christenslaven’ te ruilen dan wel vrij te kopen. Bij het vrijkopen is sprake van een soort wisselkoers: 300 zilveren munten voor een schipper en 225 zilveren munten voor een gewoon bemanningslid.
- Op 27 april sluiten Frankrijk en Nederland een 25 jaar durend vriendschapsverdrag, waarin de twee landen onder andere vastleggen dat in het geval één van de twee landen wordt aangevallen dat de ander dan komt helpen. De grootte van de helpende legers worden in het verdrag al vastgelegd. Frankrijk zal met 10.000 man komen helpen, de Nederlanden met 5.000 man. De termijn van 25 jaar zal niet worden gehaald. Tien jaar later, in 1672, zal Frankrijk de Republiek binnen vallen.
- Amsterdam begint met de Vierde Uitleg, oftewel de vierde stadsuitbreiding. De stad groeit hard en om aan de woningbehoefte te voldoen moeten er nieuwe huizen worden gebouwd. Een groot gebied richting de oostelijke eilanden wordt woningrijp gemaakt. Zo wordt de Herengracht doorgetrokken tot aan de Amstel. Voor de rijke Amsterdammers wordt het gedeelte van de Leidsestraat tot aan de Vijzelstraat gereserveerd. Ze kunnen er dure dubbele kavels kopen met ruimte voor grote deftige huizen met veelal een achtertuin. De nieuwe bocht die in de Herengracht bij de Spiegelstraat aldus ontstaat wordt in de volksmond al gauw de Gouden Bocht genoemd. De Amsterdamse stadsbestuurders verwachten overigens dat de stad al voor het einde van de eeuw nog verder uit gebreid zal moeten worden, maar die voorspelling zal niet uitkomen. De voorspelde groei zal uitblijven. Ook delen van de Gouden Bocht blijven lang onbebouwd. Pas 200 jaar later is weer een uitbreiding van de stad nodig.
- Rembrandt schildert de Staalmeesters, een groepsportret van vijf leden van het Amsterdamse lakensgilde die de kwaliteit van geproduceerde lakens keuren. Ze doen dat door ‘stalen’ van de lakens te keuren. In de tijd van Rembrandt heet het schilderij ‘De waardijns van het Amsterdamse lakenbereidersgilde’. Het is zijn enige regentenstuk.
- In Amsterdam verschijnt de Latijnse editie van de ‘Atlas Maior’, een atlas van de beroemde kaartenmaker Joan Blaeu. Hij is een zoon van Willem Blaue die in 1604 met het maken van kaarten begonnen is. Blaue is in dienst van de VOC, waardoor hij beschikt over veel geografische kennis. De atlas bestaat uit elf delen met in totaal 594 kaarten en 4.000 pagina’s tekst met de beschrijvingen van de landen en zeeën. De atlas kost 350 gulden, dat is veel meer dan het jaarinkomen van een arbeider; een ingekleurde versie kost nog eens honderd gulden extra. De atlas is ondanks de hoge prijs een groot commercieel succes. Vooral de rijken willen pronken met een atlas. Er verschijnen spoedig ook edities in het Frans, in het Nederlands – ‘Grooten atlas, oft wereltbeschryving, in welcke ’t aertryck, de zee en hemel, wordt vertoont en beschreven’, en in het Duits en Spaans. De atlas wordt in Amsterdam gedrukt op de negen boekdrukpersen en zes plaatdrukpersen van de uitgeverij van Blaeu. De kaarten in de atlas zijn overigens niet nieuw. De meesten zijn al eerder als losse uitgave uitgegeven.
- In Maastricht betrekt het gemeentebestuur het nieuwe Stadshuis. In het gebouw wordt ook een bibliotheek geopend die een halve etage van het gebouw omvat. Het publiek kan er boeken, vooral veel boeken op het gebied van het recht, ter plekke in zien.
1663: Dordrecht; foto genomen op 4 oktober 2023
Wat gebeurt er in Nederland in 1663?
- Frankrijk wordt geregeerd door Lodewijk XIV, bijgenaamd de zonnekoning. Hij dankt deze bijnaam aan zijn rol van de zon in een ballet op jeugdige leeftijd – hij is een groot kunstliefhebber en zal tijdens zijn leven aan veel balletten meedoen. Lodewijk XIV wil het Franse grondgebied vergroten. Daartoe zendt hij een Franse delegatie naar Den Haag met het voorstel om samen het verzwakte Spanje aan te vallen in de Spaanse Nederlanden, waarna Frankrijk en de Nederlanden het gebied onderling zullen verdelen. Het noordelijke gedeelte inclusief de stad Antwerpen zal dan voor de Nederlanden zijn.
- Johan de Witt voelt wel wat voor het plan, maar Amsterdam, dat geen herstel van Antwerpen als grote handelsstad wil en Zeeland, in het bijzonder Vlissingen, waar tolgeld en overslaggeld verdiend wordt aan het overslaan van goederen voor Antwerpen zijn fel tegen, waardoor het plan niet door gaat.
- In Amsterdam is sprake van een grote pestuitbraak die vooral huishoudt in het arme deel van de bevolking met hun slechte hygiënische omstandigheden. De rijke mensen ontvluchten de stad naar hun buitens aan de Vecht. Ruim 24.000 mensen, dat is meer dan 10% van de bevolking van Amsterdam, sterven aan de ziekte. Onder hen is ook Hendrickje Stoffels, de geliefde en schildersmodel van Rembrandt.
- In juni breekt de tweede Esopus oorlog uit tussen indianen van de gelijknamige stam en Hollandse kolonisten. Tijdens vredesgesprekken in Wiltwijck, het huidige Kingston, in de staat New York, vallen de indianen opeens de dorpelingen aan en ontvoeren een aantal vrouwen. Op 5 september vinden er, bij wat nu de plaats Mamataking in de staat New York heet, gevechten plaats tussen de indianen van de Esopus-stam en Hollandse soldaten die onder leiding staan van kapitein Martin Kregier. Bij de gevechten komen 15 indianen, waaronder het stamhoofd Papequanaehen, drie Hollandse soldaten en zeven burgers om; 23 door de indianen gevangen genomen Hollandse vrouwen en kinderen worden bevrijd.
- In dienst van de VOC verovert Hendrik van Reede op de Portugezen het kustgebied Malabar, een streek gelegen aan de zuidwestkust van het huidige India. In de streek worden grote hoeveelheden kostbare peper geproduceerd.
- In de zeventiende eeuw importeren Europeanen steeds vaker koffie uit de Arabische wereld. In diverse landen in Europa worden koffiehuizen geopend. Voort het eerst in Venetië in 1615, later volgen landen als Engeland en Frankrijk. In Nederland wordt in 1663 in Amsterdam het eerste koffiehuis geopend.
- In 1663 schildert Johannes Vermeer in Delft het schilderij ‘Brieflezende vrouw in het blauw’. Op de achtergrond is een landkaart van Holland en West-Friesland, in 1621 uitgegeven door Willem Jansz Blaeu, te zien. Deze landkaart is ook deels op de achtergrond te zien van Vermeers schilderijen ‘De soldaat en het lachende meisje’ en ‘De liefdesbrief’, wat doet vermoeden dat deze kaart in Vermeers atelier hangt.
- Ook Jan Steen is in 1663 druk aan het schilderen. Hij schildert meerdere schilderijen waaronder het ‘Vrolijk gezelschap op een herbergterras’ dat tegenwoordig in de ‘National Gallery of Art’ in Washington hangt. Rembrandt is ondanks het overlijden van Hendrickje Stoffels ook actief. Hij schildert een drietal schilderijen, waaronder een zelfportret, waarop hij erg somber kijkt.
- Tijdens een bezoek in Londen wordt Christiaan Huygens benoemd tot lid van de Royal Society, de drie jaar eerder opgerichte Britse academie voor wetenschappen.
1664: Leiden; foto genomen op 16 oktober 2023
Wat gebeurt er in Nederland in 1664?
- Op 15 mei sluiten de Hollandse kolonisten en de Delaware-indianen van de Esopus-stam een vredesverdrag dat een einde maakt aan de tweede Esopus-oorlog..
- Tien jaar na de Eerste Engelse Oorlog – al heet die oorlog in die tijd uiteraard nog niet zo – ontstaan er opnieuw vijandigheden tussen Engeland en Nederland. De Engelsen willen een groter deel hebben van de overzeese handel met Azië en Amerika.
- Op 27 augustus 1664 varen in Noord Amerika vier Engelse fregatten de haven van Nieuw Amsterdam binnen. De totale kolonie Nieuw Nederland omvat op dat moment zo’n 9.000 personen, 1.500 daarvan wonen in de vestiging Nieuw Amsterdam. Stuyvesant wil de kolonie verdedigen, maar de Hollandse burgers weigeren hem hulp. Ze hebben genoeg van zijn dictatoriale optreden en zien meer in een Engels bestuur. Daarop besluit Stuyvesant af te zien van verzet en geeft zonder te vechten de kolonie en de vestiging Nieuw Amsterdam op. Op 6 september nemen de Engelsen Nieuw Amsterdam ‘officieel’ over en veranderen ze de naam in New York. Ze vernoemen de stad naar de Hertog van York – de latere koning James II.
- Ook met de Fransen hebben de Hollanders ondanks het onderlinge verdrag van 1663 de nodige botsingen. Zo nemen op 1 mei de Fransen Cayenne, gelegen in het huidige Frans Gyuna in. Het Nederlandse garnizoen in Fort St Michiel capituleert zonder te vechten.
- In opdracht van Johan de Witt vertrekt een oorlogsvloot van twaalf schepen onder leiding van Michiel de Ruyter in het najaar van 1664 vanuit de Middellandse Zee, waar hij in Algiers heeft onderhandeld met Algerijnse kapers richting Afrika. Bij de westkust van Afrika hebben Engelse oorlogsschepen enkele WIC-handelsschepen overvallen en deze gedwongen hun waar te overhandigen. Ook hebben ze aan de westkust van Afrika een aantal handelsposten van de WIC, van waaruit de slavenhandel plaats vindt, aangevallen en in bezit genomen. Johan de Witt wil een kostbare oorlog met Engeland vermijden, maar vindt wel dat er op deze vijandelijkheden gereageerd moet worden. Hij geeft De Ruyter per brief in het diepste geheim opdracht om met zijn vloot naar Afrika te varen en daar tegen de Engelsen op te treden.
- Bij Kaap Verdië houdt De Ruyter in het najaar een achttal Engelse handelsschepen aan en dwingt hen om hun handelswaar af te geven. De Engelse boten worden vergezeld door een Engels oorlogsschip, maar deze besluit niet in actie te komen. De klagende Engelse koopvaarders kunnen volgens De Ruyter een verzoek tot compensatie indienen bij de WIC.
- Na de pestepidemie van Amsterdam van 1663 komen er in 1664 ook in andere plaatsen pestgevallen voor, onder andere in Hoorn en Enkhuizen. De stad Hoorn is een enorm bedrag kwijt aan de productie van doodskisten. In het najaar van 1664 is de epidemie over zijn hoogtepunt heen. Na 1664 vinden er in Nederland geen grote uitbraken van de pest meer plaats.
- Tijdens de pestepidemie van 1664 vaardigt de stad Den Haag een verbod uit om na afloop van een begrafenis een bijeenkomst te houden waarbij bier of wijn wordt geschonken, bang dat men is dat tijdens die bijeenkomsten de pest zich verspreidt. De boete voor een overtreding op dit gebod bedraagt honderd gulden. Men weet dan nog niet dat de ziekte wordt overgebracht door vlooien die op ratten leven.
- De Amsterdamse schilder Gabriël Metsu schildert één van zijn bekendste schilderijen ‘het zieke kind’. Op het schilderij staat een moeder afgebeeld die haar vermoedelijk aan de pest lijdend zieke kind troost.
1665: Gouda; foto genomen op 26 september 2023
Wat gebeurt er in Nederland in 1665?
- Michiel de Ruyter vervolgt in januari zijn tocht langs de kust van Afrika. Op 4 januari komt hij met zijn vloot aan bij West-Afrika. Bij het huidige Liberia en Senegal herovert hij meerdere forten op de Engelsen, onder andere de eerder verloren gegane forten Fort Nassau en Fort Orange op het eiland Gorée, De forten werden door de WIC gebruikt voor de slavenhandel. Nadat de Engelsen de forten in 1663 veroverden, werd deze rol in de slavenhandel ter plekke overgenomen door de Royal African Company (de RAC), een Engelse tegenhanger van de VOC en de WIC.
- In maart breekt officieel de Tweede Engelse Oorlog uit tussen de Republiek en Engeland. Nadat Engelse oorlogsschepen Hollandse handelsschepen bij het Spaanse Cadiz en in het Kanaal hebben overvallen, verklaart de Republiek op 4 maart Engeland formeel de oorlog. Net zoals in de Eerste Engelse Oorlog is het een oorlog die gaat om wie de overzeese handel en vervoer beheerst.
- Gevochten wordt er vooral op zee. In maart steekt Michiel de Ruyter in opdracht van Johan de Witt en de Staten-Generaal vanuit Afrika met zijn vloot de Atlantische Oceaan over en valt de Engelsen in het Caraïbisch gebied en in Noord-Amerika aan. Bij Barbadsos zeilt hij de Carisle Bay binnen en vernietigt daar veel voor anker liggende Engelse koopvaarders. Het lukt hem echter niet de kanonnen van het Engelse fort tot zwijgen te brengen en nadat een aantal Hollandse schepen door het kanonvuur beschadigd raakt, zeilt hij weg naar het Franse Martinique – Nederland heeft sinds 1662 een samenwerkingsverdrag met de Fransen – om de schepen daar te laten repareren.
- Na een provisorische reparatie van de beschadigde schepen, zeilt hij naar Noord Amerika. Onderweg levert hij goederen af op St Eustatius. Ook overvalt De Ruyter onderweg een aantal Engelse handelsschepen die toevallig zijn pad kruizen. Hij verkoopt de veroverde handelswaar op het Franse eiland St Kitts. Daarna zet hij koers naar Noord-Amerika. Vanwege de opgelopen schade tijdens de aanval op Barbados ziet hij af van de oorspronkelijk geplande aanval op New York, het vroegere Nieuw-Amsterdam. Hij denkt ten onrechte dat er veel Engelse oorlogsschepen voor anker liggen en vindt zijn beschadigde vloot te verzwakt voor een gevecht daarmee. In werkelijkheid bevindt zich op dat moment hoogstwaarschijnlijk maar één Engelse oorlogsschip in New York.
- De Ruyter kiest ervoor om door te zeilen naar Newfoundland, waar hij de stad St John tijdelijk in bezit neemt. Om de haven binnen te kunnen varen, vaart hij met zijn schip door een ketting die de haven afsluit. Hij bezet vier dagen lang de stad en vernielt in die tijd meerdere militaire gebouwen van de Engelsen. Met medeneming van de lading van enkele Engelse handelsschepen, die volgeladen met wijn, zout en voedsel in de haven liggen, vaart hij terug naar Europa. Om een grote Engelse oorlogsvloot die ondertussen op hem jaagt te ontlopen, vaart hij niet door het Kanaal terug, maar om Schotland heen en langs de kust van Noorwegen en Jutland om op 6 augustus de haven van Delfzijl binnen te varen, waar hij als held wordt ontvangen.
- De Nederlanders kunnen wel een succesje gebruiken, want op 13 juni is de zeeslag bij Lowstoft geëindigd n een grote nederlaag voor de Hollanders. Een Hollandse vloot van 103 oorlogsschepen onder leiding van luitenant-admiraal Jacob van Wassenaer Obdam, met in totaal 21.600 man aan boord, wordt daar vernietigend verslagen door een Engelse vloot van 109 Engelse oorlogsschepen met 22.000 man aan boord. De Engelse vloot staat onder leiding van de Hertog van York, de man naar wie New York is genoemd en die een broer van de Engelse Koning Charles II is.
- Net zoals tijdens de Eerste Engels-Nederlands oorlog hebben de Engelsen, ondanks vernieuwingen van de Nederlandse vloot, de beter uitgeruste schepen. De Nederlanders verliezen twintig oorlogsschepen: vijf raken er zwaar beschadigd en 9 schepen worden door de Engelsen overmeesterd en meegenomen naar Engeland. Onder de Hollandse bemanning vallen 2.500 doden en gewonden en daarnaast worden er ook nog eens 2.000 Hollandse zeelieden gevangen genomen. De Engelsen verliezen slechts één schip en tellen 500 doden en gewonden.
- Tijdens de zeeslag raken de twee admiraliteitschepen, the Royal Charles en De Eendracht met elkaar in gevecht. Een door De Eendracht afgeschoten kanonskogel treft de commandopost van de Royal Charles. De Hertog van York blijft ongedeerd maar een aantal anderen overleven de inslag niet, waaronder de graaf van Muskerry en de hertog van Falmouth, een zekere Charles Berkeley. Deze laatste wordt door de kanonskogel onthoofd, waarbij zijn hoofd min of meer in de armen van de hertog van York belandt. Niet alle Engelsen zijn overigens erg verdrietig over de dood van de hertog Berkeley. Hij geldt niet als een groot licht. Zo dicht de Ierse dichter John Denham de regels: “His shattered Head the fearless Duke disdains / And gave the last first proof that he had brains”
- Overleeft de hertog van York de strijd wel, dat geldt niet voor zijn tegenstrever luitenant-admiraal Jacob van Wassenaer Obdam. Hij wordt dodelijk getroffen door een kanonskogel, afgevuurd door de Royal Charles, en als vijf minuten later een ander schot in de kruitkamer van De Eendracht belandt, ontploft het schip. Slechts vijf man overleven de ontploffing.
- Na de zeeslag wordt de populaire Michiel de Ruyter bij terugkomst in Nederland in de rang van luitenant-admiraal benoemd als de nieuwe opperbevelhebber van de gezamenlijke vloot. Een jaar eerder heef hij deze benoeming nog afgeslagen. Cornelis Tromp, de zoon van Maarten Tromp, is boos. Hij had graag de nieuwe opperbevelhebber willen worden.
- In juli verzamelt de bisschop van Münster Christoffel Bernhard van Galen, later bekend geworden onder zijn bijnaam ‘Bommen Berend’, een huurleger van 18.000 man. Het lijkt er op of hij van plan is om het oosten van Nederland binnen te vallen. De financier van dit huurleger is de Engelse koning, Hij hoopt dat Nederland door het voeren van een landoorlog in het oosten van het land minder geld te besteden heeft voor zijn vloot. De steden in Overijssel en in Gelre zijn totaal niet voorbereid op een mogelijke inval. Als de plaatsen in het oosten de opbouw van het leger van de bisschop gewaar worden, raken ze dan ook flink in de paniek. Zo heeft Lochem niet alleen te maken met een flink verwaarloosde stadspoort – die wordt snel met provisorische middelen hersteld – maar ook met een gebrek aan lood en kruit en tot overmaat van ramp is de trommel die gebruikt wordt om soldaten ritmisch orders te geven kapot. Snel stuurt Lochem op 27 juli iemand naar Zutphen om kruit en lood te kopen en om de trommel te laten repareren bij een trommelslager. De totale kosten van dit alles bedragen 14 gulden en 8 stuivers.
- In september valt de bisschop van Münster met zijn door de Engelsen betaalde huurleger inderdaad oost-Nederland binnen. In een rap tempo verovert hij allerlei dorpen in Twente en in de Achterhoek zoals Enschede, Borculo, Eibergen en Doetinchem en ondanks dat de trommel van Lochem het weer doet, ook die stad. In december wordt Lochem weer ontzet door een Nederlands leger dat onder leiding staat van Johan Maurits van Nassau–Siegen. Het Hollandse leger worden vergezeld door een slecht uitgerust en af en toe plunderend Frans leger dat Lodewijk XIV overeenkomstig het verdrag van 1662 heeft gestuurd om Nederland te ondersteunen.
- In december varen vanuit Jamaica de broers Edward en Thomas Morgan – deze laatste zal later een bekende piraat worden – met een vloot van tien schepen naar St Eustatius en Saba en veroveren deze Hollandse eilanden voor de Engelsen.
- In Delft schildert Johannes Vermeer zijn bekendste schilderij, ‘Het meisje met de parel.’
- Op 5 december breekt tijden een zware noordwester storm de dijk bij Durgerdam waardoor grote delen van Waterland en de Zaanstreek overstromen.
- Op 10 december wordt op initiatief van van raadpensionaris Johan de Witt en Michiel de Ruyter het ‘Regiment der Marine’ opgericht. Het staat vandaag de dag bekend onder de naam ‘Korps Mariniers’. Het dient om landingen te kunnen uitvoeren vanaf de vloot.
1666: Pijnacker; foto genomen op 11 oktober 2023
Wat gebeurt er in Nederland in 1666?
- Op 16 januari verklaart Frankrijk, dat een samenwerkingsverdrag met Nederland heeft, Engeland ook de oorlog. Ook Denemarken en Noorwegen doen dit, wat de situatie voor Nederland aanmerkelijk verbetert. Zo besluiten de Engelsen om een deel van hun oorlogsvloot, zo’n zestig schepen, in het Kanaal van Dover te laten om eventuele aanvallen van de Fransen te voorkomen. De meeste Franse schepen bevinden zich overigens op dat moment op de Middellandse Zee zodat de Engelsen vooralsnog weinig te vrezen hebben van de Franse vloot.
- De zeeoorlog met Nederland, en de teruglopende handel als gevolg van die oorlog, kost Engeland veel geld. Ze besluiten om niet langer het leger van de bisschop van Münster te financieren. Hij moet als gevolg daarvan 14.000 man van zijn huurleger wegsturen. Hij houdt nog een leger van 3.000 man over en trekt zich terug uit de plaatsen in Nederland die hij nog in bezet heeft. Op 18 april sluiten Nederland en de Bisschop van Münster vrede. Vijf jaar later zal ‘Bommen Berend’ de Republiek opnieuw binnen vallen.
- In 1666 vinden er drie zeeslagen op de Noordzee plaats. De eerste zeeslag – de zogeheten Vierdaagse zeeslag; een uitzonderlijk lange periode voor een zeeslag – vindt plaats van 11 juni tot en met 14 juni. Een Hollandse vloot van 84 schepen met 22.000 man aan boord raakt in het Kanaal in gevecht met een Engelse vloot van 79 schepen en 21.000 man aan boord. Het zal het grootste en het langdurigste gevecht van de hele oorlog worden. De zeeslag wordt gewonnen door de Hollandse vloot die onder leiding staat van Michiel de Ruyter. De Engelsen verliezen twintig oorlogsschepen en zo’n 5.000 man (gesneuveld, gewond of gevangen genomen.) Maar ook de Hollandse vloot kent de nodige schade, vier schepen zinken, een aantal andere raakt beschadigd en onder de bemanning vallen 2.000 doden en gewonden.
- De Tweedaagse Zeeslag – de Engelsen die nog de oude Juliaanse kalender hanteren noemen het de ‘St James Day Fight (St James day is 25 juli) – vindt plaats op 4 en 5 augustus. Het oorspronkelijk plan van de Hollandse vloot onder leiding van Michiel de Ruyter is om samen met een Franse vloot de Engelse vloot, die in de dokken van Chatham ligt, daar aan te vallen en te vernietigen. Voor dat doel varen er 2.700 man van het net opgerichte ‘Regiment der Marine’ aan boord van de vloot mee. Er komt niets van het plan terecht. De Franse vloot komt niet opdagen, de Engelsen slagen er in om uit te varen en draaiende wind en windstiltes zorgen er voor dat de Hollandse vloot van zo’n 90 schepen en 16 branders – ook de Engelsen tellen ongeveer 90 schepen – uit elkaar drijft.
- De zeeslag eindigt in een Engelse overwinning. De Hollanders verliezen twee schepen en tellen 2.500 doden en gewonden; ook raken veel schepen beschadigd. De Engelsen verliezen één schip en tellen zo’n 1.000 doden en gewonden. Daarnaast zorgt de slag ook nog eens voor een tweespalt tussen Michiel de Ruyter en Cornelis Tromp, deze zoon van Maarten Harperszoon Tromp is de bevelhebber van de Nederlandse achterhoede. Door de draaiende wind kan Cornelis Tromp De Ruyter niet bijstaan in diens gevecht met de Engelsen. Het gebeuren leidt tot een verdere verwijdering tussen Tromp, hij is één van de bekendste Orangisten, en de Ruyter, een republikein. Pas tijdens de derde Engels-Hollandse oorlog (1672-1674; Willem III is dan stadhouder) zullen de mannen zich weer verzoenen.
Kaartje dat aangeeft waar de zeeslagen tijden de tweede Engels-Nederlandse oorlog plaatsvinden. Kaartje: Memnon335bc;Engelstalige Wikipedia
- De derde slag, ‘Holmes Bonfire’, vernoemd na de Engelse bevelhebber Robert Holmes, vind plaats op 19 en 20 augustus. Na de St James Fight vaart Holmes met acht oorlogsschepen (plus een aantal branders – kleine schepen die in brand gestoken worden en dan richting vijand worden gestuurd); en een aantal grote sloepen om in laagwater te kunnen varen) door naar Vlieland. Hier liggen in het zeegat Vlie tussen Vlieland en Terschelling zo’n 150 handelsschepen en walvisvaarders voor anker. De Nederlandse vloot van De Ruyter is te zwaar beschadigd om direct in de achtervolging te kunnen gaan. De Engelsen worden in de ondiepe wateren de weg gewezen door de verbannen Nederlandse kapitein Laurens Heemskerck, die in 1665 vanwege ‘lafheid’ vertoond tijdens de Slag bij Lowestof ontslagen is en bij verstek ter dood is veroordeeld. Hij is daarop naar Engeland gevlucht en in dienst getreden van de Engelse marine. Ook krijgen de Engelsen bij het navigeren in het ondiepe water hulp van een loods van een eerder overmeesterd Deens schip. In ruil voor teruggave van het overmeesterde Deense schip helpt de Deense loods met het navigeren.
- De voor anker liggende handelsvloot wordt verdedigd door slechts twee kleine Hollandse oorlogsschepen die geen schijn van kans hebben tegen de overmacht. De twee oorlogsschepen en liefst 114 handelsschepen gaan verloren en bijna 2.000 zeelieden komen om het leven. Het leid tot een wekenlang sluiting van de Amsterdamse handelsbeurs.
- De volgende dag besluit Holmes om in Terschelling aan land te gaan en het dorp West Terschelling plat te branden. Alleen de kerk, de Brandaris-vuurtoren, en 30 van de 270 huizen overleven de vuurmassa, de rest van het dorp gaat geheel in vlammen. Het platbranden van dorpen aan de kust is iets wat Engeland en de Republiek al decennia niet meer doen. Het wordt als not-done beschouwd en het levert dan ook veel verontwaardiging in Holland op. Holmes hoopt dat die verontwaardiging zich tegen Johan de Witt en de Staten-Generaal zal keren, maar het tegendeel is het geval. De Witt krijgt hierdoor juist meer steun in de strijd tegen de Engelsen. Als een paar weken later de Grote brand van Londen uitbreekt, wordt dat in de Republiek gezien als een straf van God voor de Engelsen voor het platbranden van West Terschelling.
- Tijdens de inval vlucht volgens een latere legende een aantal eilandbewoners naar de oostkant van het eiland. Ze worden achtervolgd door een groep Engelse soldaten. Als deze op een gegeven moment op een duin bij Strijp in de mist een aantal zwarte schaduwen op een duin zien staan, denken ze dat dit een linie Hollandse soldaten is. Aan een passerende oude vrouw – het vrouwtje van Strijp – vragen ze hoeveel het er zijn. “Het zijn er honderden maar er liggen er ook nog duizenden.” antwoordt ze, waarop de Engelsen omkeren. Het is een misverstand. In werkelijkheid zijn de zwarte schaduwen geen soldaten maar oude grafstenen van een niet meer gebruikte begraafplaats.
- Op 11 oktober wordt in Den Haag ritmeester Henri de Fleury de Coulan onthoofd door de Haags stadsbeul Hals- what’s in a name. De Coulon is schuldig begonnen aan hoogverraad. Henri de Fleury de Coulan is een Fransman die al meer dan 20 jaar meevecht met de Hollanders, onder andere in 1665 in de strijd tegen de binnengevallen legers van de bisschop van Münster. Maar ook eerder al, in de tijd van Frederik Hendrik, vocht De Coulan mee aan diens zijde in de strijd tegen de Spanjaarden. De Coulan wordt in 1666 door Johan de Witt ingezet in een stille diplomatie met de Engelsen. De Coulan had voor de oorlog goede contacten met de Engelsen en is er toen ook een aantal keer in Londen geweest. Door middel van brieven moet De Coulan te weten komen op wat voor voorwaarden de Engelsen een vredesakkoord willen sluiten.
- De Coulan is echter ook een Orangist, dat wil zeggen hij behoort tot de mensen die weer een stadhouder wil hebben en wel in de persoon van de jonge prins Willem III van Oranje-Nassau, de dan 15-jarige zoon van de voormalige stadhouder Willem II. Bij één van de brieven aan de Engelsen stuurt hij ook stiekem een velletje met een plan B mee, dit voor het geval de Engelsen en Johan de Witt er niet uit komen. Dit plan B houdt een soort staatsgreep in die de Engelsen dan moeten steunen, waarna Willem III benoemd zal worden als stadhouder, die dan vervolgens vrede met de Engelsen zal sluiten. Als De Coulan kopieën voor Johan de Witt komt brengen van de ‘officiële” brieven die hij heeft verstuurd zit er per ongeluk ook een kopie van het plan B briefje bij. Als Johan de Witt dit briefje leest, laat hij de Coulan en een aantal medestanders vervolgen voor hoogverraad. De Coulan wordt ter dood veroordeeld. Na zijn onthoofding dicht Constantijn Huygens: ” Hier light een schuldigh man, van Hooft en Hals berooft, die, toen hij schuldigh weird, een’ hals had, maer geen hooft.”
- Op 26 augustus overlijdt op 83-jarige leeftijd in Haarlem de schilder Frans Hals.
1667: Gouda; foto genomen op 26 september2023
Wat gebeurt er in Nederland in 1667?
- Terwijl de Engelsen nog steeds kampen met de gevolgen van de Grote Pestepidemie van 1665-1666 (100.000 pestdoden in Londen) en de Grote brand van Londen in september 1666 (zo’n 13.000 huizen gaan in vlammen op), heeft Nederland in de winter de vloot vernieuwd en sterkere en wendbaardere oorlogsschepen gebouwd, waardoor ze een overwicht op zee krijgen. Het resulteert in meerdere successen. Zo veroveren op 5 februari tijdens een gevecht voor de kust bij Kent twee Nederlandse oorlogsschepen, de Delft (34 kanonnen) en de Shakerloo (28 kanonnen,) het nog geen jaar oude Engelse oorlogsschip de Saint Pratrick (50 kanonnen). Bij het gevecht komen de Engelse commandant Robert Saunders en acht van zijn bemanningsleden om het leven. Het schip wordt vervolgens naar Vlissingen gesleept, waar het wordt omgedoopt in de Zwanenburg.
- Op 25 februari vaart een Hollands flottielje onder leiding van admiraal Abraham Crijnssen de Surinamerivier op naar Fort Willoughby (het tegenwoordige Fort Zeelandia in Paramaribo) en beschiet het. De Engelse commandant William Byan geeft zich daarop over, waardoor Nederland de controle krijgt over het grootste gedeelte van het huidige Suriname.
- Op 1 mei vaart een Hollandse vloot van 24 schepen onder leiding van Admiraal Willem van Ghent de ‘Firth of Forth’ baai bij Schotland binnen en voorkomt dat Engelse oorlogsschepen kunnen uitvaren die van plan zijn om een grote Nederlandse handelsvloot aan te vallen.
- Van 19 tot 24 juni vindt de Tocht naar Chatham plaats. Er vinden al vanaf maart in Breda vredesonderhandelingen plaats tussen de Engelsen en de Nederlanders, maar omdat deze besprekingen niet erg vlotten, besluiten de gebroeders Johan en Cornelis de Witt om het oude gewaagde plan van de Ruyter nieuw leven in te blazen. Ze geven De Ruyter en admiraal Willem van Ghent opdracht om gezamenlijk via de Thames en de Medway naar Chatham te varen om daar de voor anker liggende Engelse vloot aan te vallen. Vanwege grote financiële problemen liggen de Engelse oorlogsschepen in de haven van Chatham aan wal. Cornelis de Witt is namens de Staten-Generaal aan boord om toezicht op de operatie te houden en er zorg voor te dragen dat het plan daadwerkelijk wordt uitgevoerd. Veel van de bevelvoerders aan boord van de schepen hebben er namelijk een hard hoofd in.
- De Hollandse vloot van zo’n 75 schepen vaart onder leiding van Van Ghent eerst de Thames op. Daarna varen De Ruyter en van Ghent gezamenlijk de Medway op richting Chatham. Aan boord van de Hollandse schepen bevinden zich zo’n 17.500 man waaronder 800 man van het nieuw opgerichte korps mariniers. Deze speciale troepen landen op 20 juni op de oevers bij Sheerness om aldaar de verdedigingstellingen op land van de Engelsen aan te vallen. Ze hebben uitdrukkelijk de opdracht om burgers en hun huizen te ontzien.
- Nadat de mariniers de verdedigingswerken bij Sheerness onschadelijk hebben gemaakt, vaart de vloot de Medway op richting Gillingham waar de Engelsen een blokkade hebben opgericht met verzonken boten en een ketting. In tegenstelling tot de verhalen wordt de ketting niet stukgevaren – de eerste (lichte) Hollandse boot, ‘De Vreede’, met als gezagvoerder Jan van Brakel vaart er gewoon overheen, waarna anderen de ketting losmaken. Omdat Michiel de Ruyter die dag ziek is, is hij bij deze actie niet aanwezig. Hij komt pas de volgende dag bij Gillingham aan.) De blokkade wordt doorbroken, waarna de Hollanders de niet-operationele Engelse vloot bij Chatham aanvallen.
- Dertien Engelse oorlogsschepen worden vernietigd en twee schepen waaronder de vlaggenschepen de HMS Unity en de HMS Royal Charles worden veroverd en mee teruggenomen naar de Republiek. Daarnaast laten de Engelsen zelf nog eens dertig Engelse schepen zinken om te voorkomen dat ook deze ook door de Hollanders mee terug genomen kunnen worden. De Hollanders verliezen niet één schip. De Engelsen tellen zo’n 500 doden en gewonden, de Nederlanders vijftig.
- De Tocht naar Chatham geldt als het grootste maritieme succes uit de Nederlands geschiedenis en als één van de grootste Engelse maritieme nederlagen. Na de tocht is koning Charles II bereid om snel vrede te sluiten. Omdat de Fransen in mei eigenhandig zonder Nederland de Spaanse Nederlanden zijn binnen gevallen en daar diverse steden in bezit hebben genomen, zien de Hollanders Frankrijk ondanks het onderlinge verdrag als een gevaar en zijn ze, om te voorkomen dat de Republiek in twee oorlogen (met de Engelsen en met de Fransen) belandt, ook bereid om snel vrede te sluiten.
- Op 31 juli wordt het Vredesverdrag van Breda ondertekend. Ook Frankrijk, Noorwegen en Denemarken sluiten vrede met Engeland. Het verdrag telt een aantal gunstige bepalingen voor de Hollanders. De Engelse handelsbelemmeringen, de aanleiding tot de oorlog, worden deels versoepeld. Zo mogen Hollandse schepen in het vervolg weer goederen die via de Rijn en de Schelde worden aangevoerd zonder tarieftoeslag naar Engeland vervoeren.
- Het verdrag bevat daarnaast ook de bepaling dat de veroverde overzeese situatie grotendeels blijft zoals die is. Als gevolg hiervan behoudt Engeland de veroverde kolonie Nieuw-Nederland en behoudt Nederland Suriname, het Molukse eiland Run en de veroverde forten bij Ghana en elders in Afrika. Uitzondering op de regel dat de bestaande overzeese situatie wordt bestendigd is dat de eilanden St Eustatius en Saba die de Engelsen tijdens de oorlog hebben veroverd weer terug worden gegeven aan Nederland.
- Op 5 augustus stellen de Staten van Holland op aandrang van de gebroeders De Witt het Eeuwig Edict op waarin wordt vastgelegd dat de Staten van Holland nooit meer een stadhouder zullen hebben en dat de politieke macht altijd bij de steden zal blijven. De achtergrond is de steeds groter groeiende aanhang van de Orangisten die Willem III graag als stadhouder zien. Wel laat Johan de Witt de mogelijkheid open dat Willem III benoemd kan worden als eventuele legeraanvoerder.
- Omstreeks 1667 schildert Rembrandt ‘Het Joodse Bruidje’. Het precieze jaar staat niet vast. Het is ergens geschilderd in de periode 1665 – 1669.
- Hendric Stevin, een zoon van Simon Stevin, publiceert een boek, ‘Het Wisconstich Filosofisch Bedryf’, met daarin een voorstel om een afsluitdijk tussen de Waddeneilanden aan te leggen en daarmee de Waddenzee en de Zuiderzee af te sluiten. Er dienen volgens het plan wel uitwateringssluizen te komen om het water van de IJssel te lozen en er moet een kanaal ‘deur het Wijkermeer en Beverwijc tot in de Noortzee’ komen, om de havens van Amsterdam bereikbaar te houden. Het plan is technisch onhaalbaar en raakt in de vergetelheid.
Het voorstel van Hendric Stevin; kaart Rijkswaterstaat.
1668: Gouda; foto genomen op 26 september2023
Wat gebeurt er in Nederland in 1668?
- Op 23 januari sluiten Engeland en Nederland een alliantie. Op 25 april sluiten de Zweden zich hierbij aan. De reden om een alliantie te sluiten is de dreiging van een verder oprukkend Frankrijk in Europa. De alliantie omvat drie soorten afspraken. Ten eerste spreken de landen af om elkaar te verdedigen in het geval de landen aangevallen worden door een andere mogendheid – lees Frankrijk, ten tweede zullen de landen alles te doen om te zorgen dat er een vrede tot stand komt tussen Spanje en Frankrijk en ten derde, en dit is een geheime clausule, zullen de landen er alles aan doen om er voor te zorgen dat er een vredesverdrag komt tussen Spanje en Portugal, desnoods door middel van militair ingrijpen. Deze laatste clausule is op 25 april, als Zweden de alliantie ook ondertekent, niet meer van belang. Spanje en Portugal hebben dan al zonder militair ingrijpen van Engeland en de Republiek op 13 februari een vredesverdrag gesloten.
- Koning Charles II is overigens niet erg enthousiast over het alliantieverdrag met de Hollanders, mede door de vernedering bij Chatham en de ongunstige Vrede van Breda. Hij ziet het verdrag vooral als iets dat zijn onderhandelingspositie met de Fransen versterkt. Twee jaar later ondertekenen Frankrijk en Engeland een geheim verdrag, het Verdrag van Dover, om gezamenlijk de Republiek aan te vallen.
- Op 1 juli overlijdt op 32-jarige leeftijd onverwacht Wendela Bicker, de echtgenote van Johan de Witt. Hij blijft achter met de zorg voor vijf jonge kinderen. Hij verhuist naar een pand aan de Kneuterdijk in Den Haag, het huidige Johan de Witt-huis.
- Jan Steen schildert ‘Het Vrolijke Huisgezin’, één van zijn beroemdste schilderijen. Het is typisch een voorbeeld van een ‘huishouden van Jan Steen’. Er is een vrolijke chaos te zien en de kinderen doen net zoals de ouderen dingen die slecht voor hen zijn, zoals wijn drinken en roken. Op de schoorsteenmantel staat een bordje met de tekst ‘Zoals de ouden zongen, piepen de jongen’, of te wel het schilderij beeldt uit dat de ouderen het goede voorbeeld moeten geven.
- Op 7 september wordt na aandringen van Johan en Cornelis de Witt de stapelplaats van Schotse wol van Veere naar Dordrecht verplaatst. Een stapelplaats is een plaats waar geïmporteerde producten uit andere landen heen worden gevoerd om vandaaruit over het land verder verspreid te worden. De reden dat de gebroeders De Witt zich voor Dordrecht inzetten is tweeledig. Ten eerste zijn ze zelf uit Dordrecht afkomstig en ten tweede geldt Zeeland, en Veere in het bijzonder, als een bolwerk van de Orangisten.
- Als reactie hierop installeren de Staten van Zeeland op 19 september de dan 17-jarige Willem III als de Eerste Edele in Zeeland, of te wel als de belangrijkste edele afgevaardigde.
- In Gouda wordt begonnen met de bouw van ‘De Waag’. Het is een ontwerp van de bouwmeester Pieter Post. Om er zeker van te zijn dat het gewenste architectonische effect wordt bereikt, laat het stadsbestuur eerst een houten model van de voorgevel plaatsen. Boeren en handelarenzijn verplicht om producten en goederen die meer dan 10 kg wegen en die ze in de stad willen verkopen tegen vergoeding in de Waag te laten wegen. Aanvankelijk wordt er van alles gewogen, later alleen nog maar kaas. De bovenste verdieping van de Waag, niet nodig voor het wegen, wordt door de Goudse schutterij gebruikt als wapenkamer.
- De VOC sluit na lange gevechten, waarin de VOC uiteindelijk aan het langste eind trekt, een overeenkomst met de sultan van Makassar op het eiland Celebes in Indië. Daarin wordt afgesproken dat alle handelaren in kruidnagels een door de VOC goedgekeurde vergunning moeten hebben. Als gevolg daarvan verdwijnen alle Portugese handelaren van het eiland en heeft de VOC een soort monopoly op het vervoer van kruidnagels.
- Op 31 december wordt Herman Boerhave geboren. Hij zal later vooral bekend worden als anatoom, botanicus, scheikundige, humanist en onderzoeker. Vooral als geneeskundige zal hij beroemd geworden. Uit heel Europa komen geleerden, studenten en patiënten naar hem toe, waaronder tsaar Peter de Grote. Als deze in 1715 op bezoek komt, geeft Boerhaave hem te verstaan dat hij de volgende dag maar terug moet komen. Boerhave heeft die dag geen tijd voor hem. Hij heeft afspraken in het Leidse Caecilia Gasthuis, het ziekenhuis voor de armen in de stad, waar hij als hoogleraar samen met zijn studenten aan het bed van de zieken zit en diagnoses stelt. Hij koppelt er de zorg voor patiënten aan medisch wetenschappelijk onderzoek.
1669: Leiden; foto genomen op 20 september 2023
Wat gebeurt er in Nederland in 1669?
- Het jaar 1669 is na 1610 pas het tweede jaar in de zeventiende eeuw dat er nergens in Europa een oorlog wordt gevoerd. Vanwege deze “vreedzame tijden” besluit de Staten-Generaal om minder geld in het leger te stoppen. Het meeste ‘militaire geld’ wordt gebruikt om de vloot te onderhouden. Eén van de redenen dat Johan de Witt minder geld in het landleger stopt, is dat het leger relatief veel Orangisten telt.
- Op 4 oktober overlijdt in Amsterdam op 63-jarige leeftijd Rembrandt van Rijn. Een jaar eerder is zijn zoon Titus overleden. Rembrandt laat een groot oeuvre achter van minimaal 150 schilderijen, 285 etsen en 800 tekeningen. Daarnaast zijn er nog veel schilderijen, etsen en tekeningen die aan hem worden toegeschreven, maar waarvan niet alle experts het er over eens zijn of ze wel van zijn hand zijn.
- De Amsterdamse insectenonderzoeker Jan Swammerdam, geboren in 1637, publiceert in 1669 twee werken die hem beroemd zullen maken. Het eerste is het wetenschappelijk ‘Historia generalis insectorum’ waarin hij dankzij zijn microscopisch onderzoek aantoont dat insecten een inwendige anatomie hebben en dat de verschijningsvorm van insecten niet voorkomen uit spontane generaties, maar dat larve, pop en de volwassen fase van te voren ‘vastgelegde’ vormen van hetzelfde dier zijn. Hij publiceert over zijn ontdekkingen in 1669 ook een Nederlandstalig wat meer populair werk getiteld ‘Algemeene Verhandeling van de bloedloose dierkens’. Jan Swammerdam is ook één van de eersten die het bestaan van rode bloedlichamen beschrijft. Dit doet hij in 1658 in een beschrijving van het bloed van kikkers dat hij heeft onderzocht met hulp van één van de eerste primitieve microscopen.
- De ‘Ilustere school en Collegium Auriacum’ in Breda wordt 23 jaar na de oprichting weer opgeheven. De Hogeschool is geen succes. Ze krijgen te weinig aanmeldingen van studenten. Aanvankelijk kan men er theologie, geneeskunde, rechten, wiskunde en filosofie studeren, maar in 1653 worden al deze studies op theologie na van het programma geschrapt. In 1669 wordt ook met de studie theologie gestopt, waarna de hogeschool zijn deuren sluit.
- In 1669 verschijnt een boekwerk getiteld ‘Het vermaeckelijk landtleven’. Het is een vijfdelig boekwerk voor de bezitters van buitenplaatsen aan de Vecht of de Amstel, in het Gooi, in de duinen bij Haarlem en in de drooggelegde polders van de Beemster en Zijde. Het omvat onder andere een tuin-, een kruiden- en een kookboek.
1670: Haarlem; foto genomen op 28 september 2023
Wat gebeurt er in Nederland in 1670?
- In januari verschijnt er van de in Den Haag wonende filosoof Benedictus de Spinoza het in Latijn geschreven ‘Tractatus theologico-politicus’ (het godgeleerd-staatkundig vertoog). In dit boek gaat hij in op de verhoudingen van staat en religie. Hij beargumenteert wat de beste rollen voor staat en religie moeten zijn en hoe deze zich met elkaar moeten verhouden. Zo concludeert hij dat een zekere mate van democratie en vrijheid van meningsuiting en religie het beste werkt. Ook pleit Spinoza voor een onafhankelijke rechterlijke macht. Daarnaast analyseert hij de Bijbel kritisch, met name het Oude Testament. Vijftien hoofdstukken van zijn boek gaan over religie, vijf over de staat. Het boek sluit af met de regels (in modern Nederlands vertaald): ‘In een vrij staatsbestel is het een ieder toegestaan te denken wat hij wil en te zeggen wat hij denkt. De vrijheid van filosofie is noodzakelijk voor het welzijn van burgers en staat en de democratie is de beste staatsvorm’.
- Omdat Spinoza en zijn uitgever, de Amsterdammer Jan Rieuwertsz, veel weerstand uit conservatieve kerkelijke en politieke kringen verwachten – en mogelijk zelfs een politieke vergelding – geven ze het werk anoniem uit. De naam van de schrijver wordt niet in het boek vermeld, als stad waar het boek wordt gedrukt staat op de titelpagina Hamburg vermeld en als uitgever Henricus Künraht. Het boek zorgt inderdaad voor de nodige opschudding in kerkelijke en conservatief politieke kringen. Zo noemt de Leipzigse professor Jakob Thomasius het “een boek gesmeed in de hel”. In 1673 zal het boek door de Synode van de Nederlandse Hervormde Kerk van Dordrecht publiekelijk worden veroordeeld en het jaar daarop op last van stadhouder Willem III ook officieel verboden. Tegen die tijd is het boek al in meerdere talen in Europa verkrijgbaar.
- De Orangisten in de Republiek krijgen steeds meer invloed. Zo wordt Willem III in 1670 benoemd tot lid van de Raad van State met vol stemrecht.
- In mei sluiten Charles II van Engeland – het land maakt op dat moment nog deel uit van de Triple Alliantie met Holland en Zweden – en Lodewijk XIV van Frankrijk in het geheim het Verdrag van Dover af. Ze spreken af dat ze gezamenlijk de Republiek der Zeven Provinciën zullen aanvallen. Afgesproken wordt dat Frankrijk over land zal aanvallen, waarbij ze steun zullen krijgen van een Engels leger van 6.000 man en dat Engeland over zee zal aanvallen met 50 oorlogsschepen ondersteund door 30 Franse schepen.
- Na de oorlog zal Engeland dan volgens het verdrag Walcheren met de steden Vlissingen, Middelburg en Veere en het Zeeuwse eiland Cadzand in bezit krijgen en Frankrijk alle gebieden tot aan de Rijn en de Nederrijn – deze rivieren ziet Lodewijk XIV als de natuurlijke noordelijke grens van Frankrijk. De rest van de Republiek zou dan een soort rompstaat worden waar Willem III, de neef van Charles II, het voor het zeggen zou moeten krijgen. Ook zal Charles II persoonlijk een jaarlijks bedrag van 230.000 pond van Lodewijk XIV krijgen, zodat hij voor zijn geld niet meer afhankelijk is van het geld dat het Engelse parlement hem jaarlijks toekent. Wel is daaraan de voorwaarde verbonden dat Charles II verklaard dat hij overstapt op het katholieke geloof.
- In december wordt een openbare versie getekend, waarin alleen staat dat Engeland en Frankrijk elkaar ondersteunen. Op grond van dit openbare verdrag kan Charles II dan eventuele “militaire interventies” tegenover het Engelse parlement rechtvaardigen. De voorbereiding van de aanval op de Republiek kost de nodige tijd waardoor de aanval van Frankrijk daadwerkelijk pas in 1672 zal plaatsvinden. Wel bezet in augustus Frankrijk alvast Lotheringen.
- Begin november overlijdt in Haarlem de schilder Salomon van Ruysdael. Hij is vooral bekend van zijn rivierlandschappen. Hij is een neef van Jacob van Ruysdael, eveneens schilder. Deze laatste zal in 1670 zijn bekendste werk ‘De molen bij Wijk bij Duurstede’ schilderen.
- In november bezoekt prins Willem III in Londen zijn oom, koning Charles II. Hij zal er tot februari 1671 verblijven. Tijdens de Engelse burgeroorlog heeft Charles II veel geld geleend van het huis van Oranje-Nassau, maar heeft dit niet terugbetaald. Willem III onderneemt een vergeefse poging om het geld terug te krijgen. Charles II heeft echter niet genoeg geld om hem terug te betalen.
- Omstreeks deze tijd begint de VOC met de productie van opium op Java. De belangrijkste afzetmarkt is China.
1671: Den Haag; foto genomen op 26 juni 2023
Wat gebeurt er in Nederland in 1671?
- Johan de Witt wordt dankzij informanten in Engeland gewaar van de werkelijke afspraken tussen Engeland en Frankrijk. Omdat hij in eerste instantie een zeeoorlog verwacht, wordt als eerste de oorlogsvloot op volle sterkte gebracht, Veel geld om het verzwakte landleger ook op sterkte te brengen is er niet. De mogelijkheden van een Hollandse waterlinie worden onderzocht. Ook worden een aantal forten versterkt.
- In de zomer gaat De Witt op zoek naar buitenlandse steun. In eerste instantie probeert hij een verdrag te sluiten met de Rooms-Duitse keizer Leopold I, maar deze wijst het voorstel van De Witt af. Sterker nog, op 1 november 1671 sluit de keizer een neutraliteitsverdrag met Frankrijk, waarin ze afspreken dat het Rooms- Duitse keizerrijk zich niet zal bemoeien met een eventuele oorlog tussen Frankrijk en de Republiek. Alleen met koning Karel II van Spanje slaagt De Witt er in december in om een verdrag te sluiten, waarin Spanje belooft 3.000 man te sturen in het geval dat Frankrijk de Republiek aanvalt.
- In de zomer breek er een tarievenoorlog uit tussen Frankrijk en de Republiek. Beide landen bestoken elkaar met torenhoge invoerrechten op allerlei producten. Zo heft Frankrijk hoge invoerrechten op zijdeproducten uit Nederland en verhoogt Holland op zijn beurt de invoerrechten op Franse wijn.
- Johan de Witt is niet alleen een staatskundige, maar hij is ook een wiskundige. Zo heeft hij in 1659, als bijlage bij een vertaling van René Descartes’ ‘La Géométrie”, een boekwerk geschreven met de titel ‘Elementa Curvarum Linearum, of te wel ’Grondbeginselen van de Kromme Lijnen’ (het betreft hier ellipsen, parabolen en hyperbolen). In 1671 verschijnt er een speciaal voor de leden van de Staten-Generaal geschreven pamflet van zijn hand getiteld “Waardije van Lyf-renten naer Proportie van Los-renten“, waarin hij twee verschillende methodes van leningen, afbetalingen en rentebetalingen vergelijkt. Hij wil hiermee aantonen dat een systeem van ‘los-rentes’ voordeliger voor de staat en de burgers uitpakt dan een systeem van ‘lijf-rentes’.
- Zo houdt hij rekening met de sterftekans van degenen die geld lenen. Het is één van de eerste keren dat een soort verzekeringsstatistiek wordt beschreven. Naar aanleiding van De Witts berekeningen wordt de staatslijfrente verlaagd. Dankzij zijn nieuwe berekeningen is de staat minder geld kwijt aan te betalen rentes. In het land ontstaat echter rumoer. Lagere rentes op lijfrentes betekent ook minder inkomen voor de burgers die geld lenen aan de staat.
- Tussen Hoorn en Enkhuizen wordt in 1671 een met klinkers verharde straatweg aangelegd. Het is na de weg tussen Den Haag en Scheveningen – deze is in 1667 aangelegd – de tweede verharde straatweg tussen twee plaatsen in het gewest Holland.
- Op 21 december komen in Suriname twee schepen van de WIC aan die vertrokken zijn uit Angola. De schepen met de kapiteins Claes Raes en Jan Dimmes hebben 300 tot slaaf gemaakte mensen aan boord. De mensen worden verkocht aan eigenaren van suikerplantages. De betaling geschiedt in de vorm van suiker. Op de terugweg naar Nederland zitten de ruimen gevuld met suiker.
1672: Leidschendam; foto genomen op 28 oktober 2023
Wat gebeurt er in Nederland in 1672?
- Aan het begin van het jaar is het overduidelijk dat Frankrijk de Republiek gaat aanvallen. Ze zijn bij Charleroi bezig met het opbouwen van een grote troepenmacht van meer dan 120.000 soldaten. Ook het bisdom Münster en het aartsbisdom Keulen, die zich hebben aangesloten bij de Fransen en Engelsen, zijn bezig met het opbouwen van een legermacht van zo’n 30.000 man.
- De Hollandse vloot is inmiddels van zodanig sterk niveau dat men verwacht de gecombineerde Engels-Franse vloot tegen te kunnen houden, maar het landleger en de Hollandse vestigingen zijn door geldgebrek jarenlang verwaarloosd. Johan de Witt houdt er rekening mee dat het Staatse leger de Fransen in Brabant niet tegen kunnen houden. Hij geeft daarom eind januari de staten van Holland en Utrecht opdracht om de mogelijkheid te onderzoeken van het in werking stellen van een Hollandse waterlinie om in ieder geval de staten Holland en Utrecht te beschermen tegen de Fransen en een plan hiervoor uit te werken. De twee staten komen er onderling niet uit. Veel steden (en boeren) protesteren tegen het onder water moeten zetten van hun polders en landerijen en vinden dat dit maar elders moet geschieden.
- De spanning tussen de staatsgezinden en de orangisten neemt ondertussen steeds meer toe. Eén van de luidst om Willem III als stadhouder roepende orangist is admiraal Cornelis Tromp. Deze is nog steeds boos op Johan de Witt, omdat deze in 1665 Michiel de Ruyter en niet hem heeft benoemd als opperbevelhebber van de vloot. Om de orangisten tegemoet te komen benoemt de Staten-Generaal op 25 februari Willem III tot kapitein-generaal van het landleger. Volgens Johan de Witt is de benoeming uitsluitend voor één veldtocht en blijft het Eeuwig Edict waarin is vastgelegd dat het gewest Holland nooit meer een stadhouder zal hebben overeind.
- Op 12 maart maart valt een Engelse vloot onverwacht een Nederlandse handelsvloot aan, de zogeheten Smyrna-vloot die terugkomt uit het oosten van de Middellandse Zee. Op 28 maart verklaart Engeland vervolgens de Republiek der Zeven Provinciën officieel de oorlog. Het is de derde keer in twintig jaar tijd dat er een Engels-Nederlandse oorlog uitbreekt.
- Op 6 april verklaart ook Frankrijk de Republiek officieel de oorlog. De oorlogsverklaringen hebben direct effect op de koers van de VOC. Zo daalt de koers van het aandeel VOC tijdens het rampjaar 1672 van 566 (in juni 1671) naar 290 (in juli 1672).
- In april sluit de koning van Zweden een verdrag met Lodewijk XIV. In ruil voor een jaarlijks pensioen van 600.000 kronen verplicht de Zweedse koning zich om in Duitsland in te grijpen indien de Duitse vorsten de Verenigde Provinciën zouden gaan helpen.
- Eveneens in april besluit de Rooms-Duitse keizer Leopold I dat het voor zijn keizerrijk toch beter is om de Hollanders in hun strijd tegen de Fransen te ondersteunen. Hij geeft zijn gezant in Den Haag opdracht om met de Republiek te gaan onderhandelen. Op 25 juli wordt er een verdrag ondertekend.
- Ook met Frederik Willem, de keurvorst van Brandenburg (en een oom van Willem III), sluit de Staten-Generaal in mei een verdrag. Aanvankelijk is Johan de Witt niet happig om een overeenkomst met keurvorst Frederik Willem te sluiten, bang als hij is dat deze een grotere rol voor zijn neef Willem III zal eisen, maar hij heeft weinig keus. Door al deze verdragen zal de oorlog uitgroeien tot een Europees conflict.
- Op 17 mei trekt het grootste gedeelte van het Franse leger noordwaarts. Ze trekken verrassenderwijs door het onafhankelijke Prinsbisdom Luik. Ze hoeven daardoor niet in gevecht te gaan met de Spanjaarden in de Spaanse Nederlanden en laten zo in Brabant ook de vestigingssteden Bergen op Zoom, Breda, ’s Hertogenbosch en Maastricht, waar het grootste gedeelte van de Hollandse soldaten zich bevinden links liggen. Een ander kleiner deel van het Franse leger trekt richting Zeeland.
- Via Duitsland trekt het Franse leger, waarbij koning Lodewijk XIV zich in eigen persoon heeft aangesloten, naar het oosten van de Republiek, waarna op 12 juni 15.000 Franse soldaten vrijwel probleemloos de Rijn bij Lobith oversteken. Wel raakt de Franse bevelhebber Condé gewond bij de oversteek. Zonder veel tegenstand veroveren de Fransen vervolgens Zutphen en Arnhem.
- De stad Nijmegen verdedigt zich aanvankelijk nog wel. Een week lang wordt de stad verdedigd door een garnizoen van 2.500 man, maar nadat de Fransen exact 7.223 kanonskogels op de stad hebben afgeschoten, geeft de stad zich over. Voor de som van 60.000 gulden zijn de Fransen bereid om van een plundering af te zien en voor nog eens 20.000 gulden extra zullen ze ook afzien van het omsmelten van de bronzen kerkklokken tot kanonnen. De huizen van welgestelde Nijmegenaren worden gevorderd om de Franse officieren te huisvesten.
- Op 1 juni begint de ‘Tweede Münsterse Oorlog’. De bisschoppen Bernhard von Galen (de bisschop van Münster) en Maximiliaan Hendrik van Beieren (de aartsbisschop van Keulen) vallen met een leger van 30.000 man bij Overdinkel Twente binnen. Binnen een maand veroveren ze onder andere de steden Enschede, Grol, Lochem, Bredevoort, Deventer, Zwolle en Kampen. Als de troepen zich daarna naar het noorden begeven, zetten de Staten van Friesland en Groningen delen van het land onder water.
- Op 7 juni vindt op de Noordzee de Slag bij Solvebay plaats. Een gecombineerde Engels-Frans vloot van 93 schepen met in totaal 35.000 man en 6.200 kanonnen aan boord raakt er in gevecht met de Hollandse vloot van 75 schepen, 20.000 man en 4.500 kanonnen. De Hollandse vloot staat onder leiding van Michiel de Ruyter en Willem van Ghent. Deze laatste zal bij het gevecht om het leven komen, net zoals 1.600 anderen aan Hollandse zijde. Aan Engels-Franse zijde sterven zo’n 2.500 soldaten. Het gevecht eindigt min of meer onbeslist, al tellen de Engelsen meer beschadigde schepen dan de Hollanders. Zowel de Engelsen als de Hollanders verliezen twee schepen. De Engelsen verliezen bij deze slag het vlaggenschip de St James.
- Aan boord van het vlaggenschip van Michiel de Ruyter bevindt zich ook Cornelis de Witt. Gezeten op een stoel op het dek ziet hij toe hoe de gevechten zich ontwikkelen. Drie mannen naast hem worden dodelijke getroffen door een Engelse kanonskogel, maar Cornelis de Witt en Michiel de Ruyter blijven ongedeerd. De slag geldt als een strategische overwinning voor de Hollanders. Het doel van de Engelsen om een blokkade van de Hollandse havens af te dwingen wordt niet bereikt.
- De gevechten op het land kennen geen Hollandse successen. Prins Willem III trekt zich noodgedwongen met zijn kleine leger – het grootste gedeelte van de troepen heeft hij in de Brabantse garnizoenssteden gepositioneerd, maar daar zijn de Fransen om heen getrokken – terug naar Utrecht, maar daar is hij niet welkom. De stad heeft geen zin in een belegering door de Fransen en laat de prins niet toe in de stad, waarna deze zich met het leger verder terug trekt ten westen van Utrecht.
- Begin juni wordt ondanks de nodige protesten van de plaatselijke bevolking de waterlinie vanaf de Zuiderzee tot aan de Merwede en de Biesbos in werking gesteld om daarmee het optrekken van de Franse troepen richting het gewest Holland te voorkomen. De linie loopt van Muiden via Woerden en Goejanverwellesluis tot aan Gorinchem. Polders worden ondanks het verzet (en soms sabotage) van boeren onder een laag water van zo’n 40 tot 50 cm water gezet. Hierdoor zijn sloten, kanalen en riviertjes onzichtbaar en vormen daardoor levensgevaarlijke ‘valkuilen’ voor de vijand. Een val in een sloot betekent in veel gevallen de verdrinkingsdood voor mens en paard. En door de geringe diep kunnen er ook geen grote boten over het onder water gezette land varen. Langs kades op dijken bouwen de Hollanders forten en schansen. Op de smalle dijken hebben de Franse legers niets aan hun overtal.
De Hollandse Waterlinie; De zwarte stippen zijn forten en vestingwerken van voor de Waterlinie. Een deel daarvan komt onder water te staan. De waterlinie loopt van de Zuiderzee tot aan de rivier de Merwede; kaartje Nieuwerbrug.net
- Op 21 juni raakt Johan de Witt bij een aanslag in Den Haag gewond. Hij en twee van zijn knechten worden, terwijl hij ’s avonds op weg is van het Binnenhof naar zijn huis op de Kneuterdijk, door vier mannen overvallen. De Witt loopt de nodige klappen op en krijgt twee messteken, één in zijn zij en één in een schouder. Vrijwel tegelijkertijd vindt er in Dordrecht een aanslag plaats op zijn broer Cornelis. Deze blijft echter ongedeerd. Het lijkt op een gecoördineerde actie, maar niet duidelijk is wie er achter de aanslag op Cornelis de Witt zitten.
- De daders van de aanslag op Johan de Witt zijn wel herkend. Eén van hen word gearresteerd en na een kort proces ter dood veroordeeld en onthoofd. De andere drie vluchten naar het leger van prins Willem III, waar ze een veilig heenkomen vinden. Hetgeen doet vermoeden dat deze of één van zijn ondergeschikten er van op de hoogte was.
- Johan de Witt zal vier weken gewond thuis zitten om te herstellen. Tijdens zijn afwezigheid dwingen prinsgezinden de Staten van Holland om het Eeuwig Edict in te trekken. Cornelis de Witt tekent het verdrag onder zware dwang. In eerste instantie weigert hij, maar zijn vrouw smeekt hem het te ondertekenen omdat ze bang is dat ze anders vermoord worden.
- Op 23 juni trekken de Fransen de stad Utrecht binnen, dit nadat de Utrechtenaren hebben besloten om geen weerstand te bieden en de sleutels van de stad aan de Franse koning aan te bieden. Ze hopen hiermee een plundering van de stad te voorkomen. Voor een bedrag van 650.000 gulden zeggen de Franse bevelhebbers toe om de stad niet te plunderen. Behalve die 650.000 moet Utrecht ook kosteloos 8.000 Franse soldaten inkwartieren. Sommige bewoners krijgen tien Franse soldaten in huis.
- In het land ontstaat paniek wat zal resulteren in de uitdrukking ‘het volk was redeloos, de regering radeloos en het land reddeloos.’. De Republiek heeft geluk. Lodewijk XIV pakt niet door en houdt in Utrecht halt. Hij verwacht namelijk dat de Republiek zich spoedig zal overgeven. Engeland stuurt alvast onderhandelaars naar de Republiek. Sommige eisen die Lodewijk XIV vervolgens aan de Staten-Generaal stuurt, zoals het invoeren van het katholicisme als staatsgodsdienst en hoge afdrachten en schadevergoedingen, zijn echter absoluut niet bespreekbaar voor de Republiek.
- Lodewijk XIV maakt van Utrecht zijn Hollandse hoofdkwartier. Zo wordt op 9 juli de Domkerk in gebruik genomen voor de katholieke eredienst. De ‘protestantse preekstoel’ wordt uit de kerk verwijderd.
- Prins Willem III heeft zich terug getrokken achter de waterlinie. Op 4 juli wordt hij benoemd tot stadhouder van Holland, op 8 juli wordt hij definitief benoemd als kapitein-generaal van de landlegers en ook tot admiraal-generaal van de vloot, en op 16 juli wordt hij ook benoemd tot de stadhouder van Zeeland. Hij heeft nu alle macht in de Republiek in handen. Hij vestigt zijn hoofdkwartier voorlopig in Bodegraven waar hij over de grote watermassa van de waterlinie kan uitkijken. Omdat de Fransen niet doorzetten krijgt het Hollandse leger ondertussen de tijd om zich te herpakken en te hergroeperen.
- Begin juli vallen Franse troepen vanuit het zuiden en vanuit de richting Vlaanderen ’s Hertogenbosch aan. Grote delen van het land rondom Den Bosch zijn echter eind mei al onder water gezet, waardoor de Fransen de stad niet goed kunnen benaderen. De sluizen langs de Dieze zijn geopend en enkele dijken bij Empel doorgestoken. De Fransen veroveren wel het vlakbij Den Bosch gelegen Fort Crèvecoeur, maar slagen er niet in om de stad te veroveren. De schuiten met soldaten aan boord lopen vast in het lage water en stukken geschut zakken weg in de moerassige bodem.
- Nadat de Bisschop van Münster de steden Elburg en Harderwijk heeft veroverd trekt hij richting Friesland, Drenthe en Groningen. Op 11 juli verovert hij na een beleg van een week Coevorden. Drie pogingen om Heerenveen te veroveren mislukken echter. Vervolgens trekt hij naar het gewest Groningen. Daar probeert hij eerst de vesting Bourtagne in te nemen. Als na een paar dagen belegering de bevelhebber van het fort de bisschop laat weten, dat hij nog 200.000 kogels in het fort heeft liggen om naar de bisschoppelijke troepen te schieten, besluit deze het beleg op te heffen en verder te trekken naar de stad Groningen. Ook het beleg van Groningen levert Bommen Berend niet het gewenste resultaatop.
- Op 21 juli valt de bisschop na zijn mislukte poging om Bourtange te veroveren met 22.000 man de stad Groningen aan. De Groningers steken de dijken in de omgeving van de stad door en zetten diverse sluizen open, waardoor een deel van het land om Groningen onderloopt. Vanaf een droge landrug ten zuiden van de stad – tegenwoordig de Bischopsrug geheten – graven de troepen van de bisschop loopvragen richting de stad en schieten gloeiende kanonskogels en ‘bommen’ op de stad af. Het zal de bisschop de bijnaam Bommen Berend op leveren.
- Groningen wordt verdedigd door zo’n 2.000 soldaten, waarbij zich zo’n 1.000 burgers en 150 studenten aansluiten. De bestormingen van de stad kosten het leger van de bisschop veel levens, evenals een uitval van de Groningers. Als Bommen Berend op 28 augustus de aanval staakt – ‘Groningen constant, behout van ’t lant’ zoals later wordt geschreven- telt zijn leger duizenden slachtoffers. Na het beleg wordt er in schuren in Helpman, een dorp gelegen tussen Groningen en Haren, zo’n 1.400 gewonde Münsterse soldaten aangetroffen die verzorgd worden door zes Franse chirurgijns.
- Op 26 juli trekken de 15.000 Franse ruiters bij Den Bosch weg, een week later gevolgd door de grondtroepen. Ze trekken richting Zaltbommel. De verovering van het gewest Holland is van groter belang voor de Fransen dan dat van ’s Hertogenbosch. Wel verovert een regiment Fransen onderweg zonder veel tegenstand te ontmoeten op 5 augustus de vestigingsstad Grave.
- Op 4 augustus treedt Johan de Witt officieel af als raadpensionaris. Hij wordt opgevolgd door Gaspar Fagel. Hij is de griffier van de Staten-Generaal, de belangrijkste functie in de Republiek na die van raadpensionaris. Fagel, nota bene één van de ondertekenaars van het Eeuwig Edict, zal tot aan zijn dood in 1688 raadpensionaris blijven en trouw en loyaal zijn aan prins Willem III. Johan de Witt krijgt eervol ontslag, maar prins Willem III verwijdert persoonlijk het ‘eervol’ -gedeelte uit zijn ontslagbevestiging.
- Een zekere Tichelaar beschuldigt begin augustus Cornelis de Witt er van dat deze hem heeft gevraagd om Willem III te vermoorden. Cornelis de Witt ontkent dit ten stelligste en beschuldigt op zijn beurt Tichelaar van het beramen van een aanslag. Cornelis de Witt wordt gearresteerd en naar de Gevangenenpoort in Den Haag overgebracht. Ook Tichelaar wordt daar gevangen gezet. Ondanks een ondervraging op de pijnbank blijft Cornelis de Witt ontkennen. Hij wordt formeel vrijgesproken, maar wordt wel veroordeeld tot verbanning uit het gewest Holland.
- Op 20 augustus wordt Johan de Witt naar de Gevangenpoort gelokt met de mededeling dat zijn broer hem wil spreken. Terwijl hij binnen zit, verzamelt buiten een opgewonden dronken menigte zich, opgehitst door Tichelaar die net is vrijgelaten. De menigte schreeuw om de gebroeders De Witt. In de Gevangenenpoort is een regiment cavalerie aanwezig om de gebroeders De Witt te beschermen, maar het regiment wordt opeens weggestuurd, zogenaamd om elders oprukkende opstandige boeren te verdrijven, De gebroeders De Witt worden daarna door de menigte gelyncht en hun lijken worden vreselijk verminkt en naakt ondersteboven opgehangen. Onduidelijk is en blijft of prins WIllem III betrokken is bij een samenzwering om de broers te doden, maar veel historici vermoeden van wel. Ook Cornelis Tromp is er hoogstwaarschijnlijk bij betrokken.
- Als prins Willem III inderdaad betrokken is bij de aanslagen op de gebroeders De Witt in juni en in augustus en bij de organisatie van de lynchpartij, dan is dat de derde keer dat een lid van de familie Oranje-Nassau, na prins Maurits in 1617 en prins Willem II in 1650, een soort staatsgreep pleegt.
- Tot degenen die zeer geschokt zijn door de moorden behoort ook de filosoof Barach Spinoza. Hij schrijft ’s nachts woedend een pamflet getiteld ‘Ultimi Barbarorum’ (‘jullie zijn de ergste barbaren’) met de bedoeling om dit persoonlijk bij de Gevangenpoort op te hangen. Om hem te beschermen tegen de nog steeds door de stad zwervende dronken oproerkraaiers draait zijn huisbaas, Hendrik van der Spyck, echter de voordeur op slot, waardoor Spinoza zijn huis niet kan verlaten.
- Eind augustus telt het landleger van de Republiek zo’n 40.000 man. Het grootste gedeelte (13.500 man) ligt achter de waterlinie, 8.000 man in totaal zijn gelegerd in de diverse Brabantse vestingsteden, 6.000 man in Zeeland en ruim 10.000 man in de gewesten Friesland en Groningen (Stad en Ommelanden). Zie hier waar de Hollanders liggen en de veldtochten van de Fransen en de Duitse bisschoppen in 1672.
De troepenbewegingen in de zomer van 1672 van de Franse legers (de blauwe lijnen) en die van de legers van de bisschoppen van Münster en Keulen (de zwarte lijnen). Het donkerblauwe gebied tussen Utrecht en Holland is de waterlinie, kaartje Red4tribe; Wikipedia
- In augustus en september worden door de Fransen diverse kastelen en landhuizen in het gewest Utrecht geplunderd, onder andere langs de Vecht. Ook elders in Gelderland vinden plunderingen en brandstichtingen plaats.
- Een konvooi van 14 VOC-handelsschepen slaagt er in het najaar van 1672 in om de Engelse oorlogsvloot te ontlopen en de waar veilig in Amsterdam af te leveren. Direct schiet de koers van het aandeel VOC omhoog.
- In de herfst komt keurvorst Frederik Willem van Brandenburg in actie. Een groot Brandenburgs leger trekt richting de Rijn. Lodewijk XIV besluit om 10.000 man van zijn leger uit het gewest Utrecht weg te halen en dit richting grens te sturen om te voorkomen dat dit leger van keurvorst Frederik Willem de Hollanders kan komen helpen.
- In november steken de Fransen het dorp Abcoude in brand en doen een mislukte aanval op kasteel Abcoude.
- In december gaat het vriezen en bevriest de waterlinie. Een Frans regiment van 6.000 man infanterie en 1.400 man cavalerie verplaatst zich over het ijs richting Bodegraven en Zwammerdam, plundert deze dorpen, waarna ze de dorpen ook nog in brand steken. De Fransen zijn van plan om verder door te stoten naar Den Haag, maar als het echter plotseling gaat dooien, trekken ze zich weer terug. Op sommige plekken zakken ze al door het ijs en moeten ze zich over de dijken terug trekken, waar de Hollanders geschut hebben staan. Tijdens deze terugtocht komen ze langs Fort Oranje bij Nieuwerburg, dat bewapend is met 21 stukken geschut, waar kolonel Mozes Paywin en zijn manschappen zijn gelegerd. Deze is echter – voordat de dooi inzette – met zijn regiment, om omsingeling te voorkomen, naar Gouda afgereisd om daar met zijn meerderen te overleggen wat te doen. Willem III is zo kwaad over ‘het verlaten van zijn post, waardoor de terugtrekkende Fransen niet beschoten kunnen worden‘, dat hij eist dat Paywin voor de krijgsraad moet komen. Als deze Paywin tot een gevangenisstraf veroordeelt, vindt Willem III dit een veel te lichte straf. Hij eist een nieuw vonnis. Paywin wordt nu ter dood veroordeeld en direct onthoofd.
- De Republiek heeft geluk. De winter van 1672-1673 blijkt een zeer zachte winter te zijn en de Fransen wagen zich niet meer op het ijs. Aan het einde van het rampjaar is een groot deel van de Republiek bezet. Het lichtbruine gebied op onderstaand kaartje is nog datgene wat resteert van de Republiek der Zeven Verenigde Provinciën eind 1672.
- De schilder en uitvinder Jan van der Heijden – eerder heeft hij al het ontwerp van een straatlantaarn verbeterd – bedenkt eind 1672 een verbeterd ontwerp voor een brandspuit door er een ‘zuigpomp’ en lederen brandslangen aan toe te voegen. Hierdoor kan een brandslang continu spuiten zonder onderbrekingen.
- In november overlijdt op 58-jarige leeftijd in Leiden de medicus en anatoom Franciscus de le Boë Sylvius. Deze hoogleraar aan de Universiteit van Leiden is één van de eersten die stelt dat chemische processen een belangrijke rol spelen in het menselijk lichaam. Ook legt hij het verband tussen knobbeltjes in de longen en tuberculose.
- Op 30 december heroveren Staatse troepen Coevorden op het leger van de bisschop van Münster.
1673: Leiden; foto genomen op 7 november 2023
Wat gebeurt er in Nederland in 1673?
- Op 12 januari krijgen de brandslangen van Jan van der Heijden letterlijk hun vuurdoop. Het Admiraliteits Magazijn in Amsterdam – tegenwoordig is het Nederlands Scheepvaartmuseum in het gebouw gevestigd – raakt in brand. Het systeem van Van der Heijden blijkt te werken.
- In januari geeft Willem III opdracht om een fort – “Groot fort aen den cleynen Wierick” – te bouwen op de splitsing van de Oude Rijn en de Enkele Wiericke. In juli komt Fort Wierickerschans gereed.
- Op 28 mei 1673 sterft in Amsterdam de 76-jarige kaartenmaker Joan Blaeu. Een jaar eerder is tijdens een brand in februari zijn complete werkplaats en drukkerij volledig verwoest. Het feit dat tijdens deze brand de hele tijd brandspuiten bevroren, was de aanleiding voor Jan van der Heijden om na te denken over een ander type brandslang.
- Er vinden in 1673 drie zeeslagen plaats tussen de Engels-Franse vloot en de Hollandse vloot, die onder leiding staat van Michiel de Ruyter. Op 7 juni en 14 juni vinden bij Schooneveld bij de Westerschelde twee zeeslagen plaats en op 21 augustus vindt er bij het Noord-Hollandse Kijkduin, een hoge duin bij Den Helder, nog een derde zeeslag plaats. Alle drie de zeeslagen worden, ondanks dat de Engels-Franse vloot telkens een numeriek overwicht heeft – bij de eerste zeeslag bij Schoonveld telt de Engels-Franse vloot 86 schepen met bijna 25.000 man en 4.826 kanonnen aan boord tegenover 64 schepen met ruim 14.000 man en 3.157 kanonnen aan boord bij de Hollandse vloot – gewonnen door de Hollandse vloot.
- De bevelhebbers Michiel de Ruyter en Cornelis Tromp – ze werken gedwongen door de omstandigheden weer samen – zijn strategisch gezien superieur aan de Engelsen. De Fransen vechten nauwelijks mee en kijken vooral op een afstandje toe. De Franse bevelhebber zal later in een brief aan Lodewijk XIV vol bewondering over De Ruyter schrijven. Tijdens de zeeslag bij Kijkduin sneuvelen tegenover zo’n 1.000 man aan Hollandse kant, waaronder de vice-admiralen Sweers en De Liefde, zo’n 2.000 Engelsen, waaronder de bevelhebber van de Engelse vloot, admiraal Spragg. Hoewel ze bij deze zeeslag geen schepen verliezen, raken wel veel Engelse oorlogsschepen zo zwaar beschadigd dat de Engelse vloot voorlopig geen dreiging meer vormt voor de Hollanders. Na deze verloren zeeslagen krijgt koning Charles II geen geld meer van het Engelse parlement om de oorlog voor te zetten en is de rol van Engeland in de oorlog zo goed als uitgespeeld.
- Op 7 juni beginnen de Fransen met de belegering van Maastricht. Op weg naar deze stad plunderen de Franse troepen Brabant en Vlaanderen. Bij Maastricht worden duizenden dorpelingen en boeren door de Fransen gedwongen om mee te graven aan een circumvallatielijn – een verdedigingslinie – om de stad heen. Als deze klaar is, begin het 40.000 man tellende Franse leger, met daarin zoals afgesproken in het Verdrag van Dover een paar duizend Engelse en Schotse soldaten, onder leiding van de Franse maarschalk de Lorge met de belegering van de stad. Ook koning Lodewijk XIV is persoonlijk aanwezig. De stad wordt verdedigd door zo’n 4.500 Hollandse en 1.200 Spaanse soldaten. Deze laatsten zijn er overeenkomstig het verdrag dat de Republiek met Spanje heeft gesloten. Er worden duizenden kanonskogels op de stad afgeschoten en als deze een bres in de stadsmuur slaan en de Fransen de stad binnen dreigen te komen, geeft Maastricht zich op 1 juli over. Aan Franse kant sneuvelen tijdens het beleg zo’n 2.300 man, aan Hollandse kant 1.700 man.
- Wie ook sneuvelt tijdens de gevechten om Maastricht is de Franse kapitein-luitenant Charles de Batz de Castelmore, beter bekend onder de naam d’Artagnan. Op 25 juni wordt hij in zijn hoofd geraakt door een musketkogel. Zijn postuum verschenen memoires zijn een inspiratiebron voor de schrijver Alexandre Dumas, die in 1844 een boek schrijft over d’Artagnan en drie musketiers die hij Athos, Porthos en Aramis noemt.
- De aan de Franse kant meevechtende Engelse hertog John Churchill – hij is één van de voorvaderen van de latere Engelse premier Winston Churchill – raakt tijdens de gevechten ernstig gewond maar overleeft zijn verwondingen wel.
- Op 15 juli overlijdt Helena Fourment, de tweede vrouw van Peter Paul Rubens. Ze is één van de bekendste schildersmodellen uit de zeventiende eeuw. Rubens heeft haar tot aan zijn dood in 1640 op liefst acht verschillende schilderijen geportretteerd. Daarnaast is ze ook nog eens op een aantal mythologische en historische schilderijen van Rubens op de achtergrond afgebeeld onder andere op zijn bekende schilderij ‘Tuin der Liefde’ dat tegenwoordig in het Prado in Madrid hangt.
- Op 29 juli heroveren de Hollandse kapiteins-ter-zee Jacob Binckes en Cornelis Evertsen de Jongste, niet te verwarren met zijn neef Cornelis Evertsen de Jonge, met een vloot van 21 schepen New York op de Engelsen en hernoemen de stad in Nieuw Orangien. De kolonie hernoemen ze in Nieuw Nederland.
- Op 30 augustus sluiten de Republiek, Spanje, de Rooms-Duitse Keizer Leopold I en Karel IV van Lotharingen de Quadruple Alliantie om samen tegen de Fransen op te treden.
- Op 5 september verlaten de Franse bezetters Harderwijk. Bij hun vertrek blazen ze twee stadspoorten op en steken de stad op meerdere plaatsen in brand. Een school en dertig huizen branden af.
- Na een belegering van acht dagen heroveren de troepen van prins Willem III op 13 september de vestiging Naarden. De aanvallers tellen zo’n 25.000 man. De stad wordt verdedigd door 3.000 Franse soldaten. Aan beide zijden vallen ongeveer 300 doden. Als wraak blazen op 13 september de Fransen in Brabant het kasteel Cranendonck op, dat persoonlijk eigendom is van prins Willem III.
- Begin oktober probeert de bisschop van Münster de Overijsselse Vecht af te dammen, dit in een poging om Coevorden weer te veroveren. Als er echter door een hevige storm elders een dijk doorbreekt, en het water het land op stroomt, verdrinken er naar schatting zo’n 1.400 Münsterse soldaten.
- Op 12 november veroveren de troepen van Willem III bij een onverwachte aanval de Franse krijgsvoorraden in Bonn. Mede als gevolg hiervan besluit Lodewijk XIV zich terug te trekken uit Utrecht en verplaatst hij zijn troepen naar de veroverde gebieden in de Spaanse Nederlanden. Wel blijven de Fransen de steden Maastricht en Grave bezet houden.
- Als op 23 november de Fransen Utrecht verlaten, eisen ze bij hun vertrek 450.000 gulden van de stad. Anders zullen ze de stad plunderen en in brand steken, De stad kan slechts 250.000 gulden bij elkaar sprokkelen. Om er zeker van te zijn dat de rest van het bedrag ook wordt betaald, nemen de Fransen 14 hooggeplaatste Utrechtse gijzelaars mee. Deze keren pas in april 1674 terug nadat de rest van het losgeld is betaald.
- Door de oorlog en de zo goed als stilgevallen handel verkeert de Republiek in een grote economische crisis. Veel beroepscategorieën komen in de problemen, waaronder ook de schilderkunst. Veel schilders krijgen geen enkele opdracht meer en gaan failliet.
- Op 17 november overlijdt op 50-jarige leeftijd de schilder Jacob van der Does. Hij schildert vooral Italiaanse landschappen en dieren. Omdat hij tijdens zijn leven een schilderij van een geit voor 1.000 gulden heeft verkocht, wordt hij door collega’s ‘de schilder der duizendguldens geit’ genoemd.
1674: Amsterdam; foto genomen op 7 januari 2024
Wat gebeurt er in Nederland in 1674?
- Op 17 februari vindt er bij Ambon een zeer zware zeebeving plaats, waarna er een grote tsunami ontstaat. Het aantal doden onder de plaatselijke bevolking bedraagt volgens VOC-papieren uit 1674 zo’n 2.300 stuks. Ook het VOC-fort Fort Seith op Ambon raakt beschadigd.
- Op 19 februari sluiten de Republiek en Engeland een vredesverdrag, het verdrag van Westminster, waarmee een einde komt aan de Derde Engels-Nederlandse oorlog. In het bedrag wordt onder andere vastgelegd dat de Republiek Charles II een bedrag van 2 miljoen gulden zal betalen ter compensatie van het geld dat hij nu niet meer ontvangt van Lodewijk XIV. In de praktijk ontvangt Charles II echter nauwelijks iets van de Republiek, omdat prins Willem III het bedrag verrekent met het geld dat Charles II nog schuldig is aan het Oranjehuis.
- In het verdrag wordt verder vastgelegd dat de overzeese situatie weer wordt hersteld na de stand van voor de oorlog. “[…] Dat alle landen, eilanden, steden, havens, kastelen of forten die aan beide zijden zijn of zullen worden ingenomen, sinds de tijd dat de laatste ongelukkige oorlog uitbrak, hetzij in Europa of elders, zullen worden teruggegeven aan de voormalige heer of eigenaar, in dezelfde staat waarin ze zullen verkeren wanneer de vrede zelf zal worden afgekondigd.” Als gevolg hiervan krijgt Engeland het in 1673 door de Hollanders heroverde New York weer terug en de Republiek onder andere Saba, St Eustatius en Tobago.
- Dat er in het verdrag ook de woorden ‘of zullen worden ingenomen’ staat, komt omdat het vredesverdrag niet overal op het zelfde tijdstip in gaat, maar dat dit geleidelijk verspreid over het jaar gebeurt. Dit heeft met de verwachte trage communicatie over het verdrag te maken. Zo gaat op de Noordzee ten noorden van Engeland het verdrag pas op 8 maart in, op de Middellandse Zee op 17 april, bij de Evenaar op 15 mei en in de rest van de wereld na 1 november. Zo kan het gebeuren dat op 14 maart het VOC-schip ‘Het Wapen van Rotterdam’, dat bij slecht weer is gestrand bij de Shetland-eilanden, wordt aangevallen door drie Engelse oorlogsschepen. De ongelijke strijd, waarbij na schatting zo’n 300 van de 400 Hollandse zeelieden worden gedood, wordt gewonnen door de Engelsen, waarna het schip naar Harwich wordt gesleept.
- Ook met de bisschoppen van Münster (22 april) en die van Keulen (11 mei) sluit de Republiek een vredesverdrag. Van de vier staten die in 1672 tijdens het rampjaar de Republiek de oorlog verklaarden, is de Republiek na 11 mei alleen nog met Frankrijk in oorlog. Frankrijk trekt zich grotendeels terug uit de Republiek. Zo verlaten de Fransen op 24 juli Nijmegen. De uitzondering is Maastricht. Deze stad zullen de Fransen tot aan het einde van de oorlog in 1678 bezet houden.
- Op 25 juli begint een Hollands huurleger van zo’n 20.000 man, dat onder leiding staat van Carl Rabenhaupt die eerder Groningen succesvol heeft verdedigd tegen bisschop Bommen Berend, met de belegering van Grave. Het Franse leger dat onder leiding staat van Noël Bouton, de markies van Chamilly, telt zo’n 4.000 man. De stad Grave zelf telt maar zo’n 1.500 inwoners. Rabenhaupt probeert de stad uit te hongeren en laat regelmatig bestormingen uitvoeren, die veelal in een bloedbad eindigen met als gevolg dat veel huursoldaten van Rabenhaupt deserteren. Ook laat hij de stad continu beschieten. Er breken ziektes en hongersnood in Grave uit. De Franse markies doet op een gegeven moment Rabenhaupt het voorstel om alle vrouwen en kinderen de stad te laten verlaten, maar dat weigert Rabenhaupt.
- Begin oktober komt na de slag bij Seneve prins Willem III met nog eens 10.000 man aan bij Grave om het leger van Rabenhaupt te versterken, maar ook stormlopen onder het persoonlijk bevel van de prins leiden niet tot succes. Op één dag sterven er zelfs meer dan 1.000 soldaten bij zo’n aanval. De beschietingen op de stad worden nog heviger en uiteindelijk geeft Lodewijk XIV vanuit Parijs de markies van Chamilly toestemming om zich over te geven. Als de troepen van Willem III op 27 oktober eindelijk de stad binnen trekken, staan er nog slechts een paar huizen overeind. Grave is volkomen stuk geschoten. Totaal verliezen de Hollandse troepen bij de gevechten zo’n 8.000 man tegenover 2.000 Franse verdedigers.
- Op 1 augustus raast een zeer zware storm, die de naam ‘Het Schrickelik Tempeest’ zal krijgen, over een smalle strook van Nederland. Op tal van plaatsen zorgen tijdens zeer zware onweersbuiten valwinden en zogeheten gustnado’s voor zeer veel schade. Het gewest Utrecht wordt het zwaarst getroffen. Zo storten in Vleuten, Jutphaas, Bunnik, Houten en IJsselstein alle torenspitsen van de kerken in. De stad Utrecht kent de meeste schade. In een half uurtje tijd sneuvelen een aantal molens, raken tal van daken van huizen beschadigd, worden heel veel bomen, onder andere op het Janskerkhof, langs de Geertekerk, langs de Vecht en op het Vreeburg uit de grond gerukt en sneuvelen de spitsen van de St. Jacobskerk, de St. Nicolaas kerk, de Buurkerk, de Pieterskerk en de Agnietenkerk. De grootste schade wordt aangericht bij de Domkerk. Het middenschip van de kerk, het gedeelte tussen de toren en het kruiswerk, stort in. Omdat de stad na het betalen van de bedragen aan de Fransen geen geld meer heeft, wordt het dak pas in 1676 hersteld.
- De Nederlandse zeevaarder Jurriaen Aernoutsz vaart met zijn schip ‘Het vliegende paard’ met 50 man aan boord vanaf Curaçao naar Acadia, dat in die tijd het huidige Quebec, New Brunswick, Nova Scotia, New England en Philadelphia omvat. Het gebied is in handen van Frankrijk, maar erg veel Fransen zijn er niet om het gebied te verdedigen. Op 10 augustus verovert Aernoutsz met zijn 50 bemanningsleden Fort Pentagouët, waar de Franse gouverneur Jacques de Chambly zich na twee uur vechten overgeeft. Daarna veroveren ze ook Fort Jemseg, waardoor ze controle over het gebied krijgen. Hij hernoemt de kolonie Nieuw-Holland. Na een maand vertrekt Aernoutsz met achterlating van enkele bemanningsleden, die het gebied moeten verdedigen, en de uit New England afkomstige John Rhoades, die namens de Republiek het bestuur van Nieuw Holland in handen neemt. (In 1678 wordt het gebied bij de Vrede van Nijmegen weer terug gegeven aan Frankrijk.)
- Op 11 augustus vindt bij Seneve in de Spaanse Nederlanden een veldslag plaats tussen een Frans leger onder leiding van maarschalk Condé en een gecombineerd Nederlands-Spaans-Oostenrijks-Duitse troepenmacht onder leiding van prins Willem III. Het Franse leger telt zo’n 50.000 man cavalerie en infanterie en heeft 50 kanonnen bij zich. Het geallieerde leger telt 65.000 man met 70 kanonnen. De slag eindigt onbeslist. Het is één van de bloedigste veldslagen uit de oorlog. Beide kampen tellen heel veel doden en gewonden. Aan elke zijde naar verluidt zo’n 10.000 tot 15.000 man.
- De WIC kent in 1674 grote financiële problemen en kan haar schulden niet meer aflossen. Het bedrijf wordt ontbonden. Een jaar later wordt een hernieuwde WIC opgericht, de ‘Tweede Geoctroyeerde West-Indische compagnie ‘die alle bezittingen, waaronder de overzeese gebiedsdelen, vestigingen en schepen, van de WIC overneemt.
- In Limburg wordt na lange tijd weer een heksenproces gevoerd. Op 4 augustus 1674 wordt in Limbrich een zekere Entgen Luyten, een oudere weduwe, beschuldigd van hekserij. Ze snapt niks van de beschuldigingen, wordt ondervraagd en in een kerker van Kasteel Limbrich gestopt. Daar wordt ze op 9 oktober dood aangetroffen. Ze wordt alsnog schuldig bevonden en de doodstraf wordt postuum uitgesproken.
- In augustus overlijdt in Delft Pieter van Ruijven. Waarschijnlijk is hij de grote mecenas van Johannes Vermeer, want op het moment dat Van Ruijven overlijdt, blijkt hij in bezit te zijn van twintig schilderijen van Vermeer.
1675: Amsterdam; foto genomen op 1 november 2023
Wat gebeurt er in Nederland in 1675?
- Begin 1675 mengt Zweden zich overeenkomstig het verdrag dat het land met Frankrijk heeft gesloten zich ook in de oorlog. Het valt Brandenburg binnen. Omdat de Brandenburgers elders samen met onder andere de Hollanders tegen de Fransen vechten, kunnen de Zweden zonder veel tegenstand oprukken en bereiken bijna Berlijn. Hierop halen de Brandenburgers een groot deel van hun troepen uit Rijnland en de Spaanse Nederlanden terug en verplaatsen die naar Brandenburg, precies wat Lodewijk XIV beoogde met zijn samenwerkingsverdrag met de Zweden. De Brandenburgers verslaan vervolgens de Zweden bij de slag van Rathenow. Als reactie op de Zweedse inval kiest de gecombineerde staat Denemarken-Noorwegen de kant van de Republiek en die van Brandenburg en sluit zich bij deze alliantie aan, waardoor de oorlog steeds verder uitbreidt.
- De Fransen maken van de terugtrekking van de Brandenburgers gebruik om in de Spaanse Nederlanden de citadel van Hoei en de citadel van Dinant in te nemen. Willem III stuurt geen troepen om de citadellen, die niet tot het grondgebied van de Republiek behoren, te verdedigen.
- Op 27 augustus sluiten Frankrijk en het Heilige-Roomse Rijk tijdens de oorlog het Akkoord van Straatsburg. In dit verdrag wordt afgesproken dat de landen geen “scheikundige wapens” zullen inzetten. Aanleiding is dat de bisschop van Münster tijden het beleg van Groningen in 1672 musketkogels met arsenicum en kanonskogels met zwavel, beide uitvindingen van Leonardo da Vinci, heeft gebruikt. Het is het eerste verdrag ter wereld dat het gebruik van chemische wapens verbiedt.
- Op 4 oktober krijgt Christiaan Huygens een octrooi op een zakhorloge. Het specifieke element van zijn uitvinding betreft de de balansveer. Hij krijgt een patent voor 15 jaar.
- In de nacht van 4 op 5 november zorgt een noordwesterstorm gecombineerd met een springvloed voor diverse dijkdoorbraken in de Republiek – de zogeheten Allerheiligenvloed van 1675. Meerdere gebieden in het noordwesten van het land lopen onder, waaronder delen van Terschelling, de omgeving van Stavoren en Hindeloopen. Ook de Mastenbroekpolder bij Kampen, het gebied tussen Schagen en Den Helder, gebieden ten oosten van Alkmaar, de omgeving van Amsterdam een groot gebied rondom het Haarlemmermeer krijgen met ernstige wateroverlast te maken. Doordat veel boeren als veiligheidsmaatregel na eerdere dijkbraken beschikken over boten, blijft het aantal doden beperkt.
- Op 15 december overlijdt in Delft op 43-jarige leeftijd na een ziekbed van slechts twee dagen de schilder Johannes Vermeer. Hij laat, zeker in vergelijking met andere schilders, weinig schilderijen na. Vandaag de dag zijn er slechts 37 werken van hem bewaard gebleven. Vermeer leeft de laatste jaren van zijn leven in armoede. Na de inval van de Fransen krijgt hij geen opdrachten meer – er zijn dan ook geen schilderijen van hem bekend van na 1672 – maar wel heeft hij de zorg en de kosten voor zijn grote gezin van elf kinderen (vier kinderen zijn daarnaast op jonge leeftijd overleden). Na het overlijden van een Delftse burger moet in Delft aan de ‘Kamer van Charitate voor de Amenzorg’ uit de nalatenschap van de overledene een bedrag voor de armen betaald worden ter waarde van de beste mantel van de overledene. Bij de naam van Vermeer staat de vermelding: ‘Niet te halen’ Er is geen geld voor die belasting. Toch krijgt Vermeer een dure begrafenis in de Oude Kerk in Delft. Zijn kist wordt, terwijl de klokken langdurig luiden, door veertien dragers naar binnen gedragen. Waarschijnlijk betaalt zijn schoonmoeder zijn begrafenis.
1676: Deventer; foto genomen op 14 januari 2024
Wat gebeurt er in Nederland in 1676?
- In januari beginnen in Nijmegen de eerste voorzichtige vredesbesprekingen tussen Hollandse en Franse diplomaten. Het levert vooralsnog niet veel op.
- Nadat de Fransen in 1673 Maastricht hebben veroverd, worden steden in de omgeving zoals Valkenburg, Heerlen en Sittard regelmatig door de Fransen vanuit Maastricht binnengevallen, dit om te voorkomen dat de Hollandse troepen er zich kunnen vestigen. Vooral Sittard heeft te lijden onder de binnenvallende Fransen. Op 17 april 1676 trekken 1.500 Franse ruiters en 2.000 musketiers de stad binnen en plunderen de stad drie dagen lang, Ook blazen ze de stadspoorten op en dempen de grachten bij de stadwallen. Als de Hollandse legers een paar dagen later naderen, vertrekken de Fransen weer. De Hollandse soldaten trekken daarop Sittard binnen, maar dat levert de stad nog meer ellende op. De Hollandse soldagen nemen namelijk de ziekte dysenterie mee de stad in, wat honderden inwoners van Sittard het leven kost.
- Op 29 april overlijdt op 69-jarige leeftijd Michiel de Ruyter. De Hollandse oorlog, zoals de Fransen de oorlog noemen, heeft zich inmiddels uitgebreid tot Sicilië, wat op dat moment in Spaans bezit is. De stad Messina op Sicilië is in opstand tegen de Spanjaarden gekomen en de opstandelingen worden gesteund door Franse schepen die hen bevoorraden. De Spanjaarden proberen daarop de stad te blokkeren. Als een Franse oorlogsvloot de bevoorradingsschepen komt ondersteunen, vragen de Spanjaarden de Staten-Generaal om hulp en deze sturen de Ruyter met een kleine oorlogsvloot.
- Zelf vind De Ruyter dat de vloot die hij meekrijgt van onvoldoende kwaliteit en grootte is , maar hij schikt zich in de opdracht. “De Heren hebben mij niet te verzoeken, maar te gebieden”, aldus De Ruyter. Op 22 april vindt er bij Augusta een zeeslag plaats tussen de Spaans-Hollandse vloot en de Franse vloot. Beide vloten tellen zo’n veertig schepen. De gevechten zijn hevig. Er wordt volop over en weer met kanonnen geschoten. Weliswaar leidt dit aan beide zijden niet tot het zinken van een schip, maar het leidt wel tot veel doden en gewonden aan boord van de schepen. Aan beide zijden vallen liefst zo’n 3.000 doden en gewonden. De slag eindigt onbeslist. Tot de gewonden behoort ook Michiel de Ruyter, die wordt getroffen door een kanonskogel die zijn ene been helemaal verbrijzelt en het andere been er half af schiet. Een week later overlijdt Michiel de Ruyter aan zijn verwondingen.
- De Hollands-Spaanse vloot trekt zich na de slag terug in de haven van Palermo in afwachting van versterking en van reparatie van de schepen. Terwijl ze daar voor anker liggen, worden ze op 2 juni door een inmiddels versterkte Franse vloot aangevallen. De slag bij Palermo eindigt in een grote overwinningen voor de Fransen. Terwijl zij zelf niet één oorlogsschip verliezen, verliest de Spaans-Hollandse vloot tien schepen. Ook tellen zijn veel meer doden dan de Fransen, zo’n 2.000 man, vooral veel Spanjaarden maar ook admiraal Jan Jansz den Haan, die het commando van De Ruyter heeft overgenomen. Als gevolg van deze slag beheersen de Fransen de rest van de oorlog de westelijke Middellandse Zee.
- Van 6 juli tot 27 augustus doet Willem III met een leger van zo’n 25.000 man een vergeefse poging om Maastricht te heroveren op de Fransen. De stad wordt verdedigd door een garnizoen van zo’n 7.000 man. Het lukt de troepen van Willem III niet om de stad binnen te komen en als op 27 augustus een groot Frans leger nadert om de verdedigers van de stad te helpen, staakt Willem III het beleg. Het mislukte beleg kost aan enkele duizenden huursoldaten in Hollandse dienst het leven. Het aantal slachtoffers aan Franse kant is onbekend.
- Denemarken-Noorwegen, dat zich heeft aangesloten bij de Republiek en haar bondgenoten, is in 1675 Zweden, dat zich aan de kant van de Fransen heeft geschaard, binnen gevallen. Ook op zee wordt er tussen de twee staten gevochten, waarbij de Hollanders de Denen steunen. Op 11 juni 1676 raakt een gecombineerde Deens-Hollandse vloot van 42 oorlogsschepen onder leiding van Cornelis Tromp en de Deen Niels Juel op de Oostzee bij het Zweedse eiland Öland in gevecht met een Zweedse vloot van 57 schepen. De strijd begint rampzalig voor de Zweden als – nog voordat het gevecht begint – het Zweedse vlaggenschip de Kronan, met aan boord de Zweedse bevelhebber Creutz, ontploft. Naar verluidt is het laten vallen van een lantaarn in de kruitkamer de oorzaak. Creutz en 750 van de 800 man aan boord komen hierbij om het leven. De Zweden raken vervolgens in paniek en veel Zweedse schepen trachten nog voordat begint het strijdtoneel te ontvluchten, waarbij een aantal schepen aan de grond loopt. Ze vormen zo een makkelijke prooi is voor de Deens-Hollandse vloot. Als de strijd voorbij is, telt de Deens-Hollands vloot ongeveer 100 doden en hebben één schip verloren. De Zweden zijn elf schepen kwijt (vijf gezonken en zes veroverd) en tellen zo’n 4.000 doden.
- Op 9 oktober stuurt Antoni van Leeuwenhoek de Royal Society in Londen een brief over zijn waarnemingen van ‘kleinde dierckens’ die hij dankzij zijn zelf ontwikkelde microscoop in stilstaand water ziet. Hoewel de Romeinen al schreven over de mogelijkheid van micro-organisme die mensen ziek kunnen maken – zo waarschuwt de Romeinse geleerde Marcus Terentius Varro al in de eerste voor Christus om zich niet in de buurt van moerassen te begeven, omdat daar ‘kleine wezentjes bevinden die niet met het oog te zien zijn, maar door de lucht vliegen en via mond en neus het lichaam binnendringen en ernstige ziekten veroorzaken’ – is Van Leeuwenhoek de eerste die deze micro-organismen (bacteriën) daadwerkelijk ziet en beschrijft.
- Op 19 december 1676 schaatsen vier schaatsers, Maijndert Arent, Jakop Blau, Jakop Buur en Claes Ariszoon Caeskoper een schaatstocht langs twaalf steden in het gewest Holland, Ze vertrekken om vier uur ’s morgen vanuit hun woonplaats Koog aan de Zaan. Na een tocht van bijna 300 kilometer langs Haarlem, Amsterdam, Weesp, Naarden, Muiden, Monnikendam, Edam, Purmerend, Hoorn, Enkhuizen, Medemblik en Alkmaar komen ze om half negen ’s avonds weer terug in Koog aan de Zaan. Omdat het een erg strenge winter is, zijn het Haarlemmermeer en delen van de Zuiderzee dicht gevroren. Daardoor kunnen ze buiten om over de Zuiderzee van Muiden langs Fort Pampus naar Monnickendam schaatsen.
1677: Alkmaar; foto genomen op 26 december 2023
Wat gebeurt er in Nederland in 1677?
- Op 21 februari overlijdt in Den Haag op 44-jarige leeftijd de filosoof Benedictus de Spinoza. Hij geldt samen met René Descartes als één van de grondleggers van het rationalisme. Zijn ideeën over de vrijheid van denken en de vrijheid van meningsuiting zijn vandaag de dag nog steeds actueel. Zijn inkomen haalde Spinoza uit het slijpen van glas voor brillen en lenzen voor microscopen en verrekijkers. Tot zijn klanten behoort ook Christiaan Huijgens.
- Op 3 maart valt in de Caribische zee een vloot van negen Franse oorlogsschepen een vloot van negen Hollandse oorlogsschepen aan die gelegerd zijn bij het eiland Tobago – in de tijd dat de Hollanders het eiland in bezit hebben noemen ze het eiland Nieuw Walcheren. De Franse schepen hebben samen 450 kanonnen aan boord, waarmee ze in overtal zijn ten opzichte van de 335 kanonnen aan Hollandse kant. De aanval mislukt echter. Beide partijen verliezen twee grote oorlogsschepen. De Fransen verliezen bij deze slag zo’n 1.500 man, de Hollanders 350 zeelieden. Het lagere aantal slachtoffers aan Hollandse kant komt echter vooral doordat de Hollandse schepen als gevolg van allerlei tropische ziektes flink onderbemand zijn. Tobago blijft in Hollandse handen.
- Hebben in 1674 en 1675 Holland, Spanje, Denemarken-Noorwegen en hun Duitse bondgenoten de overhand, in 1676 en 1677 zijn het weer de Fransen en hun bondgenoten die succesvoller zijn dan de Hollandse coalitie. Zo veroveren de Fransen in maart en in april een aantal West-Vlaamse steden gelegen in de Spaanse Nederlanden. Op 17 maart Valenciennes, op 18 april Cambrai en op 22 april Saint-Omer. Vooral tijdens de Slag bij de Peene (ook wel de Slag van Kassel genoemd) lijden op 11 april de 30.000 man tellende troepen van Willem III (waaronder 4.000 Spanjaarden) een zware nederlaag. Willem III neemt wat strategisch foute beslissingen met als gevolg meer dan 8.000 doden en gewonden aan de kant van de Hollandse coalitie. Daarnaast worden ook nog eens zo’n 3.000 soldaten van het coalitieleger krijgsgevangen gemaakt. De Fransen tellen 4.000 doden en gewonden.
- Als Willem III in juli zijn troepen weer op sterkte heeft, valt hij begin augustus Charleroi aan, maar als na een aantal dagen een groot Frans leger nadert, trekt hij op 11 augustus zijn troepen weer terug.
- Op 22 augustus vallen de Fransen opnieuw Sittard binnen. Ze steken er deze keer honderden huizen in brand. Tien dagen later komen ze nog eens terug en doen alles nog eens dunnetjes over. Ze plunderen de nog overeind staande huizen en kloosters en steken daarna weer allerlei gebouwen in brand. Als ze uiteindelijk vertrekken, staan er in Sittard nog 68 woningen en twee kloosters overeind.
- Op 4 november trouwt de dan 27-jarige Willem III in Londen met zijn 15-jarige nicht Mary Stuart II. Het is een strategisch huwelijk. De Engelse koning Karel II overweegt eerst een (katholieke) zoon van Lodewijk XIV als huwelijkspartner voor zijn nicht Mary, maar het Engelse parlement heeft liever een protestant als echtgenoot van Mary. Het is een huwelijksplechtigheid zonder veel vreugde. Mary huilt de hele tijd. Als Willem III overeenkomstig het gebruik tijdens de plechtigheid een beurs met goud voor de armen op het altaar legt, spoort een cynische Karel II zijn nicht aan om het geld snel weg te halen: ‘Het is pure winst’ roept hij.
- In november zeilt een Franse vloot onder leiding van hertog Jean d’Estrées naar het eiland Gorée dat ligt voor de kust van het huidige Senegal en verovert daar het handelsfort, dat met uitzondering van de jaren 1663-1665, al sinds 1621 in bezit is van de WIC. Daarna steekt de Franse vloot de oceaan over en zeilt naar Tobago in een poging om het eiland net zoals in maart op de Hollanders te veroveren.
- Deze poging is wel succesvol. Op 6 december komen ze bij Tobago aan. Hertog d’Estréé zet een compagnie van 950 man aan land die drie dagen lang met een kanon over het eiland sjouwen totdat ze boven op een heuvel komen van waaruit ze uitzicht hebben op het grote fort van Tobago, waar de Hollandse bevelhebber Jacob Binckens en een groot deel van zijn manschappen zijn gelegerd. Ze beginnen het fort vanaf de heuvel te beschieten. Het derde schot van de Fransen treft de kruitkamer, waarop het fort de lucht in vliegt. Tot de 250 doden behoort ook Binckens en zestien officieren. Binnen een uur hebben de Fransen de restanten van het fort en de bijgebouwen veroverd. Tegelijkertijd breekt er een gevecht in de baai uit. Ten koste van vier schepen, veroveren de Fransen tien Hollandse schepen. Zo’n 600 Hollanders worden gevangen genomen en van het eiland gedeporteerd.
- In november stuurt Antonie van Leeuwenhoek een brief aan de Royal Society waarin hij kleine beestjes met een staartje beschrijft, die hij onder zijn microscoop heeft ziet bewegen in sperma. Al snel wordt geconcludeerd dat dit de mannelijke beestjes – de spermatozoïden – moeten zijn die het vrouwelijke eitje bevruchten. Hij heeft zich bij zijn onderzoek mede gebaseerd op het werk van de geneeskundestudent Johan Ham, die diertjes eerder heeft waargenomen in het sperma van een gonorroepatiënt. Nicolaas Hartsoeker, een andere onderzoeker claimt dat hij al in 1674 de spermatozoïden heeft ontdekt.
- De Staten van Holland besluiten in 1677 om het toezicht op de zeedijken centraal te beleggen. Onder protest schikken de regionale dijkgraven en heemraadschappen zich in het besluit.
1678: Leeuwarden; foto genomen op 22 oktober 2023
Wat gebeurt er in Nederland in 1678?
- Op 10 januari sluiten Engeland en de Republiek der Zeven Verenigde Provinciën een defensieverdrag. Vecht Engeland in 1672 nog aan de zijde van Frankrijk, nu zien ze dat land als hun belangrijkste tegenstander. Vanwege het verdrag besluiten de Fransen, ondanks hun militaire successen in 1677, om de vredesgesprekken in Nijmegen te intensiveren. Ze zijn bang dat het verdrag tussen Engeland en de Republiek er toe zal leiden dat Engeland zich ook met de oorlog op het vaste land gaat bemoeien.
- Op 14 mei overlijdt op 70-jarige leeftijd Anna Maria van Schurman. In 1636 is deze humaniste de eerste vrouw in de Republiek die in Utrecht colleges volgt aan een universiteit. Niet in de zaal bij de mannen, maar gezeten achter een gordijn in een nis. Ze is een theologe en taalkundige die heel veel talen spreekt. Zo beheerst zij het Frans, Duits, Engels, Latijn, Grieks, Hebreeuws, Armeens, Ethiopisch, Arabisch, Perzisch en Syrisch. Ze schrijft gedichten en werkt als kunstenares. Hoewel haar werk tegenwoordig in een aantal musea hangt, is ze bescheiden over haar artistieke vaardigheden. Over een zelfportret, een kopergravure, schrijft ze in dichtvorm (vertaald uit het latijn): “Niet ijdelheid (trots) of schoonheid bracht me ertoe / Mijn gelaatstrekken te graveren in eeuwig koper / Maar als mijn zeer ongeoefende stift beter werk nog niet aankan / Laat ik de eerste keer niet iets belangrijkers proberen.”
- Ze heeft tijdens haar leven contact met veel bekende wetenschappers zoals Christiaan Huijgens, Jacob Cats. René Descartes en Jacobus Revius. In 1641 publiceert ze een schrijven met een pleidooi voor het recht van de christelijke vrouw op studeren. Het levert haar reacties van vrouwen uit heel Europa op. Het zal echter nog tot 1871 duren voordat een tweede vrouw (Aletta Jacobs) in Nederland toestemming krijgt om te gaan studeren.
- Op 18 mei ontstaat er in Zaandam onrust over de turfbelasting. Een grote groep vrouwen komt bij de stadsregenten klagen over de invoering van een nieuwe kleinere turfmaat, de ton. De oude maat, de mand, is groter dan de ton maar het te betalen belastingbedrag voor een ton turf is even hoog als dat voor een mand turf. Het is dus een verkapte tariefsverhoging. Even later verplaatst de menigte zich naar het huis van de pachter – degene die het recht heeft gekocht om de belasting te mogen innen. Daar worden de ruiten van het huis ingekocht, Het is het begin van het Zaanse turfoproer. De dagen er na breidt het oproer zich verder uit en in Zaandam en in diverse plaatsen in de omgeving worden huizen van pachters in brand gestoken en leeggeroofd.
- De Staten van Holland sturen soldaten om het oproer in de Zaanstreek de kop in te drukken en de nieuwe regels te handhaven. De ton blijft de nieuwe maat en het bedrag blijft gelijk. Er wordt een avondklok ingevoerd en een zevental mannen wordt opgepakt en naar Den Haag gebracht. Vier van hen worden er ter dood veroordeeld en opgehangen, de andere drie ondergaan een geseling en brandmerking. De opgehangen mannen worden vervolgens naar Westzaandam gebracht en daar worden ter afschrikking de lichamen opnieuw aan de galg gehangen. Het stadsbestuur verbiedt vervolgens om de lijken van de galg te halen. Als ze na drie weken nog steeds aan de galg hangen, zagen in de nacht van 19 op 20 augustus onbekenden de galgen om en begraven de doden heimelijk. Deze actie levert de inwoners van Zaandam de bijnaam galgzagers op.
- Tot de troepen die de Staten van Holland heeft gezonden om de rust in Zaandam te bewerkstellen, behoort ook een zestal Franse huursoldaten. Ze krijgen uitbetaald in schellingen, die ze vervolgens vervalsen en massaal in omloop brengen. Ze worden betrapt. Drie van hen worden ter dood veroordeeld en onder grote belangstelling van de Zaandammers opgehangen, eentje wordt op de wang gebrandmerkt en de overige twee worden in het openbaar gegeseld.
- Op 10 augustus sluiten Frankrijk en de Republiek in Nijmegen een vredesverdrag. Het is het eerste verdrag van een reeks vredesverdragen die Frankrijk met diverse partijen afzonderlijk sluit. Frankrijk trekt zich helemaal terug uit de Republiek, ook uit Maastricht. Een aantal steden die Frankrijk in de Spaanse Nederlanden heeft veroverd zoals Cambrai en Ieper blijven echter wel in Franse handen, een aantal andere steden zoals Gent, Kortrijk en Charleroi worden terug gegeven aan de Spaanse Nederlanden.
- Op 14 augustus – vier dagen na het vredesverdrag tussen Holland en Frankrijk; de Spanjaarden hebben op dat moment nog geen officieel vredesverdrag met de Fransen gesloten – vindt er bij Saint-Denis, een klein dorp in Henegouwen in de Spaanse Nederlanden, toch nog een grote veldslag plaats tussen een Frans leger van zo’n 45.000 man groot en een gecombineerd Spaans- Hollands leger van 50.000 man dat onder leiding staat van Willem III. Ook James Scott, een zoon van de Engelse koning Charles II, vecht met een Engelse brigade aan de zijde van Willem III mee.
- Ondanks dat er inmiddels een vredesverdrag is tussen de Republiek en Frankrijk – Willem III is hiervan op de hoogte – zijn het de troepen van Willem III die de aanval openen op zoek naar een glorieuze overwinning. Later verklaart hij een keer dat “op een veldtocht te gaan voor hem geen onaangename zaak is.”. Ook de Franse bevelhebber Luxembourg is vlak voor de slag door een koerier er van op de hoogte gebracht dat er inmiddels al vrede is gesloten. Toch volgt er een bloedige strijd die min of meer onbeslist eindigt. Beide kanten tellen zo’n 3.000 doden en gewonden. Een aantal historici beschouwt de aanval van Willem III, wetende dat er al een vredesverdrag is, als een oorlogsmisdaad die duizenden mensen het leven kost. Luxembourg verklaartna afloop: ‘dat de Prins van Oranje bitter den vrede beweende’. Op 17 september sluiten Frankrijk en Spanje ook een officieel vredesverdrag en komt er een einde aan de Hollandse oorlog.
- In 1675 heeft Benedictus de Spinoza zijn in het latijn geschreven manuscript van wat zijn beroemdste werk zal worden, de Ethica, voltooid. Omdat hij echter bang is dat het boekwerk, waarin hij anders aankijkt tegen het bestaan en de rol van God in het leven van mensen en hoe deze hun leven moeten leiden – de mens moet zichzelf zijn, inzicht hebben in zichzelf en in de samenhang van de wereld; alleen dan kan hij gelukkig worden – dan dat de kerk het doet, hem in de problemen zal brengen, heeft hij bepaald dat het boek pas na zijn dood mag verschijnen. Ergens eind 1677, begin 1678 verschijnt de eerste druk.
- In 1678 neemt de VOC op noord -Java de plaats Semarang in bezit. Tot dan is het eigendom van een plaatselijke vorst. De VOC vestigt er een fort met een bezetting van 130 man.
1679: Leiden; foto genomen op 16 oktober 2023
Wat gebeurt er in Nederland in 1679?
- In januari overlijdt op 53 -jarige leeftijd de schilder Jan Steen. Hij laat meer dan 400 werken na. De door hem veelvuldig geschilderde rommelige huishoudens zijn terug te vinden in de uitdrukking ‘een huishouden van Jan Steen’.
- Op 5 februari overlijdt op 91-jarige leeftijd, een bijzonder hoge leeftijd in die tijd, de dichter en schrijver van toneelstukken Joost van den Vondel. Op één kleinkind na overleeft hij al zijn kinderen en kleinkinderen. De laatste jaren van zijn leven heeft hij het vermoedelijk erg koud, want hij dichtte zelf alvast zijn eigen grafschrift ‘Hier leit Vondel zonder rouw, Hy is gestorven van de kouw.’ Vondel wordt begraven in de Nieuwe Kerk, zonder overigens het door hem geschreven grafschrift.
- Op 12 oktober sluiten de Republiek en Zweden een vredesverdrag. Het komt voort uit het Verdrag van Nijmegen. Zweden is het laatste land waarmee de Republiek nog geen vredesverdrag heeft gesloten.
- Op 20 december overlijdt in het Duitse Berg und Tal in de buurt van de stad Kleef op 75-jarige leeftijd Johan Maurits van Nassau-Siegen, ook wel bekend als ‘de Braziliaan’ – hij was van van 1636 tot 1644 gouverneur-generaal van Nederlands-Brazilië. Vijftien jaar eerder was hij al een keer bijna overleden toen hij op de terugweg vanuit Leeuwarden na de begrafenis van stadhouder Willem Frederik van Nassau-Dietz in december 1664 samen met enkele andere ruiters met paard en al door de brug in de Dijkstraat te Franeker zakte en in het ijskoude water van de gracht belandde. In dienst van de Staten-Generaal vecht hij in 1665 mee in de eerste Münsterse oorlog tegen Bommen Berend en in 1672 is hij de raadgever van prins Willem III in diens strijd tegen de Fransen. (Zijn vroegere woonhuis in Den Haag is nu het museum ‘Het Mauritshuis’.)
- In 1667 is na de tweede Engels-Hollands oorlog in het vredesverdrag met Engeland vastgelegd dat het door de Republiek veroverde Suriname in handen blijft van de Staten van Zeeland. Haast alle Engelse plantage-eigenaren zijn daarop uit Suriname vertrokken, waarna de Staten van Zeeland actief mensen gaat benaderen om naar Suriname te gaan. Bij een soort volkstelling in 1679 blijkt dat de bevolking van Suriname op dat moment bestaat uit ongeveer 500 Europese kolonisten en 2.700 tot slaaf gemaakte Afrikanen, plus de inheemse bevolking waarvan niet bekend is hoe groot deze is. Die 3.200 mensen is een verdrievoudiging van het aantal bewoners ten opzichte van de tijd dat de Engelsen in Suriname zaten.
- In 1679 sluit de VOC de laatste van haar vier handelsposten op Birma. Er wordt verlies geleden. De handel in indigo, salpeter, rijst kwikzilver, rijst en vermiljoen is niet meer winstgevend. Ook de handel van producten afkomstig uit China en de slavenhandel vanuit Birma leveren niet meer genoeg op.
1680: Dordrecht; foto genomen op 4 oktober 2023
Wat gebeurt er in Nederland in 1680?
- Op 29 januari wordt Antoni van Leeuwenhoek op voorspraak van de Engelse arts William Croone en de natuurkundige Robert Hooke unaniem door de leden gekozen als lid van de Royal Society in Londen. De secretaris van het genootschap krijgt de opdracht een diploma voor hem te maken en dit naar Van Leeuwenhoek op te sturen. Van Leeuwenhoek is zeer vereerd. Daadwerkelijk zal hij overigens nooit een vergadering van de Society bijwonen.
- Op 17 februari overlijdt de schilder Willem Post, een broer van de bouwmeester Pieter Post. Willem Post is de eerste schilder die de Nieuwe Wereld vastlegt. In 1636 reist hij in het gevolg van Johan Maurits van Nassau-Siegen mee naar het huidige Brazilië, waar hij het landschap in meerdere schilderijen en tekeningen vastlegt. In 1679 schenkt Johan Maurits een deel van deze schilderijen aan Lodewijk XIV. (Een aantal van deze schilderijen is thans in het bezit van het Louvre.)
- Eveneens op 17 februari overlijdt in Amsterdam op 43-jarige leeftijd Jan Swammerdam. Het grootste gedeelte van zijn wetenschappelijke leven houdt hij zich bezig met de bestudering van insecten, maar hij is vooral beroemd geworden toen hij in 1658 op 21-jarige leeftijd onder één van de eerste microscopen bloed ging onderzoeken en daar als eerste persoon ter wereld geen rode vloeistof maar een vloeistof vol met eenvormige rode afgeplatte ronde ‘lichaampjes’ zag: de rode bloedlichaampjes.
- In het voorjaar van 1680 krijgt Mary II, de dan 17-jarige echtgenote van stadhouder Willem III, haar vierde miskraam. Eerder heeft ze al in 1677, in 1678 en in 1679 een miskraam gehad. Ze zal kinderloos blijven, wat één van de oorzaken is dat in 1702 het tweede stadhouderloos tijdperk in de Republiek begint.
- In mei barst de vulkaan de Krakatau, gelegen tussen Java en Sumatra uit. Vergeleken met de grote eruptie van 1883 is het een kleine uitbarsting, maar de uitbarsting wordt wel vermeld in een rapport van de Hollands cartograaf Jakob van der Schley en ook in het logboek van een Hollandse kapitein in dienst van de VOC die toevallig voorbij vaart op het moment van de uitbarsting.
- In Maastricht wordt in juni een zekere Elisabeth Marteau vervolgd. Van een haar “onbekend vrouwspersoon” die haar kind niet langer meer wenste op te voeden heeft ze een kind overgenomen en voor het overnemen van de opvoeding van het kind zes rijksdaalders van de vrouw gekregen. Ook heeft ze nog een ander kind onder haar hoede dat ze van een andere vrouw heeft overgenomen en waarvoor ze twee rijksdaalders heeft gekregen. Ze laat beide kinderen bedelen. Het is in die tijd in Maastricht toegestaan dat vrouwen, die niet voor hun kind kunnen of willen zorgen, dat ze het kind aan andere vrouwen mogen “doorgeven”. Pas in de achttiende eeuw wordt dit verboden. Ook is bedelen op zich niet strafbaar, maar toch wordt Elisabeth Marteau veroordeeld tot geseling met drie roeden en een verbanning uit Maastricht. Dit omdat ze de twee kinderen bewust verwaarloost en “in miserabele staat houdt” om zo het publiek door medelijden te bewegen tot het geven van een grotere aalmoes.
- Op 24 juli wordt de toren van het kasteel van Heusden getroffen door de bliksem. Er ligt in de toren zo’n 60.000 pond buskruit en een groot aantal granaten opgeslagen. Het kasteel ontploft. Bij de explosie wordt niet alleen het kasteel zwaar beschadigd, maar worden ook alle huizen in de straat vernietigd. Naar verluidt komen bij de ramp zo’n 60 tot 70 mensen om. Het kasteel zal nooit meer worden herbouwd .
- In Engeland schildert de zeeschilder Willem van de Velde de Jonge in 1680 twee van zijn bekendste schilderijen: ‘Een schip in volle zee bij vliegende storm’, ook wel bekend als ‘De windstoot en ‘Het Kanonschot’. Willem van de Velde de Jonge is in 1672, samen met zijn vader, Willem van de Velde de Oude, die ook zeeschilder is, in dienst getreden van het Engelse koningshuis en naar Engeland verhuisd.
1681: Leiden; foto genomen op 20 september 2023
Wat gebeurt er in Nederland in 1681?
- Op 8 maart overlijdt Elsje van Houweningen. Zij is 1621 de dienstmeid van Hugo de Groot en zijn vrouw Maria van Reigersberch. Op 22 maart 1621 is zij, terwijl de vrouw van Hugo de Groot achterblijft op Slot Loevestein om geen argwaan te wekken, degene die de boekenkist begeleidt waarin Hugo de Groot verstopt zit. In 1675 doet zij uitgebreid verslag van de tocht. Zo vertelt ze dat de schipper van de boot een gammele loopplank wilde gebruiken, maar dat zij dit verhinderde: ‘Wat zal dit zijn? Zult ge op zo’n dunne plank de koffer in het schip slepen? zodoende zou ’t licht in ’t water vallen, dan was alles bedorven. ’t Zijn kostelijke boeken, die geleend zijn en daar dient zorg voor gedragen.’ zegt ze tegen de schipper. En als de kist in Gorinchem door de schipper en zijn zoon van boord wordt gedragen en de zoon uitroept ‘Vader, daar leeft iets in de koffer!’, antwoordt ze: ‘Ja, boeken hebben geest en leven’. Aanvankelijk volgt ze het echtpaar de Groot naar Parijs, later keert ze met haar man terug naar Den Haag waar ze in maart 1681 overlijdt.
- Van 30 november 1680 tot 19 maart 1681 is de Komeet van Kirch te zien. Het is een buitengewone heldere komeet, waarvan de staart zo fel verlicht wordt dat hij overdag ook soms te zien is. Hij draait een zeer uitgestrekte ellipsvormige baan om de zon , waarover hij naar schatting zo’n 9.400 jaar doet. In het jaar 11.080 wordt hij weer terug verwacht. De komeet wordt op drie schilderijen vastgelegd. In januari op een schilderij van Lambert Doomer, waar de komeet boven Alkmaar te zien is, in februari op een schilderij van Lieve Verschuier, waar de komeet in de avondschemering boven Rotterdam te zien is en in maart op een schilderij van de plaats Beverwijk, gemaakt door een onbekende schilder. Bij een andere tekening wordt de komeet omschreven als “een afgrijselijke sterre met een staart.” In Engeland gebruikt Isaac Newton de baan van de komeet om zijn theorieën over de zwaartekracht te testen.
- Op 3 november wordt in Indië Cornelis Speelman benoemt tot gouverneur-generaal van de Vereenigde Oostindische Compagnie. Eén van de eerste dingen die hij in die functie doet is het neerslaan van een rebellie op Java die plaats vindt onder leiding van Sunan Ingalaga, een halfbroer van de sultan.
- Op 8 december overlijdt in Deventer op 64-jarige leeftijd de schilder Gerard ter Borch de Jonge. Deze zoon van de schilder Gerard ter Borch de Oude is vooral bekend door zijn schilderij ‘De bezwering van de vrede van Münster’ uit 1648 dat in allerlei schoolboeken staat.
1682: Dordrecht; foto genomen op 4 oktober 2023
Wat gebeurt er in Nederland in 1682?
- Op 26 januari zorgt een combinatie van springvloed en een noordwesterstorm voor veel overstromingen in het zuidwesten van Nederland en Vlaanderen. In Zeeland overstromen liefst 161 polders. De dorpen Valkenisse en Bommenede verdwijnen compleet in de golven. De secretaris van Waarde, een dorp gelegen vlakbij het verloren gegane Valkenisse, noteert in een verslag: ‘ Daar was dien ganschen nacht sulcken droevigen geschreeuw, gehuil, gekrijt, ende gecrijsch van menschen en beesten als met geen penne kan uijt gedruckt worden.’ Op Goeree-Overflakkee verdrinken 22 mensen en in Dordrecht komen tien mensen om het leven als een molen instort. Ook in Vlissingen is de schade groot. ‘Alle kerken zijn onbruikbaar en de graven neergestort. Zelfs de doden zijn uit de graven gewekt en weggedreven op de kerkhoven,”, aldus een bericht uit die tijd.
- In Amsterdam overlijdt op 10 maart op 53-jarige leeftijd Jacob van Ruisdael. Hij geldt als de meest vooraanstaande landschapschilder van de Gouden Eeuw. Hij is een zeer productief schilder en laat zo’n 700 schilderijen na. Zijn werk wordt door zijn tijdgenoten erg gewaardeerd wat er toe leidt dat oplichters zijn werk gaan imiteren. Zo schildert een zekere Jan Griffier de Oude veel werken in de stijl van Van Ruisdael en verkoopt deze vervolgens als echte Van Ruisdaels.
- Op 6 juni verkopen de Staten van Zeeland de kolonie Suriname voor een bedrag van 260.000 gulden aan de Nieuwe West-Indische Maatschappij, de opvolger van de WIC. De WIC gaat voortaan Suriname besturen.
- Op 17 december stort de 15e-eeuwse toren van de Grote of Sint-Michaëlskerk in Zwolle in. De toren is op dat moment met een hoogte van tussen de 115 meter en 120 meter de hoogste toren van het land, hoger dan de Domtoren van Utrecht (112,5 meter). De instorting van de toren komt niet onverwacht. Door blikseminslagen in 1606 en in 1669 is de toren ernstig verzwakt geraakt en staat deels scheef. De 17e-eeuwse schilder Jan Grasdorp legt het verval van de toren in de loop van de tijd vast door middel van een reeks schilderijen.
- In 1682 wordt in Den Haag door de Confrérie Pictura een kunstacademie opgericht. Het is een voorloper van de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten, de oudste kunstacademie van het land. De Confrérie Pictura is in 1656 ontstaan als een afsplitsing van het schildersgilde in Den Haag en is bedoeld om de ‘kladschilders’ te kunnen onderscheiden van de echte ‘kunstschilders’.
- In Amsterdam verschijnt het boek ‘Hondert seldzame Aanmerkingen, so in de Genees- als Heel- en Snykonst.’ van de arts Cornelis Pietersz Stalpert van der Wiele. Hij beschrijft hierin de meest opmerkelijke zaken uit zijn veertigjarige praktijk. In het boek introduceert hij als eerste de medische Latijnse term: vagina of schee. De meest opmerkelijke zaak die hij beschrijft, betreft een geval van patiënt met een zware darmwond, waarbij hij met een buis een kunstmatig uitgang maakt oftewel een stoma.
- Als een groot geneesheer wordt Stalpert van de Wiele gezien deze latere recensie uit de achttiende eeuw van zijn boek echter niet beschouwd: “De waarnemingen van S. behooren niet tot de beste uit zijn tijd, zijn vaak te beknopt en daardoor niet altijd nauwkeurig genoeg, maar zij zijn toch het lezen zeer waard en door de op de waarneming volgende bespreking der literatuur van veel belang voor de geschiedenis der geneeskunde. Tot de uitnemendste geneeskundigen van zijn tijd behoorde hij echter niet.”
1683: Essen bij Haren; foto genomen op 5 juli 2023
Wat gebeurt er in Nederland in 1683?
- De beruchte Nederlandse piratenkapiteins Laurens de Graaf en Nicolaes van Hoorn zeilen met acht schepen de onder Spaans gezag staande havenstad Veracruz in Mexico binnen en bezetten en plunderen de stad vervolgens. Driehonderd inwoners komen hierbij om het leven. Een groot aantal inwoners van de stad wordt tot slaaf gemaakt en samen met deze tot slaaf gemaakte personen en de nodige oorlogsbuit zeilen De Graaf en Van Hoorn vijf dagen later weer weg. Onderweg krijgen ze ruzie over de verdeling van de buit en gaan een duel aan. Bij het duel raakt Van Hoorn dodelijk gewond. Hij bezwijkt enige dagen later aan zijn verwondingen.
- In Maastricht wordt een begin gemaakt met de restauratie van de brug over de Maas, de huidige Servaasbrug. De tussen 1280 tot 1298 gebouwde brug bestaat uit negen stenen boogdelen en één houten deel dat in geval van een oorlog snel afgebroken kan worden om de vijand de weg te versperren. De restauratie van de eerste boog aan de stadse zijde staat onder leiding van de Vlaamse pater Franciscus Romanus van het klooster van de dominicanen in Maastricht. De pater vertrekt na de voltooiing van het brugdeel naar Parijs, waar hij voor Lodewijk XIV in 1685 de Pont Royal ontwerpt.
- Op 12 september stuur Anthony van Leeuwenhoek een brief aan François Aston van de Royal Society in Londen, waarin hij bacteriën beschrijft die hij heeft aangetroffen op de tandplak van zijn eigen tanden. Met zijn zelf ontworpen microscoop kan hij tot 270 keer vergroten. Microscopen van andere wetenschappers komen niet verder dan 30 keer. Van Leeuwenhoek begint zijn brief met uitleggen hoe hij zijn tanden poetst. “Mijn gewoonte is des morgens myn tanden te wryven met zout, en dan myn ment te spoelen met water, en wanneer ik gegeten heb, veeltyts myn kiesen met een tandstoker te reinigen, alsmede met een doek sterk te wryven, waardoor myn kiesen en tanden soo suiver en wit blyven, als weinig menschen van myn jaren gebeurt.” Daarna beschrijft hij de vele ‘dierkens’ die hij dankzij zijn microscoop, ondanks het goede poetsen, ziet in het speeksel uit zijn mond “veele zeer kleine dierkens, die seer beweegden als een snoek door het water doet.”
- Op de Noordzee heerst op 15 november een zeer zware storm. Een Hollandse vloot onder het bevel van luitenant-admiraal Willem Bastiaensz Schepers komt in de storm terecht. Acht schepen zinken voor de Noord-Hollandse kust. In totaal komen hierbij 1.200 zeelui om het leven. Het zal één van de dodelijkste zeerampen uit de Nederlandse maritieme geschiedenis zijn.
- De overstromingen na de Allerheiligenvloed van 1675 is voor de stad Amsterdam aanleiding om een plan te maken om de bevolking en het land beter te beschermen tegen dijkdoorbraken en overstromingen. Daarvoor moet men wel eerst weten wat de hoogste waterstanden zijn. In september 1683 wordt daarom begonnen met het een jaar lang dagelijks meten van de hoogste waterstanden in het IJ, dat in open verbinding staat met de Zuiderzee. Aldus wordt een gemiddelde hoogste vloedstand bepaald die men de naam Stasdpeyl’ geeft, ook wel het Amsterdams Peil (AP) genaamd. Dit peil wordt vervolgens als het uitgangspunt genomen om de bestaande dijken en waterkeringen te verbeteren en eventueel op te hogen. De burgemeester van Amsterdam, Johannes Hudde, laat acht grote marmeren stenen in de sluizen rondom het IJ metselen. Elke steen heeft in het midden een horizontale groef dat de hoogte van het AP ter plekke aan geeft.
- In Amsterdam wordt de ‘Geoctroyeerde Sociëteit van Suriname’ officieel opgericht. De Sociëteit is in gelijke delen eigendom van drie partijen: de heropgerichte tweede WIC, de stad Amsterdam en de rijkste familie van Holland, de familie Van Aerssen van Sommelsdijck. Deze familie levert de Gouverneur van Suriname. De WIC brengt het een jaar eerder gekochte Suriname als bezit in. Naast de opbrengsten uit het beheren van hun overzeese gebieden, verdient de WIC vooral met de ‘handel’ van de tot slaaf gemaakte personen vanuit Afrika naar Suriname en het Caribisch gebied. De WIC krijgt voor het vervoer en de slavenhandel veelal betaald in suiker. Een tot slaaf gemaakte persoon is ongeveer 5.000 pond suiker waard
1684: Amsterdam; foto genomen op 15 november 2023
Wat gebeurt er in Nederland in 1684?
- De winter van 1683 op 1684 is één van de strengste winters uit ‘De Kleine IJstijd’ (16e –19e eeuw). Het begint al in november te vriezen. Grote delen van de Zuiderzee vriezen dicht, waardoor schepen richting Amsterdam veelal niet verder kunnen komen dan Medemblik. Al snel ligt de haven daar overvol, waardoor schepen moeten terug keren naar de wateren bij Vlieland. Ook de haven van Rotterdam is niet bereikbaar. De Maas en de Goeree zijn dicht gevroren. De aanvoer van goederen en voedsel wordt hierdoor ernstig bemoeilijkt. Als gevolg van de strenge kou overlijden veel meer mensen dan gewoonlijk in de winter.
- Het water aan de Noorzeekust bevriest ook deels. Volgens een verslag uit die tijd is het vanaf een hoge duin niet te zien tot hoever het ijs zich over de Noordzee uitstrekt. Ook elders in Europa bevriezen rivieren zoals de Schelde, de Thames en de Seine. In februari zet de dooi in. Op 20 februari is de haven van Amsterdam weer bereikbaar.
- Op 21 februari wordt in Utrecht de latere schrijver Justus van Effen geboren. Hij is vooral bekend van het blad ‘De Hollandse Spectator’ dat verschijnt van augustus 1731 tot april 1735 en dat hij zelf grotendeels vol schrijft.
- Om het water van de polder Westbroek beter te kunnen lozen op de Nedereindsvaart dient er in de buurt van Oud-Zuilen een nieuwe molen te komen. Voor de bouw van deze molen schrijven de Staten van Utrecht in maart twee leningen uit van respectievelijk 2.000 en 2.500 gulden. Aflossing en rente worden bekostigd door de grondeigenaren van de 1.500 morgen grote polder – een morgen is iets minder dan een hectare – jaarlijks anderhalve gulden per morgen te laten betalen.
- In de zomer is er sprake van een rupsenplaag. Er wordt zelfs een lied over geschreven, ‘Een Nieuw Lied, van de schade die ‘er in ‘t Jaar 1684 door de Rupsen, aan de Vrugten is geschiedt.’ met daarin onder meer de regels ‘Onsen Landman die ging zaeye, En de Rupsen komen maeje, Is dat niet een groot verdriet, Dat men nu gebeuren ziet.’
- Op 27 november koopt Willem III in Apeldoorn het kasteel Het oude Loo en de gronden er om heen. Twee jaar later laat hij er het Paleis ’t Loo bouwen.
- Omstreeks 1684 overlijdt de schilder Pieter de Hoogh. Het jaar 1684 is het laatste jaar dat er gedateerd werk van hem verschijnt. Tijdens zijn Delftse periode – van 1652 tot 1660; hij is er ook werkzaam voor een lakenhandelaar – maakt hij kennis met Johannes Vermeer. Ze zullen elkaars werk beïnvloeden. Net zoals Vermeer specialiseert De Hoogh zich in interieurs met mensen. Lang is aangenomen dat Pieter de Hoogh op 24 maart 1684 in het Dolhuis – “het gekkenhuis” – van Amsterdam is overleden, maar nader onderzoek leert dat dit zijn zoon Pieter Pietersz. de Hooch betreft die daar in 1679 is opgenomen. De overlijdensdatum van Pieter de Hoogh sr. is niet bekend,
1685: Amsterdam; foto genomen op 7 januari 2024
Wat gebeurt er in Nederland in 1685?
- Op 23 februari sluit in Spanje in Cadiz Balthasar Coymans van het handelshuis Coymans in Amsterdam een contract met de Spaanse kroon om gedurende een periode van vier jaar lang jaarlijks 3.000 tot slaaf gemaakte personen uit Afrika via Curaçao naar de Spaanse koloniën in Midden-Amerika te brengen. Het vervoeren van tot slaaf gemaakt personen van Afrika naar Zuid- en Midden-Amerika is iets wat de WIC en rijke Amsterdamse zakenlieden zoals de families Coymans, Huydekooper, Trip, Deutz, Berck en Valckenier – veelal verbonden door onderlinge huwelijken – al veel langer doen. Zo vervoeren de Hollanders tussen 1650 en 1675 naar schatting zo’n 60.000 tot slaaf gemaakte personen naar Zuid-Amerika. Coymans verplicht zich volgens het contract van 1685 er ook toe om tien katholieke geestelijken naar Curaçao te sturen om daar de tot slaaf gemaakte personen eerst te bekeren voordat ze aan de Spanjaarden worden overgedragen.
- Op de terugweg vervoeren de schepen van de firma Coymans allerlei producten zoals tabak, cacao, suiker en zilver naar Europa om daarna tijdens deze zogeheten driehoekshandel met handelswaar naar Afrika te varen om daar nieuwe tot slaaf gemaakte personen op te halen. Als het nieuws van het contract bekend raakt, stijgt de aandelenkoers van de WIC. Na twee jaar zullen de ‘Casa de la Contratación de Indias’, het Spaanse bestuursorgaan dat de handel met Spaans-Amerika controleert’ – Coymans had een aantal bestuursleden daarvan op zijn loonlijst staan – en de firma Coymans ruzie krijgen en wordt de samenwerking beëindigd.
- In juni doet Tita Brongersma, vooral bekend als een Fries-Groningse dichteres, in Borger een onderzoek naar het hunebed aldaar. Ze laat er opgravingen doen en ontdekt oude potten en beenderen onder het hunebed. Het inspireert haar tot het gedicht ‘Lof op ’t hunebed, of de ongemene, opgestapelde steenhoop te Borger in Drente‘ dat begint met de regels: ‘k Sta als verbaasd deez’ steenmijt aan te schouwen / ’t Schijnt dat weleer het dappere Hunnenschap / Daar heeft gewild een denkplaats op te bouwen / Om zo te sterven op de eretrap.’
- Op 17 oktober herroept Lodewijk XIV het Edict van Nantes. Dit in 1598 door de Franse koning Hendrik IV uitgevaardigde Edict maakte toentertijd een einde te maken aan allerlei godsdienstige twisten in Frankrijk. De Hugenoten kregen met het Edict onder meer rechten op uitoefening van hun geloof. Na het herroepen van het Edict besluiten zo’n 200.000 tot 400.00 Hugenoten Frankrijk te verlaten. Het levert de Republiek een grote immigratiegolf op. Duizenden Fransen Hugenoten kiezen voor een domicilie in Holland.
- In Stavenisse wordt in het dorp een getijdenhaven aangelegd. De haven dient als handelshaven en overslaghaven voor agrarische producten.
- In Leiden wonen twee vrouwen, een zekere Elisabet Boleijn en ene Cornelia Breugel samen. Het lesbische stel wil graag trouwen, wat ten zeerste verboden is. Cornelia verhuist tijdelijk naar Amsterdam, gaat daar mannenkleren dragen en in 1685 trouwt Cornelia daar als Cornelis Brugh met Elisabeth en gaan ze weer in Leiden wonen, maar nu als man en vrouw. Tweeënhalf jaar later heeft Cornelia er genoeg van om altijd in mannenkleren te moeten rondlopen en trekt ze weer haar vrouwenkleren aan, waardoor het uitkomt dat ze geen man en vrouw zijn. Ze worden gearresteerd en moeten voor de rechtbank komen. Ze mogen niet meer samenwonen -‘in bijwoning met de ander te mogen leven’. Ook mogen ze allebei twaalf jaar lang niet meer in Leiden en Rijnland komen.
1686: Leeuwarden; foto genomen op 22 oktober 2023
Wat gebeurt er in Nederland in 1686?
- In 1686 zijn er in Suriname inmiddels 148 plantages waar tot slaaf gemaakte personen werken. De meesten daarvan zijn uit Afrika afkomstig, maar ook een aantal inheemse mensen, de oorspronkelijke bevolking van Suriname, worden door de Hollanders tot slaaf gemaakt. De inheemse bevolking komt in1678 daar tegen in opstand en op diverse plaatsten wordt er een bloedige strijd gevoerd tussen de inheemse bevolking en de soldaten, waarbij de nodige slachtoffers vallen. Op 10 januari 1686 komt er einde aan deze strijd als er in Paramaribo een verdrag wordt gesloten, waarin wordt vastgelegd dat het de plantage-eigenaren voortaan verboden wordt om de oorspronkelijk inheemse bevolking van Suriname, zoals de Arawakken, de Warraus en de Karaïben, tot slaaf te maken. Ook moeten ze de reeds tot slaaf gemaakte inheemse bevolking vrijlaten. Het verdrag geldt echter niet voor de Marrons, de mensen die uit Afrika afkomstig zijn en als slaaf naar Suriname zijn gebracht en daar de wildernis zijn ingevlucht.
- Op Java heeft de VOC vaak moeizame relaties met de diverse sultanaten en andere lokale heersers. De VOC heeft deze regenten nodig voor hun specerijenhandel. Af en toe komt het tot een geweldsuitbarsting. Op 8 februari zet Untung Surapati – hij is als zevenjarige tot slaaf gemaakt en later door zijn tweede Hollandse ‘eigenaar’ als twintigjarig mishandeld, waarna hij ontsnapt – een valstrik op voor de VOC-militairen van een zekere kapitein François Tack en zijn manschappen. Ze beschouwen Surapati als een opstandeling en willen hem gevangen nemen. Surapati wordt heimelijk gesteund door prins Amangkurat II, de koning van Mataram, Tijdens een gevecht in Kartasura sneuvelen Tack en enige tientallen van zijn soldaten. De VOC besluit na de dood van deze mannen echter niet tot een strafexpeditie over te gaan. Dit omdat de VOC geen behoefte heeft aan een grote binnenlandse oorlog op Java die de handel kan belemmeren. Ze doen net alsof er niets is gebeurd. Tegenwoordig geldt Surapati als een nationale held in Indonesië.
- In mei brandt de Grote Kerk van Veere bijna helemaal af. De oorzaak is gelegen in het werk van onzorgvuldige loodgieters die het dak aan het repareren zijn. Alleen de zijmuren en de toren blijven behouden.
- In de nacht van 12 op 13 november zorgen draaiende winden op de Waddenzee en de Noordzee voor een grote opstuwing van het water. Een noordwesterstorm zorgt er vervolgens voor dat het water over de dijken van noord-Groningen spoelt. Noord Groningen en het Oldambt stromen in deze zogeheten Sint-Maartensvloed onder, maar ook andere delen van het gewest Groningen worden getroffen. De plaatsen Oldambt. Pieterburen en Uithuizen verdwijnen geheel onder water en het water bereikt zelfs de stad Groningen. In totaal komen bij deze ramp naar schatting ruim 1.500 mensen om het leven. Ook honderden paarden en koeien verdrinken.
- Een opmerkelijk verhaal dat na de ramp de ronde doet is dat van een varken dat staande op de rug van een koe het vege lijf weet te redden. Het is een populair verhaal in die tijd. Wie ook het vege lijf weten te redden is dominee Hendricus Schenckel uit Meedhuizen. Samen met zijn vrouw, kinderen, dienstknecht en dienstmeid vlucht hij tijdens de ramp naar zolder, waar zij vijf dagen lang verblijven totdat ze gered worden. Hij schrijft een jaar later een verslag in dichtvorm met de titel: ‘Kort en bondige Beschrijvinge van de Schrickelijke watervloed’ met daarin onder andere de regels; ‘Mitthuysen ’t welck bestont’ uyt ses-en-twintigh Huysen / Daer sijn geen ses geheel gebleven van dit bruysen / De and’re allemael zynd wand’of vensterloos / Geworden door den wint en desen vloed seer boos.’ Over zijn eigen wederwaardigheden dicht hij: ‘Soo dat’s ons heeft ontbrack aen dranck en oock aen Eeten / Men klom de ladder neer, men schepte met een kop / Dat brandend’ water solt, het welck wy droncken op.’
- In 1686 komt in Apeldoorn het nieuwe Paleis Het Loo gereed. Het is een ontwerp van Jacobus Roman, de stadsmeester van Leiden.
1687: Leiden; foto genomen op 16 oktober 2023
Wat gebeurt er in Nederland in 1687?
- Op 28 maart overlijdt in Den Haag op 90-jarige leeftijd de dichter en diplomaat Constantijn Huygens. Hij is onder andere de vader van Constantijn Huygens jr., die sinds 1672 de secretaris is van Willem III, en van Christian Huygens, de wetenschapper en uitvinder. De bekende literaire prijs, de Constantijn Huygens-prijs, is naar hem vernoemd.
- Op 4 augustus wordt in Dessau, in de Duitse deelstaat Saksen-Anhalt, Johan Willem Friso van Nassau-Dietz geboren. Hij is een achterneef van prins Willem III. Als Willem III in 1702 kinderloos overlijdt, zal Johan Willem Friso diens titel prins van Oranje erven.
- In 1687 is de katholieke Jacobus II de Engels koning. Hij trekt steeds meer macht naar zich toe. Ook benoemt hij in het leger in de hoge posities alleen maar katholieken. Veel protestanten in Engeland zijn dan ook tegen diens beleid. De protestante Willem III die getrouwd is met Mary Stuart, de protestante dochter van Jacobus II – zij is op dat moment de potentiële troonopvolgster – stuurt in 1687, via raadpensionaris Gaspar Fagel, een ‘open brief’ aan ‘het Engelse volk’ waarin hij de politiek van Jacobus II ‘betreurt’. Willem III vreest dat Jacobus II niet alleen Engeland weer katholiek wil maken, maar ook is hij bang dat Jacobus II een geheime alliantie met het katholieke Frankrijk wil aangaan. De brief van Willem III wordt in Engeland als een claim op de Engelse troon voor hem en zijn vrouw Mary II gezien.
- De Hollande medicus Willem ten Rhijne, hij is sinds 1677 de toeziend geneesheer (met de titel regent) van het Leprozenhuis in Batavia, – eerder was hij twee jaar werkzaam in Deshima in Japan – publiceert in 1687 een boekwerk getiteld ‘Verhandelinge van de Asiatise Melaatsheid’, waarin hij uitgebreid de ziekte lepra, en de misvormingen die deze ziekte geeft, beschrijft.
- In 1687 publiceert in Engeland Isaac Newton zijn in het Latijn geschreven’ Philosophiae Naturalis Principia Mathematica’, ook wel bekend als de Principia. Hierin beschrijft hij zijn drie beroemde mechanicawetten en zet in het boek ook zijn wet van de zwaartekracht uiteen. Het boek geldt als één van de belangrijkste werken in de geschiedenis van de wetenschap. Bijna was de publicatie uitgesteld, omdat de Royal Society zijn hele boekenbudget een jaar eerder al had uitgegeven aan de ‘Historia Piscium’, van Francis Willughby en John Ray. Dit boek over vissen verkocht echter heel slecht. Het is de natuurkundige Edmond Haley – die van de komeet – die daarop de uitgave van het boek van Newton persoonlijk financiert. (Voor zijn werkzaamheden voor het tijdschrift van de Royal Society krijgt Haley op een gegeven moment uitbetaald in onverkochte exemplaren van het vissenboek.)
- Er worden ongeveer 450 tot 600 exemplaren van de Principia gedrukt, waarvan er 50 stuks voor het Europese vasteland bestemd zijn. Newton stuurt persoonlijk een exemplaar van zijn boek aan Christiaan Huijgens. In zijn boek vermeldt hij diens naam in tallozen voetnoten. Eén van degenen die in 1687 het boek zelf koopt, is de Amsterdamse koopman, schrijver en amateurwiskundige Adriaen Verwer. Deze gaat het boek uitgebreid bestuderen en maakt op vele pagina’s aantekeningen en notities.
- Aanvankelijk doet het werk van Newton op het vasteland van Europa niet erg veel, maar dat verandert in 1713 als er een tweede iets gewijzigde druk verschijnt. Tot de mensen die in 1713 het boek en de ideeën van Newton enthousiast aanprijzen en aanbevelen behoort ook Verwer en enkele Hollandse geleerden uit zijn kennissenkring.
- Veertien jaar nadat de zeeslag bij Kijkduin plaats vond, schildert Willem van de Velde de Jonge nog een schilderij van de zeeslag. Omdat het werk heel donker uitvalt, wordt het wel de Nachtslag genoemd. In werkelijkheid vond de slag overdag plaats.
1688: Haarlem; foto genomen op 28 september 2023
Wat gebeurt er in Nederland in 1688?
- Europees gezien zijn er in 1688 twee belangrijke zaken die grote invloed zullen hebben op de Republiek. Zo is daar de Franse koning Lodewijk XIX, die tien jaar na de Vrede van Nijmegen weer zijn blik op het noorden richt. In eerste instantie op het Duitse Palts, een streek in de Rijnvlakte die tegenwoordig deel uit maakt van het bondsland Rijnland-Plats. In de Republiek vreest men echter dat hij ook weer richting Holland wil optrekken.
- Daarnaast is er de situatie in Engeland. De katholiek koning Jacobus II, tevens de schoonvader van Willem III, probeert daar steeds meer de invloed van de katholieken te vergroten. Belangrijke Engelse edelen van de Anglicaanse kerk nemen daarop contact op met Willem III en verzoeken hem om samen met zijn vrouw, troonopvolgster Mary II, naar Engeland te komen om Jacobus II van de troon te verdrijven. In april laat Willem III de Engelse oppositie weten dat hij wel in Engeland wil ingrijpen, maar alleen als hij daarvoor een ‘officiële’ uitnodiging krijgt.
- In april kondigt Frankrijk nieuwe beperkingen aan op de invoer van haring uit Holland, een belangrijk exportproduct voor de Republiek. Even later krijgt de stad Leiden geen toestemming meer om lakens naar Frankrijk te exporteren.
- Op 10 juni schenkt de tweede vrouw van Jacobus II na jaren met miskramen het leven aan een jongetje. Er doen geruchten de ronde dat dit zoontje niet een kind is van Jacobus II en zijn vrouw. Het jongetje is nu de eerste in lijn van troonopvolging. Zijn protestantse dochter Mary II zakt hierdoor naar plek twee en is niet langer de eerste in rij. De protestanten in Engeland zijn bang dat het jongetje streng katholiek zal worden opgevoed en dat een nieuwe katholieke koning zal leiden tot een langdurige katholieke overheersing in het land. Dit terwijl het percentage katholieken in Engeland maar zo’n 1% bedraagt.
- Op 30 juni sturen zeven Engelse edelen – de ‘immortal seven’, waaronder de Engelse admiraal Edwin Russel, die eerder in het diepe geheim overleg met Willem III heeft gevoerd – een brief aan Willem III, ‘Invitation to William’, waarin ze hem verzoeken om militair in te grijpen in het land. De brief wordt persoonlijk bezorgd door admiraal Russel. Hij komt vermomd als matroos naar Holland. In de brief schrijven ze dat de aanhang in Engeland van Willem III zonder enige aarzeling zal groeien zodra hij landt.
- In juli geven de Staten-Generaal opdracht om 21 nieuwe oorlogsschepen te bouwen met als voorwendsel dat er extra schepen nodig zijn om Franse kapers aan te pakken. Hoewel Jacobus II via spionnen de activiteiten in de havens van Holland en Zeeland ziet, onderneemt hij geen actie. Hij kan niet geloven dat zijn eigen dochter en schoonzoon een militaire actie tegen hem willen ondernemen.
- Op 19 juli wordt in Paramaribo de Gouverneur van Suriname, Cornelis van Aerssen van Sommelsdijck, door dronken boze militairen die komen klagen over de kwaliteit van het voedsel en de drank vermoord. Van Aersen, een driftig en autoritair persoon, is niet van protesten gediend en trekt zijn sabel, waarna hij tijdens het daarop volgend gevecht sneuvelt. Als gouverneur is hij omstreden. Zo laat hij tijdens de strijd met de inheemsen hele dorpen platbranden en de overlevenden vermoorden. Wel verordent hij dat de planters en hun opzichters de tot slaaf gemaakten niet meer dan drie zweepslagen mogen geven bij bestraffingen, wat in die tijd als een humanisering wordt gezien.
- Op 12 augustus daalt de koers van het aandeel VOC op de Amsterdamse Beurs op één dag met 12,5% tot een stand van 488. Aanleiding voor deze daling zijn de steeds sterker wordende geruchten dat Willem III daadwerkelijk bezig is met het opbouwen van een invasieleger. Dit zou slecht voor de handel kunnen zijn. De weken erna daalt de koers verder. Op 14 september wordt het laagste punt bereikt van 414. De handel in aandelen VOC is erg gevoelig voor oorlogsactiviteiten.
- Om een eventuele inval van Franse troepen in de Republiek te kunnen bestrijden op het moment dat Willem III met zijn leger in Engeland zit, huurt de Staten-Generaal in juli 13.616 Duitse huursoldaten uit Brandenburg, Württemberg, Hessen-Kassel en Celle in om de Hollandse grensforten te bemannen.
- Op 4 september sluit Willem III met de katholieke keizer Leopold I van het Heilige Roomse Rijk een bondgenootschap tegen het Frankrijk. Willem III belooft daarbij dat hij in Engeland de katholieken niet zal vervolgen.
- Op 22 september legt Frankrijk beslag op zo’n 100 Hollandse handels- en visserijschepen die in Franse havens liggen. Het zijn vooral schepen die eigendom zijn van Amsterdamse handelaren. Als reactie hierop besluit de stad Amsterdam, die tot dan de nodige aarzelingen had over de invasieplannen van Willem III (en diens grote vriend en adjudant ritmeester Hans Willem Bentinck) om akkoord met de invasie te gaan.
- De belangrijkste stad van de Republiek geeft de toestemming echter met grote aarzeling. Ze hebben twijfels, zowel over het succes van de invasie als over de situatie daarna. Als Willem III en Mary II koning en koningin van Engeland worden, kan dat ten kosten gaan van de positie van Holland als handelsnatie en financieel wereldcentrum. Dit is zoals later zou blijken een terechte vrees. Desondanks lenen Amsterdamse financiers Willem III bij elkaar zo’n zes miljoen gulden om de invasie te bekostigen. Een en ander gebeurt nog steeds in het diepste geheim.
- Op 24 september valt een Frans leger van 40.000 man het Heilige rooms Rijk binnen. Bij Straatsburg steekt het leger de Rijn over en trekt op richting de Palts. Het is begin van de Negenjarige oorlog tussen Frankrijk en de Alliantie van Augsburg. Op 30 oktober veroveren de Franse troepen Fort Philippsburg en even later ook Mainz en daarna de gehele Palts.
- Op 11 november vaart Willem III vanuit Hellevoetsluis met een leger van zo’n 21.000 man (14.000 huursoldaten in Hollandse dienst en verder nog 7.000 vooral Schotse en Engelse soldaten) door het Kanaal en het Nauw van Calais naar Engeland. De totale vloot bestaat uit liefst 53 oorlogsschepen en 400 transportschepen. De vloot is daarmee bijna drie keer zo groot als de Spaanse Armada van 1588. Het is overigens een ‘privéonderneming’ van Willem III en Mary. Het is dan ook uitdrukkelijk geen oorlogsverklaring van de Republiek aan Engeland. De vloot van Jacobus II laat zich niet zien. Ook het Franse leger in de Palts reageert tot opluchting van de Staten-Generaal niet op het vertrek van het grootste gedeelte van het Hollandse leger naar Engeland en richt zijn blik niet op Holland.
- Op 15 november landt Willem III met zijn leger in Torbay in het graafschap Devonshire, aan de zuidwestkust van Engeland. Tegenstand ontmoet hij er niet. Als hij zijn troepen heeft georganiseerd, trekt hij zonder veel tegenstand van het leger van Jacobus II op naar Londen. Een deel van diens troepen loopt zelfs direct naar hem over. De Hollandse troepen hebben uitdrukkelijk het bevel gekregen om onderweg niet te plunderen. Dit om de sympathie van de bevolking niet te verliezen. Twee soldaten die desondanks een kip stelen worden op uitdrukkelijk bevel van Willem III publiekelijk opgehangen.
- Op 28 december komen Willem III en Mary II in Londen aan. Jacobus II krijgt het dringende verzoek van zijn schoonzoon en dochter om het land te verlaten. Vijf dagen later vlucht hij naar Frankrijk. Vanwege deze bijna geweldloze overgang wordt de inval door de Engelsen later betiteld als de ‘Glorious Revolution’.
- Op 31 december wordt in Voorhout de latere botanicus en geneeskundige Herman Boerhaave geboren.
1689: Amsterdam; foto genomen op 15 november 2023
Wat gebeurt er in Nederland in 1689?
- Op 13 februari biedt het Engelse parlement Willem III en Mary II gezamenlijk het koningschap aan van Engeland, Schotland en Ierland aan. Dit nadat eerst de nieuw opgestelde ‘Verklaring van het Recht’ is voorgelezen. In dit stuk worden onder andere de rechten van Engelse burgers en het parlement, en de verplichting van de monarch beschreven. Het zal deel uitmaken van de ‘Bill of Rights die in december koninklijke goedkeuring krijgt, waardoor de koning zijn absolute macht verliest en Engeland een parlementaire democratie wordt.
- Op 21 april worden Willem en Mary in de Westminster Abbey gekroond tot koning en koningin van Engeland. Willem is die dag zwaar verkouden. Hij zit de hele plechtigheid te hoesten en te proesten.
- Het katholieke Ierland erkent het protestante paar echter niet als hun vorst, maar beschouwt de katholieke Jacobus II nog steeds als hun rechtmatige koning. Ook Schotland erkent het paar nog niet, maar de Schotten beschouwen de weggevluchte Jacobus II niet langer meer als hun vorst.
- Willem III verheft in april zijn grote vertrouweling en adviseur Hans Willem Bentinck tot de Graaf van Portland en maakt hem daarmee lid van het Hogerhuis. Later benoemt hij hem ook tot zijn Opperkamerheer, tot de ‘Superintendant van de tuinen en parken’ en tot de ‘Groom of the King’s Close Stool’. Dat is iemand die officieel de stoelgang van de koning moet controleren en hem daarbij desnoods door middel van diëten moet bij helpen. In de praktijk houdt de Groom, veelal een jonge edele, zich echter niet met dit soort zaken bezig, maar is het iemand die op grond van zijn functie altijd in de buurt van de koning kan en mag verblijven en hem daardoor altijd over van alles kan adviseren.
- In april sluit Spanje zich aan bij de Liga van Augsburg. Op 12 mei sluiten ook Engeland en de Republiek zich bij de Liga aan. Dat deze twee naties dat beide tegelijk doen is niet zo verwonderlijk. Willem III is immers op dat moment zowel koning van Engeland als Stadhouder van de meeste staten van de Republiek. (Alleen in Friesland en Groningen is zijn neef Hendrik Casimir II van Nassau-Dietz, waarmee hij overigens slecht overweg kan, de stadhouder.) Op 27 mei verklaart Willem III de oorlog aan Frankrijk.
- Nu Engeland en de Republiek zich ook bij de Grote Alliantie hebben aangesloten besluit Lodewijk XIV om zijn troepen deels uit de Palts terug te trekken. Ze hanteren een tactiek van ‘verschroeiende aarde’ en branden talloze dorpen, steden, vestigingswerken en kastelen langs de Rijn tot de grond toe af. Als gevolg hiervan keert de publieke opinie in Europa zich massaal tegen Frankrijk, waardoor meer Duitse vorstendommen zich bij de Grote Coalitie aansluiten.
- Op 11 juni komt Christiaan Huygens, hij reist samen met zijn schoonzus en haar zoon, in Engeland aan waar hij zijn broer Constantijn jr. opzoekt, die in Londen werkzaam is als secretaris van koning Willem III. Eerst bezoekt hij echter de sterrenwacht in Greenwich, waar hij door de ‘Astronomer Royal’ Flamsteed wordt ontvangen, die hem zijn instrumenten en de laatste astronomische waarnemingen laat zien.
- Op 22 juni woont Christiaan Huygens een bijeenkomst van de Royal Society in Londen bij, waar hij uitgebreid spreekt met zijn oude vriend de Ierse scheikundige Robert Boyle – bekend van de Wet van Boyle: ‘Het product van druk en volume van een bepaalde massa van een bepaald gas is constant als de temperatuur constant is.’ Ook maakt hij er voor het eerst persoonlijk kennis met Isaac Newton. Tijdens de bijeenkomst houden zowel Newton als Huygens een toespraak. Opvallenderwijs houden beiden hun toespraak over het terrein waar de ander meer van afweet. Huygens over de zwaartekracht die veel beter begrepen wordt door Isaac Newton en Newton over het breken van het licht in het ‘IJslands kristal’, dat weer beter begrepen wordt door Huygens. De twee geleerden zullen de dagen er na meermaals met elkaar in discussie gaan. Ook brengen ze samen met Constantijn Huygens jr. een bezoek aan koning William III. Newton heeft een aanbeveling van de koning nodig om in Cambridge benoemd te worden tot hoofd van een College. Op aandringen van de broers Huygens geeft de koning deze aanbeveling. Desondanks wordt Newton niet benoemd in de functie.
- Op 25 juli vindt er in de buurt van Charleroi een veldslag plaats bij Walcourt tussen een 30.000 man tellend leger van de Liga en een 24.000 man tellend Frans leger. Onder de 30.000 man van de Liga bevinden zich zo’n 8.000 Engelsen die Willem III vanuit Engeland heeft gestuurd. De troepen van de Liga worden aangevoerd door Georg Frederik von Waldeck-Eisenberg, een Duitse edelman in dienst van de Staten-Generaal, tevens een goede vriend van Willem III. Deze heeft hem na zijn vertrek naar Engeland benoemt als zijn plaatsvervanger in de Staten-Generaal en tot veldmaarschalk van de Staatse troepen in de Spaanse Nederlanden verheven. De slag wordt gewonnen door de troepen van de Liga. De Fransen tellen naast de nodige gewonden zo’n 1.000 doden; ruim drie keer zoveel als het aantal slachtoffers aan de kant van de Liga.
- In september keert Christiaan Huygens terug naar Holland, een paar dagen later gevolgd door de vrouw en de zoon van zijn broer Constantijn. Broer Constantijn blijft in Londen achter om daar koning Willem III te dienen. Wie ook een tijdje in Londen bij het hof van Willem III verblijft, is Nicoales Witsen, van 1682 tot 1706 de burgemeester van Amsterdam. Witsen bevindt zich in Londen niet alleen als de gedeputeerde van de Staten-Generaal, maar houdt daarnaast ook in de gaten of de Engelsen en Willem III de lening van 6 miljoen gulden van de Amsterdamse kooplieden wel strikt volgens schema terug betalen.
1690: Elspeet; foto genomen op 28 augustus 2024
Wat gebeurt er in Nederland in 1690?
- Willem III krijgt in Engeland de nodige kritiek. Zo omringt hij zich volgens de Engelsen met te veel mensen uit zijn Hollandse hofhouding. Ook geeft hij niet genoeg audities, besteedt te veel tijd aan de jacht en laat hij zijn Engelse ministers soms heel lang wachten voordat ze hem kunnen spreken. Zijn favoriete Hollandse adviseurs hebben daarentegen altijd direct toegang tot hem en hij geeft deze ook allerlei gunsten.
- Een van hen is opperstalmeester Hendrik van Nassau-Ouwerkerk. Op 14 augustus 1678 heeft deze militair – hij is door Willem III benoemd tot generaal – tijdens de Slag bij Saint Denis het leven gered van Willem III door een belager, die op het punt stond de prins van dichtbij dood te schieten, neer te schieten. Willem III schenkt in 1690 Van Nassau-Ouwerkerk het gebruik van een groot huis in hartje Londen. Deze woning, waar Van Nassau-Ouwerkerk tot aan zijn dood in1708 over beschikt, en waar zijn vrouw nog tot aan haar dood in 1720 zal wonen, staat in die tijd bekend als het ‘Overkirk House’, de Engelse ‘vertaling’ van zijn achternaam. Tegenwoordig maakt het huis deel uit van Downingstreet 10, de ambtswoning van de Engelse premier.
- Met steun van Lodewijk XIV is Jacobus II samen met een Frans leger in maart 1689 in Ierland geland, het land dat hem nog steeds erkent als koning. Een leger met enkele duizenden katholieke Ieren sluit zich bij hem aan. (Met uitzondering van het noordelijke Ulster is Ierland overwegend katholiek.) In 1690 besluit Willem III om zijn schoonvader uit Ierland te verdrijven. Hij steekt met een groot leger de Ierse Zee over en op 12 juli vindt er bij de rivier de Boyne een grote veldslag plaats tussen het leger van Jacobus II en het leger van Willem III. Het leger van Jacobus II telt zo’n 23.500 man, waaronder 6.000 Fransen. Het leger van Willem III omvat zo’n 36.000 man, waaronder 18.000 Engelsen, 7.000 Deense huursoldaten en 6.000 Hollandse soldaten.
- De troepen van Willem III, hij is één van de bevelhebbers, zijn veel beter getraind dan de Ierse en Franse soldaten en de slag eindigt dan ook in een grote overwinning voor de troepen van Willem III. De Fransen tellen na afloop met zo’n 1.500 doden en gewonden drie keer zoveel slachtoffers als de troepen van Willem III. Jacobus II vlucht na de verloren slag naar Frankrijk, waar hij tot aan zijn dood in 1701 blijft wonen. In het protestantse Ulster wordt deze overwinning vandaag de dag nog steeds jaarlijks gevierd door middel van zogeheten ‘Oranje-marsen’, die veelal provocerend richting de katholieken zijn.
- Tijdens de slag sneuvelt op 74-jarige leeftijd één van Willems beste bevelhebbers, de Duitse hertog Frederik Herman von Schönberg. Hij is een typische huursoldaat. Hij vecht tijdens zijn hele leven voor verschillende Europese landen en vorsten, afhankelijk van wie hem het meeste betaalt. Zo vecht hij zowel voor als tegen de Republiek – zo vecht hij als zestienjarige in dienst van prins Maurits tegen de Spanjaarden, maar in 1676 in dienst van Frankrijk tegen de Republiek tijdens de slag om Maastricht. Na het herroepen van het Edict van Nantes in 1685 heeft hij – hij is protestant – Frankrijk verlaten en is hij naar Brandenburg afgereisd, waarna hij in dienst treedt van Willem III om nu tegen de Fransen te vechten. De hertog sneuvelt tijdens het oversteken van de Boyne rivier als hij – hij draagt geen maliënkolder – door een plotseling opduikende Ier aan een degen wordt geregen.
- De Slag bij de Boyne is de enige veldslag die de gecombineerde Hollandse en Engelse troepen in 1690 zullen winnen. Zo gaat het tijdens de Zeeslag bij Beachy Head op 10 juli voor de zuidkust van Engeland helemaal mis met de gecombineerde Engels-Hollandse vloot. Ze raken er in gevecht met een Franse vloot. Terwijl de Fransen tijdens deze zeeslag niet één schip verliezen, raken de Hollanders tien schepen en de Engelsen één schip kwijt. Ook raakt een flink aantal andere Hollandse schepen zodanig beschadigd dat ze niet meer ingezet kunnen worden. De Hollanders tellen zo’n 2.500 doden en gewonden, de Fransen kennen nauwelijks verliezen. De Hollandse admiraal Cornelis Evertsen ziet twee redenen voor het verlies van de slag. De Fransen zijn in overtal: 75 tegen 56 Engelse en Hollandse schepen, maar de belangrijkste reden is, volgen Evertsen althans, dat de Engelse gezagvoerder admiraal hertog Arthur Herbert met zijn schepen al tijdens het begin van de slag het strijdtoneel ontvlucht, waardoor de Hollanders er alleen voor staan en geen rugdekking meer hebben. Herbert wordt na deze beschuldiging van Evertsen van verraad beschuldigd. Hij wordt op gesloten in de Tower in Londen, maar later door een krijgsraad vrijgesproken van de beschuldigingen. Wel wordt zijn admiraliteitschap ontnomen. De Fransen hebben na de gewonnen slag een overwicht op zee, maar ze zetten niet door. Ze varen zelfs tot opluchting van de Engelsen en Hollanders terug naar Frankrijk. De Hollanders laten direct allerlei nieuwe schepen bouwen.
- Het gaat ook niet goed met de Liga in de Spaanse Nederlanden. Op 1 juli vindt er bij Fleurus in Hengouwen een grote veldslag plaats tussen een Frans leger van zo’n 38.000 man en een ongeveer even groot leger van de Liga. Deze laatste troepen bestaan vooral uit Spanjaarden gelegerd in de Spaanse Nederlanden en Hollandse huursoldaten. Net zoals bij de slag bij Walcourt in 1689 worden de troepen van de Liga aangevoerd door Georg Frederik von Waldeck-Eisenberg.
- De slag wordt één van de bloedigste veldslagen van de hele Negenjarige oorlog. De Fransen tellen na afloop 3.000 doden en ook nog eens 3.000 gewonden. De Liga-troepen kennen het dubbele aantal slachtoffers: 6.000 doden en meer dan 5.000 gewonden. Daarnaast worden er ook nog eens 8.000 soldaten van de Liga gevangen genomen. De slag eindigt dan ook in een grote overwinning voor de Fransen. Von Waldeck-Eisenberg trekt zich terug naar Brussel. Mede vanwege deze nederlaag stuurt Willem III na afloop van de Slag bij de Boyne River alle Hollandse regimenten terug naar de Republiek. Ook in de Nieuwe Wereld breken gevechten uit, maar als er aan het einde van het jaar in Noord-Amerika gevochten wordt, zijn daarbij geen Hollanders betrokken. Het zijn alleen Engelsen en Fransen die daar met elkaar in gevecht zijn.
- Eind augustus vindt in Rotterdam het ‘Kostermanoproer’ plaats. Aanleiding is dat een aantal schutters van het Rotterdamse Schutterskorps een vat wijn laten halen, waar volgens de belastingpachter geen belasting over betaald is. Hij wil het in beslag nemen. Er ontstaat een getouwtrek tussen de schutters en de assistenten van de pachters, waarbij één van de assistenten van de belastingpachter (waarschijnlijk) per ongeluk door een sabel dodelijk wordt verwond door een zekere Kosterman, één van de schutters. De baljuw van Rotterdam, een zekere Mr. Jacob van Zuylen van Nijevelt, beschouwt het echter als moord. Hij laat de verdachte na ‘strenge ondervraging’ – lees marteling – bekennen en ondanks dat Kosterman even later weer zijn bekentenis intrekt, wordt hij ter dood veroordeeld. Zijn onthoofding voor het stadhuis loopt uit op een groot drama. De beul heeft liefst vijf slagen nodig om hem te onthoofden, waarna er een groot oproer uitbreekt in de stad. Tijdens dit oproer wordt het huis van de pachter door de menigte verwoest.
- De boel lijkt hierna weer tot rust te komen, maar op 5 oktober verschijnt er een opruiend pamflet in de stad over de zaak en over de baljuw, waarin de baljuw als volgt wordt beschreven: ‘Schijnheilighe atheist, Liefhebbende hoere man/ Geltsughtigh dwingelandt, Uytbroedsel van de Hel’. Er ontstaan daarna opnieuw rellen, waarbij de opgewonden menige zelfs met drie buit gemaakte kanonnen het huis van de baljuw beschiet. Pas als Van Zuylen van Nijevelt de stad ontvlucht, keert de rust terug. Zijn optreden in de zaak Kosterman wordt onderzocht. De regenten van Rotterdam zijn er verdeeld over. Aanvankelijk wordt Van Zuylen van Nijevelt ontslagen, maar in 1692 krijgt hij van Willem III eerherstel en wordt hij weer in zijn functie benoemd. Ook krijgt hij een schadevergoeding van 152.000 gulden. Om dit bedrag te kunnen betalen, verhoogt het stadbestuur de accijnzen, waardoor het de Rotterdammers zelf zijn die het bedrag betalen.
- In 1690 worden 27 jongens en 20 meisjes uit het Aalmoezeniersweeshuis in Amsterdam verscheept om verdeeld te worden onder de planters in Suriname. Ze zijn op zoek naar jonge werkkrachten die Nederlands spreken.
1691: Haarlem; foto genomen op 28 september 2023
Wat gebeurt er in Nederland in 1691?
- Na bijna 2,5 jaar afwezigheid in de Republiek steekt koning-stadhouder Willem III tijdens slecht weer – het is koud en ijzig – op 26 januari de Noordzee over en komt op 31 januari aan op Goeree. Daarna reist hij door naar Den Haag waar een conferentie wordt gehouden van de bondgenoten van de Grote Alliantie. Op 5 februari arriveert Willem III in Den Haag. Een grote menigte onthaalt hem en zijn gevolg en juicht hem luidkeels toe. De schilder Jan Luyken maakt een zeer gedetailleerde gravure van het grootse welkom. Op het Buitenhof staan drie speciaal gemaakte triomfbogen. Over de bogen verschijnt zelfs een speciaal boek: ‘Beschryving der eerpoorten, in s’Graavenhaage opgerecht tegen d’overkomst van William den III’.
- Aanwezig bij de besprekingen in Den Haag zijn naast Willem III zijn naaste adviseur Hans Willem Bentinck en verder onder andere de keurvorst van Brandenburg (Frederik I van Pruisen), de keurvorst van Beieren (Maximiliaan II Emanuel) en vele Duitse prinsen, hertogen en landgraven van allerlei Duitse staten, zoals landgraaf Karel van Hessen-Kassel. Ook aanwezig zijn vertegenwoordigers van de Spaanse koning, van keizer Leopold I van het Heilige Roomse Rijk en van Denemarken en Zweden. Het doel van de conferentie, die uiteindelijk twee maanden zal duren, is om een gezamenlijke militaire campagne uit te stippelen zodat de alliantie een sterker blok kan vormen tegenover de legers van Lodewijk XIV. Willem III geldt als de leider van de alliantie.
- Er wordt ook besproken hoe groot de bijdrage van alle landen afzonderlijk aan de totale gezamenlijke troepenmacht zal zijn. De Republiek zal de meeste soldaten voor de strijd op het land leveren: 35.000 stuks, gevolgd door het Heilige Roomse rijk van keizer Leopold I, Spanje, Engeland en Brandenburg die allen 20.000 soldaten toe zeggen. De koning van Savoie en de keurvorst van Beieren zullen beide18.000 soldaten leveren en de overige 69.000 troepen van de in totaal 220.000 manschappen van de Alliantie komen voor rekening van de verschillende Duitse prinsdommen en van de bisschop van Münster. De reden dat keizer Leopold I van het Heilige Roomse rijk niet meer soldaten toezegt, is dat hij nog steeds in gevecht is met het Ottomaanse rijk dat eerder zelfs voor de poorten van Wenen stond. (In het najaar zullen de troepen van Leopold I in Servië een grote veldslag winnen, waarbij liefst 25.000 Turkse soldaten omkomen.)
- Terwijl in Den Haag gepraat wordt, verzamelt Lodewijk XIV – hij is op de hoogte van de besprekingen in Den Haag – begin maart een leger van bijna 100.000 man en trekt daarmee naar de stad Bergen in Henegouwen. Maart is erg vroeg om ten strijde te trekken. De meeste legers zitten dan nog in hun winterkwartieren. Zo gauw Willem III het nieuws hoort, verzamelt hij zoveel mogelijk beschikbare militairen en verzoekt de Duitse edelen ook zo veel mogelijk soldaten naar de Spaanse Nederlanden te sturen. Uiteindelijk omvat zijn leger zo’n 45.000 man en reist hij met deze troepen richting Bergen. Hij is echter te laat om de inname van de stad Bergen tegen te kunnen houden. Op 8 april geeft de stad zich na zware gevechten aan de Fransen over. Een poging even later van de Fransen om ook Luik te veroveren slaagt niet. De troepen van de Liga zijn er inmiddels ter plaatse.
- Na deze gevechten keert Willem III weer terug naar Engeland. Het bevel van de troepen geeft hij weer in handen van maarschalk Georg Frederik von Waldeck-Eisenberg. Later dat jaar vinden er in de Spaanse Nederlanden nog een aantal gevechten plaats tussen de troepen van de Alliantie en Frankrijk. Ze hebben een wisselende afloop. Veel verandert er door die veldslagen dan ook niet aan de situatie, wel kosten ze aan beide kanten in totaal aan duizenden huursoldaten het leven.
- Op 29 mei overlijdt op 61-jarige leeftijd in Amsterdam Cornelis Tromp. Hoewel hij al jaren niet meer op zee is geweest, is hij, nadat admiraal Evertsen na het debacle bij Beachy Head een walfunctie heeft gekregen, in 1690 strik formeel weer de bevelhebber van de Hollandse vloot. Hij is dat op moment echter door een alcoholverslaving al niet meer in staat om te functioneren en sterft enige maanden later. In Nederlandse slijterijen kan je na zijn dood jenever kopen met de merknaam Taainagel, wat één van de bijnamen van Cornelis Tromp is.
- Op 15 november overlijdt in Dordrecht op 71-jarige leeftijd de schilder Albert Cuyp. Hij is vooral bekend vanwege zijn vele riviergezichten zoals ‘Gezicht op Dordrecht’ uit 1660 (en tegenwoordig van de markt in Amsterdam die zijn naam draagt.)
- Spanje probeert in 1691 het praktische beheer (maar niet het bezit) over de Spaanse Nederlanden over te doen aan een andere partij. Al meer dan twintig jaar valt Frankrijk geregeld het gebied binnen en de verdediging tegen de Fransen kost de Spaanse schatkist veel geld. Noch Oostenrijk noch Beieren zijn er erg happig op, maar in december is keurvorst Max Emanuel van Beieren bereid om zich tegen vergoeding te laten benoemen als nieuwe landvoogd van de Zuidelijke Nederlanden. Formeel blijft het gebied tot Spanje behoren maar het is vooral Beieren dat het nu bestuurt en de zaken financieel regelt.
1692: Delft; foto genomen op 26 juli 2023
Wat gebeurt er in Nederland in 1692?
- Op 13 februari vindt er in Schotland in Glen Coe in de Schotse Hooglanden een bloedbad plaats. Tussen de dertig en veertig leden en medewerkers van Clan MacDonald van Glencoe, waaronder een aantal vrouwen en kinderen, worden door Schotse regeringstroepen gedood, dit omdat ze nog geen trouw hebben gezworen aan Willem III en Mary II. Volgens een koninklijke Engelse order moet iedereen van de clan jonger dan 70 jaar worden omgebracht. Onduidelijk is of de order ondertekend is door Willem III, en zo ja, of hij wel gezien heeft wat hij heeft ondertekend. Het gebeuren beschadigt in ieder geval de reputatie van Willem III in Schotland.
- Op 29 mei en op 4 juni vinden er vlak voor de Normandische kust bij Barfleur en bij La Hougue twee zeeslagen plaats tussen de de gecombineerde Engels-Hollandse vloot en een Franse vloot. De gecombineerde vloot van 83 Engelse en Hollandse schepen met 39.000 man aan boord staat onder leiding van admiraal Russel (namens de Engelsen) en Philips van Almonde (namens de Hollanders). De Fransen beschikken over 46 schepen met 21.000 man aan boord en zijn ruimschoots in de minderheid.
- De zeeslagen eindigen dan ook in overwinningen voor de Engelsen en Hollanders. Weliswaar tellen beide kampen zo’n 5.000 doden en gewonden, maar de Fransen verliezen 15 schepen tegenover maar twee schepen aan de Engels-Hollandse kant. De slag zorgt er voor dat de kortstondige Franse hegemonie in Het Kanaal wordt doorbroken en een voorgenomen Franse invasie van Engeland – Lodewijk XIV had al een leger van 20.000 man klaar staan – wordt afgeblazen.
- Op het vaste land wordt er vooral gevochten in de Spaanse Nederlanden. In juni veroveren de Fransen Namen. De stad wordt verdedigd door slecht getrainde Spaanse soldaten die zich al snel overgeven. Een aanval van de gecombineerde Staatse, Britse en Deense troepen op Steenvoorde, ten zuidwesten van Brussel, in juli mislukt. Daarentegen verliezen de Fransen in september een veldslag bij Porzheim in de Palts. Al met al is er op het land in 1692 sprake van een soort status quo. Wel kosten de gevechten duizenden soldaten aan beide zijden het leven. Zo levert de slag bij Steenvoorde zowel Frankrijk als de Grote alliantie zo’n 8.000 doden en gewonden op.
- Op 18 september vindt er vlakbij Luik om 14.15 uur een zware aardbeving plaats (met een achteraf ingeschatte kracht van 6.3 op de schaal van Richter). Het is één van de zwaarste aardbevingen in de Lage Landen van de laatste duizend jaar. Het episch centrum ligt bij Verviers vlakbij Luik. De beving is bijna overal in de Republiek, in de Spaanse Nederlanden, in de Rijnstreek, in het noorden van Frankrijk en zelfs in het graafschap Kent in Engeland te voelen. In Luik en in Bergen vallen enige doden. Limburg en de omgeving van Luik kennen de grootste schade. In Roermond stort een kerktoren in.
- Christiaan Huygens, die op het moment van de beving op zijn buiten Hofwijck in Voorburg verblijft, schrijft: “Aardbeving. 1692, 18 sept. in Hofwijck bij Voorburg om half drie in de middag, terwijl ik een boek zat te lezen, heb ik plotseling en niet zonder schrik een aardbeving gevoeld. Het huis schudde duidelijk, en bewoog heen en weer, zodat in de eetkamer hangende schilderijen tegen het goudleer geslagen werden dat de wanden bedekt. De stenen vloer waarop ik stond werd enigszins opgetild, en zakte weer in, en dat enige malen gedurende ongeveer 10 of 12 seconden. De gracht rondom het huis, 60 voet breed, bewoog met enige brede golven naar de kanten. Bedienden in de keuken, die onder de eetkamer is, hadden dezelfde beweging gevoeld, en waren angstig naar mij toe gesneld.
- Er was geen wind. Ik was enige tijd in de veronderstelling dat het arsenaal van de Duinkerkers door buskruit volledig vernield was, aangezien dagelijks verwacht werd dat die stad door ons leger belegerd zou worden, en met vuurpijlen en geschut in brand gestoken zou worden. Maar van zo’n grote afstand kon ternauwernood een zo grote druk aan de lucht gegeven zijn, en er was geen geluid of klap gehoord. Twee dagen later hebben we begrepen dat er te Duinkerke nog niets ondernomen was, en dat het dus echt een aardbeving geweest was. En deze heeft ook te Amsterdam en te Antwerpen allen bang gemaakt. Aan een Amsterdamse waarnemer leek het toe dat er als het ware golven van Noord naar Zuid (van ’t N.N.W. naar ’t Z.Z.O.) voortgingen, en dat alles wankelde. Men zegt dat vooral torens op een verbazende manier slingerden, en dat in sommigen de klokken vanzelf gingen luiden.”
- Huygens en zijn tijdgenoten hebben in die tijd geen idee wat aardbevingen veroorzaakt. Huygens: “Als de Aarde door een soort golven zich verheft en inzakt, moet ze onder de grond hol zijn, of op water rusten dat dan zo beweegt. Maar waarvandaan komt de beweging ervan? Waarschijnlijker is een holte, waarin zich dampen verzamelen, ofschoon ze niet ontbranden zoals in de lucht, wanneer het dondert. Zou uit de afstand, waarover deze opeenvolging zich uitstrekt, iets opgemaakt kunnen worden over de diepte van de holen en van de dampen?” Een week lang zijn er nog behoorlijke naschokken. Op 18 december wordt er bij Maastricht zelfs nog een kleine aardbeving gevoeld.
- Aan het eind van 1692 heerst Willem III over een rijk dat zich uitstrekt van Noord-Amerika (de Engelse koloniën), Europa (Engeland, Schotland, Ierland en de Republiek der Zeven Provinciën) en het verre oosten (Ceylon2, delen van India, en Indië) plus her en der nog wat andere gebieden.
1693: Alkmaar; foto genomen op 26 december 2023
Wat gebeurt er in Nederland in 1693?
- De hoogste fontein van Europa bevindt zich in 1693 bij het paleis van Lodewijk XIV in Versailles. Willem III vindt echter dat hij, de koning van Engeland en de stadhouder van Holland, de hoogste fontein moet hebben. Hij laat daarom bij zijn nieuwe paleis ‘Het Loo’ in Apeldoorn een nieuwe waterfontein aanleggen.
- Bij de aankoop van het paleis heeft hij ten behoeve van zijn fontein allerlei waterrechten gekocht. Zo koopt hij niet alleen een groot stuk land en bos rondom Het Loo, maar ook de waterrechten van molenaars in de buurt om het water van hun molens te kunnen gebruiken, twee papiermolens inclusief waterrechten en gebruiksrechten bij Het Loo en bij Hoog Soeren en nog een waterrijk stuk veen. Drie bronnen voeden een bassin van bijna één hectare groot dat hij bij de Ruetbron in de buurt van Assel laat aanleggen. Vanaf daar laat hij een liefst vier kilometer lange waterleiding van loden en koperen buizen aanleggen naar Het Loo.
- Omdat het water in de leiding over deze lange afstand langzaam moet dalen, moet de waterleiding soms diep in de hellingen van de heuvels in het bos worden gegraven. Willem III zet voor het aanleggen van de waterleiding en het uitgraven van de Paleistuin zesduizend soldaten in. Al deze inspanningen leiden tot succes. Als de fontein wordt aangezet, spuit hij dertien meter hoog en is daarmee de hoogst spuitende fontein van Europa. Als in 1794 de Franse troepen het Paleis Het Loo bezetten, graven ze de waterleidingbuizen op en verkopen die wat het einde betekent van de hoogste waterfontein van Europa.
- Op 27 juni valt in de buurt van de Algarve een Franse vloot van 72 oorlogsschepen bij verrassing een gecombineerde Hollands-Engelse koopvaardijvloot van zo’n 200 schepen aan, dat op de weg is naar het Midden-Oosten. Het konvooi wordt geëscorteerd door 21 Engelse en Hollands linieschepen. De Fransen brengen zo’n 50 handelsschepen tot zinken en veroveren er 40 met een handelswaarde aan boord van meer dan een miljoen gulden. Eén begeleidend Engels oorlogsschip en twee Hollandse oorlogsschepen gaan bij deze slag verloren. De Fransen verliezen geen schepen.
- Op 23 juli veroveren de Fransen de stad Hoei in Wallonië en trekken verder richting Luik. Op 29 juli vindt bij Neerwinden in Vlaams-Brabant een veldslag plaats die de bloedigste zal worden van de hele Negenjarige oorlog. Een leger van 70.000 Fransen onder leiding van maarschalk François Henri de Montmorency-Bouteville, beter bekend als de hertog van Luxembourg, stuit bij Neerwinden op een leger van 50.000 soldaten van de Grote Coalitie die onder persoonlijke leiding staan van Willem III die na een kort verblijf in Engeland weer is teruggekeerd naar Holland. De Fransen, ondersteund door een brigade Ieren, zijn in overtal, maar de positie ter velde van de Alliantie-troepen is beter. Op een gegeven moment vechten op een gebied van ongeveer drie vierkante kilometer in totaal zo’n 30.000 cavaleristen te paard met elkaar. De Fransen vallen aan, maar de soldaten van de Grote Coalitie slaan de eerste twee aanvalsgolven af. Bij de derde poging breken de Fransen echter door de linies van de Alliantie. Veel soldaten van de Alliantie slaan daarop op de vlucht en een groot aantal verdrinkt in een naast gelegen rivier. Willem III trekt zich noodgedwongen terug.
- Het aantal slachtoffers aan beide kanten is niet exact bekend maar het zijn er veel. De schattingen lopen uiteen van 8.000 tot 15.000 doden en gewonden aan Franse kant en 9.500 tot 20.000 doden en gewonden aan de kant van de Alliantie. Het slagveld ligt bezaaid met dode soldaten. Ondanks dat de Fransen de slag winnen, trekken ze niet verder op naar Luik, welke stad het oorspronkelijke doelwit was van hun opmars. Niet alleen hebben ze veel doden en gewonden, maar ook deserteren na de slag veel Franse soldaten. Willem III laat na de slag een zilveren medaille slaan om te vieren dat Luik behouden is gebleven.
- Op 13 december sterft in Greenwich in Engeland op 82-jarige leeftijd de schilder Willem van de Velde de Oude. Hij is vooral bekend van zijn vele zeegezichten (in storm en kalm weer) en van schilderijen van de vele zeeslagen die hij heeft vastgelegd. Hij fungeert hierbij als een soort oorlogsverslaggever, want bij veel zeeslagen tussen 1652 en 1672 vaart hij mee aan boord van de Hollandse oorlogsschepen tijdens de zeeslagen met Engeland. De admiraliteit stelt hem bij deze zeeslagen zelfs een klein en snel bootje ter beschikking, zodat hij tussen de vechtende schepen door kan varen en alles gedetailleerd in snelle schetsen kan vastleggen, die hij daarna aan de wal uitwerkt. Willem van de Velde Oude gaat zeker zes keer mee als ‘Teeckenaer van de Vloote’.
- Als de Fransen in 1672 de Republiek binnen vallen, en hij geen opdrachten meer van de Admiraliteit krijgt, verhuist hij met zijn zoon Willem van de Velde de Jonge, eveneens een zeeschilder, naar Engeland, waar hij in dienst treedt van de Engelse koning Karel II. Ook voor hem legt hij diverse zeeslagen vast, alleen bevindt hij zich nu, zoals bijvoorbeeld tijdens de derde Engels-Hollandse Oorlog aan boord van een Engels oorlogschip. Hij krijgt hiervoor een jaarlijkse vergoeding van 100 pond van de Engelse koning. Als Willem III koning van Engeland wordt, stopt hij deze toelage. Willem van de Velde de Oude wordt begraven in de kerk van St. James Piccadilly in Londen.
- Het weer van 1693 leidt in heel West-Europa tot misoogsten. De lente van 1693 is nat en koud. De zomer daarentegen erg warm. De tarwe ontkiemt al in augustus wanneer het erg warm is. Vanaf september begint het vaak en langdurig te regenen, wat rotte tarwe en misoogsten tot gevolg heeft. In 1694 zal deze situatie zich verergeren.
1694: Harlingen; foto genomen op 21 oktober 2023
Wat gebeurt er in Nederland in 1694?
- Op 5 februari vertrekt de ‘Ridderschap van Holland’, één van de grootste handelsschepen van de VOC ooit, vanuit Kaap de Goede Hoop, waar het een tussenstop heeft gemaakt, naar Batavia. De ‘Ridderschap van Holland’ heeft een bemanning van 300 man. Het heeft een lengte van 50 meter, een breedte van 12 meter en een inhoud van liefst 520 ton. Het schip komt echter nooit aan in Batavia. Vermoed wordt dat het ergens voor de kust van West-Australië vergaan is. In 1697 wordt Willem de Vlamingh met drie schepen op een ontdekkingstocht naar Tristan da Cuhna uitgestuurd en krijgt daarbij ook de opdracht om te kijken of ze ergens onderweg restanten van het schip zien, maar ze zien nergens wrakstukken van de ‘Ridderschap van Holland’. In 1727 ziet de bemanning van een Hollands schip dat strandt op de Pelsaert Eilanden op een nabijgelegen eiland voorwerpen zoals lege flessen die mogelijk afkomstig zouden kunnen zijn van de ‘Ridderschap van Holland’, wat suggereert dat in ieder geval een deel van de bemanning een mogelijke stranding aldaar heeft overleefd. Tot op de dag van vandaag geldt het verdwijnen van de ‘Ridderschap van Holland’ als één van de grote mysteries van verdwenen schepen op zee.
- Op 11 mei wordt in Breda de 97 meter hoge kerktoren van de Grote Kerk in Breda getroffen door de bliksem. De kerktoren vat vlam. Om te voorkomen dat het vuur zich verspreidt over de rest van kerk en de stad, probeert men de brandende spits met kanonskogels van de toren te schieten. Dat mislukt, waardoor alles wat brandbaar is in de toren, zoals de luidklokken, de beiaard, het uurwerk en de klokkenstoelen verbranden. De rest van de kerk blijft bespaard.
- Na de totaal mislukte oogst van 1693, eerder was de oogst van 1692 ook al niet goed waardoor er een gebrek aan zaaigoed is ontstaan, gaat het in 1694 helemaal mis met de voedselvoorziening in West-Europa. De jaren negentig van de zeventiende eeuw vormen het ‘dieptepunt’ van de Kleine IJstijd met nat weer en zeer koude winters. Het zorgt in de periode maart – juli voor een groot voedseltekort. De graanschuren zijn leeg en er ontstaat vooral in Frankrijk een grote hongersnood. De prijs van het weinig aanwezige graan in Frankrijk stijgt niet alleen door het graantekort maar ook door graanspeculatie naar een recordhoogte. Alleen de rijken kunnen het zich nog veroorloven om graan te kopen.
- Lodewijk XIV laat daarop massaal graan inkopen in Rusland en Polen, maar Willem III zet het tekort van graan in Frankrijk in als een oorlogswapen. Hij geef de order om alle schepen met graan richting Frankrijk te onderscheppen. Dit om te zorgen dat het voedseltekort in Frankrijk blijft bestaan, iets wat tegenwoordig geldt als een oorlogsmisdaad tegenover de Franse bevolking. De motivatie van Willem III is dat het Franse leger dan ook geen voedsel krijgt. Die gedachte is niet juist. Lodewijk XIV en het leger zorgen er voor dat in ieder geval de soldaten wel voldoende voedsel krijgen.
- In juni onderschept een kleine Hollandse vloot van acht schepen bij Noorwegen een konvooi van 96 Franse graanschepen. De schepen zijn onderweg naar Frankrijk en worden begeleid door drie neutrale Deense en Zweedse oorlogsschepen. Zonder ook maar een schot te lossen, nemen de Hollanders de graanvloot in beslag en begeleiden die vervolgens richting de Republiek. De neutrale Denen en Zweden besluiten om niet in te grijpen en volgen de overgenomen vloot op een afstandje.
- De Duinkerkse kaperkapitein Jean Bart – hij is met zijn 2,04 meter een indrukwekkende verschijning – valt op 29 juni in opdracht van de Fransen met zeven schepen ten westen van Texel de vloot van acht Hollandse schepen aan en herovert de graanvloot voor de Fransen. Door slim te manoeuvreren verovert hij ten koste van slechts 16 doden aan Franse kant drie van de acht Hollandse oorlogsschepen, waarop de andere vijf Hollandse schepen er vandoor gaan. De Hollanders tellen bij elkaar zo’n 300 doden en gewonden. Samen met dertig graanschepen vaart Jean Bart vervolgens naar Frankrijk, even later gevolgd door de overige 66 graanschepen die weer begeleid door de Deense en Zweedse oorlogsschepen ook doorvaren naar Frankrijk.
- Jean Bart krijgt een heldenontvangst in Frankrijk. Louis XIV geeft hem een hoge militaire orde en verheft hem in de adelstand. De veilige aankomst van de graanschepen zorgt er voor dat de graanprijzen in Frankrijk prompt met liefst 90% dalen.
- Ondanks de veilige aankomst van deze graanvloot zorgt de hongersnood van 1693-1694 in Frankrijk, in combinatie met allerlei ziektes die de verzwakte bevolking treffen, voor een geschatte oversterfte van ruim 1 miljoen mensen in één jaar tijd. Normaal gesproken sterven er in Frankrijk in deze tijd ongeveer 750.000 mensen per jaar, maar in de periode augustus 1693 – juli 1694 overlijden er liefst zo’n 1,8 miljoen mensen. Ook het jaar erop bedraagt de oversterfte in Frankrijk meer dan een miljoen.
- In de Spaanse Nederlanden is er in 1694 ook sprake van een oversterfte. Er sterven in deze periode in de Spaanse Nederlanden ongeveer 200.000 mensen meer dan gemiddeld. In de Republiek valt de oversterfte mee, dit omdat er in de Republiek in de tegenstelling tot Frankrijk relatief meer rogge wordt verbouwd dan tarwe. Rogge is beter bestand tegen slecht weer dan tarwe. Ook in de jaren er op sterven er elders in Europa veel mensen de hongersnood. Zo sterft er naar schatting in 1695 een vijfde van de bevolking van Estland, in 1696 een kwart tot een derde van de populatie van Finland en tussen 1695 en 1698 duizenden Schotten, in sommige gebieden overlijdt daar zelfs 20% van de bevolking. Ook in Spanje sterft ruim 5% van de bevolking in die jaren de hongerdood.
- Frankrijk besluit in 1694 om de strijd met de Alliantie te verleggen van de Spaanse Nederlanden naar Spanje zelf. Dit om Spanje te dwingen een vrede te sluiten. Ze varen met een grote vloot vanuit Brest naar de Middellandse Zee richting Barcelona. Ook vallen ze over land Noord-Spanje binnen. De aanval zal misukken. Een tweede poging in 1697 om Barcelona te veroveren zal wel succesvol zijn.
- Willem III ziet in het vertrek van de Franse vloot uit Brest een mooie kans om deze stad aan te vallen. Hij denkt ten onrechte dat er in de stad en in de fortificaties aan de kust geen Franse soldaten meer zijn. Hij stuurt een Engels-Hollandse vloot van 36 oorlogsschepen en 80 transportschepen met 8.000 landingstroepen aan boord naar Bretagne. Ze landen op de kust bij Brest, waar echter in de stad en in de fortificaties aan de kust nog steeds meer dan duizend Franse soldaten zijn gelegerd.
- De invasie mislukt. De Engels-Hollandse troepen worden tijdens de landing onverwachts veelvuldig met kanonnen en musketten beschoten. Veel Engelse en Hollandse soldaten sneuvelen in de landingsboten en op het strand. Als te veel Engels-Hollandse schepen beschadigd raken door het Franse kanonvuur word de aanval gestaakt. Vierhonderd soldaten die al op het strand zijn, worden achter gelaten en worden door de Fransen gevangen genomen. Het dodental aan de Engels-Hollandse kant wordt geraamd op meer dan 1.000 man. De Fransen tellen slechts zo’n 45 gewonden.
- Wel sneuvelt de kerkkoren van de Chapelle Notre-Dame in Rocamadour. Het topje van de kerktoren wordt geraakt door een Engelse kanonskogel. Volgens een Franse legende waait deze kogel daarna terug naar zee en raakt daar een Engels schip.
- Niet alleen sneuvelen er veel soldaten, maar ook sneuvelt de Engelse bevelhebber generaal Thomas Tollemache. Aan boord van zijn vlaggenschip wordt hij in zijn dij geraakt door een Franse kanonskogel. Hij sterft een paar dagen later. Na de verloren slag wordt in Engeland John Churchill; hij is de hertog van Malborough en een voorvader van Winston Churchill, door sommige mensen er van beschuldigd dat hij de aanval in een brief aan Jacobus II heeft verraden, maar er is hier geen duidelijk bewijs voor. Een vertaalde Franstalige brief die opduikt, en die als bewijs hiervoor moet dienen, wordt als een vervalsing gezien, al zijn hier wel twijfels over. (In zijn autobiografie schrijft Winston Churchill later dat zijn voorvader nooit verraad kan hebben gepleegd.)
- Op 23 juli valt een eskader van zes Engelse en Hollandse oorlogsschepen, vergezeld van zestien galjoten, dat zijn kustvaarders, onder leiding van de Engelse admiraal lord John Berkeley of Stratton en de Hollandse luitenant-admiraal Philips van Almonde, de stad Dieppe in Normandië in Frankrijk aan. Gedurende 36 uur beschieten hun schepen vanaf zee de stad met hun kanonnen. Dieppe raakt zwaar beschadigd. Van 26 juli tot 31 juli beschieten ze ook Le Havre. Ook deze stad beschieten ze vanaf zee en ook deze stad raakt flink beschadigd. In september proberen ze ook iets soortgelijks bij Duinkerke en Calais, maar deze steden raken nauwelijks beschadigd en schieten massaal terug. De schepen van Berkeley of Stratton en Van Almonde moeten zich vervolgens onder zwaar vuur terugtrekken.
- Op 20 augustus ontstaat er een grote brand in Grootebroek. Er is geen brandspuitwagen in het dorp aanwezig en de branden moeten worden geblust door middel van het doorgeven van emmertjes water, Dit verloopt niet al te succesvol. Zo’n veertig huizen en boerderijen in het dorp gaan in vlammen op. De schilder Jan Luyken maakt een ets van het brandende dorp. Deze ets wordt ook afgebeeld op een loterijformulier. Met de opbrengst van de loterij wordt de wederopbouw van het dorp bekostigd.
- Op 27 september herovert een leger van meer dan 50.000 man van de Grote Alliantie in de Spaanse Nederlanden na een gevecht van vijf dagen de plaats Hoei. De stad wordt verdedigd door zo’n 1.200 Fransen, waarvan er zo’n kwart sneuvelen tijdens de aanval.
1695: Haarlem; foto genomen op 28 september 2023
Wat gebeurt er in Nederland in 1695?
- Op 7 januari 1695 – in Engeland dat nog de oude Juliaanse kalender hanteert is het dan 28 december 1694 – sterft in Londen op 32-jarige leeftijd koningin Mary II, de echtgenote van Willem III. Ze overlijdt aan de gevolgen van kinderpokken. Willem III met wie zij het koningschap van Engeland deelt, blijft koning van Engeland. Omdat Mary II kinderloos overlijdt, wordt haar jongere zuster prinses Anna nu definitief de potentiële troonopvolgster. Ook zij is, net zoals Mary II, in tegenstelling tot hun katholieke vader, de voormalige koning Jacobus II, protestant. Twee maanden later wordt de gebalsemde Mary II begraven in Westminster Abbey. Voor de Republiek is er op dat moment nog niemand als mogelijke opvolger van de kinderloze Willem III als stadhouder aangewezen. Er bestaat nog de mogelijkheid dat Willem III hertrouwt en een Hollandse troonopvolger krijgt. (Dit zal overigens niet gebeuren.)
- Omdat Lodewijk XIV in de winter inziet dat hij de oorlog op zee niet gaat winnen, stelt hij Willem III voor om vredesbesprekingen te beginnen. Deze wil er echter nog niet veel van weten. Hij denkt de oorlog op het land te kunnen winnen.
- Na de begrafenis van Mary II reist Willem III vanuit Engeland weer naar het vasteland om in de Spaanse Nederlanden persoonlijk de troepen van de Alliantie aan te voeren. De legers worden steeds groter. De Fransen proberen met een leger van ongeveer 100.000 man hun veroverde posities aldaar te verdedigen. Willem III beschikt in totaal over zo’n 160.000 man. Hij splits dit leger in een troepenmacht van zo’n 100.000 man, die hij legert tegenover de grote Franse troepenmacht die zich verschanst heeft in het gebied tussen de rivieren de Schelde en de Leie, en in een troepmacht van 60.000 man die hij ‘in het geheim’ naar de stad Namen stuurt die in handen is van de Fransen. Deze hebben in de vesting een garnizoen liggen van 13.000 man.
- Een Brandenburgs leger dat gelegen is aan de oevers van de Maas opent op 12 juni het vuur op de stad, een Hollands leger dat aan de zuidkant van de stad ligt volgt een dag later. Het beleg zal uiteindelijk bijna drie maanden duren. Op 4 september geven de Franse troepen in Namen zich over. Ze tellen op dat moment zo’n 8.000 doden en gewonden. De troepen van Willem III tellen naar schatting tussen de 12.000 en 18.000 slachtoffers.
- Tussendoor probeert de nieuwe Franse bevelhebber, de hertog van Villeroi; hij is de in januari overleden hertog van Luxembourg als Franse bevelhebber opgevolgd, de troepen van Willem III bij Namen weg te lokken door Brussel aan te vallen. De stad is niet een militair doelwit. Er is geen groot Staats, Spaans of Brandenburgs leger in de stad gelegerd, maar toch besluiten de Fransen om drie dagen lang, van 13 tot 15 augustus, de stad en de burgers van de stad zwaar te beschieten met kanonskogels, brandbommen en granaten. Het leidt tot talloze branden in de stad en naar schatting worden zo’n 4.000 tot 5.000 gebouwen, waaronder veel gebouwen aan de Grote Markt verwoest. Ongeveer een derde van het aantal huizen in Brussel verandert in een puinhoop. Het aantal burgerslachtoffers valt gezien de grootte en de duur van het bombardement nog mee – enige tientallen – maar de schade is enorm. De aanval op de burgerbevolking van een relatief weerloze stad leidt niet alleen tot veel verontwaardiging in Europa en beschadigt de reputatie van Lodewijk XIV ernstig, maar het levert ook niet het gewenste doel op. De troepen van Willem III blijven bij Namen. Als de Fransen dat zien stoppen ze met het beschieten van Brussel.
- De beschieting van Brussel zal ook leiden tot een andere wijze van oorlogsvoering in Europa. Tot dan worden steden ‘gebruikt’ als forten. Maar de reikwijdte en de kracht van de kanonnen is nu zo groot dat de steden van een afstand stuk geschoten kunnen worden. Men probeert de vijand zo ver weg mogelijk van de steden te houden door ver van de stad veldslagen op het open veld te voeren.
- Op 8 juli overlijdt in Den Haag op 66-jarige leeftijd Christiaan Huygens. Hij geldt als één van de grootste wetenschappers en uitvinders van de zeventiende eeuw. Hij is zowel lid van de Royal Society in Londen als van de Académie des Sciences in Parijs en correspondeert met alle grote wetenschappers van zijn tijd zoals Newton en Leibniz. Huygens bedenkt onder andere het slingeruurwerk, bouwt en verbetert telescopen waarmee hij de maan Titan van Saturnus ontdekt en komt met veel nieuwe wetenschappelijke theorieën op de proppen op allerlei gebieden, zoals zijn formule voor de centrifugale of middelpuntvliedende kracht die uitgeoefend wordt door een voorwerp dat een cirkel beschrijft. Ook is zijn golftheorie van het licht niet alleen nieuw maar ook beter dan de theorie waarmee Isaac Newton komt. Opmerkelijk genoeg wordt Christiaan Huygens ook wel gezien als één van de eersten mensen die sciencefiction schrijft, omdat hij in één van zijn vele werken het heeft over de mogelijkheid dat er elders in het heelal buitenaards leven kan zijn.
- Mauritius dat nog steeds een kleine VOC-vestiging heeft, wordt getroffen door een orkaan. De schade aan de gebouwen van de VOC is groot. De kans dat de orkaan een dodo de lucht in heeft laten vliegen – zelf kan de dodo net zoals een struisvogel niet vliegen – is erg klein. Er is op Mauritius al meer dan twintig jaar geen dodo meer gezien. Waarschijnlijk is de dodo ergens tussen 1660 en 1690 uitgestorven. Het dier is ten onder gegaan aan de komst van honden, ratten, katten en andere dieren, die met de Hollanders op het eiland zijn meegekomen en die de eieren van de dodo op hebben gegeten.
- In Horst, een dorpje in het zuiden van de Republiek, beginnen Petrus de Kuyper en Anna Custers een kuiperij. Zij maken en verkopen vaten. Vanaf 1752 gaat het bedrijf eerst in Schiedam en later ook in Rotterdam ook jenever produceren. De firma Kuiper, inmiddels ‘Koninklijke De Kuyper’ geheten, bestaat nog steeds en is actief als producent van gedistilleerde dranken en likeuren.
1696: Nieuwpoort ; foto genomen op 31 oktober 2023
Wat gebeurt er in Nederland in 1696?
- De alsmaar voortdurende oorlog zorgt in de Republiek voor een terugloop van de handel en daarmee ook voor een slechtere economische situatie voor veel inwoners. Het leidt in Amsterdam tot onrust wat op 31 januari leidt tot het zogeheten aansprekersoproer. Aansprekers zijn mensen die begrafenissen regelen. Het is een vrij beroep. In Amsterdam zijn in 1696 zo’n 250 aansprekers aan het werk, maar het stadsbestuur vervangt deze nu door 72 officiële aansprekers die een stadsmonopolie krijgen – deze officiële aansprekers danken hun baan veelal aan vriendjespolitiek. Ook moet er in het vervolg belasting betaald worden over begrafenissen. Dit omdat de stad meer geld nodig heeft. Als er ook nog eens het gerucht wordt verspreid dat de armen in de stad in het vervolg niet meer gratis begraven kunnen worden, ontstaat er onrust in de stad en volgt er een oproer in Amsterdam.
- Op 31 januari trekt een woedende menigte in protest naar het Aalmoezenierhuis op de Prinsengracht, de plek waar begrafenissen aan de officiële aansprekers worden toegewezen. Vervolgens lopen ze naar het huis aan de Herengracht van Jan Boreel, de burgemeester van de stad. Ze beuken er de deur in en gooien zijn inboedel in de gracht. De volgende stop is het huis van kapitein Martinus Spaaroog, de impopulaire voorman van de stedelijke Schutterij. Ook zijn huis wordt geplunderd en een deel van zijn schilderijen, waaronder een Jan Steen belanden in de gracht. Bij de daarop volgende gevechten worden door de Schutterij twee ‘oproerkraaiers’ met een sabel doodgestoken. De volgende dag schiet de Schutterij op de opnieuw protesterende menigte. 48 ‘belhamels ofte roervincken’ worden gearresteerd. Zestien van hen worden veroordeeld en op het galgenveld opgehangen en een aantal wordt naar Suriname verbannen. Wel besluit het stadsbestuur om af te zien van belasting op begrafenissen.
- In februari wordt er in Londen een complot ontrafeld van enkele Engelse edelen, aanhangers van de verdreven koning Jacobijn II, om Willem III bij terugkomst van een jachtpartij te ontvoeren en naar Frankrijk over te brengen, dan wel te doden. De twee hoofdverdachten worden gearresteerd, veroordeeld en later onthoofd, een aantal andere gevangen gezet.
- In Engeland ontstaat in het voorjaar een financiële crisis. Van de zilveren sterling-munten is in de loop van de tijd door het volk zoveel zilver van de munten afgeschraapt dat de zilverwaarde van de munten nog maar iets meer is dan de helft van de waarde van de munten zelf. Er komen nieuwe munten, waarbij wordt bepaald dat in de toekomst in het vervolg alleen nog maar het gewicht van de nieuwe munten als waarde geldt. Het publiek dient de oude munten om te wisselen.
- Het nieuwe geld wordt echter maar zeer langzaam aangemunt. Dit aanmunten wordt in de Tower gedaan met hulp van slechts één machine die door een paard in beweging wordt gebracht. Per week kan er op deze manier slechts 15.000 pond nieuw geld in omloop worden gebracht, wat veel en veel te weinig is voor het omwisselingsproject. Er wordt daarom een nieuwe organisatie opgetuigd. Degene die aangesteld wordt als hoofd van de organisatie die het traject van het slaan van de nieuwe munten moet regelen is Isaac Newton, die hiervoor tijdelijk zijn wetenschappelijk werk staakt. Hij zal snel voor een verbetering zorgen, maar vooralsnog is er door het traag verlopend omwisselproces een tekort aan geld ontstaan, waardoor Willem III problemen krijgt met het betalen van zijn huursoldaten. Hij leent hiervoor geld in de Republiek, maar vanwege de geldproblemen neemt het aantal soldaten dat hij kan inhuren met de helft af. In Frankrijk heeft Lodewijk XIV als gevolg van de hongersnood ook financiële problemen. Hij heeft onder andere geld nodig om graan in te kopen en kan daardoor ook minder huursoldaten inhuren. Als gevolg nemen de oorlogsactiveiten in de Spaanse Nederlanden af.
- Wel vindt er op 16 maart een gebeurtenis plaats die dat jaar een grote invloed op de strijd zal hebben. Een Hollandse legermacht onder leiding van Menno van Coehoorn en de graaf van Athlone trekt bij verrassing met een leger van 10.000 man door het vijandelijk gebied op naar Givet, een stad gelegen in de huidige Franse Ardennen. Hier bevindt zich één van de grootste bevoorradingsplekken van het Franse leger. Het doel van de expeditie is om de daar aanwezige voorraden van het Franse leger te vernietigen. Van Coehoorn en de graaf van Athlone slagen er in om de stad te bereiken en deze daarna te beschieten met hun artillerie. Er breekt brand in de stad uit, waardoor een groot deel van de Franse voorraden voor de Franse legers in de Spaanse Nederlanden vernietigd wordt. Na de beschieting trekken Van Coehoorn en de graaf van Athlone zich weer terug en slagen er in om weer veilig in Namen terug te keren. De vernietiging van de voorraden bij Givet is een grote klap voor de Fransen.
- Op 25 maart overlijdt in Leeuwarden op 39-jarige leeftijd Hendrik Casimir II van Nassau-Dietz. Hij is de erfstadhouder van Friesland en de stadhouder van Groningen en Drenthe. In Friesland en Groningen wordt hij opgevolgd door zijn negenjarige zoon Johan Willem Friso. Zijn moeder treedt tot 1707 op als zijn regentes. In Drenthe wordt Willem III benoemd als de nieuwe stadhouder.
- Met de gezondheid van Willem III gaat het in 1696 niet zo goed. De gezant van Brandenburg in Den Haag schrijft in mei: ‘Wat ons de grootste bezorgdheid inboezemt, is de toestand van de koning. Een voortdurende zwakte en gebrek aan eetlust.‘
- Op 2 mei vertrekt vanuit Texel in opdracht van de VOC de zeevaarder Willem de Vlamingh met drie schepen voor een reis naar het Zuidelijke halfrond. Behalve dat hij moet uitkijken naar de restanten van de ‘Ridderschap van Holland’, dient hij ook te onderzoeken of Tristan da Cunha een goede ankerplaats is voor de VOC als verversingsstation op weg naar de Oost en dient hij de kust van Australië verder in kaart te brengen.
- Bij Kaap de Goede Hoop blijft het schip langer liggen dan gepland. Een aantal bemanningsleden heeft scheurbuik. Na het vertrek vaart hij eerst naar Tristan da Cunha om te constateren dat het eiland niet geschikt is als verversingstation voor de vaart naar de Oost. Dan zeilt hij verder naar de westkust van Australië. Onderweg doet hij de eilanden St Paul en Amsterdam aan. Hij ziet er geen sporen van de ‘Ridderschap van Holland’. Wel laat hij er gerst en erwten uitzaaien voor toekomstige schipbreukelingen. Op 29 december bereikt hij Australië. Bij een rivier die hij de “Swarte Swaene Drift” noemt – de huidige Zwanenrivier; gelegen bij het huidige Perth – ziet hij zwarte zwanen. Tot dan kent men alleen nog maar witte zwanen.
1697: Harlingen; foto genomen op 21 oktober 2023
Wat gebeurt er in Nederland in 1697?
- Begin 1697 kennen Engeland, de Republiek en Frankrijk nog steeds alle drie financiële problemen. De oorlog kost heel veel geld. Bij de Grote Alliantie zijn het vooral Engeland en de Republiek die de meeste huursoldaten in dienst hebben. In Spanje boekt Frankrijk nog wel enige successen – zo veroveren ze in de zomer alsnog Barcelona, maar in de Spaanse Nederlanden is er sprake van een status quo. Beide partijen hebben genoeg van de oorlog en de vredesonderhandelingen worden in het voorjaar geïntensiveerd.
- In maart is een delegatie van 250 Russen uit het voorheen gesloten Rusland vertrokken om een rondreis te maken door Europa om er kennis te vergaren over de westerse economie en industrie. Onder hen bevindt zich ook de 25-jarige Tsaar Peter (de Grote) die incognito meereist. In juni en juli gaat hij in Koningsbergen in Oost-Pruisen in de leer bij een ingenieur van de artillerie. Vervolgens reist hij door naar de Republiek om er de scheepsbouw te bestuderen.
- Op 18 augustus komt tsaar Peter in Zaandam aan, waar hij hoopt anoniem aan het werk te gaan op een scheepswerf. Hij verblijft er in een huisje – nu het Czaar Peterhuis geheten – dat hij voor zeven gulden per week huurt van Gerrit Kist, een Zaanse smidsknecht die hij in Moskou heeft ontmoet. Hij is van plan om wat langere tijd in de Zaanse scheepsbouw aan het werk te gaan, maar al na acht dagen vertrekt hij uit Zaandam. Hij trekt te veel bekijks. Dat zijn aanwezigheid in Zaandam bekend wordt, komt niet alleen door zijn lengte (2,04 meter; vandaar zijn bijnaam) maar ook omdat zijn zes man tellend begeleidend Russische gezelschap volledig gekleed in Russische kledij door het dorp loopt. (Als tsaar Peter in 1717 voor een bezoek terugkeert in Zaandam, weigert naar verluidt Gerrit Kist de tsaar in eerste instantie te ontvangen. Hij heeft nooit de huur ontvangen voor de ene week dat de tsaar in zijn huisje verbleef.)
- Tsaar Peter vertrekt daarop naar Amsterdam. Burgemeester Nicoaleas Witsen zorgt er voor dat de tsaar er aan het werk kan gaan op een werf van de VOC. De burgemeester biedt de tsaar er een woon- en stageplek aan in de ommuurde scheepswerf aan de Oostenburgergracht. Hij zal er vier maanden lang wonen en werken (en veel drinken). Ook bezoekt hij in Amsterdam enkele keren de openbare anatomische lessen van Frederick Ruysch in de Waag. Op de scheepswerf wordt hij Pieter of Pieterbaas genoemd. In januari vertrekt hij uit Amsterdam met een scheepstimmermansdiploma op zak en keert terug naar Rusland. (Overigens is Peter de Grote een buitengewone wreed iemand. Om wat voorbeelden te noemen, afkomstig van de site van Amsterdam.nl: ‘Zijn eigen zoon laat hij doodmartelen, zijn zus Sophia laat hij opsluiten in een toren waar drie dode mannen voor haar raam hangen te ontbinden. De geheime minnaar van zijn vrouw Catherine laat hij onthoofden, waarna hij het hoofd in een pot op sterk water laat zetten en Catherine dwingt dit naast haar bed te zetten en tienduizenden dwangarbeiders komen om het leven bij de bouw van zijn nieuwe stad Sint Petersburg.’)
- Op 20 september wordt de Vrede van Rijswijk gesloten, waarmee er een einde komt aan de Negenjarige Oorlog tussen Frankrijk en de Grote Alliantie. Frankrijk moet alle op Spanje veroverde gebieden terug geven met uitzondering van het westelijke gedeelte van Hispaniola, het huidige Haïti. Ook mag Frankrijk Straatsburg in de Elzas behouden. Daar staat tegenover dat Frankrijk de zelfstandigheid van het hertogdom Lotharingen moet respecteren en dat de Republiek het recht krijgt om in acht steden in de Spaanse Nederlanden, de zogeheten barrièresteden (Nieuwpoort, Kortrijk, Oudenaarde, Aat, Bergen, Charleroi, Namen en Luxemburg), garnizoenen te legeren. Spanje, dat 60% van de kosten van de garnizoenen moet betalen, is hier niet enthousiast over, maar is te verzwakt om de Spaanse Nederlanden zelf te verdedigen tegen een mogelijke inval van de Fransen. De barrièresteden zijn in feite een vooruitgeschoven verdedigingslinie van de Republiek. De aanwezigheid van protestantse troepen valt bij de katholieke bevolking van de Spaanse Nederlanden overigens niet erg goed.
- Na het tekenen van het vredesverdrag – er gaan ook nog wekenlange besprekingen aan vooraf wie in welke koets mag zitten op weg naar de ondertekening – keert eind november Willem III vanuit Holland in triomf weer terug naar Londen. Hij wordt er feestelijk ontvangen. “In een stoet van 80 karossen, met 6 paarden bespannen waarin de edelen, bisschoppen, regeringsleden en rechters gezeten waren, trok de koning naar Londen. […] De vensters waren met vlaggen, linten en tapijten versierd. Een ontzaglijke menigte toeschouwers, allen in zondagsgewaad van goede kwaliteit, vulden de straten.”, aldus een verslag van de intocht.
1698: Hoorn; foto genomen op 17 oktober 2024
Wat gebeurt er in Nederlanden in 1698?
- Willem III is een verwoed jager. Hij wil graag zijn jachtterrein rondom het Paleis het Loo uitbreiden. Hij koopt daarom Uddel. waarmee hij ook het Uddelermeer en het Bleeke Meer in bezit krijgt. Hij laat bij Uddel een jachthuis bouwen met een stal voor veertig paarden.
- Door het slechte weer, het regent langdurig, ontstaat er op veel plaatsen in de Republiek een voedselschaarste. De prijs van tarwe stijgt naar twaalf gulden per zak. In enkele steden komt het tot rellen. Delft legt een graanvoorraad aan ten behoeve van de armen in de stad en Enkhuizen verbiedt de export van graan ‘tot voorkoming van disorders die door het gebrek van granen zou kunnen worden geoccasioneerd’.
- In Haarlem ontstaan rellen vanwege de invoering van accijns op boter. De schutterij krijgt de opdracht om desnoods met scherp te schieten op ‘moetwillig quaadaardige en pernicieuse personen’, maar zover komt het niet. De protesterende bevolking op de Botermarkt houdt het bij wat vernielingen en vertrekt dan weer. Na afloop looft de burgemeester de schutters ‘voor haar
getrouwigheijt, onvermoeijden ijver en bijsondere cordaatheijt.’ Ook in een aantal andere steden ontstaan voedselrellen, onder andere in Gouda, Leiden, Rotterdam en Delft. - In 1698 verschijnt het boek ‘De Cosmotheoros’ van Christiaan Huygens. Het is een postume uitgave. Christiaan Huygens heeft vlak voor zijn overlijden in 1695 het in het Latijn geschreven boek voltooid. Dat Huygens met dit boek bezig was, is in de wetenschappelijke wereld bekend, Zo schrijft Leibniz na het overlijden van Huygens in 1695: “Het verlies van de illustere Heer Huygens is onschatbaar… Ik hoop dat hij zijn boek over het wereldstelsel en over de gesteldheid van de planeten afgekregen heeft.” Vlak voor zijn dood heeft Huygens zijn broer Constantijn gevraagd om zorg te dragen voor de uitgave. Constantijn overlijdt echter na een ziekte in 1697. Het is de Leidse hoogleraar Burrchard de Volder die in 1698 er alsnog voor zorgt dat het in Latijn geschreven boek uitkomt. Dat zelfde jaar verschijnt er al een Engelse vertaling en een jaar later een Nederlandse vertaling onder de titel ‘De Wereldbeschouwer, of Gissingen over de Hemelsche Aardkloten, en derzever Cieraad.’
- In het boek beschrijft Huygens zijn beeld van het heelal, hoe je de afstand tot sterren kan bereken en over de mogelijkheid en de waarschijnlijkheid dat er elders in het heelal planeten – ‘dwaalstarren’ noemt hij deze – kunnen zijn, waar leven is. Hij vraagt zich zelfs af of de bewoners daarvan – de dwaalstarrelingen’ – vegetariërs zijn. “Maar of zy dieren tot spijs gebruiken, dan of ze een leering als die van Pythagoras [Die zo zegt men, ter zake van zijn ingebeelde Zielverwisseling, het vlees eten verbood] volgen, kan ik niet verzekeren.” Hij vermoedt dat de ‘dwaalstarrelingen’ ook muziek zullen maken, maar ‘omdat ook op aarde op heel veel verschillende manieren muziek gemaakt wordt, zal het daar ook wel anders zijn’. Huygens schrijft wel dat het allemaal gissingen betreft: ‘Wy gaan alleen te werk met gissingen, over welker waarschijnelijkheid het een yder vry staat naar zijn zin te oordeelen.
- Op 11 oktober ondertekenen in Den Haag Frankrijk, Engeland en de Republiek het ‘Verdrag van Den Haag. In dit (eerste) Partitieverdrag worden afspraken gemaakt wat er dient te gebeuren als de ziekelijke kinderloze Spaanse koning Karel II overlijdt. De verwachting is dat hij binnen korte tijd zal overlijden. Gevreesd wordt dat er een opvolgingsstrijd zal uitbarsten na zijn dood. Zowel Lodewijk XIV en de keizer Fredrik III zijn namelijk allebei met een dochter van Filips III getrouwd en maken beide aanspraak op de Spaanse troon. De opvolging van Karel II zal grote invloed hebben op het Europese machtsevenwicht. Om te voorkomen dat een strijd om de Spaanse troon zal leiden tot een nieuwe Europese oorlog gaat Willem III overleggen met de belangrijkste Europese vorstenhuizen om een diplomatieke oplossing te vinden voor de opvolging van Karel II. Het belang van de Republiek is niet alleen om een nieuwe oorlog te voorkomen, maar ook om te voorkomen dat Karel II wordt opgevolgd door een (toekomstige) Franse vorst, die dan zal heersen over zowel Spanje, Frankrijk en de Spaanse Nederlanden.
- Engeland, Frankrijk en de republiek komen tot een compromis: de op dat moment nog maar zesjarige Jozef Ferdinand van Beieren zal Karel II na diens dood opvolgen als koning van Spanje, inclusief de Overzeese gebieden in Amerika en de Filippijnen. Lodewijk, ook wel de Grote Dauphin genoemd – hij is de oudste zoon van Lodewijk XIV – zal met uitzondering van het hertogdom Milaan de Italiaanse delen van het Spaanse rijk onder zijn beheer nemen, zijnde de koninkrijken Napels en Sicilië, en het groothertogdom Toscane. Karel VI, de keizer van het Heilige Roomse Rijk zal de Spaanse Nederlanden krijgen en Leopold van Lotharingen ten slotte krijgt het hertogdom Milaan. Wel moet hij dan Lotharingen afstaan aan de Franse Dauphin. De Spaanse koning Karel II wijst overeenkomstig het verdrag in zijn testament van 22 november inderdaad Jozef Ferdinand van Beieren aan als zijn troonopvolger, maar verzet zich tegen de voorgestelde toewijzing van de Spaanse gebieden, dit omdat hiermee het Spaanse Rijk uit elkaar valt. Spanje is echter te verzwakt om de overeenkomst tegen te kunnen houden.
1699: Den Haag; foto genomen op 15 oktober 2023
Wat gebeurt er in Nederland in 1699?
- Op 5 januari vindt er op Java een zeer zware aardbeving plaats met een geschatte kracht (volgens de huidige inzichten) van 8.0 op de schaal van Richter. Volgens VOC-rapporten wordt de beving niet allen op Java gevoeld, maar ook op Sumatra en enkele andere eilanden in de buurt. Er is veel schade en tussen de 100 en 200 mensen komen om. Haast alle huizen in Batavia zijn volgens de VOC-rapporten beschadigd. Ook op Sumatra is er veel schade. Op verschillende eilanden wordt de aardbeving gevolg door aardverschuivingen.
- Op 6 februari sterft de zesjarige Jozef Ferdinand van Beieren onverwacht aan de pokken. In het Verdrag van Den Haag van 1698 is de jongen aangewezen als de toekomstige koning van Spanje. Het Partitieverdrag komt met zijn dood daardoor te vervallen.
- Tonquin is een gebied in het noorden van Vietnam, dat behoort tot het koninkrijk Tonkin. Met de koning daarvan heeft de VOC in 1637 een overeenkomst gesloten om handel te bedrijven, vooral in zijde. Er is daarom een VOC-handelspost en een fort opgericht in Tonkin, vlakbij Hanoi. Aanvankelijk verloopt de handel goed, maar na een tijdje loopt de handel terug. In 1664 komt de handel zelfs helemaal stil te liggen. Na een aantal jaar wordt de handel echter weer opgestart, maar als in 1699 de VOC ruzie krijgt met de koning – de aanleiding is dat de koning vindt dat hij niet voldoende geschenken krijgt – besluit de VOC zich definitief terug te trekken uit noord-Vietnam en het garnizoen weg te halen uit het Fort Tonkin. Op 8 februari komt het garnizoen terug in Batavia op Java.
- Roermond wordt in 1699 getroffen door een aantal aardbevingen. De eerste is op 22 april, de tweede op 22 juni. Deze laatste aardbeving is de zwaarste (met een geschatte kracht van 5.0 volgens de huidige schaal van Richter). De beving, die gevolgd wordt door een aantal naschokken, zorgt voor de nodige schade in Roermond en Maaseik.
- Net zoals de voorgaande jaren is ook 1699 een nat jaar, wat zorgt voor een tekort aan graan. In mei is de prijs van graan vier keer zo hoog als normaal. Dit jaar blijven voedselrellen echter uit met uitzondering van Rotterdam als daar ook de prijs van boter fors in prijs stijgt. Een kwade Rotterdammer schreeuwt volgens een verslag uit tijd tegen de verkoper: “Wel verbrusten kinkel, acht stuivers, hoe koekoek kon gij ’t in uw hersenbekken krijgen; als ik me niet ontzag, ik smeet je de boter zo vierkant in je bakkes; is dat boter loven, en daar zulk uitstekend gras in ’t veld is, ik zeg dat je ons de boter voor een zes stuivers geeft, of we zullen je beuken als stokvis en zo plat kloppen als schol.”
- Op 28 november overlijdt in Plymouth, Massachusetts de laatste van de kolonisten die in 1620 aan boord van de Mayflower vanuit Holland naar Amerika zijn afgereisd. Het betreft de in 1616 in Leiden geboren Mary Allerton Cushman. Ze wordt 83 jaar oud.
1700: Franeker; foto genomen op 21 oktober 2023
Wat gebeurt er in Nederland in 1700?
- De mogelijkheid om te “tijdreizen” in de Republiek eindigt grotendeels. De Staten van Holland en Zeeland zijn in tegenstelling tot de andere staten van de Republiek al in 1582 respectievelijk in 1583 overgegaan van de Juliaanse kalender op de Gregoriaanse kalender. Omdat de oude Juliaanse kalender in 1700 inmiddels elf dagen achter loopt, geldt voor iemand die op 20 januari vertrekt uit Rotterdam, dat hij op 9 januari aankomt in Utrecht. De andere staten besluiten in 1700 om ook over te stappen op de Gregoriaanse kalender en slaan daarom op de kalender elf dagen over om gelijk te lopen met de Staten van Holland en Zeeland.
- In Gelderland wordt 30 juni gevolgd door 12 juli. In Utrecht en Overijssel wordt 30 november gevolgd door 12 december en in Friesland en Groningen wordt 31 december 1700 gevolgd door 12 januari 1701. Drenthe gaat pas op 30 april 1701 over en laat dan die datum volgen door 12 mei. Ook enkele Duitse staten en Denemarken en Noorwegen gaan in 1700 over op de Gregoriaanse kalender. Dit in tegenstelling tot Engeland. Dat land gaat pas in 1752 over, waardoor Willem III te maken heeft met elf dagen kalenderverschil tussen Holland en Engeland.
- Op 8 februari wordt in Groningen de latere wiskundige Daniel Bernoulli geboren. Als hij vijf jaar oud is, verhuist hij met zijn familie naar Basel in Zwitserland, het land waar hij de rest van zijn leven zal blijven wonen. Hij zal uiteindelijk in 1782 op 82-jarige leeftijd overlijden.
- Na de dood van de jonge Jozef Ferdinand van Beieren die volgens het verdrag van Den Haag uit 1698 koning Karel II van Spanje zou opvolgen, sluiten Engeland, Frankrijk en de Republiek op 25 maart een nieuw tweede Partitieverdrag, waarin deze keer wordt vastgelegd dat de Spaanse Kroon in handen zal komen van aartshertog Karel van Oostenrijk, terwijl de meeste bezittingen van de Spaanse Kroon in Italië – het Koninkrijk Napels, het Koninkrijk Sicilië en de het hertogdom van Toscane – zoals al was bepaald in het eerste Partitieverdrag – zullen overgaan naar de Franse Kroon als compensatie voor het afstand doen van hun rechten op de Spaanse troon.
- Keizer Leopold I van Habsburg is het hier niet mee eens, want hij vindt dat hij qua erfopvolging meer recht heeft op de Spaanse troon dan Aartshertog Karel van Oostenrijk. Het verdrag wordt ook niet erkend door de Spaanse koning Karel II, want als die in juni de inhoud van het verdrag hoort, wijst hij in zijn testament Filips van Anjou, de kleinzoon van Lodewijk XIV van Frankrijk, aan als zijn opvolger. Dit tot grote tevredenheid van Lodewijk XIV. Wel bevat Karels testament de voorwaarde dat de Spaanse en Franse kronen nooit in één persoon verenigd mogen zijn.
- Op 1 november sterft de ziekelijke Spaans koning Karel II op 38-jarige leeftijd. Overeenkomstig zijn testament wordt de zestienjarige Filips van Anjou – hij spreekt geen woord Spaans – als Filips V benoemd tot de nieuwe Spaanse koning. Frankrijk erkent hem direct, daarmee het Tweede Parititieverdrag schendend. Ook de Spaanse landvoogd in de Zuidelijke Nederlanden, Maximiliaan II Emanuel van Beieren, erkent Filips van Anjou als de nieuwe Spaanse koning. De weigering echter van Karel van Oostenrijk om Filips V als de nieuwe Spaanse koning te erkennen zal leiden tot de Spaanse Successieoorlog, een oorlog waarbij ook de Republiek bij betrokken raakt.