De periode 1601 – 1650

Dit zijn de gefotografeerde gebouwen uit de periode 1601 – 1650 (weergegeven per jaar)

000 1601 -1650

De periode 1601 – 1650: huis voor huis; jaar voor jaar

1601: Leiden; foto genomen op 16 oktober 2023

1601 Leiden 16 okt knip

Wat gebeurt er in Nederlanden in 1601?

  • Op 4 juli beginnen de Spanjaarden onder leiding van landvoogd Albrecht van Oostenrijk met de belegering van Oostende. De havenstad, die zich in 1576 heeft aangesloten bij de opstand, is de laatste stad in Vlaanderen die nog in Staatse handen is. Het beleg zal liefst 3 jaar en 2 maanden duren. Het zal daarmee de langst durende belegering in de geschiedenis van de tachtigjarig oorlog worden. Het wordt ook het meest bloedige strijdtoneel van de tachtigjarige oorlog. Als in september 1604 de stad zich uiteindelijk overgeeft, zijn er naar schatting aan Spaanse kant 45.000 slachtoffers gevallen en aan Staatse kant 52.000.
  • De lange duur van de strijd komt mede omdat de stad dankzij de haven per schip bereikbaar blijft. Gedurende de strijd slagen er liefst zo’n 3.000 Staatse schepen er in om Oostende te bereiken en de stad te voorzien van voedsel, munitie en vooral van nieuwe manschappen. Ook de Spanjaarden voeren steeds nieuwe huursoldaten aan, vooral Spanjaarden, Walen, Duitsers, Italianen en Fransen. Aan de Hollandse kant vechten naast Nederlanders vooral veel Engelse en Duitse huursoldaten. Ze verdienen ongeveer vijf stuivers per dag, net genoeg voor een gezin om van rond te komen. Tijdens de strijd bouwen de Spanjaarden een paar hoge torens, zetten er kanonnen op en beschieten de stad vanuit de hoogte.
  • In een poging om de Spaanse troepen bij Oostende weg  te lokken  wil Van Oldenbarnevelt dat de Staatse troepen, die onder leiding staan van de Hollandse stadhouder Maurits en de Friese stadhouder graaf Willem Lodewijk, richting Vlaanderen trekken. De twee stadhouders geven er echter de voorkeur aan om niet richting Oostende te gaan, maar om zich op het oosten te richten, waar de Spanjaarden minder troepen hebben gelegerd. Bovendien hebben ze geen goede herinnering aan hun tocht naar Duinkerke, gevolg door de slag bij Nieuwpoort, het jaar ervoor. Ze kiezen ervoor om met hun leger van 10.000 man op te trekken naar de heerlijkheid Rheinberg, een in Spaanse handen zijnde exclave van het keurvorstendom Keulen.
  • Tijdens deze belegering ontstaat er verdere onenigheid tussen Van Oldenbarnevelt en Maurits. De Engelsman Francis Vere, de bevelvoerder van de Staatse troepen in Oostende; hij is uitgeleend door koning Elizabeth, wil meer troepen in de stad hebben. Van Oldenbarnevelt geeft daarom Maurits opdracht om een deel van zijn leger alsnog naar Oostende te sturen, maar deze weigert dat in eerste instantie. Pas na een uitdrukkelijk bevel van de Staten-Generaal stuurt hij alsnog een deel van zijn leger naar Oostende.
  • Aanvankelijk verloopt de strijd die Maurits bij Rheinberg voert – de vesting wordt verdedigd door zo’n 3.000 man –  moeizaam. Zelfs na het opblazen (met hulp van een tunnel) van een Spaanse schans buiten de stad – bij de explosie komen zo’n 200 verdedigers om – blijven de Spaanse verdedigers doorvechten , maar op 30 juli 1601 geeft de stad zich dan toch over.
  • Op 26 augustus keert Oliver van Noort na een reis van drie jaar terug in Rotterdam van waaruit hij op 13 september 1598 met vier schepen met in totaal 247 man aan boord is vertrokken. Hij vertrok om een nieuwe route naar Indië te zoeken en wel eentje om Zuid-Amerika heen. Onderweg raken ze in gevecht met Portugezen, belanden ze in meerdere grote stormen, worden ze op sommige eilanden door de inheemse bevolking aangevallen en raken ze in Indië in gevecht met de Spanjaarden en Portugezen, maar uiteindelijk bereiken ze op 29 januari 1601 Java. Ze hebben dan nog maar één schip tot hun beschikking. Eentje heeft het contact met de mini-vloot bij Zuid-Amerika verloren en is teruggevaren, de andere twee zijn onderweg verloren gegaan. Op 4 februari zeilt Van Noort bij Java weg en vaart vervolgens om Kaap de Goede Hoop heen terug naar Rotterdam, waar hij op 26 augustus 1601 na een reis van bijna drie jaar aan komt. Daarmee is Oliver van Noort de eerste Nederlander die om de wereld is gevaren. Van de oorspronkelijke 247 man die met hem het avontuur  aangingen, zijn er bij terugkomst nog 35 over die met hem de hele reis hebben meegemaakt.
  • Op 13 september wordt in Antwerpen Jan Brueghel de Jonge geboren. Hij is de oudste zoon van Jan Brueghel de Oude en de kleinzoon van Pieter Breugel de Oude. In 1626 trouwt hij met een dochter van een schilder. Ook zijn drie zusters trouwen allemaal met een schilder. Zijn broer Ambrosius Brueghel wordt eveneens schilder, net zoals zijn zoon Abraham Brueghel. Het zit in de familie.

1602: Haarlem; foto genomen op 28 september 2023

1602 Haarlem 20230928_114847

Wat gebeurt er in Nederlanden in 1602?

  • In 1602 wordt de ‘Generale Vereenichde geoctrooieerde Compagnie’ opgericht, later veel bekender geworden onder de naam ‘Vereenigde Oostindische Compagnie ‘ –  de VOC. Tot 1595 is de specerijenhandel op Oost-Indië bijna volledig in handen van de Portugezen, gedekt door het pauselijke Verdrag van Tordesillas. Nederlandse kooplieden halen de specerijen voor de handel vooral op in Portugese havens. Na de annexatie van Portugal door Spanje wordt het de Nederlandse handelsschepen echter verboden om de Portugese havens aan te doen. Daarop besluit de Republiek om de specerijen zelf op te gaan halen in Indië. In Rotterdam, Amsterdam, Brabant en Zeeland zijn daartoe een twaalftal compagnieën opgericht, die stuk voor stuk afzonderlijke tochten naar het Verre Oosten maken, maar  Raadpensionaris Johan van Oldenbarnevelt vindt het beter dat deze compagnieën fuseren. Eén grote compagnie kan veel krachtiger optreden tegen de Spanjaarden, kan meer winst maken  –  belangrijk voor de financiering van de oorlog – en kan met grote tot oorlogsschepen omgebouwde handelsschepen naar Indië varen om daar een systeem van forten op te zetten om de Nederlandse belangen ter plekke te verdedigen.
  • Op 20 maart 1602 verlenen de Staten-Generaal een octrooi aan de VOC, waarin wordt vastgelegd dat vanuit de Republiek alleen de VOC het recht heeft zeehandel te drijven in het gebied ten oosten van Kaap de Goede Hoop en ten westen van de Straat Magellaan. Het octrooi geldt voor een periode van 21 jaar en kan telkens verlengd worden.
  • Ingezetenen van de Republiek kunnen tot en met 31 augustus 1602 schriftelijk aangeven of ze geld willen investeren in de vennootschap. In totaal wordt er voor 6,4 miljoen gulden ingelegd. In Amsterdam zijn er 1143 investeerders die bij elkaar 3,7 miljoen gulden inleggen. Isaac le Maire is met een inleg van 85.000 gulden de grootste inschrijver, de dienstmeid Dignum Jans met 50 gulden de kleinste inschrijver. De betaling mogen de investeerders uitsmeren over een periode van vier jaar. Voor wat betreft de overige handelssteden zijn de Middelburgers (met 1,5 miljoen gulden) de grootste inschrijvers.
  • Er wordt in de statuten vastgelegd dat er in de toekomst geen nieuwe aandelen  zullen worden uitgegeven. Wel kunnen de aandelen van de VOC verhandeld worden, maar alleen in de regio waar de oorspronkelijke aandeelhouder woonde. Deze mogelijkheid tot het verhandelen van de aandelen kan gezien worden als de allereerste effectenbeurs ter wereld.
  • De VOC gaat voortvarend te werk. De eerste jaren wordt er zwaar geïnvesteerd in een gecombineerde handels – en oorlogsvloot om in Azië vaste voet aan de grond te krijgen. Om de specerijenhandel te monopoliseren worden er Indië talloze forten gebouwd. Duizenden huursoldaten worden in naam van de compagnie naar Indië gestuurd. Ook komt er een bestuurlijke organisatie in Indië aangevoerd door gouverneur-generaals.
  • Veel winst wordt er in de eerste jaren nog niet gemaakt, maar vanaf zo’n beetje 1620 verandert dat. Het geldt stroomt dan binnen, de koersen van de aandelen stijgen in een rap tempo en  wordt er dividend uitgekeerd.

000 aandeel VOC

Het oudst bekende aandeel ter wereld, een VOC aandeel uit 1606 op naam van Pieter Hermanszoon Boode. Het tweede blad toont de registratie van dividenden.

  • Bij de strijd om Oostende is er in 1602 sprake van een impasse. Er wordt voornamelijk in de duinen gevochten. Daarnaast wordt de stad continu beschoten. Het zit de weinige achtergebleven inwoners – de meeste inwoners zijn naar Zeeland vertrokken, de stad wordt voornamelijk nog door soldaten bewoond – niet mee. Er breekt in de stad namelijk een pestepidemie uit. Per dag sterven er zo’n zestig tot tachtig mensen aan de ziekte, meer dan door het oorlogsgeweld.
  • In een nieuwe poging om de Spaanse belegeraars bij Oostende weg te lokken vallen de Staatse troep met een groot leger van 20.000 man de vestigingsplaats Grave, gelegen aan de Maas in Noord Brabant, aan. Dit in de hoop dat de troepen bij Oostende de troepen bij Grave komen ondersteunen. De Spaanse troepen bij Oostende blijven echter zitten waar ze zitten. Grave wordt verdedigd door zo’n 1.500 man. Na een beleg van twee maanden geven ze zich over. Eén van de legeraanvoerders van Maurits bij het beleg van Grave is zijn 18-jarige halfbroer Frederik Hendrik.
  • In 1602 reist de Italiaan Ambrogio Spinola samen met een leger van 9.000 door hem zelf gefinancierde manschappen naar Vlaanderen en biedt daar zijn diensten aan koning Filips III aan. Spinola heeft eerder voor Filips III gevochten. Deze maakt dan ook graag gebruik van het aanbod. Zijn zwager Albrecht van Oostenrijk bakt er als opperbevelhebber van het leger niet zo veel van. Al spoedig wordt Spinola de belangrijkste legeraanvoerder van de Spanjaarden in de Zuidelijke Nederlanden.
  • In Zeeland wordt de Groote Sint Annapolder, een polder van zo’n 100 hectare, drooggelegd.
  • Bij een gevangenenruil met de Spanjaarden komt Piet Hein vrij. Een jaar later wordt hij als kapitein van de ‘Kleine Neptunus’ opnieuw gevangen genomen en wordt hij opgesloten in het fort van Havana op Cuba. In 1507 is hij terug in de Nederlanden. Hoe hij de tweede keer vrij is gekomen is onbekend.

1603: Gouda; foto genomen op 26 september 2023

1603 Gouda 26 sept 2023 20230926_102956

Wat gebeurt er in Nederlanden in 1603?

  • Op 24 maart overlijdt de Engelse koningin Elizabeth. Ze wordt opgevolgd door Jacobus I. Hij denkt heel anders over de oorlog met Spanje dan zijn voorgangster. Binnen een jaar sluit hij vrede met Spanje, waarmee de Nederlanden zijn oorlogspartner in de strijd tegen Spanje verliest.
  • Op 26 mei vindt de zeeslag bij Sluis plaats. Het is in zoverre een unieke slag omdat aan beide kanten galeien worden ingezet, snelle schepen met roeiers aan boord, De grootste galeien worden bemand door zo’n 250 roeiers en hebben daarnaast nog zo’n 200 soldaten aan boord. Het doel van de Spaanse legeraanvoerder Federico Spinola – hij is een broer van Ambrogio Spinola – is om in Walcheren te landen. Zover komt hij niet. De Spanjaarden moeten zich na een korte maar felle slag op de Westerschelde terugtrekken. Ze verliezen 47 man, waaronder Federico Spinola zelf, die zwaar gewond raakt en even later overlijdt. De slag bij Sluis is de enige zeeslag tijdens de Tachtigjarige Oorlog waarbij aan beide zijden galeien worden ingezet.
  • Admiraal Jacob van Heemskerck verovert in de Straat Malakka een volgeladen Portugese koopvaarder. De Portugezen eisen op grond van het zeerecht de lading terug, aan welk verzoek de VOC geen gehoor aan geeft. Het leidt tot een een openbare rechtszitting.  Deze gebeurtenis zal voor de rechtsgeleerde Hugo de Groot aanleiding zijn om een verhandeling over het zeerecht te schrijven, waarin hij stelt dat de zee internationaal grondgebied is en dat alle naties de vrijheid hebben om deze te gebruiken voor zeevarende handel. In 1609 publiceert hij hier het boek ‘Mare Liberum (De Vrije Zee) over.
  • In Lutjegast wordt Albert Tasman geboren. Hij zal later als ontdekkingsreiziger in dienst treden van de VOC.
  • Op 26 juni breekt er een brand uit in Breda. Er gaan 53 huizen in de vlammen verloren. Maurits schenkt 1000 gulden voor de wederopbouw.
  • Bij Bellingwolde en Blijham in Groningen worden nieuwe dijken aangelegd. Enkele bewoners tekenen bezwaar aan tegen een dijk over hun land, maar dat bezwaar wordt afgewezen.

1604 Alkmaar; foto genomen op 26 december 2023

1604 Alkmaar 26 dec 2023 knip

 

Wat gebeurt er in Nederlanden in 1604?

  • Ambrogio Spinola verovert in het voorjaar van 1604 het een na het andere bolwerk bij Oostende. Daarnaast wordt de stad in maart ook nog eens getroffen door een zware storm die veel schade aanricht. Als de beloofde troepen uit het noorden niet komen opdagen, besluiten de verdedigers van de stad in september dat de situatie hopeloos is en beginnen onderhandelingen met de Spanjaarden. Op 22 september geeft de stad zich over. ’s Avonds nodigt Spinola de overwonnen officieren uit op een banket. De 4.500 manschappen mogen met medeneming van hun wapens de compleet verwoeste stad verlaten en schepen zich in richting Zeeland. De inname van Oostende, de laatste Staatse stad in Vlaanderen, betekent in de praktijk de definitieve scheiding van de Noordelijke en de Zuidelijke Nederlanden.
  • De VOC probeert niet alleen voet aan wal te krijgen in Indië maar ook in India. Steven van der Haghen, hij is admiraal op de eerste vloot van de VOC, doet in opdracht van de kamers van Amsterdam, Hoorn en Enkhuizen in 1604 met zeven VOC-schepen een vergeefse poging om de Portugezen te verdrijven uit Goa, een regio gelegen in het westen van India. Ze blokkeren een maand lang de haven en vertrekken daarna weer.
  • Maurits benoemt Simon Stevin officieel tot de kwartiermeester van de Staatse troepen. Officieus werkte Stevin al voor de stadhouder. In de functie kwartiermeester zal hij zich onder andere bezig gaan houden met met zaken als vestingbouw, verdediging en navigatie. In 1584 heeft hij al een boek over vestingbouw geschreven, getiteld ‘De Stercktenbouwing’.  Opvallend is dat Simon Stevin al zijn wetenschappelijk werk publiceert in de Nederlands taal. Hij ‘vertaalt’ daarbij veel Griekse en Latijnse wetenschappelijke woorden in nieuwe Nederlandse woorden. Aan Simon Stevin hebben we bijvoorbeeld de woorden: evenaar, evenwijdig, loodrecht, middellijn, rede, scheikunde, wiskunde en wijsbegeerte te danken.
  • De Amsterdamse schoolmeester Willem Bartjens schrijft het rekenboek ‘De Cijfferinghe van Mr. Willem Bartjens’. Hierin beschrijft hij een volledig nieuwe rekenmethode. Bartjens illustreert zijn rekenboek met gedichten, meestal lofzangen, van en op zichzelf en zijn vrienden, waaronder Vondel. Het boek zal vele malen herdruk worden. (Vandaag de dag leeft zijn naam nog steeds voort in de uitdrukking ‘Volgens Bartjens’.)
  • In Brabant breekt een grote pestepidemie uit. Duizenden mensen sterven er aan de ziekte.

1605: Katwijk; foto genomen op 11 juli 2023

1605 Katwijk 11 juli 2023 20230711_152656

Wat gebeurt er in Nederlanden in 1605?

  • In Brabant vinden in 1605 een aantal veldslagen plaats tussen de Spaanse en de Hollandse troepen. Zo verovert Maurits met een groot leger het kasteel van Wouw. Na een belegering van vijf dagen geven de 85 verdedigers zich over. Op hun beurt proberen de Spaanse troepen tot twee keer toe Bergen op Zoom te veroveren, maar beide keren mislukt dit.
  • In het oosten van het land hebben de Spanjaarden wel succes. Ze hebben er een grote troepenovermacht. Oldenzaal wordt door zo’n 15.000 soldaten in Spaanse dienst belegerd. De 500 verdedigers van de vesting geven zich na de eerste kanonschoten  direct over.
  • De spanningen tussen Johan van Oldenbarnevelt en Maurits nemen verder toe. Nadat de val van Oostende wil Van Oldenbarnevelt dat Maurits met zijn troepen naar Vlaanderen trekt om daar terrein te heroveren. Maurits wil liever de strijd met de Spanjaarden in de oostelijke Nederlanden aan gaan. Het is echter de Staten-Generaal die de tienduizenden huursoldaten van Maurits betaalt en wie betaalt, die bepaalt. Met de nodige tegenzin besluit Maurits de Staten-Generaal hun zin te geven en onderneemt met zijn leger een poging om Antwerpen terug te veroveren.
  • Het wordt een fiasco. Samen met Ernest van Nassau vaart Maurits met een Staatse legermacht die zich aan boord bevindt van zo’n 200 schepen over de Schelde naar Antwerpen. Vlak voor Antwerpen worden de schepen vanaf beide oevers hevig met kanonnen beschoten. Ernest van Nassau landt op de ene oever bij Blokkersdijk, Maurits op de andere oever bij Oosterweel. De strijd op beide oevers verloopt rampzalig voor de Staatse troepen. Zo’n 500 man sneuvelen en al snel hijsen Ernest van Nassau en Maurits de zeilen weer en varen terug.
  • Bij Ochten in de Betuwe breekt de Waaldijk door. (Het zal niet de laatste keer zijn dat zoiets hier gebeurt. De dijk bij Ochten blijft eeuwenlang een zwak punt  Ook in 1995 dreigt de dijk er door te breken. Het hele dorp wordt bij die gelegenheid geëvacueerd.)
  • In ’s Heerenberg wordt Mechteld ten Ham van hekserij beschuldigd. Ze wordt in het water gegooid. Als ze niet naar de bodem zakt en verdrinkt maar er in slaagt om zich drijvende te houden, wordt dit als bewijs gezien dat ze een heks is. Ze wordt  in het openbaar verbrand.

1606: Delft; foto genomen op 26 juli 2023

1606 Delft 26 juli V2 bewerkt

Wat gebeurt er in Nederlanden in 1606?

  • Ook in 1606 wordt er zwaar gevochten tussen de Spanjaarden en de Staatse troepen. Zo veroveren de Spanjaarden het Gelderse Bredevoort om deze plaats een week later weer te verliezen. De Spaanse verrassingsaanval op Sluis mislukt vanwege een defecte klok. Het plan van de Spanjaarden is om de stad van twee kanten tegelijkertijd aan vallen, via de Oostpoort en via de zuidkant. Ze hebben afgesproken om de aanvallen in te zetten op het moment dat de klok in de Belforttoren van Sluis slaat. De klok slaat echter niet en de Spanjaarden denken aan verraad. De soldaten aan de Oostpoort vallen op een gegeven moment nog wel aan, maar die aan de zuidkant niet. De aanval bij de Oostpoort wordt afgeslagen. De reden dat de klok niet slaat, is echter geen verraad, maar komt omdat de klokkensteller Jantje van Sluis op de kermis te veel gedronken heeft om de klok te kunnen stellen. Zijn zoon en neef besluiten daarom om de klok voor hem te stellen, maar trekken te hard aan het touw, waardoor dit te strak komt staan en de klok niet slaat. (Jantje van Sluis wordt tegenwoordig in Sluis als de held van Sluis herdacht.)
  • Aan het boord van zijn schip ‘De Duyfken’ “ontdekt” de Nederlandse ontdekkingsreiziger Willem Janszoon in het voorjaar van 1606 het nieuwe continent Australië. Hij landt er ergens in het noorden.
  • In Leiden wordt op 15 juli 1606 Rembrandt van Rijn geboren. Zijn vader is molenaar en bezit twee molens in Leiden.
  • Als op 6 oktober viceadmiraal Reinier Claeszen ziet dat zijn vloot na een zeeslag van twee dagen voor de kust van Portugal de strijd met een Spaanse vloot verliest, kiest hij er voor om in plaats van zich over te geven zijn (lek geschoten) schip op te blazen. Hij werpt een brandende lont in een kruitvat, waarop het schip met zestig man aan boord de lucht in vliegt. Een voorbeeld dat Van Speijk in 1831 zal volgen.
  • Op 8 oktober overlijdt op Slot Dillenburg Jan VI van Nassau-Dillenburg. Hij is de enige van de vijf broers van Nassau die een natuurlijke dood sterft. (Willem van Oranje is in 1584 vermoord en zijn drie andere broers Lodewijk, Adolf en Hendrik zijn alle drie op het slagveld gesneuveld.) Jan van Nassau heeft niet alleen vijf nog levende zonen – twee andere zonen stierven net zoals hun ooms op het slagveld – maar beschikt ook over vijf graafschappen. In zijn testament laat hij daarom elke zoon een graafschap na en wel: Nassau-Dillenburg  aan Willem Lodewijk, Nassau-Siegen aan Jan, Nassau-Beilstein aan George, Nassau-Hadamar aan Johan Lodewijk en Nassau-Dietz aan Ernst-Casimir. (Als de familietak van Willem van Oranje in 1702 na Willem III uitsterft is het de Nassau-Dietz tak die het Oranje-huis voortzet.)
  • Oorlogsschepen van de VOC melden zich net zoals in 1604 bij de  in Portugese handen zijnde stad Goa in India. Deze keer blokkeren de Hollanders de haven , die wordt beveiligd door twee forten, twee maanden lang en geven dan de blokkade op.

1607: Leiden; foto genomen op 2 juli 2023

1607 Leiden 2 juli 2023 20230702_170757

Wat gebeurt er in Nederlanden in 1607?

  • Tijdens de Slag bij Gibraltar verrast een Nederlandse vloot van 26 schepen onder leiding van admiraal Jacob van Heemskerck op 25 april de Spaanse schepen die in de haven van Gibraltar liggen. De Spanjaarden verliezen hun gehele vloot van 21 schepen. Ook sneuvelt de bevelhebber aan Spaanse kant Álvarez de Avilés. Wie ook sneuvelt is Jacob van Heemskerck, de man die Nova Zembla overleefde en dodo’s zag op Mauritanië. Een kanonskogel (één van de weinige schoten die het Spaanse vlaggenschip ‘San Augustino’ nog kan afvuren) treft het linkerbeen van de in volle wapenrusting op het dek staande admiraal. Hij krijgt een grafmonument in de Oude Kerk in Amsterdam. Volgens oud gebruik wordt zijn wapenrusting boven het graf gehangen. Het linker dijstuk van het harnas dat is verbrijzeld door de Spaanse kanonskogel ontbreekt.
  • In Vlissingen wordt op 24 maart Michiel Adriaenszoon de Ruyter geboren.
  • In 1607 zijn beide partijen oorlogsmoe. Er wordt al bijna 40 jaar gevochten. Ook kost de oorlog beide landen veel geld. De Noordelijke Nederlanden beginnen daarom onderhandelingen met de Spanjaarden over een mogelijke vrede. Vooral in de gebieden waar de voorgaande jaren het meeste is gevochten zoals Groningen, Overijssel en Gelre is de roep om vrede het grootst. In april 1607 wordt een staakt-het-vuren overeen gekomen.
  • De vredesonderhandelingen lopen echter vertraging op, omdat koning Philips III door wil vechten, maar als bevelhebber Spinola hem duidelijk maakt dat hij dan elke maand 300.000 escudo’s (oftewel 750.000 Hollandse guldens) nodig heeft om zijn huursoldaten te betalen – Philips III heeft dat geld niet – geeft hij in oktober toestemming om verder te onderhandelen.
  • Erg vlot verlopen de onderhandelingen niet. Ook landen als Engeland, Frankrijk en enkele Duitse vorstendommen bemoeien zich er mee. In 1608 gaan de onderhandeling verder.
  • De doofstomme 22-jarige schilder Hendrick Avercamp, die een tijd lang in Amsterdam heeft gewoond, keert terug naar zijn geboorteplaats Kampen. Hij zal daar veel beroemde winterlandschappen schilderen.
  • De Staten van Holland geven opdracht om het Beemstermeer droog te malen. Een dijk van 38 kilometer lengte wordt om het meer aangelegd en daar omheen een ringvaart. Onder toezicht van Jan Adriaenszoon Leeghwater – what’s in a name – pompen vervolgens 43 windmolens het meer leeg.

1608: Haarlem; foto genomen op 28 september 2023

1608 Haarlem 20230928_140330

Wat gebeurt er in Nederlanden in 1608?

  • Op 31 januari komt Ambrogio Spinola, de Italiaanse aanvoerder van de Spaanse troepen, per boot over de Maas in Rotterdam aan. Hij reist vervolgens door naar Den Haag, waar in februari de vredesonderhandelingen beginnen. Tijdens de onderhandelingen eist de Spaans koning Filips III dat de VOC zich terugtrekt uit Indië en ook eist hij vrijheid van eredienst voor katholieken in de Republiek. Vooral de eis dat de VOC zich moet terugtrekken uit Indië is onbespreekbaar voor de Nederlanden.
  • Na bemiddeling van de Franse diplomaat Pierre Jeannin komen de partijen een twaalf jaar durende wapenstilstand overeen onder dezelfde voorwaarden van de eerder gesloten tijdelijke wapenstilstand van 1607. Als compromis voor de eis tot ontbinding van de VOC zegt Van Oldenbarnvelt toe dat de voorgenomen oprichting van de West-Indische Compagnie  – deze zou zich richten op de handel met Noord- en Zuid Amerika – niet door zal gaan. (Na afloop van het bestand zal de WIC in 1621 alsnog worden opgericht.)
  • De meningen over het bestand zijn in de Nederlanden verdeeld. De bevelhebbers van het leger, stadhouder Maurits en graaf Willem Lodewijk, willen graag doorvechten. De Staten van Holland en Johan van Oldenbarnvelt zijn wel voorstanders van het bestand. Een langdurige wapenstilstand kan de handelspositie van de Republiek verstevigen en bovendien kan dankzij het bestand er flink bezuinigd worden op de defensie-uitgaven. Uiteindelijk zal een meerderheid van de Staten-Generaal voor het bestand stemmen.
  • De VOC richt in 1608 de eerste handelsposten op in het koninkrijk Ayutthaya (het huidige Thailand) en in Surat in India.
  • Filips Willem van Oranje, de oudste zoon van Willem van Oranje, heeft na diens overlijden in 1584 onder andere het vorstendom Oranje en het graafschap Buren geërfd. Hij verblijft op dat moment noodgedwongen in Spanje en kan het Hollandse deel van zijn erfenis niet incasseren. Als de Spanjaarden hem in 1595 eindelijk toestemming geven om Spanje te verlaten en zich bij aartshertog Albrecht en diens vrouw Isabelle, op dat moment de landvoogd en landvoogdes voor Spanje in Brussel, te voegen, hoopt hij dat hij zijn Nederlandse bezittingen kan bezoeken, maar hij krijgt daarvoor geen toestemming van de Staten-Generaal, die de katholieke prins na al die jaren gedwongen verblijf in Spanje als Spanjaard beschouwen. Als in 1606 Albrecht hem geen toestemming geeft voor een huwelijk met zijn Franse nicht Eléonora – hij is 51 jaar; zij 16; hij trouwt ondanks dat hij geen toestemming krijgt toch met haar, dit om zijn Franse belangen te beschermen – zoekt  Filips Willem toenadering tot de Nederlanden.  In 1607 tekent hij een loyaliteitsverklaring aan de Staten-Generaal, waarna hij toestemming krijgt om de Noordelijke Nederlanden te bezoeken. In 1608 laat hij zich inhuldigen als de graaf van Buren en even later ook als de heer van Breda. Bij beide gelegenheden is zijn halfbroer Maurits aanwezig. Het is de eerste keer dat hij deze ontmoet. Bij zijn inhulding als de heer van Breda is ook zijn andere halfbroer Frederik Hendrik aanwezig, die hij dan ook voor het eerst ziet.
  • In Middelburg vraagt de Duits-Nederlandse brillenmaker en lenzenslijper Hans Lipperhey een patent aan “op seecker instrument om verre te sien” oftewel op een telescoop. Zijn uitvinding wordt tijdens een pauze van de vredesonderhandelingen in Den Haag gedemonstreerd. Vanaf de Mauritstoren in Den Haag kan men met hulp van de kijker de tijd op de kerkklok van Delft aflezen. Bij de demonstratie zijn niet alleen stadhouder Maurits, Frederik Hendrik en Ambrogio Spinola aanwezig, maar ook veel diplomaten. Ze zien direct de mogelijkheden die het nieuwe apparaat biedt op het militaire slagveld. Al snel verspreidt het nieuws van de uitvinding zich over Europa. Een jaar later komt de Italiaan Galileo met een verbeterde versie van de kijker op de proppen, waarmee hij tal van astronomische ontdekkingen zal doen.
  • De Leidse landmeter Jan Pieterszoon Dou bedenkt een apparaat – de Hollandse Cirkel – waarmee hij hoeken groter dan 90 graden kan meten. Hij zal het apparaat veelvuldig gebruiken bij metingen voor de bedijking van de Beemster.

1609: Gouda; foto genomen op 26 september2023

1609 Gouda 26 sept 2023 20230926_105321

Wat gebeurt er in Nederlanden in 1609?

  • Op 9 april gaat het Twaalfjarig Bestand officieel in. Beide partijen houden zich eraan. De Spanjaarden trekken zich grotendeels terug in de Zuidelijke Nederlanden en in Brabant. Alleen de vestigingen Grol (Groenlo) en Oldenzaal blijven in het oosten in Spaanse handen. Voor Spanje komt het bestand goed uit. Ze kunnen hierdoor de aandacht richten op hun andere oorlogen in het Rijk. De Nederlanders richten zich vooral op de handel, in het bijzonder op die met het Verre Oosten.

De situatie gedurende het bestand. Het grijze gebied is het “zelfstandige” bisdom Luik wat officieel niet tot het Spaanse gebied hoort. In het oosten bevinden zich twee gele bolletjes. Dat zijn de vestingsteden Oldenzaal en Groenlo die in Spaans bezit zijn .

  • De VOC huurt de Engelse zeevaarder Henry Hudson in voor een poging om nogmaals een noordoostelijke doorvaart naar Indië te vinden. Met twintig man, deels Engels, deels Nederlands,  aan boord van het schip de Halve Maen vertrekt hij op 4 april vanuit Amsterdam. Bij Nova Zembla dreigt hij echter net als zijn voorgangers in het ijs vast te komen zitten. Hij wendt daarop de steven en zeilt over de Atlantische Oceaan naar Amerika om te kijken of er een doorvaart dwars door Amerika mogelijk is. Op 3 augustus vaart hij daartoe bij het huidige New York een grote rivier op (die dan nog de Mauritius heet; tegenwoordig de Hudson), maar realiseert na drie weken varen, waarbij hij zo’n 200 kilometer op de rivier aflegt, dat de rivier geen doorgang door Amerika kan bieden. Hij keert om en vaart terug naar Europa. Na deze tocht verbiedt de Engelse overheid Hudson om nog langer in Hollandse dienst te varen.
  • In het Verre Oosten onderneemt de VOC allerlei activiteiten om hun handelspositie te versterken. Soms met succes. Zo krijgen ze toestemming om een handelspost te openen in de havenstad Hirado. Soms loopt het slecht af. Zo wekt Pieter Willemsz Verhoeff, een admiraal in dienst van de VOC, die met een vloot van liefst dertien schepen (met daarin ook aan boord Piet Hein en onderkoopman Jan Pietersz Coen) naar Indië is gevaren, zoveel wantrouwen bij de plaatselijke bevolking dat dorpelingen op Banda Neira (een eiland op de Molukken) hem en twee anderen onthoofden. Jan Pietserszoon Coen weet bij die gelegenheid net te ontkomen. Twee maanden later wordt er op Banda een vredesverdrag gesloten en krijgt de VOC er alsnog  een monopolie op de specerijenhandel.
  • In Amsterdam wordt in navolging van Venetië een Wisselbank opgericht. Binnen de Nederlanden zijn er talloze betaalmiddelen in omloop.  Men betaalt met heel veel verschillende muntsoorten. Zo wordt er betaald met allerlei gouden, zilveren en koperen munten. Elke provincie kent haar eigen geld, net als sommige steden. Ook de VOC heeft een eigen munt. Een centrale munteenheid bestaat nog niet. De waarde van al deze munten hangt af van de hoeveelheid edelmetaal die erin verwerkt is. Al die verschillende soorten betaalmiddelen belemmeren de handel.
  • Bij de Amsterdamse Wisselbank, gevestigd in het Stadhuis, kan je vanaf 1609 de verschillende soorten munten laten taxeren, inleveren en omwisselen in Amsterdamse guldens die je op een rekening van de Wisselbank kan zetten. Vanaf zo’n rekening kunnen vervolgens ook zogeheten wisselbrieven worden uitgeschreven. De ‘wissels’ — brieven waarop is vastgelegd wie wanneer welk bedrag moet betalen — kunnen in Amsterdam via de Wisselbank worden verhandeld of worden uitbetaald.
  • Een groep puriteinen, aanhangers van een bepaalde protestantse stroming die zich Engeland onderdrukt voelen, verlaten hun land en vestigen zich in Leiden. In 1620 zal een deel van de groep  – de Pilgrim Fathers – aan boord van de Mayflower vanuit Rotterdam naar Amerika afreizen.

1610: Haarlem; foto genomen op 28 september 2023

1610 Haarlem 20230928_130121

Wat gebeurt er in Nederlanden in 1610?

  • Aan de Universiteit van Leiden woedt al sinds 1602 een conflict tussen twee Leidse hoogleraren theologie over de predestinatieleer, de leer van de voorbeschikking binnen de gereformeerde kerk. Aan de ene kant is daar een stroming rondom de hoogleraar Franciscus Gomarus. Zij geloven dat God alles heeft voorbeschikt. Of iemand in de hemel komt of in de hel belandt, staat volgens hen al bij de de geboorte vast.  De mens kan daar volgens hen geen invloed op uitoefenen. Tegenover deze ‘preciezen’, met veel Calvinistische aanhangers onder hen, staan de ‘rekkelijken’, een stroming die de gedachtenleer volgt van de hoogleraar Jacobus Arminius. Zij stellen dat een mens een vrije wil heeft en leggen de nadruk op diens eigen verantwoordelijkheid. De mens kan, zo stellen zij, kiezen tussen een leven van deugd of een leven van zonde en beslist zodoende zelf of hij later in de hemel of in de hel komt. De discussies worden steeds feller en veel rekkelijken worden als lid geschorst door de Calvinistische kerk, die de kant heeft gekozen van de preciezen.
  • In 1610 dienen de aanhangers van Arminius, hij is in 1609 overleden, bij de Staten van Holland een verzoek in, ook wel een remonstratie genoemd, met daarin vijf godsdienstige stellingen met het verzoek deze stellingen als juist aan te merken. Ook vragen zij in de remonstratie om bescherming tegen de onderdrukking door de Calvinistische kerk. De Staten van Holland zeggen deze bescherming toe. Als reactie hierop dienen de aanhangers van Gomarus een tegenverzoek in – een contrareformatie – waarin zij stellen dat het niet aan de Staten is om over godsdienstige zaken een uitspraak te doen. Al spoedig zullen de twisten tussen ‘remonstranten’ en ‘contraremonstranten’ escaleren. Aanvankelijk is het nog vooral een godsdienstige strijd, maar later wordt het ook een politieke strijd. Van Oldenbarnevelt en Hugo de Groot zullen de kant van de remonstranten kiezen, Maurits de kant van de contraremonstranten.
  • Op 23 januari worden vooral de noordelijke delen van Nederland getroffen door de Emerentiavloed  – in de delen van Nederland die nog de Juliaanse kalender gebruiken is het dan nog maar 9 januari en daar wordt de vloed de Pontiaansvloed genoemd. Een zware noordwesterstorm laat veel dijken doorbreken en grote delen van Nederland stromen onder. Zo staat het water bij Enkhuizen naar verluidt liefst 2,5 meter hoger dan normaal. Ook het eiland Schokland stroomt onder. Een kleine 100 woningen komen er blank te staan. Ook delen van Noord- en Zuid-Holland, Friesland, Groningen, Gelderland, Overijssel hebben te maken met ernstige wateroverlast. Door de straten van Amsterdam, Rotterdam en Leiden stroomt water. De schade is groot. Hoeveel mensen er verdrinken is onbekend. Ook de Waterlandse Zeedijk bij de Beemster breekt door, waarna de bijna drooggevallen polder weer helemaal vol met water loopt.
  • In 1610 vaart de dan 11-jarige Maarten Tromp als scheepsjongen mee aan boord van het koopvaardijschip van zijn vader. Bij Guinee wordt het schip overvallen door zeerovers. Hierbij komt vader Tromp om het leven. Maarten Tromp wordt door de piraten aan boord genomen, waar hij als slaaf als scheepsjongen aan het werk moet. Twee jaar later zullen ze hem vrijlaten.
  • In Bredevoort worden in 1610 een aantal heksenprocessen gehouden. Na marteling bekennen een aantal mannen en vrouwen dat zij aan hekserij doen. Tien van hen belanden op de brandstapel.
  • Koopman le Maire zit  als de grootste investeerder in het bestuur van de VOC-kamer Amsterdam. Na geruchten over fraude moet hij opstappen. Hij gaat daarna als moderne shortseller handelen in VOC-aandelen die hij nog niet bezit.  Le Maire spreekt met kopers een (hoge) prijs af voor aandelen die hij pas na een of twee jaar zal opleveren. Vervolgens verspreidt hij slecht nieuws over de VOC, zoals geruchten over verloren gegane schepen  om zo de koers te laten dalen. Als de koers daarop daalt, koopt hij de benodigde VOC-aandelen in, en verkoopt die dan voor de afgesproken hoge prijs. van twee jaar daarvoor. Als reactie hierop verbiedt de Staten-Generaal in 1610 de handel in VOC-aandelen voor mensen die deze aandelen niet bezitten. Het is de eerste staatsbemoeienis met de aandelenhandel ter wereld. Als reactie hierop stijgt de koers van de VOC en even later gaat Le Maire failliet.  Hij moet voor het gerecht komen en afstand doen van al zijn Amsterdamse eigendommen. Hij wordt ook verbannen uit de stad.

1611: Warmond; foto genomen op 6 oktober 2023

1611 Warmond 6 okt 2023 20231006_132147

Wat gebeurt er in Nederlanden in 1611?

  • Aartshertogen Albrecht van Oostenrijk en zijn vrouw landvoogdes Isabella vaardigen op 12 juli  voor de Zuidelijke Nederlanden het Eeuwig Edict uit. Het is de eerste aanzet tot een algemeen wetboek in de Zuidelijke Nederlanden. Het is een poging om over te gaan van gewoonterecht naar geschreven en uniform recht. Ook wordt er in vastgelegd dat geboorten, huwelijken en overlijden van personen bij de kerk moeten worden vastgelegd, wat we kunnen zie als een soort voorloper van de burgerlijke stand.
  • In Amsterdam komt de eerste Koopmanbeurs gereed. Het stadbestuur heeft bij de bouw niet op de bouwkosten beknibbeld. In tegendeel, ze geven opdracht dat ‘tot verciering van ’t werck niet op een cleyntje zou worden gesien’. In het door Hendrick de Keyser ontworpen gebouw aan het Rokin wordt aanvankelijk vooral in goederen gehandeld. Later worden er ook aandelen verhandeld. Het niet-overdekte middenplein doet dienst als beursvloer. Rondom het plein staan 42 genummerde pilaren, waar de kooplieden hun vaste standplaats hebben. Dit systeem van vaste standplaatsen zal later uitmonden in een systeem van hoekmannen op de beurs.
  • Ook de Zuiderkerk in Amsterdam, net zoals de Koopmanbeurs  een ontwerp van stadsarchitect Hendrick de Keyser, komt dat jaar klaar.
  • In 1611 keert Jan Pieterzoon Coen terug van zijn eerste reis naar Indië. Hij schrijft voor het bestuur van de VOC een uitgebreid rapport over zijn visie hoe de VOC in Indië het beste kan opereren. Hij maakt promotie en het jaar erop maakt Coen nu als opperkoopman en commandeur van twee schepen een tweede reis naar Indië.
  • De stad Utrecht vaardigt een plakkaat uit tegen het smijten van ‘drek, vuiligheid en andere stinkende materie’ op publieke plaatsen. Specifiek wordt het Janskerkhof met name genoemd. Ook verbieden ze in de publicatie kaatsen, kolven en ‘de kloot te schieten’ op het Janskerkhof.
  • Peter Paul Rubens begint te werken aan zijn bekendste altaarstuk, ‘De kruisafneming’, bestemd voor de kathedraal van Antwerpen. Pas drie jaar later is het af. Het bestaat uit drie delen, die samen meer dan 3 bij 4 meter groot zijn.

1612: Haarlem; foto genomen op 28 september 2023

1612 Haarlem 20230928_131045

Wat gebeurt er in Nederlanden in 1612?

  • Op 19 mei valt de Beemster (eerder was deze al bijna droog geleegd maar na een dijkdoorbraak in 1610 weer onder water felopen) voor de tweede keer droog. Op 4 juli brengen prins Maurits en prins Frederik Hendrik een bezoek aan de polder. Er worden drie dorpen gebouwd (Middenbeemster, Noordbeemster en Westbeemster), wegen worden aangelegd, sloten gegraven en stolpboerderijen gebouwd.
  • Sultan Ahmed I van het Ottomaanse Rijk geeft de Nederlanden toestemming om  om handel te drijven in het Ottomaanse Rijk en er een handelsvestiging te vestigen.
  • In 1596 ziet Willem Barentsz tijdens zijn tocht om een noordoostelijke route naar Azië te vinden, dat er in de baaien van de westkust bij Spitsbergen grote hoeveelheden walvissen rond zwemmen. In mei 1612 vaart daarom de Neptunus, onder leiding van Willem Cornelisz van Muyden, als eerste Hollandse walvisvaarder – een jaar eerder zijn de Engelsen al die kant opgevaren – naar Spitsbergen om er ter plekke op walvissen te gaan jagen. Door gebrek aan kennis hoe op de beesten te jagen is deze eerste Nederlandse walvisvaart echter niet bepaald een groot succes te noemen.
  • In 1612 geeft de VOC nog steeds meer geld uit dan dat er binnenkomt. Een aantal investeerders wil daarom dat de VOC  hun inleg terug betaalt, maar de compagnie heeft daar geen geld voor. De Staten-Generaal bepalen vervolgens dat de kapitaalverstrekkers nog tien jaar op hun geld moeten wachten. Op voorspraak van Johan van Oldenbarnevelt praten de Staten-Generaal en de VOC met de Engelse koning James I over de mogelijkheid om de VOC te laten fuseren met de Britse East India Company, die in 1601 is opgericht. Dit om samen met de Britten in Azië een vuist te kunnen maken tegen Spanje en Portugal. De besprekingen duren liefst zes jaar maar leiden tot niets. Voor de aandeelhouders van de VOC is dit achteraf bekeken maar goed ook, want vanaf zo’n beetje 1620 breken de gouden jaren aan voor de VOC en wordt het bedrijf binnen 25 jaar het rijkste bedrijf ter wereld,
  • De dichter en toneelschrijver Gerbrand Adriaenszoon Bredero publiceert zijn eerste klucht getiteld: ‘De klucht van de koe.’
  • Joost van den Vondel, die in 1612 in Amsterdam een goedlopende sokkenwinkel heef, publiceert zijn eerste toneelstuk: ‘Het pascha, ofte de verlossinge Israëls uyt Egypten’.

1613: Franeker; foto genomen op 21 oktober 2023

1613 Franeker 21 okt 2023 20231021_144025

Wat gebeurt er in Nederlanden in 1613?

  • In Amsterdam wordt begonnen met het graven van de drie hoofdgrachten: de Herengracht, de Keizersgracht en de Prinsengracht.
  • In Sneek wordt de Waterpoort verbouwd tot sierpoort, dit omdat de poort geen militaire functie meer heeft.
  • In Roermond vinden de beruchte Heksenprocessen plaats. De eerste vrouw die in Roermond van hekserij wordt beschuldigd is Tryntjen van Zittaert. Ze wordt samen met haar dochtertje gevangen gezet. Het 12-jarige meisje “tovert” tijdens het spelen met andere kinderen munten uit haar mond. Een lid van de magistratuur ziet dit en beschuldigt daarop het meisje en haar moeder van hekserij. De moeder wordt gemarteld en bekent dat ze liefst 51 mensen, waaronder 41 kinderen, ‘dood heeft getoverd’. Ook geeft ze de namen van andere heksen. Ook deze worden vervolgd en gemarteld. Er worden zo steeds meer heksen ‘ontdekt’. Een maand lang worden er in Roermond elke dag twee heksen verbrand. De heksenjacht in Roermond zal tot november 1614 duren. In totaal worden er zo’n 70 vrouwen als heks verbrand.
  • In Leiden volgt de dan 22-jarige Willebrord Snel van Royen – hij zal bekend worden onder zijn Latijnse naam Snellius – zijn overleden vader op als hoogleraar Wiskunde aan de Universiteit van Leiden. Snellius zal in Leiden een groot aantal wetenschappelijke werken publiceren, waaronder de later naar hem genoemde wet van Snellius, een natuurwet uit de optica die aangeeft hoe lichtstralen gebroken worden op de overgang van het ene medium naar het andere medium. Soms zit hij ook wel eens mis. Zo is Snellius geen aanhanger van Copernicus’ heliocentrisch systeem, maar blijft hij vasthouden aan een systeem met de Aarde als middelpunt van het heelal.
  • Stadhouder Maurits en Johan van Oldenbarnevelt verschillen steeds vaker van mening over de buitenlandse politiek. Terwijl Van Oldenbarnevelt Frankrijk met de (katholieke ) koning Lodewijk XIII als de belangrijkste bondgenoot ziet, wil Maurits zich meer richten op  Engeland waar de (protestante) koning Jacobus I op de troon zit en waarmee hij goede banden heeft. Zo heeft Jacobus hem in 1613 als eerste Hollandse vorst benoemd tot ridder in de orde van de kousenband. Bij de feestelijke bijeenkomst in Den Haag, waarbij de Britse Ambassadeur Maurits de kousenband om zijn bovenbeen omdoet, is ook Johan van Oldenbarnevelt aanwezig. De benoeming heeft de nodige voeten in de aarde. Maurits mag van Van Oldenbarnevelt de orde accepteren, maar niet als soevereine vorst, maar alleen als vertegenwoordiger van de republiek. (Na Maurits zullen alle Oranjestadhouders  en koningen (met uitzondering van koning Willem II) ook in de orde worden opgenomen, van Frederik Hendrik in 1627 tot aan koning Willem Alexander in 2019.)
  • In een poging om de steeds verder oplopende spanningen tussen de remonstranten en contraremonstranten te beteugelen komt Van Oldenbarnevelt in december met de ‘Resolutie tot Vrede van de Kerken’, waarin wordt opgeroepen tot verdraagzaamheid en om elkaars standpunten ten aanzien van de zaligmaking te respecteren en te vertrouwen op de wijsheid van de christelijke overheid in de kwesties.  De resolutie werkt niet. De onrust in de dorpen en steden blijft bestaan. De contraremonstranten vinden hun aanhang vooral onder de ‘kleyne luyden’ zoals in die tijd dagloners, zeelieden, zwervers, en mensen zonder vast inkomen worden aangeduid.

1614: Amsterdam; foto genomen op 15 november 2023

1614 asd 15 nov 2023 20231115_121011

Wat gebeurt er in Nederlanden in 1614?

  • Op 27 januari wordt de Noordse Compagnie opgericht, ook wel de Compagnie van Spitsbergen genoemd. Het is een samenwerkingsverband van kooplieden uit onder andere Amsterdam, Rotterdam, Hoorn en Medenblik, gericht op de walvisvaart. Van de Staten-Generaal krijgen ze een octrooi op de walvisvaart in het arctisch gebied, aanvankelijk voor een periode van drie jaar maar deze periode wordt regelmatig verlengd. De deelnemers aan de compagnie spreken onderling af om de gewonnen levertraan niet beneden een minimumprijs te verkopen.  Aanvankelijk wordt er vooral gebruik gemaakt van Baskische harpoeniers, dit omdat de Nederlanders de daarvoor benodigde vaardigheden nog steeds niet voldoende beheersen. (Vanaf 1633 vaart de dan 26-jarige Michiel de Ruyter twee jaar lang als stuurman mee op één van de walvisjagers. In 1642 valt de compagnie uiteen.)
  • In Groningen wordt op 23 augustus de Universiteit van Groningen opgericht. Het is na Leiden en Franeker de derde universiteit in de Noordelijke Nederlanden.
  • Op 5 april 1614 tekent een afgevaardigde van de koning van Zweden, de Nederlandse advocaat Jacob van Dijck, en zeven vertegenwoordigers van de Nederlandse Staten-Generaal een verdrag tussen Nederland en Zweden. Het verdrag is uit onderhandeld door Johan van Oldenbarnevelt. Afgesproken wordt dat Zweden en Nederland ambassadeurs zullen uitwisselen. Ook worden er afspraken gemaakt over handelsrelaties en onderlinge militaire steun, vooral gericht tegen Denemarken. Het is bedoeld om te zorgen voor een veilige doorvaart door de Sont voor handelsschepen van beide landen. Op 28 juni tekent in Stockholm de Zweedse koning Gustaaf II Adolf in Stockholm de definitieve versie van het verdrag.
  • In Indië wordt Jan Pieterszoon Coen directeur-generaal, de hoogste functie na de gouverneur-generaal. Hij verplaatst het bestuurlijk centrum van de activiteiten van de VOC in Indië van Bantan naar Batavia, het latere Jakarta.
  • Op 28 december strandt bij Noordwijk een grote potvis op het strand. Het tafereel trekt veel nieuwsgierigen en de stranding wordt door diverse schilders vastgelegd.

1615: Delft; foto genomen op 30 juni 2023

1615 delft 30 juni 2023 20230630_144627

Wat gebeurt er in Nederlanden in 1615?

  • Omdat veel Joden, die in Portugal bloot staan aan vervolging, naar Holland vluchten, krijgt de Delftse jurist Hugo de Groot van de Staten van Holland en West-Friesland de opdracht een reglement te ontwerpen, waarin de rechten en plichten van de nieuwkomers worden vastgelegd. Volgens De Groot zijn volkeren die weigeren om vreemdelingen toe te laten in zijn ogen ‘barbaars en onnatuurlijk’.
  • De VOC bezit in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden  het monopolie op de zeeroutes om Kaap de Goede Hoop heen naar Indië. Hierdoor is het voor andere Nederlandse rederijen en compagnieën verboden om buiten VOC-verband per schip via deze route naar Azië te varen. De koopman Isaäc le Maire,  één van de oprichters van de Vereenigde Oostindische Compagnie, is met ruzie bij de VOC vertrokken en wil nu een eigen route via Zuid-Amerika naar Azië vinden. Zijn zoon Jacob le Maire en schipper Willem Cornelisz Schouten vertrekken op 14 juni 1615 met de schepen ‘Eendracht’ en ‘Hoorn’ om zo’n route om Zuid- Amerika heen te vinden gebaseerd op ervaringen van Van Noort van zo’n tien jaar eerder. Van de Staten-Generaal krijgt Le Maire toestemming om deze route uit te proberen.
  • In Groenlo begint  Willem Neerfeldt een kleine bierbrouwerij. Er wordt voor het eerst Grolsch bier gebrouwen.
  • In opdracht van de Staten van Groningen en Drenthe stellen in maart de landmeters Pieter de la Haye en Pieter Sems de grens vast tussen beide provinciën. Groningen accepteert de uitkomst echter niet, omdat Ter Apel daarin Drents wordt. In december komt de uit Groningen afkomstige Pieter Sems met een nieuwe landmeting aan. Nu blijkt Ter Apel in Groningen te liggen. Ditmaal accepteert Drenthe de uitkomst niet.
  • Peter Paul Rubens schildert in 1615 de schilderijen ‘Diana en de nymfen vertrekken op jacht’ (thans in het bezit van het Cleveland Museum of Art) en ‘Venus en Cupido met een spiegel’, nu te zien in het Museo Thyssen-Bornemisza in Madrid.
  • Michiel Jansz. van Mierevelt schildert een portret van de 68-jarige Johan van Oldenbarnevelt. Het hangt vandaag de dag in het Haags Historisch Museum. Het is het portret van Van Oldenbarnevelt dat in veel geschiedenisboeken staat.

1616: Den Haag; foto genomen op 12 juli 2023

1616 Den Haag 12 juli 2023 20230712_123154

Wat gebeurt er in Nederlanden in 1616?

  • Op 1 januari breken de dijken bij het IJ op drie plaatsen door en loopt Waterland – what’s in a name – onder water. Eerder is dit ook al gebeurd in 1610. De dijk bij Waterland is een probleemdijk. Ook in 1621 en 1625 zal de dijk er door breken.
  • Er geldt weliswaar een bestand met Spanje, maar dat bestand geldt niet voor de Zeven Provinciën en het Duitse vorstbisdom Münster. Borculo en Lichtenvoorde, die beiden onder het gezag staan van het Duitse vorstbisdom, worden in 1616 door het Staatse leger belegerd en veroverd. De twee dorpen worden vervolgens toegevoegd aan het Graafschap Zutphen.
  • Willem Cornelisz Schouten en Jacob Le Maire komen in 1616 bij Kaap Hoorn aan – die dan nog naamloos is – en varen er om heen. Ze vernoemen de kaap naar de stad Hoorn, de geboorteplaats van Schouten. (Uiteindelijk bereiken ze na een lange reis Batavia, waar ze direct door Jan Pieterszoon Coen gevangen worden gezet en vervolgens via de “standaard” route naar Nederland worden teruggestuurd. Hij gelooft niet dat ze een route om Zuid-Amerika hebben gevaren.)
  • In Zeeland komt de Borsselepolder gereed. In de polder wordt de plaats Borssele gesticht.
  • Op het Binnenhof wordt Jan van Wely, een Amsterdamse juwelier die sierraden komt verkopen aan stadhouder Maurits door diens kamerheer en een adelborst van de lijfwacht van Maurits beroofd en vermoord. Dat vermoorden kost echter nogal wat moeite. Eerst wordt Van Wely in het hoofd geschoten. Als hij echter nog niet dood blijkt te zijn, wordt hij vervolgens met een mes gestoken en als hij dan nog steeds blijkt te leven, wordt hij ook nog eens gewurgd. Dan is hij eindelijk dood. De twee daders worden gearresteerd, gemarteld en daarna geradbraakt. Het vonnis wordt voltrokken op het Groene Zoodje, net buiten het Binnenhof.
  • Voor wat betreft de strijd tussen de remonstranten en de contraremonstranten kiezen de twee leiders van het land – Johan van Oldenbarnevelt, de politieke leider, en Maurits, de militaire leider – vooralsnog openlijk geen partij. Zo verklaart Maurits in Zeeland: “Heeren, ick ben een krijgsman: dit sijn saken van theologie, die ick niet en verstae en daarover ick my niet en bemoeye” Zijn medeaanvoerder van het leger, zijn neef Willem Lodewijk, stadhouder van Friesland, is daarentegen openlijk een uitgesproken contraremonstrant.

1617: Schoonhoven; foto genomen op 31 oktober 2023

1617 Schoonhoven 31 okt 2023 20231031_130428

Wat gebeurt er in Nederlanden in 1617?

  • De strijd tussen de remonstranten en contraremonstranten is al lang geen godsdienstige strijd meer, maar zowel lokaal als landelijk een politieke strijd geworden. Maurits kiest nu openlijk de kant van de contraremonstranten, niet zozeer vanwege godsdienstige redenen maar vooral vanwege politieke redenen. De Staten van Holland, waar Johan van Oldenbarnevelt een belangrijke stem heeft, staat namelijk aan de kant van de remonstranten.
  • Ook in veel steden is er sprake van een openlijke strijd tussen de remonstranten en de contraremonstranten. Het gaat al lang niet meer over godsdienstige zaken maar vooral over wie de macht heeft. Zo staat Rotterdam aan de kant van de remonstranten en Amsterdam aan de kant van de contraremonstranten. Bij dat laatste speelt mee dat veel Amsterdamse kooplieden het Van Oldenbarnevelt nog steeds kwalijk nemen dat hij bij de onderhandeling over het twaalfjarig bestand in 1609 de oprichting van de WIC heeft tegen gehouden en dat hij dit nog steeds tegenhoudt overeenkomstig de voorwaarden van het bestand.
  • In de zomer van 1617 escaleert het conflict tussen Johan van Oldenbarnevelt en Maurits. Sommige steden verbieden predikanten  van de ‘tegenpartij’ om kerkdiensten in bepaalde kerken te houden. Zo mogen in Den Haag de contraremonstranten niet langer kerken in een kerk waar de Johannes Uyttenbogaert, de leider van de remonstranten, zijn  kerkdiensten houdt, maar moeten zij naar Rijswijk lopen om daar een kerkdienst te houden.  Op een gegeven moment hebben de contraremonstranten daar genoeg van en nemen vervolgens  de leegstaande Kloosterkerk op het Voorhout in bezit. Van Oldenbarnevelt verbiedt de diensten in deze kerk. Hij vindt dat de gelovigen zich hebben te onderwerpen aan het gezag van de overheid en vraagt Maurits, als bevelhebber van het leger, om de kerk te laten ontruimen. Maurits weigert dit. Sterker nog, hij woont zelf demonstratief de diensten bij. Ook andersom gebeuren dergelijke zaken. In diverse steden worden remonstrantse predikers verboden om hun diensten in bepaalde ‘contra-remonstrantse kerkgebouwen’ te houden.
  • Van Oldenbarnevelt, die vreest dat Maurits, nu hij geen opdrachten van de Staten-Generaal meer wil uitvoeren, een soort staatsgreep wil plegen, komt op 4 augustus in de Staten van Holland met een resolutie die ‘De Scherpe Resolutie’ wordt genoemd. Volgend deze resolutie mogen de afzonderlijke staten buiten het leger van Maurits om ‘waardgelders’ (dat wil zeggen huursoldaten) in dienst nemen, wordt de rechtsgang van burgers en steden naar de Hoge Raad en het Hof van Holland verboden en dienen de troepen in Holland verplicht de bevelen van de Staten en stadsbestuur van de plaats waar zij gelegerd zijn op te volgen. Vooral dit laatste punt is een ondermijning van het gezag van Maurits die de bevelhebber van het leger is. Maurits reist daarop naar de diverse steden en staten in het land en probeert hen over te halen om zich van de Scherpe Resolutie af te keren.
  • In augustus wordt Jan Pieterszoon Coen door de Heren XVII (de 17 bestuurders van de VOC) aangewezen als de nieuwe gouverneur-generaal in Indië.
  • In Gouda begint ene William Baernelts een pijpenfabriek. Hij ontwerpt vooral pijpen met lange dunne rechte pijpenstelen. Dit type pijpen zal later leiden tot de uitdrukking ‘Het regent pijpenstelen’. Dit vanwege de gelijkenis tussen de vorm van harde regen en lange pijpenstelen.

1618: Amsterdam; foto genomen op 15 november 2023

1618 asd 15 nov 2023 20231115_143210

Wat gebeurt er in Nederlanden in 1618?

  • Op 20 februari overlijdt Filips Willem van Oranje, de oudste zoon van Willem van Oranje, op 63-jarige leeftijd. Hij overlijdt  kinderloos en laat zijn bezittingen niet aan zijn jonge vrouw na, maar aan zijn halfbroer Maurits, die daarmee ook de officiële titel prins van Oranje krijgt.
  • Prins Maurits, die al de provinciën Friesland en  Groningen (dankzij zijn zwager Willem Frederik die de stadhouder van Friesland en Groningen is) en Zeeland achter zich heeft  staan, overtuigt in de zomer ook de provinciën Gelre en Overijssel om zijn kant te kiezen. Daarmee heeft hij vijf van de zeven provinciën achter zich.
  • Nu hij verzekerd is van voldoende steun, pleegt prins Maurits op 29 augustus een staatsgreep. Hij laat Johan van Oldenbarnevelt (de raadpensionaris van de Staten van Holland), Gilles van Leedenberch (de raadpensionaris van de Staten van Utrecht), Rombout Hogerbeets (de raadpensionaris van de stad Leiden) en Hugo de Groot (niet alleen rechtsgeleerde maar ook de stadspensionaris van Rotterdam) arresteren en beschuldigt hen van landverraad. Ze worden gevangen gezet en opgesloten op het Binnenhof. Ook vervangt prins Maurits in diverse stadsbesturen hem onwelgevallig lieden door eigen prinsgezinde regenten. Gilles van Leedenberch pleegt enkele dagen na zijn arrestatie zelfmoord, bang dat hij is dat, als hij veroordeeld wordt, zijn bezittingen worden afgenomen en dat zijn familie dan berooid achterblijft.
  • Om de godsdienstige kwestie te beslissen wordt in november gestart met de Synode van Dordrecht. Het betreft een internationale kerkvergadering die door de Staten-Generaal van de Republiek op verzoek van prins Maurits bijeen is geroepen  – in het voorjaar blokkeerde Van Oldenbarnvelt nog een dergelijke Synode – om een definitief een einde te maken aan het langlopende godsdienstige conflict tussen de remonstranten en de contraremonstranten.
  • In november wordt Van Oldenbarnevelt door een door prins Maurits samengestelde rechtbank ondervraagd. Hij ontkent dat hij een landverrader is.

1619: Utrecht; foto genomen op 21 augustus 2023

1619 Utrecht 21 aug 2023 20230821_105416

Wat gebeurt er in Nederlanden in 1619?

  • Op 14 januari  worden de remonstranten uitgesloten van de verdere beraadslagingen tijdens de Synode van Dordrecht. Niet zo heel verrassend komt even later de synode tot de conclusie dat de contraremonstranten en niet de remonstranten gelijk hebben.
  • In mei begint na acht maanden gevangenschap het proces tegen Johan van Oldenbarnevelt, Rombout Hogerbeets, Hugo de Groot en postuum tegen Gilles van Leedenberch. Het is een schijnproces. Van Oldenbarneveldt en Van Leedenberch worden vanwege ‘landsverraad’ ter dood veroordeeld. Hogerbeets en Hugo de Groot krijgen een levenslange gevangenisstraf, uit te zitten op Slot Loevestein. Frederik Hendrik bemoeit zich niet met de zaak, maar wil zijn halfbroer niet afvallen. Hij kijkt de andere kant op.
  • Op 13 mei wordt de dan 72-jarige Van Oldenbarneveldt op het Binnenhof onthoofd. Zo’n 3.000 man komen kijken. Vanaf het schavot spreekt hij de menigte toe: “Mannen, gelooft niet dat ik een landverrader ben, ik heb oprecht en vroom gehandeld, als een goede patriot, en zo zal ik sterven.” Zijn allerlaatste woorden luiden: “Maak het kort, maak het kort.” Veelal wordt gezegd dat dit tot de beul is  gericht, maar hij zegt het waarschijnlijk tegen zijn knecht, Jan Francken, die vlak voor de executie afscheid van hem komt nemen. Van Oldenbarnevelt wordt bijgezet in het familiegraf van zijn schoonzoon Cornelis van der Mijle, in de grafkelder van de graven van Holland onder de Hofkapel aan het Binnenhof.
  • Het vonnis en de onthoofding van Van Oldenbarnevelt levert prins Maurits heel veel kritiek op, onder andere van Louise de Coligny, de weduwe van Willem van Oranje en stiefmoeder van prins Maurits. Het wordt als een politieke moord gezien en het bedoezelt in ernstige mate de reputatie van prins Maurits. Ook Vondel hekelt het besluit en schrijft twee protestgedichten. Het levert hem een boete  van 300 gulden op.
  • Voor Gilles van Leedenberch is het vonnis een postume veroordeling. Toch wordt zijn vonnis “voltrokken”. Zijn doodskist met  zijn lichaam wordt opgegraven en aan een galg opgehangen. Later wordt hij bijgezet in de kapel van Slot Zuylen bij Utrecht.
  • In Brussel ontwerpt op verzoek van het stadsbestuur de beeldhouwer Hiëronymus Duquesnoy de Oudere een beeld dat we vandaag kennen als ‘Manneke Pis’. Het wordt geplaatst op de hoek van de Stoof- en de Eikstraat. Daar staat vermoedelijk al in de veertiende eeuw een fontein met een plassend mannetje. Zo is er een archiefstuk uit 1452, dat de woorden ‘daer de menneken pist’ gebruikt als plaatsaanduiding voor de straathoek. Hoe dat beeld er uit heeft gezien, is onbekend.
  • Tijdens een reis naar Oost-Indië ontploft in het schip van Willem IJsbrantszoon Bontekoe, afkomstig uit Hoorn, het aanwezige buskruit. Oorzaak is een brand. Er komen 117 scheepslieden bij de ontploffing om het leven. Bontekoe zelf overleeft de ontploffing. Wel raakt hij gewond. Na een tocht van dertien dagen over zee met twee sloepen bereiken de overlevenden een eilandje in de buurt van Sumatra.

1620: Delft; foto genomen op 30 juni 2023

1618 Delft 30 juni 2023 20230630_144746

Wat gebeurt er in Nederlanden in 1620?

  • Er vinden onderhandelingen plaats tussen Spanje en Nederland over het verlengen van het twaalfjarig bestand. De partijen komen niet tot overeenstemming. Maurits heeft ook niet de diplomatieke gaven van Johan Oldenbarnevelt. Eigenlijk wil hij ook helemaal geen verlenging van het bestand, want hij denkt dat hij de Spanjaarden op korte termijn kan verslaan. Hij zal zich hierin behoorlijk vergissen.
  • De Pilgrim Fathers, een deel van de groep Engelse puriteinen die zich in 1610 in Leiden hebben gevestigd, vertrekken na een verblijf van elf jaar in Nederland vanuit Delfshaven naar Amerika.
  • Cornelis Drebbel, een Nederlandse technicus en uitvinder, construeert een onderzeeboot. Bij een demonstratie vaart het exemplaar met twaalf mannen aan boord in drie uur tijd op dieptes variërend tussen vier en vijf meter onder het wateroppervlak van de Theems van de Tower in Londen naar Greenwich.
  • Simon Stevin overlijdt op 72-jarige leeftijd in Den Haag. Hij geldt als één van de beste Nederlandse wetenschappers uit de geschiedenis, vooral bekend door de vele wetenschappelijke boeken die hij tijdens zijn leven heeft geschreven met boektitels als ‘’De Thiende’, Wisconstighe Ghedachtenissen’, ‘De Beghinselen der Weeghconst, ’De Beghinselen des Waterwichts’, ‘De Hemelloop’ en ‘De Stercktenbouwing’. Voor de maritieme wereld is zijn boek ‘De Havenvinding’ over plaatsbepaling op zee van belang.
  • Ook is hij bekend van de grote zeilwagen die hij in 1602 voor Prins Maurits heeft gebouwd, waarmee deze in twee uur tijd met twintig man aan boord over het strand van Scheveningen naar Petten zeilt. Volgen de volksoverlevering stuurde Prins Maurits de wagen, om zijn gasten even wat schrik aan te jagen, kortstondig de zee in. “Eenmaal, tot kortswijl en om den Heeren een poets te doen, stierde sijn Excellentie de Wagen in Zee, waerover vele sich dapper ontzetteden; maar subijt het roer gewent zijnde, quam de Wagen weer op strandt en vloot sijn oude koers.” aldus een ooggetuigenverslag
  • Frederick de Vrij, de burgemeester van Amsterdam, gooit persoonlijk de Sinterklaaskraampjes op de Dam omver om een eind te maken aan de “paapse stoutigheden” in zijn stad.
  • Aan het einde van het jaar verzamelen de Spanjaarden vooruitlopend op het aflopen van het bestand in 1621 een huurleger van zo’n 60.000 soldaten in de Zuidelijke Nederlanden.

1621: Delft; foto genomen op 22 augustus 2022

1621 Delft 30 jun 2023 20230630_155238

Wat gebeurt er in Nederlanden in 1621?

  • Op 31 maart overlijdt Filips III. Hij wordt opgevolgd door de dan 15-jarige Filips IV. Hij zal meer dan 44 jaar op de Spaanse troon zitten en tot het einde van de Tachtigjarige Oorlog de regerende Spaanse vorst zijn.
  • Op 9 april loopt het twaalfjarig bestand af. Onderhandelingen over een verlenging mislukken. De ‘Tachtigjarige Oorlog’ tussen de Nederlanden en Spanje wordt hervat. In de omgeving van Sluis bemannen de Spanjaarden opnieuw de forten Fort Sint-Donaas, Fort Sint-Frederik en Fort Sint-Job.
  • Op 13 juli overlijdt in Brussel Albrecht van Oostenrijk, de landvoogd en soeverein van de Zuidelijke Nederlanden. Omdat het huwelijk van Albrecht van Oostenrijk en Isabelle van Spanje kinderloos is gebleven valt volgens de Akte van Afstand de Zuidelijke Nederlanden weer onder de Spaanse soevereiniteit. Filips III benoemt weduwe Isabelle van Spanje tot de Spaanse landvoogdes.
  • In september begint een 20.000 man tellend Spaans leger met de belegering van Gulik (tegenwoordig heet deze Duitse stad Jülich). De stad wordt verdedigd door 3.000 man Staatse troepen. Prins Maurits bevindt zich op de Veluwe, waar hij verwacht dat de Spanjaarden gaan aanvallen (wat ze niet zullen doen.) In februari valt Gulik en trekken de Spanjaarden de stad binnen.
  • Jan Pieterszoon Coen richt in maart als gouverneur-generaal van de  Verenigde Oost-Indische Compagnie (de VOC) een waar bloedbad op de Banda-eilanden aan. “Van de 15.000 bewoners zijn er nog maar 1.000 over. De rest is gedood, gevlucht of in slavernij afgevoerd naar Batavia. Allemaal om het monopolie op nootmuskaat voor de compagnie veilig te stellen.“, aldus het Nationaal Archief later. Het levert Coen de bijnaam ‘de Slager van Banda’ op.
  • Hugo de Groot, die in 1619 na onenigheid met Prins Maurits vanwege ‘hoogverraad’ is veroordeeld tot een levenslange gevangenschap (‘ter eeuwige gevangenisse‘), ontsnapt op 22 maart in een boekenkist uit slot Loevestein. De rest van zijn leven brengt hij als banneling door in het buitenland en schrijft daar vele stukken. Zo zet hij in zijn werk ‘De iure belli ac pacis (‘Over het recht van oorlog en vrede’) de grondbeginselen van het volkenrecht uiteen.
  • In september spoelt een springvloed een deel van de Velserdijk weg. Het water stroomt vervolgens over het achterliggende land tot aan Amsterdam.
  • De West-Indische Compagnie (WIC) wordt opgericht. De onderneming krijgt van de Staten-Generaal het alleenrecht op kolonisatie, handel en kaapvaart in de gebieden rond de Atlantische Oceaan, waaronder Nieuw-Nederland in Noord Amerika, de kolonies in Zuid-Amerika en de kolonies in het Caribisch gebied.
  • Op 16 oktober overlijdt de componist Jan Pieterszoon Sweelinck. Hij componeert meer dan 70 stukken voor klavecimbel en is in zijn tijd beroemd in binnen- en buitenland.

1622: Gouda; foto genomen op 26 september2023

1622 Gouda 26 sept 2023 20230926_110711

Wat gebeurt er in Nederlanden in 1622?

  • In de Staten van Holland, de grootste en rijkste staat van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, wordt ten behoeve van de belastinginning een volkstelling gehouden. Het gebied omvat het huidige Noord- en Zuid-Holland, de Friese Waddeneilanden Vlieland en Terschelling, en de nu in Noord-Brabant gelegen streken direct ten oosten en zuiden van de Biesbosch zoals het Land van Heusden en Altena. Geteld worden “alle personen, soo rijck, arm, oudt als jongh”.
  • Volgens de telling wonen er in oktober 1622 exact 671.675 mensen in de staten van Holland; 377 duizend mensen daarvan (=56%) wonen in de steden, de overige 295 duizend in de dorpen en gehuchten of op de eilanden. Amsterdam is veruit de grootste stad met 104.932 inwoners, gevolgd door Leiden (44.745 inwoners) en Haarlem (39.455 inwoners). Op de plekken 4 en 5 staan Delft (22.769 inwoners) en Enkhuizen (20.967 inwoners). Rotterdam telt in 1622 19.352 inwoners, Den Haag slechts 15.852. (De eerste landelijke volkstelling vindt pas plaats in 1795.)
  • De bevolkingsdichtheid in de grote steden is veel hoger dan nu.  Zo telt het stadcentrum van Amsterdam in 1622 per vierkante kilometer 32.000 inwoners, vandaag de dag is dat voor hetzelfde gebied 14.000. Van de 105.000 inwoners van Amsterdam wonen er 100.000 binnen de stadsmuren en zo’n 5.000 er buiten.
  • In Leiden wordt een register van het ‘Hoofdgeld’ opgemaakt om de belastingheffing te kunnen vaststellen voor de financiering van de hervatting van de oorlog, nu het 12-jarig bestand is afgelopen. De allerarmsten hoeven geen geld af te dragen.  Uit het register blijkt dat zo’n 20% van de mensen in Leiden in armoede leeft.
  • De oorlog met Spanje verloopt aanmerkelijk anders dan prins Maurits zich had voorgesteld. Het is Spanje dat aanvalt  en de Nederlanden dat zich moet verdedigen. Zo valt op 18 juli Ambrogio Spinola – hij is weer terug in het land – met 20.000 man Bergen op Zoom aan. Eerder heeft hij dit ook al in 1605 geprobeerd en net zoals toen mislukt het ook deze keer. Niet alleen verliest hij veel manschappen (zo’n 5.000) door beschietingen  door de Staatse troepen – één van degenen die hiermee druk doende is, is een jonge Michiel de Ruyter die zich als kanonnier aan boord bevindt van een schip dat de Spanjaarden vanaf het water beschiet – maar ook door desertie,  zo’n 2.500 man deserteren vanwege de slechte omstandigheden in het Spaanse leger. Als op 2 oktober prins Maurits met een leger bij Bergen op Zoom verschijnt om de stad te ontzetten, staakt Spinola het beleg en trekt zich terug. Wel veroveren ze onderweg het plaatsje Steenbergen.
  • Over de mislukte aanval op Bergen op Zoom wordt een geuzenlied geschreven met de titel ‘Merck toch hoe sterck’.  Het zal eeuwenlang populair blijven en wordt in 1906 opgenomen in de liedbundel ‘Kun je nog zingen, zing dan mee’ . Steven Spielberg gebruikt het lied in zijn serie ‘Band of Brothers’ uit 2001. In de aflevering waarin de geallieerden Eindhoven binnentrekken, wordt het lied luidkeels gezongen door de inwoners van Eindhoven.
  • Tussen 22 en 24 juni probeert een Hollandse invasiemacht van 13 schepen met 1.300 man aan boord in opdracht van Jan Pieterszoon Coen de Portugese nederzetting Macau op het Chinese vasteland te veroveren. Ondanks een grote meerderheid en ondanks dat de Portugese vestiging ter plekke niet in de beste staat verkeert, eindigt de poging in een grote nederlaag voor de Nederlanders. Vooral de inlandse slaven van de Portugezen verzetten zich hevig. Aan het einde van de veldslag tellen de Hollanders zo’n 300 doden tegenover tien slachtoffers aan Portugese kant. De Nederlanders vluchten in paniek over het strand terug naar hun schepen. De slag is de enige grote strijd tussen twee Europese mogendheden die op het Chinese vasteland wordt uitgevochten.
  • In Rotterdam wordt een bronzen standbeeld van Erasmus onthuld. Het beeld is ontworpen door de een jaar eerder overleden Hendrick de Keyser, niet alleen architect maar ook beeldhouwer. (Het beeld is voor zover bekend het oudste bronzen standbeeld van Nederland en ‘overleeft’ in 1940 het bombardement op Rotterdam.)
  • In december doet prins Maurits een halfslachtige poging om met zijn leger naar Antwerpen op te trekken, maar het slechte weer doet hem al snel omkeren.

1623: Amsterdam; foto genomen op 15 november 2023

1623 asd 15 nov 2023 20231115_110626

Wat gebeurt er in Nederlanden in 1623?

  • Reinier en Willem van Oldenbarnevelt, de zonen van Johan van Oldenbarnevelt, willen wraak nemen voor de dood van hun vader. In februari beramen ze samen met ene Klaas Bontenbal – een voorvader van de CDA-leider uit 2024 – en de remonstrantse predikant Slatius een aanslag op het leven van prins Maurits. Ze huren een stel mannen in die de moord zullen plegen, maar de zaak wordt verraden.
  • Ze hadden het slecht opgezette plan gevormd om den Prins uit den weg te ruimen door hem bij een zijner geregelde bezoeken aan zijn geliefde, de vrouwe van Mechelen te Rijswijk, te laten vermoorden door eenige ten behoeve eener voorgewende belangrijke landszaak gehuurde zeelieden – een stand, waaronder tijdens den duinkerker oorlog vele ruwe, voor niets terugdeinzende elementen voorkwamen.” aldus een verslag uit die tijd.
  • Bontenbal en Reinier van Oldenbarnevelt worden in Den Haag gearresteerd, maar Willem van Oldenbarnevelt en Slatius slagen er in om te vluchten. Willem van Oldenbarnevelt vlucht naar Brussel en zal daar een veilig onderkomen vinden. Slatius vermomt zich als boer en vlucht naar Drenthe van waaruit hij richting Duitsland wil gaan. Als hij in Rolde in een herberg zit, komen daar een aantal soldaten binnen. Dat maakt Slatius nerveus. Hij rekent snel af en vertrekt. Zijn volle glas bier laat hij staan. Dat vinden de soldaten verdacht. Wel bier betalen maar niet opdrinken, is raar vinden ze. Ze lopen hem daarom achterna, waarna Slatius gearresteerd wordt. Er staat een beloning van 4.000 gulden op zijn hoofd.
  • Reinier van Oldenbarnevelt, Bontebal en Slatius worden ter dood veroordeeld. Vlak voordat Reinier van Oldenbarnevelt wordt onthoofd, dient zijn moeder bij prins Maurits een gratieverzoek in. Deze vraagt waarom zij dat nu wel voor haar zoon doet, maar destijds in 1619 niet voor haar man. Ze antwoordt: “Mijn zoon is schuldig, maar mijn man was onschuldig.” Maurits laat de executie doorgaan.
  • Op het slagveld gebeurt er in 1623 weinig. In het voorjaar onderneemt Frederik Hendrik met zijn ruiters een korte plundertocht in Brabant, die hem tot voor de poorten van Brussel, Mechelen en Leuven brengt. De Spanjaarden, die vestigingen hebben in Grol en Oldenzaal, reageren tot ontsteltenis van Drenthe, Overijsel en Gelderland daarop door soortgelijke tochten te houden in het noordoosten van het land. Om te voorkomen dat hun stad in brand wordt gestoken, betalen een aantal steden tijdens deze rooftochten zogeheten brandschattingen aan de Spanjaarden. Mede daardoor is de stemming in het land niet best. Ook klagen Holland en Friesland, die overigens beide geen last hebben van de rondtrekkende Spanjaarden, over de hoogte van het bedrag dat zij moeten betalen voor de oorlogsinspanningen.
  • De Staten-Generaal klagen daarnaast dat prins Maurits weinig initiatief ontplooid ten aanzien van de buitenlandse politiek. Eén van de laatste acties die Van Oldenbarnevelt op dat gebied nog heeft gedaan was het regelen van een overeenkomst met de Engelsen waarin werd afgesproken om in het Verre Oosten gezamenlijk tegen de Spanjaarden en Portugezen op te trekken.  Deze samenwerking komt echter steeds vaker onder druk te staan, zeker na een incident op Ambon.
  • In februari ontdekken de Hollanders  namelijk dat enkele Engelsen samen met wat Japanners het plan hebben om het kasteel Ambon in bezit te nemen. De Nederlandse gouverneur der Molukken, ene Hendrik van Speult, legt daarop een Japanner op de pijnbanken en als deze ‘spontaan’ bekent, laat hij ook wat Engelsen martelen die daarop ook bekennen. Na een kort proces worden een aantal Engelsen en Japanners schuldig bevonden en opgehangen. Als dit nieuws in Engeland bekend wordt, lopen de spanningen tussen de twee landen hoog op. De Staten-Generaal zien zich genoodzaakt om Van Speult terug te roepen naar Nederland en hem door iemand anders  te vervangen, maar de relatie tussen Engeland en Nederland is dan al danig bekoeld.
  • Omstreeks 1623 /1624 schildert de dan nog maar 17-jarige Rembrandt een serie van vijf kleine schilderijen die de zintuigen uitbeelden. Het zijn de vroegst bekendste werken van Rembrandt. De serie omvat ‘De Brillenverkoper’ (het zicht); ‘De drie Muzikanten’ (het gehoor); ‘De Operatie’ (het gevoel); ‘De Flauwgevallen Patiënt’ (de reuk) en een onbekend schilderij dat de smaak moet uitbeelden. Dit laatste schilderij is vandaag de dag vermist.

1624: Haarlem; foto genomen op 28 september 2023

1624 Haarlem 20230928_135401

Wat gebeurt er in Nederlanden in 1624?

  • Ook in 1624 zijn het de Spanjaarden die de boventoon voeren. In februari vallen Spaanse troepen vanuit het in Duitsland gelegen graafschap Lingen de Groningse regio’s Het Oldambt en Westerwolde binnen. Als de bevolking van Winschoten, Heiligerlee, Scheemda, Noordbroek en Slochteren niet snel genoeg een brandschatting bijeen brengen, worden deze dorpen stuk voor stuk in brand gestoken. Uiteindelijk verdrijft een Staatse cavalerie-eenheid onder leiding van Thomas van Stakenbroeck, een luitenant-generaal van de Staatse cavalerie, de Spaanse troepen terug naar Lingen.
  • Eveneens in februari valt de in Spaanse dienst getreden graaf Hendrik van den Bergh, hij is een volle neef van Frederik Hendrik, samen met zesduizend soldaten de slechts door 30 Staatse soldaten verdedigde Schans IJsseloord bij Arnhem aan. De verdedigers van de schans geven zich direct over. Na de verovering van de Schans trekt Van den Bergh tijdens de zogeheten ‘Inval van de Veluwe’ plunderend ‘het Kwartier van de Veluwe’ en ‘het Graafschap Zutphen’ binnen. Hij steekt onder andere de kastelen bij Spankeren en Brummen in brand en ook nog eens een zestiental huizen in Ede. Toegesnelde Staatse troepen sluiten bij Arnhem de toevoerwegen af, waardoor de voedseltoevoer naar het Spaanse leger stokt en Hendrik van den Bergh zich uiteindelijk gedwongen moet terugtrekken.
  • In augustus begint Ambrogio Spinola met het beleg van Breda. De stad, welke in 1590 door Maurits op de Spanjaarden is veroverd (dankzij de list met het Turfschip van Breda), heeft het beleg voorzien en heeft een voedselvoorraad voor negen maanden voor de staatse troepen – er bevindt zich een staats leger van zo’n 5.000 man in de stad –  en de burgers van Breda ingeslagen
  • Spinola  kiest ervoor om de stad uit te hongeren. Het 25.000 man tellende omsingelingsleger bestaat voor een vijfde uit Spaanse ruiters en voetvolk. Daarnaast omvat het leger huursoldaten die afkomstig zijn uit andere landen. De meeste huursoldaten in zijn leger zijn afkomstig uit de Zuidelijke Nederlanden (40%); Ook de Duitsers zijn flink vertegenwoordigd (25%). Verder omvat zijn huurleger nog Italianen, Engelsen en Fransen. Voor de bescherming van de bevoorradingswegen naar zijn leger beschikt Spinola daarnaast over een troepenmacht van nog eens 25.000 man die elders zijn gelegerd.
  • De Franse koning Lodewijk XIII maakt zich zorgen over de ontwikkelingen in de Nederlanden. Hij heeft geen behoefte aan een Spanje dat zowel ten noorden als ten zuiden van Frankrijk vrij spel heeft en sluit daarom in juni met de Noordelijke Nederlanden het Verdrag van Compiègne, waarin hij toezegt om gedurende drie jaar lang de Nederlanden een flink bedrag te schenken ten behoeve van de Nederlandse oorlogsinspanning. Met het geld kunnen de Nederlanden dan soldaten inhuren. Nederland verplicht zich als tegenprestatie om Frankrijk op zee met vlooteenheden te ondersteunen.
  • In 1624 is er weer een pestuitbraak. Het is de tweede grote epidemie tijdens de tachtigjarige oorlog, na die van 1604 -1605,  De ziekte kost aan duizenden mensen het leven. Zo sterft in Amsterdam, Dordrecht en Groningen ongeveer 20% van de bevolking.
  • In de winter van 1624 is er op sommige plaatsen in het westen van Holland sprake van een hongersnood. Ook in zomer ondervindt het volk de nodige problemen. Zo breekt er in Haarlem in juni na prijsstijgingen een volksoproer uit.
  • Bij Harmelen breekt een dijk in de Lek. Het gat wordt in eerste instantie provisorisch gedicht. Door geldgebrek wordt het pas negen maanden later definitief gedicht. Ondertussen blijft de Lek lekken zoals de bevolking klaagt.
  • Het schip ‘Nieu Nederlandt’ van de West-Indische Compagnie, leg in mei aan bij wat nu het ‘Governors Island’ heet, gelegen bij het huidige Manhattan in New York. Aan boord bevindt zich de eerste groep Hollandse kolonisten, zo’n dertig families sterk, voornamelijk afkomstig uit de Zuidelijke Nederlanden. Het zal het begin van het huidige New York zijn.
  • In 1622 is een Hollandse vloot onder leiding van Cornelis Reijersen  op het Chinese eiland Penghu geland en heeft daar een fort gebouwd. Twee jaar later valt een zeevloot van 10.000 Chinezen in jonken het door 850 man en 20 kanonnen verdedigde fort aan. Na een korte strijd komen de verdedigers en de Chinezen overeen dat de Hollanders zullen vertrekken. Ze mogen zich van de Chinezen vestigen op Taiwan dat de Chinezen niet beschouwen als Chinees grondgebied. In augustus 1624 wordt het fort op Penghu afgebroken. Het materiaal wordt verscheept en met een groot deel daarvan wordt vervolgens op Taiwan het Fort Zeelandia gebouwd.
  • Frans Hals schildert ‘De lachende cavalier’. Vincent van Gogh zou later aan zijn broer schrijven: “Wat is het een genot zo’n Frans Hals te zien, wat is ’t heel anders dan de schilderijen – er zijn er zóó veel – waar zorgvuldig alles op dezelfde wijze is gladgestreken.”

1625: Enkhuizen; foto genomen op 22 augustus 2022

1625 Enkhuizen 22 augustus 2022

Wat gebeurt er in Nederlanden in 1625?

  • De Kamer Amsterdam van de West-Indische Compagnie (WIC) , geeft opdracht tot de bouw van een fort en tien bouwwerken op een eiland voor de Noord-Amerikaanse kust, het huidige Manhattan.
  • De belegering van Breda is ondertussen een soort toeristische attractie geworden. Tijdens het maanden durende beleg komen in 1625 vele binnen- en buitenlandse “ramptoeristen” de langdurige belegering van Breda bekijken, waaronder prins Ladislaw Wasa, de latere Poolse koning.
  • Op 23 april overlijdt na een kort ziekbed prins Maurits op 57-jarige leeftijd. Hij wordt opgevolgd door zijn halfbroer, de 36-jarige prins Frederik Hendrik. Vanwege zijn succesvolle belegeringen van steden zal deze later de bijnaam ‘stedendwinger’ krijgen.
  • De Spaanse troepen veroveren uiteindelijk op 2 juni, na een beleg van ruim negen maanden, Breda. In mei heeft Frederik Hendrik nog met een groot leger geprobeerd de stad te ontzetten, maar de Staatse troepen hebben zich na de slag bij Terheijden moeten terugtrekken. Als in juni het voedsel in Breda op is, geeft de stad zich over. In de stad bevindt zich nog steeds ‘het turfschip van Breda’ waarmee Maurits in 1590 de stad veroverde en dat sindsdien elk jaar het feestelijk middelpunt is  om de verovering door Maurits te herdenken. Na de inname van 1625 verbranden de Spanjaarden het schip.
  • Een Spaans-Portugese vloot herovert in 1625 in het noordoosten van Brazilië de stad Salvador de Bahia op de WIC. Een jaar eerder is de stad in Hollandse handen gevallen. Na het verlies van de stad stichten de Nederlanders iets verder naar het noorden in 1630 een nieuwe kolonie, Nederlands-Brazilië.
  • Door een stormvloed loopt de net drooggemalen Purmerpolder weer onder water en kan men opnieuw beginnen met het droogmalen.
  • Op 25 november wordt de schilder Paulus Potter – bekend van de Stier van Potter – geboren.  Hij zal slechts 28 jaar oud worden.
  • Tijdens zijn verblijf in Parijs publiceert Hugo de Groot het boek ‘De iure belli ac pacis ‘(Over het recht van oorlog en vrede). In dit boek geeft hij regels aan  – een rechtvaardige oorlog  – wanneer een staat of soeverein vorst het recht heeft om een andere staat of soeverein vorst aan te vallen, en op welke manier dat dient te gebeuren

1626: Dordrecht; foto genomen op 4 oktober 2023

1626 Dordrecht 4 okt 2023 20231004_131622

Wat gebeurt er in Nederlanden in 1626?

  • In januari vertrekt Peter Minuit vanuit de rede van Texel aan boord van de Meeuwken naar Amerika, waar hij op  4 mei aan komt in Nieuw Amsterdam. Hij is door de WIC benoemd als (de derde) gouverneur van Nieuw-Nederland. Kort na zijn aankomst komt hij een groep rondtrekkende indianen tegen van wie hij, zo luidt het verhaal, voor zestig gulden aan snuisterrijen,  het huidige Manhatten koopt. Waarschijnlijk moet het verhaal met een flinke korrel zout worden genomen, want indianen kennen niet het begrip grondbezit.
  • Tot nu toe zijn de oorlogsjaren voor de Nederlanden na het hervatten van de oorlog na aflopen van het bestand niet goed verlopen. Het enige nieuwe land dat de Noordelijke Nederlanden in deze periode heeft toegevoegd aan haar grondgebied zijn de drooggemalen polders in Holland. Verder hebben ze vooral in Brabant veel terrein aan de Spanjaarden verloren. Omdat de kans klein is dat de Spanjaarden daar verder optrekken – de grote rivieren beletten dat – besluiten de Staten-Generaal een poging te wagen om de twee door de Spanjaarden bezette geïsoleerde vestigingen in het oosten (Oldenzaal en Grol) te heroveren.
  • In juli verschijnt daartoe een Staats leger van zo’n 9.000 man, onder leiding van prins Frederik Hendrik en graaf Ernst-Casimir; hij is onder andere de stadhouder van Friesland, voor de stadsmuren van Oldenzaal. In 1606 is Oldenzaal de laatste stad die de Spanjaarden voor het twaalfjarig bestand hebben veroverden. Behalve door de stadmuren wordt de stad ook beschermd door een gracht die helemaal rondom de stad loopt.  Het water in de grachten wordt op peil gehouden door twee stenen dammen. Ernst Casemir, hij heeft de leiding van het beleg, laat zijn kanonnen de dammen  kapot schieten en als de grachten vervolgens leeg stromen geven de 700 verdedigers van de stad zich zonder te vechten over.  Ze achten de overmacht aan Staatse kant te groot. Het hele beleg heeft nog geen acht dagen geduurd. De Spaanse troepen mogen met meenemen van hun vaandels en wapens de stad eervol verlaten. Na het veroveren van Oldenzaal hebben de Staatsen de controle over heel Overijssel.
  • In Noord-Holland valt na bemaling de Wijdewormer, een zoetwatermeer, droog. Het nieuwe land wordt opgesplitst in 119 kavels, die stuk voor stuk worden verloot.
  • In Leiden overlijdt op 46-jarige leeftijd de wiskundige Snellius. Hij geniet een grote reputatie in heel Europa.
  • In 1625 of 1626 – het exacte jaar is onbekend –  wordt in Leiden  Jan Steen geboren. De latere schilder is de zoon van een graanhandelaar en diens (rijke) vrouw. Jan is het eerste kind van het stel. Hij zal nog minstens acht zusjes en broertjes krijgen. Hoeveel precies is onbekend. Zijn ouders zijn katholiek en omdat alle katholieke geboorteregisters uit Leiden uit die tijd later door protestanten vernietigd zijn en niet meer bestaan, is zijn geboortejaar en het aantal broertjes en zusjes niet bekend.

1627: Schoonhoven; foto genomen op 31 oktober 2023

1627 Schoonhoven 31 okt 2023 20231031_124452

Wat gebeurt er in Nederlanden in 1627?

  • In 1627 is de vestiging Grol nog de enige grote vestiging in het oosten van het land die Spanje nog in bezit heeft. Ze zitten er al 21 jaar. Het is een sterke vestiging met metersdikke stadwallen en een vijftien meter brede gracht om de stad heen. De bewoners van de steden en dorpen in een groot deel van het Graafschap Zutphen en op de Veluwe en in Overijssel hebben veel last van de Spanjaarden. Ze moeten onder dreiging van het platbranden van hun stad elk jaar geld en voedsel aan de Spanjaarden afdragen, waarna ze gevrijwaard worden van plundering door de Spaanse troepen.
  • In juni stelt Frederik Hendrik de Staten-Generaal voor om Grol aan te vallen. De Staten-Generaal gaat na de nodige discussie akkoord. Frederik Hendrik verzamelt een groot leger wat hij per schip over de Lek en de Rijn naar het oosten van het land laat vervoeren. Een klein deel stuurt hij richting  Venlo om de Spanjaarden, die onder leiding staan van zijn neef Graaf Hendrik van den Bergh, te laten denken dat hij het op die plaats heeft. gemunt. Van den Bergh verzamelt daarop een groot deel van de Spaanse troepen in de omgeving van Venlo.
  • Op 20 juli komt Frederik Hendrik met het eerste deel van zijn troepen bij de vestiging Grol aan. Hij laat zijn manschappen als eerste een zogeheten circumvallatielinie of insluitingslinie aanleggen. Dat is een ring van schansen, batterijen en grachten met (deels dubbele) hoge aarden wallen met daartussenin de tenten van zijn leger. De ring moet voorkomen dat de belegerde vesting van buiten af door hulptroepen ontzet kan worden en dat Grol de belegeraars vanaf hun kant kan aanvallen. De ring wordt op zo’n drie kilometer afstand van Grol (dat is zo’n beetje de schootsafstand van de kanonnen die op de stadmuren van Grol staan) aangelegd. In totaal is de linie 16 km lang (‘drie uur rijden te paard’). Duizenden huursoldaten (vooral Engelsen en Fransen) en arbeiders werken er dag en nacht aan om de linie zo snel mogelijk gereed te krijgen voordat de Spaanse troepen van Van den Bergh arriveren.
  • Ondertussen worden er ook kampementen ingericht. De bevoorrading en de huisvesting van het leger van Frederik Hendrik (uiteindelijk zo’n 15.000 man groot) is een gigantische klus. Vanuit onder andere Zutphen vinden er dagelijks grote transporten plaats met voedsel, tenten en munitie. Het Staatse leger heeft daarnaast in het vlakbij gelegen magazijn op de Lievelder Ep een voorraad aangelegd van 400.000 pond brood en 48.000 pond kaas.  Ook hebben ze naar de circumvallatielinie een voorraad meegenomen van 235 wagenvrachten meel, waarmee ze met hulp van 20 meegebrachte kleine bakovens in 24 uur tijd 28.000 pond brood kunnen bakken. Daarnaast hebben ze de nodige brouwketels voor het brouwen van het bier voor de soldaten bij zich.
  • Boerderijen die in de schootlinie staan worden afgebroken. De bewoners krijgen er een compensatie voor die overigens pas in 1630 zal worden uitbetaald. Ook de betaling van de duizenden huursoldaten is een probleem voor Frederik Hendrik. Hij verstuurt een aantal brandbrieven naar de Staten-Generaal om hem spoedig en regelmatig geld te sturen.
  • De verdedigers van Grol, ruim 1000 man, doen een paar uitvallen per paard om de opbouwwerkzaamheden van de linie te verstoren, maar deze aanvallen zijn niet erg succesvol. Als de linie klaar is, beginnen op 27 juli de troepen van Frederik Hendrik op verschillende plaatsen met het graven van zigzag loopgraven -zigzag  om te voorkomen dat de verdedigers gemakkelijk in de loopgraven kunnen schieten – richting de vesting.  Er is een Engelse sectie – zo genoemd om dat daar vooral Engelse huursoldaten aan het werk zijn en een Franse sectie. Frederik Hendrik looft een beloning uit voor de sectie die het eerst de stadsmuren van Grol bereikt. De gravers worden regelmatig beschoten vanuit de stad. De Staatse troepen schieten op hun beurt met hun kanonnen op Grol.
  • Aangekomen bij de gracht probeert men deze leeg te laten lopen, wat niet geheel lukt. Wel slaagt men er in om het waterpeil te verlagen. Men bouwt vervolgens in de gracht met houten planken zogeheten galerijen (overdekte gangen) richting de stadspoorten. De verdedigers proberen constant deze stuk te schieten en met brandende pek te overgieten. De Staatsen schieten terug met musketten en ook met kanonnen op de stad, onder andere met uit elkaar spattende vuurballen die diverse branden in Grol veroorzaken. Uiteindelijk bereiken eerst de Fransen en pal daarna de Engelsen met hun galerijen de stadspoorten  – Frederik Hendrik geeft beide secties de beloning – en beginnen de stadspoorten met buskruit te ondermijnen.
  • In augustus heeft Van den Bergh bij Venlo ondertussen voldoende manschappen verzameld en trekt naar Grol om de vestiging te ontzetten. Op 15 augustus doet hij  ’s nachts met 1.500 man een aanval op één van de legerplaatsen van de circumvallatielinie. De aanval wordt  echter afgeslagen en Van den Bergh ziet daarna af van verdere aanvallen. De linie wordt te sterk verdedigd vindt hij.
  • Op 18 augustus laten de Engelsen bij één van de poorten een lading buskruit ontploffen, waardoor de poort deels vernield wordt. Eén van de Staatse legerleiders, Willem van Nassau – hij is een buitenechtelijke zoon van prins Maurits – gaat er een kijkje nemen en wordt daarbij dodelijk in het hoofd getroffen door een sluipschutter op de stadswal die daar al uren heeft liggen wachten. Omdat hij net zo’n witte pluim op zijn muts draagt als Frederik Hendrik wordt hij vermoedelijk door de sluipschutter voor Frederik Hendrik heeft aangezien.
  • Een Franse soldaat ziet een postduif vliegen en schiet deze neer. Hij heeft een briefje van Van den Bergh aan de verdedigers van Grol aan zijn poot. Daaruit blijkt dat hij op korte termijn geen kans ziet om de stad te ontzetten. Hierop begint Frederik Hendrik onderhandelingen met het stadsbestuur, vertelt hen dat ze niet op een ontzetting door Van der Bergh hoeven te rekenen en stelt hen voor om zich eervol over te geven. De verdedigers van de stad mogen dan met medeneming van hun wapens vertrekken. Geeft de stad zich niet over, dan dreigt hij de andere stadspoorten op te blazen en de stad daarna met de grond gelijk te maken.
  • Op 19 augustus geeft Grol zich over en verliezen de Spanjaarden hun laatste bolwerk in het oosten van het land. Joost van den Vondel schrijft er een gedicht over: ‘Verovering van Grol door Frederick Hendrick, Prince van Oranje’. Het is de eerste grote vestiging die onder directe leiding van Frederik Hendrik is veroverd en het doet zijn reputatie goed.
  • Aan Staatse kant sneuvelen tijdens het beleg zo’n 100 mensen. Uit een verslag: “Gedurende de belegering zijn aan Staatse zijde ongeveer 100 soldaten gesneuveld. Daaronder zijn vier personen van kwaliteit: als eersten de sergeanten-majoor Ram en Drommondt, en op het allerlaatst en nauwelijks een kwartier voor het parlementeren de heer Van der Leck, Admiraal van Holland, en de kapitein Lovelace. Wat groter is het getal der gewonden.” Het aantal doden en gewonden aan Spaanse kant is niet bekend. (Wie een verslag van de belegering van dag tot dag wil lezen kan terecht op de site van documentatiecentrumgroenlo.nl.)
  • De Nederlandse remonstrantse theoloog en hoogleraar Simon Episcopius publiceert in 1627 het traktaat ‘Vrije Godes-dienst, of t’ Samen-spreeckinghe tusschen Remonstrant en Contra-Remonstrant, over de vrije Godtsdienstighe Vergaderinghen der Remonstranten. ‘ waarin hij pleit voor godsdienstige tolerantie voor de remonstranten. Alleen de stad Rotterdam reageert hier positief op, de andere Hollandse steden niet.
  • Op 28 december 1627 stort om  7 uur ’s morgens tijdens een hevige storm de kerktoren van Geldrop in en valt door het dak van de kerk. Ongelukkigerwijze is er net een mis aan de gang. Er vallen naar verluidt 83 doden (‘zo verpletterd, dat de lijken niet te onderkennen waren”) en 60 gewonden.

1628: Sassenheim; foto genomen op 25 maart 2024

1628 Sassenheim 225 maart 2024 0240325_162200

Wat gebeurt er in Nederlanden in 1628?

  • In 1623 is Piet Hein als kaperkapitein in dienst getreden van de West-Indische Compagnie (WIC). Hij valt daarbij geregeld Spaanse en Portugese handelsschepen aan. De WIC heeft hiervoor toestemming  van de Staten-Generaal. In 1628 wordt Piet Hein benoemd als bevelhebber van één van de drie kapervloten die de WIC naar Midden en Zuid-Amerika uitstuurt om een poging te wagen om de jaarlijkse zilvervloot van Spanje te onderscheppen. De twee andere vloten staan onder leiding van  Pieter Ita en Joost van Trappen Bancker.
  • De Spaanse zilvervloot bestaat uit twee samengevoegde vloten. De ene vloot is afkomstig uit Zuid-Amerika, de andere uit Mexico. Ze komen samen bij Havanna op Cuba om vandaaruit gezamenlijk als één grote vloot naar Spanje te varen. Aan boord bevinden zich elk jaar grote hoeveelheden zilver en andere kostbaarheden. Veel piraten hebben geprobeerd om één of meer schepen van de vloot te veroveren, wat echter zelden lukt – de bekende zeevaarder Francis Drake verovert als één van de weinigen een keer één schip, maar niemand slaagt er in om meer dan één schip te veroveren. Tot Piet Hein in de zomer van 1628 in het gebied arriveert.
  • Eerder dat jaar is de vloot die onder leiding staat van Pieter Ita bij de kust van Zuid-Amerika aangekomen, maar de Zuid-Amerikaanse vloot is vanuit Spanje gewaarschuwd voor zijn komst. Als de Spanjaarden vervolgens bij Venezuela een scheepsjongen op de kust aantreffen die daar door de Hollanders per ongeluk is achter gelaten, weten ze zeker dat er een Nederlandse vloot in de buurt moet zijn en zoeken ze de veiligheid van de havens van Venezuela op en blijven daar wachten totdat de kust veilig is. Na enige tijd vertrekt Ita met zijn vloot uit het gebied en zeilt richting Brazilië. Nadat hij daar enkele Spaanse handelsschepen heeft veroverd, vaart hij met zijn vloot terug naar Holland.
  • De vloot van Piet Hein – en die van Joost van Trappen Bancker die zich ondertussen met zijn schepen bij Piet Hein heeft gevoegd – ligt bij Cuba te wachten op het andere deel van de zilvervloot. Hun gezamenlijke oorlogsvloot bestaat uit 31 oorlogsschepen.  Als begin september het stormseizoen begint en er nog steeds geen Spaans schip in zicht is, overweegt Piet Hein om huiswaarts te keren voordat het orkaanseizoen in al zijn hevigheid losbarst. Maar op 7 september duikt er opeens één van de Spaanse schepen op.  De Mexicaanse ‘zilvervloot’ is door een storm uit elkaar geslagen, waardoor het betreffende schip van de vloot is afgedreven en gemakkelijk overmeesterd kan worden. Piet Hein weet hierdoor dat de rest van de vloot ook in de buurt moet zijn en op weg is naar Cuba. Hij blijft daarom wachten op de rest.
  • Niet veel later ziet hij acht andere schepen van de zilvervloot aan de horizon verschijnen, die bij het zien van de grote overmacht aan Hollandse schepen zich zonder te vechten overgeven. Als  de rest van de Spaanse zilvervloot ook de Hollandse schepen ontwaart, vluchten deze de Baai van Matanzas op Cuba in. Een aantal Spaanse schepen loopt er aan de grond, waardoor Piet Hein ook deze boten makkelijk kan veroveren. Er wordt nauwelijks geschoten. Er vallen dan ook geen doden aan Nederlandse kant; vermoedelijk overigens ook niet aan Spaanse kant.
  • In totaal verovert Piet Hein zestien schepen van dit deel van de Spaanse zilvervloot, waarvan hij er vier als oorlogsbuit mee terug neemt naar Holland. De rest laat hij zinken. De buit is groot:  177.000 pond zilver, 66 pond goud, duizend parels, 37.375 huiden, sierraden, 361 kisten suiker, veel kruiden en 3.000 zakken indigo en cochenille – dat zijn zeer kostbare kleurstoffen die in totaal een waarde hebben van ongeveer 4 miljoen gulden – dat is ongeveer een derde van de totale buit van zo’n 11,5  miljoen gulden. Omgerekend naar het geld van nu bedraagt de buit meer dan 100 miljoen euro.
  • Piet Hein verovert weliswaar maar de helft van de zilvervloot – het Zuid-Amerikaanse deel bereikt later dat jaar wel veilig Spanje – maar het veroveren van de zilvervloot is voor de Staten-Generaal een enorme meevaller voor de financiering van de oorlogsvoering. De belegering van ’s Hertogenbosch  in 1629 zal er bijvoorbeeld helemaal uit betaald worden. Ook het moraal krijgt een grote oppepper.
  • Piet Hein en zijn manschappen krijgen zeventien maanden extra loon uitbetaald en Piet Hein zelf verwerft er eeuwige roem mee (“Piet Hein!, Piet Hein! Zijn naam is klein, Zijn daden bennen groot, Hij heeft gewonnen de zilveren vloot“) Voor Piet Hein zelf zal die roem overigens maar één jaar duren. Hij sneuvelt in 1629.
  • Agung de Grote, de koning van Mataram, een koninkrijk op het eiland Java, valt in augustus de vestiging van de VOC op Java aan. Hij slaagt er echter niet in om deze te veroveren en de soldaten van de VOC slaan de aanval af.
  • In Haarlem wordt de latere schilder Jacob van Ruisdael geboren. Hij zal vooral bekend worden door zijn vele landschappen en zeezichten.
  • In Amsterdam wordt in1628 Nicolaes Tulp benoemd als ‘praelector  anatomiae  (‘voorlezer in de anatomie’) van het chirurgijnsgilde. Hij gaat er anatomische lessen geven. Hij is vandaag de dag vooral bekende door het schilderij ‘De anatomische les van Dr. Nicolaes Tulp’ dat Rembrandt in 1632 schildert.
  • Omstreeks 1628 schildert Frans Hals in Haarlem twee van zijn beroemdste schilderijen: ‘De vrolijke drinker’ dat tegenwoordig in het Rijksmuseum in Amsterdam hangt en het ‘Zigeunermeisje’ dat nu te zien is in het Louvre in Parijs.

1629: Delfshaven Rotterdam; foto genomen op 15 september 2023

1629 Delfshaven 15 sept 2023 20230915_130359

Wat gebeurt er in Nederlanden in 1629?

  • Een aantal zeelieden van de vloot van Piet Hein vindt hun beloning van zeventien maanden extra soldij te weinig. Ze doen in januari in Amsterdam een poging om de buit van de zilvervloot te plunderen, die opgeslagen ligt in het West-Indisch Huis, het hoofdkwartier van de West-Indische Compagnie. De poging mislukt.
  • In het voorjaar van 1629 kennen de Spanjaarden de nodige problemen. Mede door het verlies van de zilvervloot van 1628 en de hoge kosten van de oorlogen die Spanje tegelijkertijd voert in de Nederlanden en in Italië – daar is Spanje tijdens de zogeheten ‘Mantuaanse Successieoorlog’ in gevecht met Frankrijk –  is de Spaanse schatkist zo goed als leeg. Spanje heeft daardoor weinig geld in kas om grote aantallen soldaten in te huren. De Nederlanden hebben dankzij het veroveren van de zilvervloot juist veel geld in kas.
  • Frederik Hendrik stelt de staten voor om ’s Hertogenbosch, de belangrijkste Brabantse stad in Spaanse handen, aan te vallen. Er wordt hiervoor een oorlogskas van 1,7 miljoen gulden beschikbaar gesteld, waarmee voor de aanval op ’s Hertogenbosch een leger van 28.000 man (24.000 man voetvolk en 4.000 ruiters) kan worden ingehuurd. De bevelhebber van de Spaanse troepen Hendrik van den Bergh  – hij zal in 1632 overlopen naar de Staatse troepen – beschikt over een  leger van zo’n 23.000 man, waarmee hij  niet alleen ’s Hertogenbosch maar ook heel Brabant moet verdedigen.
  • Op 1 mei begint het beleg van Den Bosch. De Spanjaarden zijn verrast. Ze hadden rekening gehouden met een aanval op Breda. De eerste weken blijken beslissend te zijn. Tijdens deze weken omsingelen de troepen van Frederik Hendrik de stad en leggen er allerlei waterwerken aan. Ze leiden de loop van drie riviertjes (de Dommel, de AA en de Dieze) om, zodat er geen water meer de stad instroomt en bouwen een aantal kleine molens, zowel windmolens als rolmolens (dat zijn door paarden aangedreven molens), zodat ze  het moerassige land tussen de stad en hun omsingelingslinie kunnen droogmalen.
  • Ook leggen de troepen met hulp van boeren en ingehuurde arbeiders een 45 km lange ringdijk van 1,80 meter hoog aan met aan de buitenkant een gracht, om zich te kunnen beschermen tegen eventuele aanvallen van een Spaans ontzettingsleger. Ze slagen er in om dit alles binnen vier weken te doen. Hierdoor komt net zoals eerder bij Grol in 1627een Spaanse ontzettingsleger te laat om de inmiddels goed beveiligde Staatse troepen aan te kunnen vallen. Ook beginnen de Staatse troepen met het graven van de gebruikelijke zigzag-loopgraven richting stad.
  • In juli besluit Hendrik van den Bergh, samen met de troepen van bondgenoot keizer Ferdinand II (de Duitse keizer), om de Veluwe binnen te trekken. Ze beschikken over een leger van ruim 15.000 man. Ze hopen met deze aanval op de Veluwe de Staatse troepen weg te lokken bij Den Bosch. Al snel veroveren ze Amersfoort, maar hun plan werkt niet. Het grootste gedeelte van de Staatse troepen blijft bij Den Bosch. Om de Spanjaarden te verjagen bij Amersfoort, huren de Staten-Generaal duizenden nieuwe soldaten in om de vijandelijke troepen op de Veluwe te bevechten.
  • Op het hoogtepunt van de strijd in de Nederlanden omvat het Staatse leger in 1629 in totaal zo’n 80 à 90.000 man, het hoogste aantal dat het Staatse leger tegelijkertijd in dienst heeft tijdens de gehele Tachtigjarige Oorlog, (grotendeels gefinancierd met de opbrengsten van de door Piet Hein veroverde zilvervloot). Eind augustus trekken de Spaanse troepen en de troepen van de keizer zich terug uit de Veluwe.
  • Op 14 september geeft ’s Hertogenbosch zich over. Door de afsluiting van de Dieze, welk riviertje in de stad als open riool wordt gebruikt, kan er geen water meer worden afgevoerd en stinkt het gigantisch in de stad. Ook breken er ziektes uit. Na de verovering worden alle katholieke gebouwen in de stad gesloten dan wel in gebruik genomen door de hervormden. De verovering van ’s Hertogenbosch zal het keerpunt van de oorlog blijken te zijn.
  • In Den Haag wordt op 14 april Christiaan Huijgens geboren. Hij is de tweede zoon van Constantijn Huijgens, de dichter en adviseur van de Oranjes. Christiaan Huijgens zal een beroemde wis-, natuur- en sterrenkundige en uitvinder worden . Zo is hij de uitvinder van het slingeruurwerk.
  • Op 4 juni loopt de Oost-Indiëvaarder Batavia  voor de kust van Australië aan de grond. De bemanning zoekt een goed heenkomen op het nabijgelegen Beacon Island. Zo’n veertig man komen hierbij in de branding om. De kapitein besluit om met veertig man in een grote sloep naar Batavia te roeien om daar hulp te halen. Zodra hij weg is, breekt er onder de achterblijvers een muiterij uit. De muiters voeren een waar schrikbewind en doden meer dan 120 man. Als er na enige tijd hulp komt van een passerend schip worden de muiters gevangen genomen (en later opgehangen). In totaal overleven slechts 68 van de 341 opvarenden de reis van de Batavia.
  • Op 17 juni sneuvelt Piet Hein tijdens een gevecht met kapers uit Duinkerken. De Republiek heeft veel last van kapers die hun thuisbasis hebben in het door Spanje gecontroleerde Duinkerken. Ze beschikken over kaperbrieven uitgegeven door de Spaanse Admiraliteitsraad te Brussel. Met kleine vloten van oorlogsschepen vallen de kapers regelmatig Hollandse handels- en visserijschepen aan. Veroveren ze een Hollands schip, dan mogen ze van de Spanjaarden 55% van de buit zelf houden, 10% van de buit moeten ze afdragen als belasting en 35% moeten ze schenken aan de armenzorg. Tijdens een gevecht tussen een kleine Hollandse oorlogsvloot met drie Oostender kaperschepen wordt Piet Hein geraakt door een kanonskogel van 8 pond en is op slag dood. De aan boord aanwezige Maarten Harpertszoon Tromp, hij is dan nog een gewone kapitein en geen admiraal, slaagt er daarna met zijn bemanningsleden in om twee van de drie kaperschepen te laten en zinken en de derde zwaar te beschadigen.

1630: Den Haag; foto genomen op 1 september 2023

1630 Den Haag 1 sept 2023 20230901_163954

Wat gebeurt er in Nederlanden in 1630?

  • Admiraal Hendrick Lonck, die twee jaar eerder samen met Piet Hein de zilvervloot op de Spanjaarden heeft veroverd, vaart met een Nederlands WIC- vloot van 52 schepen, 15 sloepen en 3.780 matrozen naar Zuid-Amerika. Op 14 februari veroveren ze in Brazilië de historische stad Olinda op de Portugezen, gevolgd door de verovering van de Braziliaanse staat Pernambuco.  Al met al duurt de strijd er een maand. Ze noemen het gebied  Nederlands-Brazilië met de stad Recife als hoofdstad. De voornaamste reden om het land binnen te vallen zijn de suikerplantages. Brazilië is op dat moment de grootste suikerproducent van de wereld.
  • Constantijn Huygens wordt door Frederik Hendrik benoemd tot de Raad en Rekenmeester van de Oranjes. Zijn taak is het mede beheren van hun eigendommen. Hij ontvangt hiervoor 1.000 gulden per jaar.
  • In Amsterdam worden sluizen in de grachten aangelegd. Ze dienen om het water te verversen. Als een sluis dicht is, vult het water van de Amstel de grachten. Het water in de grachten staat na een tijdje hoger dan het water van het IJ. Bij eb wordt de sluis vervolgens open gezet en een deel van het water stroomt dan via het IJ naar de Zuiderzee. Zo wordt het water in de grachten ververst.
  • In Deventer richt Jacobus Revius het ‘Athenaeum Illustre’ op. Het is geen universiteit, maar een school voor hoger onderwijs. Het is een vervolgopleiding  voor leerlingen van de Latijnse School in Deventer.
  • Na de verovering van ’s Hertogenbosch in 1629 door de Staatse troepen stelt de Spaanse koning Philips IV in 1630  een wapenstilstand voor. De staten zijn verdeeld. Het voorstel wordt afgewezen. Sommige staten hopen door te stoten naar de Zuidelijke Nederlanden, maar het beleg van ’s Hertogenbosch heeft erg veel geld gekost, zo veel dat er geen geld meer is voor een nieuw groot huurleger om dat plan tot uitvoering te brengen.
  • De droogmaling van de Heerhugowaard-polder wordt voltooid. In tegenstelling tot de Beemster blijkt de grond echter niet zo geschikt te zijn voor de landbouw. (Omstreeks 1670 overweegt men daarom zelfs even om het gebied maar weer onder water te zetten, omdat de opbrengst van de visvangst misschien lonender zal zijn, maar men ziet toch maar af van dat plan.)
  • Pieter Brueghel de Jonge schildert het schilderij ‘Het belastingkantoor’.

1631: Kasteel Duivenvoorde, Voorschoten; foto genomen op 17 september 2023

1631 duivenvoorde 17 sept 2023 20230917_164726

Wat gebeurt er in Nederlanden in 1631

  • Op 12 september vindt de Slag op de Slaak plaats. Na het afwijzen door de Hollanders van een Spaanse voorstel voor een wapenstilstand besluiten de Spanjaarden een poging te wagen om een wig te drijven tussen de provincies Holland en Zeeland met als bedoeling de Westerschelde, en daarmee de toegang tot Antwerpen, te beheersen. Ze willen een deel van Zeeland in handen zien te krijgen. Het plan is om een blokkade op te werpen op het Volkerak en zo Willemstad te veroveren. Op 6 september vertrekt vanuit de haven van Antwerpen een Spaanse vloot van 125 schepen, waaronder veel platbodems, met aan boord 4.300 soldaten en 1.200 zeelieden. Ze worden niet alleen uitgezwaaid door de Spaanse landvoogdes in de Nederlanden, Isabella van Spanje, maar ook door haar gasten Maria de Medici, zij is de koningin van Frankrijk, en de pauselijke nuntius die de vloot veel succes toewenst met de woorden: “Gaat gij gezegenden, verslaat de gevloekten
  • Als Frederik Hendrik van het uitvaren van de Spaanse vloot hoort, laat hij een gecombineerde Zeeuws-Hollandse oorlogsvloot van 50 schepen naar Zeeland varen, maar het duurt wel even voordat ze daar zijn. De Spaanse vloot vaart ondertussen binnendoor naar de Oosterschelde, waar een snel naar Tholen verplaatst Staats huurleger van 2.000 Engelsen nog net kan voorkomen dat de Spaanse soldaten er kunnen landen en het eiland bezetten. De Spanjaarden varen daarop om Tholen heen. Ten noorden van het eiland achterhaalt de Staatse oorlogsvloot onder leiding van viceadmiraal Marinus Hollaer echter de Spaanse vloot.
  • De Spanjaarden varen daarop de Slaak in, een nauwe vaargeul die voor hun onbekend gebied is. Het is er mistig en als de eerste Spaanse schepen onder vuur worden genomen, ontstaat er al snel paniek. Veel Spaanse soldaten springen overboord in een poging om via de slikken op het vaste land te komen. Zij worden daar gevangen genomen door Staatse soldaten die zijn over gekomen uit de forten van de Linie van de Eendracht. De Spaanse vloot wordt verslagen. Meer dan 1.500 Spanjaarden sneuvelen en zo’n 4.000 man worden krijgsgevangen genomen.
  • Een poging van een troepenmacht van zo’n 6.000 huursoldaten in Spaanse dienst – ze zijn gelegerd in Breda – om de Spaanse vloot vanaf het land te ondersteunen mislukt. Ze veroveren onderweg weliswaar Roosendaal en Oudenbosch, maar komen te laat om de Spaanse vloot nog te kunnen helpen. De toegang tot de Schelde blijft in Zeeuwse handen. Joost van den Vondel schrijft een gedicht over de Slag op de Laak: ‘Triomftorts over de Neêrlaegh der Koninglyke Vlote op het Slaak’. De buitgemaakte schepen worden door Marinus Hollaer naar Dordrecht gevaren. Het hout van de schepen wordt gebruikt om bruggen te bouwen.
  • Op 30 november overlijdt in Batavia op 39-jarige leeftijd de arts en ambtenaar Jacob de Bondt, ook wel Jacob Bontius genaamd. Zijn vader is buitengewoon hoogleraar geneeskunde aan de universiteit van Leiden en de lijfarts van zowel prins Maurits als van prins Frederik Hendrik. Jacob de Bondt kiest ook voor de geneeskunde, studeert af in Leiden en vestigt zich daar als arts. Op verzoek van Jan Pieterszoon Coen vergezelt hij deze naar Oost-Indië. Jacob de Bondt geldt als één van de grondleggers van de tropengeneeskunde. In 1642 zal postuum zijn boek ‘De Medicina Indorum’ verschijnen.  Het manuscript hiervan heeft hij al elf jaar eerder vlak voor zijn dood in 1631 naar zijn broer in Leiden gestuurd. In het boek beschrijft hij als eerste de tropische ziektes cholera en beriberi en hoe de lokale bevolking deze ziektes behandelt. Over hoe het is om beriberi te hebben, kan hij mee praten. Zelf is hij namelijk in 1628 door deze ziekte getroffen. Hij houdt zich ook bezig met het dierenrijk en introduceert als eerste in het westen het Maleise woord orang-oetan als naam voor de mensaap.
  • In 1631 verhuist de dan 25-jarige Rembrandt van Leiden naar Amsterdam. Hij koopt zich voor 1.000 gulden in bij de kunsthandel van Hendrick Uylenburgh. Drie jaar later trouwt hij met diens nicht Saskia Uylenburgh.
  • Hugo de Groot keert tien jaar na zijn ontsnapping uit Slot Loevestein terug in Holland en meldt zich in het hem gunstig gezinde Rotterdam in de hoop dat hij zich weer in Holland kan vestigen. De burgemeester van Rotterdam en de historicus en dichter P.C. Hooft vragen daarop de Staten van Holland om hem amnestie te verlenen voor zijn veroordeling uit 1619. Zelf vraagt Hugo de Groot dit niet aan, want hij is van mening dat hij niets fout heeft gedaan. Als echter in 1632 de Staten van Holland besluiten hem geen amnestie te verlenen en weer een arrestatiebevel voor hem uitvaardigen, keert Hugo de Groot terug naar Parijs, waar hij in dienst treedt als gezant van de koning van Zweden.
  • De WIC landt op St Maarten en bouwt er een fort genaamd Fort Amsterdam. Het eiland is een mooie tussenstop tussen Nieuw Nederland (in Brazilië) en Nieuw Amsterdam (in Amerika.) Jan Claeszen Van Campen wordt de eerste gouverneur. Ook de Fransen hebben een deel van het eiland in bezit. Beide landen houden zich bezig met de zoutwinning.

1632: Voorburg; foto genomen op 11 oktober 2023

1632 Voorburg 11 okt 2023 20231011_153623

Wat gebeurt er in Nederlanden in 1632?

  • Tijdens een veldtocht in Limburg verovert Frederik Hendrik de steden Roermond, Sittard, Venlo en Maastricht. Bij het beleg van Roermond sneuvelt op 2 juni graaf Ernst van Nassau, de  stadhouder van Friesland, Groningen en Drenthe, en tevens veldmaarschalk in de Staatse legers. Hij wordt tijdens een inspectie van de loopgraven door een musketkogel in zijn hoofd getroffen. (De kogel, en zijn vilten regenhoed met een kogelgat – hij zou de hoed gedragen hebben toen hij werd geraakt – behoort thans tot de collectie van het Rijksmuseum. Een wetenschappelijk onderzoek naar de hoed en het gat in 2020 doet vermoeden dat het inderdaad wel eens de hoed zou kunnen zijn die graaf Ernst van Nassau in 1632 droeg. Er worden sporen van bloed en ijzer op de hoed aangetroffen.)
  • De verovering van Roermond, Sittard en Venlo verloopt zonder veel strijd, maar die van Maastricht gaat niet zonder slag of stoot. In de stad bevindt zich een Spaans garnizoen van 3.000 man. Buiten de stad heeft het 21.000 man tellende leger van Frederik Hendrik tot twee keer toe te maken met een Spaans leger dat de omsingeling van de  stad wil doorbreken. Het eerste Spaanse ontzettingsleger van zo’n 24.000 man sterk besluit echter om de strijd niet aan te gaan met de Staatse troepen want ze vinden dat die te goed zijn ingegraven. Een tweede Spaans leger van zo’n 16.000 man gaat op 17 augustus echter wel de strijd aan. Er volgt een bloedige veldslag waarna de Spaanse troepen die veel verliezen leiden zich terug trekken. Vier dagen later geeft de stad zich over en trekken de Staatse troepen Maastricht binnen.
  • Eén keer per jaar laat het Amsterdamse Chirurgijnsgilde voor genodigden een openbare ontleding zien. Het daarbij gebruikte lichaam is van een geëxecuteerde crimineel. In 1632 is dat de 41-jarige Aris Kindt die een dag eerder is opgehangen voor diefstal. Tot de aanwezigen behoort de jonge Rembrandt die in opdracht van het Amsterdamse Chirurgijnsgilde het tafereel vastlegt. ‘De anatomische les van Dr. Nicolaes Tulp’ is het eerste groepsportret dat Rembrandt schildert.
  • In Delft ziet op 24 oktober Antoni van Leeuwenhoek het levenslicht. Een week later wordt in dezelfde plaats Johannes Vermeer geboren. In het doopregister van de Nieuwe Kerk van Delft staan ze op dezelfde pagina vermeld.
  • Tussen Leiden en Delft wordt – met een aftakking naar Den Haag – de Vliet geschikt gemaakt voor een trekschuitdienst. Er worden jaagpaden en bruggen over sloten en vaarten aangelegd en landeigenaren worden onteigend en financieel gecompenseerd.

1633: Bronkhorst; foto genomen op 23 augustus 2023

1633 Bronkhorst 23 aug 2023 20230823_151207

Wat gebeurt er in Nederlanden in 1633?

  • In Bronkhorst raast  een allesverwoestende brand door het kleine stadje.  Vrijwel alle huizen vallen ten prooi aan de vlammenzee. Alleen een kerkgebouw overleeft de vuurzee. Het stadje wordt opnieuw opgebouwd.
  • Op 2 juli overlijdt op 17-jarige leeftijd Trijntje Keever. Met een lengte van 2.54 meter is ze mogelijk de langste vrouw die ooit heeft geleefd. Ze heeft een groeistoornis. Als ze negen jaar oud is, is ze al twee meter lang en wordt ze door Prinses Amalia van Solms, de vrouw van prins Frederik Hendrik, uitgenodigd om naar Den Haag te komen om daar haar gasten te ontmoeten: de Boheemse koning Frederik V van de Palts en zijn vrouw Elizabeth Stuart, de zuster van de Engelse koning Karel I, die beiden zeer nieuwsgiering zijn naar het grote meisje.
  • In de zomer vaart een Hollandse vloot onder leiding van Hans Putmans, de Nederlandse gouverneur van Nederlands-Formosa – het huidige Taiwan – richting de Chinese kust. Bij het eiland  Gulangyu komen ze een Chinese vloot tegen die onder leiding staat van de Chinese piratenkapitein Zhilong. Omdat deze drie jaar eerder samen met de Hollanders heeft opgetrokken tegen andere piratenkapiteins, verwacht Zhilong dat de Hollanders met vreedzame bedoelingen komen, maar Putmans heeft iets anders in gedachten. Omdat Zhilong bepaalde handelsafspraken niet is nagekomen – Putmans wil graag meer met de Chinezen op het vaste land kunnen handelen – opent hij geheel onverwachts het het vuur op de Chinese vloot en vernietigt een groot aantal Chinese schepen. Daarna plundert hij een aantal dorpen op het Chinese vaste land.
  • In oktober neemt Zhilong wraak. Met een nieuw opgebouwde vloot van 50 grote en 100 kleine jonken valt hij tijdens de slag in de Baai van Liaoluo de vloot van Putmans aan, die bestaat uit 9 grote oorlogsschepen en zo’n 50 kleinere jonken.  Zhilong laat een aantal van zijn kleinere jonken in brand steken en laat deze vervolgens  tegen de Hollandse oorlogsschepen aan botsen. Vier grote Hollandse oorlogsschepen vliegen hierbij in brand en de vloot van Putmans trekt zich daarop terug. Twee jaar later sluiten Zhilong en Putmans vrede en bloeit de handel tussen Taiwan, waar de Hollanders zitten, en de het Chinese vasteland weer op.
  • In juli verovert Frederik Hendrik (de Duitse stad) Rheinberg, de laatste- en nog enige stad onder Spaans gezag aan de Rijn.
  • Rembrandt schildert in 1633 de ‘Buste van een bebaarde oude man’,  het is slechts 10,6 cm bij 7,2 centimeter groot en is daarmee het kleinste schilderij van Rembrandt dat vandaag de dag nog bestaat.
  • In november overlijdt op 61-jarige leeftijd Cornelis Drebbel, niet alleen de uitvinder van de onderzeeboot, maar ook bedenker van talloze andere technisch uitvindingen zoals een toverlantaarn, een camera obscura, een telescoop, een broedmachine voor eieren, een glasslijpmachine en een eerste versie van een microscoop. Hij is een soort Nederlandse Leonardo da Vinci.
  • In december mislukken definitief de gesprekken tussen de Noordelijke Nederlanden en de Spanjaarden over een mogelijke vrede. De stad Amsterdam (die financieel het meeste van alle Nederlandse steden bijdraagt aan de oorlog) en de provincie Overijssel, waar het vaakst wordt gevochten, willen verder onderhandelen, maar prins Fredrik Hendrik en de overige staten willen doorvechten.
  • Johan Maurits van Nassau-Siegen – hij is een kleinzoon van Jan van Nassau, de jongste broer van Willem van Oranje – geeft opdracht voor het bouwen van een stadspaleis in het Den Haag: het huidige Mauritshuis.  Het wordt ontworpen door Jacob van Campen en diens assistent Pieter Post. De bouw loopt grote vertraging op.  Pas in 1644 komt het gereed, maar omdat Johan Maurits van 1636 tot 1643 in Nederlands-Brazilië verblijft is dat geen probleem.
  • In  juni 1633 valt een Spaanse vloot van 55 schepen en 1.300 man het Fort Amsterdam op St Maarten aan en verdrijven de Hollanders van het eiland.

1634: Franeker; foto genomen op 21 oktober 2023

1634 Franeker 21 okt 2023 20231021_160433

Wat gebeurt er in Nederlanden in 1634?

  • Op 15 mei overlijdt in Kampen Hendrick Averkamp. Hij is vooral bekend van zijn vele winterlandschappen. De doofstom geboren Averkamp leeft met uitzondering van de periode 1603-1614, als hij in Amsterdam als schilder werkzaam is,  zijn  leven lang in Kampen, waar hij de ‘De Stomme van Kampen’ wordt genoemd. In zijn schilderijen vol ijspret verwerkt hij vaak allerlei ondeugende details zoals een poepend iemand en vrijende paartjes. Zijn laatste winter, die van 1634,  is toepasselijke wijze één van de strenge winters uit de eerste helft van de zeventiende eeuw.
  • Op 8 juni trouwt in Amsterdam Rembrandt van Rijn met Saskia van Uylenburg. Hij zal haar meermalen op zijn schilderijen afbeelden. Het zelfde  jaar schildert hij ook portretten van Marten Soolmans en Oopjen Coppit. (In 2015 zullen de twee huwelijksportretten gezamenlijk door de Nederlandse en Franse staat voor 160 miljoen euro worden aangekocht.)
  • In de zomer proberen de Spanjaarden Maastricht te heroveren. De stad is twee jaar eerder overgegaan in Staatse handen. De Spanjaarden willen heel graag Maastricht weer terug. Tijdens de vredesonderhandelingen in 1633 bieden ze aan om Maastricht te ruilen tegen Breda, waarbij de Spanjaarden een forse som geld willen bijbetalen. De Nederlanden gaan niet op het aanbod in. In juli onderneemt een Spaans leger onder leiding van  Francisco de Moncada, de markies van Aytona,  een poging om de stad terug te veroveren. Daartoe nemen ze eerst het ten zuiden van de stad het langs de Maas gelegen Kasteel Navagne in beslag en even later gevolgd door het ten noorden van Maastricht gelegen Kasteel van Leut. Ook veroveren ze Valkenburg en bouwen ze een tijdelijke brug over de Maas . Daarna gaan ze Maastricht belegeren.  Bij de gevechten sneuvelen aan beide zijden honderden soldaten. In september geven de Spanjaarden het beleg op en trekken weg. Waarschijnlijk omdat Frederik Hendrik Breda dreigt aan te vallen.
  • Johannes van Walbeeck, een cartograaf en navigator in dienst van de WIC verovert op 31 juli met 400 zeelui en soldaten Curaçao op de Spanjaarden.  Op het eiland bevinden zich slechts 32 Spanjaarden, waaronder 12 kinderen. De WIC is op zoek naar een uitvalbasis voor de handel en kaapvaart in het Caribisch gebied en Curaçao wordt daar uitermate geschikt voor geacht. Het eiland heeft een natuurlijke haven. 400 inlandse bewoners die geen trouw willen zweren aan de Hollanders plus de gevangen genomen Spanjaarden worden naar de kust van Venezuela gebracht en daar aan land gezet.
  • In november wordt de dan 25-jarige Ferdinand van Oostenrijk de nieuwe Spaanse landvoogd van de Zuidelijke Nederlanden. Hij is een zoon van Filips III en heeft de bijnaam kardinaal-infant. Dit omdat hij toen hij 10 jaar oud was, op verzoek van zijn vader door de paus tot kardinaal is benoemd. Hij vestigt zich in Brussel, waar Peter Paul Rubens hem schildert. Ook de schilders Diego Velázquez en Antoon van Dyck zullen hem portretteren.  Ferdinand van Oostenrijk geldt niet alleen als kunstliefhebber, maar staat ook bekend als goed militair. Rubens beeldt hem dan ook af als militair te paard tijdens de slag bij Nördlingen tijdens de Dertigjarige Oorlog tussen Frankrijk en Spanje.

1635: Voorschoten; foto genomen op 20 september 2023

1635 Voorschoten 20 sept 2023 20230920_151344

Wat gebeurt er in Nederlanden in 1635?

  • In 1635 komt Frankrijk in oorlog met Spanje. Prins Frederik Hendrik en de Franse kardinaal en politicus Richelieu sluiten een verdrag om gezamenlijk tegen Spanje op te trekken. In de overeenkomst wordt vastgelegd dat de Waalse gebieden, nadat deze veroverd zijn, deel zullen gaan uitmaken van Frankrijk, evenals  een deel van Vlaanderen. De rest van het gebied komt dan in Nederlandse handen.
  • Bij de eerste gezamenlijk actie wordt de stad Tienen in het hertogdom Brabant in de Zuidelijke Nederlanden op de Spanjaarden veroverd. Na de inname plunderen de Fransen – even later doen de Staatse troepen ook volop mee – de stad. Vrouwen worden verkracht en het grootste gedeelte van de stad gaat in vlammen op, waardoor de stad niet meer bruikbaar is als uitvalbasis voor de Franse en Staatse troepen. Een aanval op de universiteitsstad Leuven door de Franse en Hollandse legers mislukt daarna echter. Veel Franse huursoldaten deserteren omdat ze veel te laat of soms zelfs helemaal niet worden betaald. In Holland gaan stemmen op om de samenwerking met de Fransen te verbreken,
  • In Willemstad op Curaçao begint de West-Indische Compagnie (WIC) aan de bouw van Fort Amsterdam. Tegenwoordig doet het gebouw dienst als zetel van de Curaçaose regering.
  • In Amsterdam wordt het VOC-schip Harderwijk te water gelaten. Het is één van de 76 grote schepen die in 1635 in dienst van de  VOC in de wateren van Nederlands-Indië zullen varen. Onder hen ook een groot aantal oorlogsbodems die dienen om de Nederlandse handelsschepen tegen de Spanjaarden en Portugezen te beschermen. De VOC maakt in deze jaren recordwinsten.
  • In Batavia op Java wordt een weeshuis geopend. Ook zijn er drie scholen voor de inlandse jeugd.
  • Op de Prinsengracht 263 in Amsterdam wordt een woonhuis met twee pakhuizen gebouwd. Het huis staat vandaag de dag bekend als het Anne Frank huis.
  • Op veel plaatsen in het land duikt de pest weer op. Zo sterven er volgens kerkelijke boeken in Gelderland in 35 plaatsen alle predikanten aan de ziekte. Ook in de Franse en Staatse legers die rond Nijmegen zijn geconcentreerd vallen veel pestdoden. In Leiden sluit de universiteit tijdelijk haar poorten vanwege “ob pestem saevientem et defectum auditorum’ oftewel vanwege ‘het woeden der pest en het ontbreken van studenten’.  

1636: Leiden; foto genomen op 7 november 2023

1636 Leiden 7 nov 2023 20231107_112918

Wat gebeurt er in Nederlanden in 1636?

  • De pestepidemie breidt zich verder uit. In de stad Nijmegen sterven in de jaren 1635 – 1636 naar schatting zo’n 6.000 van de 10.000 inwoners aan de ziekte. Om nieuwe inwoners naar de stad te lokken, kunnen nieuwe ingezetenen van Nijmegen het burgerrecht en andere voorrechten goedkoop in bezit krijgen. In de stad Utrecht sterft zo’n 15% van de inwoners aan de pest. Ook elders houdt de ziekte flink thuis. Zo sterven er in Amsterdam in 1636 vier keer zoveel mensen als gemiddeld per jaar in die periode. Vooral in de arme delen van de stad, waar de hygiënische omstandigheden slecht zijn – de pestbacterie wordt verspreid door vlooien op ratten – vallen veel pestdoden.
  • Op 26 maart opent de Universiteit van Utrecht haar deuren. Het is na Leiden, Franeker en Groningen de vierde universiteit in de noordelijke Nederlanden.
  • Bij de splitsing van de rivieren de Rijn en de Waal hebben in 1585 de Staatse troepen, die toen onder leiding  stonden van Dudley, de graaf van Leicester, de vesting Schenkenschans aangelegd. Het is een strategisch belangrijke vesting. Wie de vesting in handen heeft, beheert de toegang via de rivieren tot  de Staat Holland. De vestiging wordt dan ook wel de ‘Sleutel van Holland’ en de  ‘Poort van Holland’ genoemd. Vijftig jaar lang is de vesting in handen van de Staatsen, maar in juli 1635 wordt de vestiging bij verrassing door een Spaans leger onder leiding van de naar de Spanjaarden overgelopen kolonel Adolf van Eyndhouts veroverd. Door bezuinigingen aan de Staatse kant is de vesting op dat moment zwaar onderbezet.  Ferdinand van Oostenrijk, de Spaanse landvoogd in de Zuidelijke Nederlanden, geeft Van Eyndhouts als beloning  voor de verovering een gouden ketting en 50.000 gulden. Als prins Frederik Hendrik, die op dat moment met zijn leger bij Roermond ligt, het nieuws over het verloren gaan van de vesting hoort, keert hij onmiddellijk om en begint de vesting te belegeren. Bij de gevechten wordt Van Eyndhouts in november 1635 dodelijk getroffen. Het zal nog echter bijna vijf maanden duren voordat Frederik Henrik de vesting herovert. Op 29 april 1636 geven de Spaanse troepen in de vesting zich over.
  • Eind oktober vertrekt de dan 33-jarige graaf Johan Maurits van Nassau-Siegen met zo’n 3.000 man naar Brazilië om daar de Nederlandse WIC-kolonie in Pernambucoe, gelegen in het noordoosten van Brazilië  te gaan besturen en te versterken tegen aanvallen van de Portugezen.  Graaf Maurits wordt er de  gouverneur van Nederlands-Brazilië. De WIC hoopt er vooral met suikerrietplantages geld te verdienen. Maurits sticht er een nieuwe hoofdstad, het naar hem genoemde Mauritsstad (het huidige Recife, nu een stad met 1,5 miljoen inwoners.)
  • Johannes van Walbeeck verovert voor de WIC Aruba en Bonaire op de Spanjaarden. De eilanden zijn voor de West Indische Compagnie belangrijk vanwege hun strategische ligging. Er worden boerenbedrijven gesticht om te zorgen voor de voedselvoorziening van Curaçao, de thuisbasis van de WIC in het Caribisch gebied. De WIC haalt tot slaaf gemaakten uit Afrika op om deze er in de landbouw te laten werken.
  • De kamer Zeeland van de WIC neemt het op dat moment onbewoonde eiland St Eustatius in bezit. (De Fransen hebben er eerder gezeten en er zelfs een fort gebouwd, maar vanwege de moeilijke levensomstandigheden het eiland weer verlaten. Het eiland kent namelijk geen natuurlijke zoetwaterbronnen. De Hollanders leggen er (nog steeds bestaande) regenbakken en tonnen aan. Ze zien mogelijkheden voor tabaksplantages.
  • Vooral in en om Haarlem en Amsterdam vindt er een bloeiende tulpenhandel plaats. Tulpen stijgen fors in prijs en er ontstaat een ware tulpenmania. Voor bollen van tulpensoorten die in de grond zitten en waarvan niemand nog ooit de bloem heeft gezien, worden soms al bedragen van 1000 gulden of meer betaald.  Er wordt flink gespeculeerd. Soms verandert het eigendom van een tulp op één dag zelfs meerdere malen.

1637: Haarlem; foto genomen op 28 september 2023

1637 Haarlem 20230928_131246

Wat gebeurt er in Nederlanden in 1637?

  • In februari stort het kaartenhuis van de tulpenhandel in. Speculanten blijven met hun bollen en hun duur betaalde opties op tulpenbollen zitten en de prijzen dalen in een rap tempo. In Amsterdam komen handelaren uit een tiental steden uit de staat Holland in paniek bijeen en spreken daarbij  af dat ‘alle kopen, afgesloten tot en met 30 November 1636, worden nagekomen, maar dat de kopers mogen afzien van de daarna tot stand gekomen overeenkomsten, mits zij aan den verkoper tien procent van den koopprijs betaalden.’  Het helpt niet. De afspraken worden veelal niet na gekomen – zelfs die tien procent vindt men nog te hoog – en veel tulpenspeculanten belanden diep in de schulden. Tot hen behoort ook de schilder Jan van Gooyen, de schoonvader en leermeester van Jan Steen.  Het grote publiek heeft niet veel meelijden met de tulpenspeculanten. Er verschijnen allerlei spotprenten en spotgedichten.  “t Was als yd’le wind, die haer verheven heeft, en die haer weer verslindt...”, zo luidt één van de gedichten.
  • Vanuit Duinkerke ondernemen Spaanse oorlogsschepen en schepen van de Duinkerkse kapers regelmatig aanvallen op de Hollandse handels- en vissersschepen. Op 18 februari vaart een konvooi van zes Spaanse oorlogsschepen onder leiding van de Spaanse admiraal Miguel de Horna vanuit Duinkerke het Kanaal in. Daar komen ze een gecombineerde Britse-Hollandse handelsvloot van 44 schepen tegen die begeleid wordt door zes Hollandse oorlogsbodems.  Admiraaal De Horna is tactisch veel beter onderlegd dan zijn Hollandse tegenstrevers en hij slaagt er tijdens deze zogeheten Slag bij Lizard Point in om drie Hollandse oorlogsbodems tot zinken te brengen en de andere drie te overmeesteren, Dit zonder zelf ook maar één schip te verliezen. De Engelse en Hollandse handels- en vissersschepen (de haringvloot) vluchten, maar de Spanjaarden slagen er in om een veertiental schepen buit te maken.  De Nederlandse admiraliteit stuurt een oorlogsvloot van 20 oorlogsschepen om de vloot van De Horna te onderscheppen, maar deze slaagt er in om veilig met zijn buit de haven van Duinkerke te bereiken.
  • Om de Spaanse vloot in de haven van Duinkerke te houden, en om te voorkomen dat het Spaanse leger in de Nederlanden via de haven bevoorraad kan worden; zowel met manschappen als met materieel, probeert een Hollandse vloot de rest van het jaar de haven van Duinkerke te blokkeren, maar erg succesvol zijn ze hier niet in. Zo slaagt De Horna – tot opluchting van de Hollanders overlijdt hij in 1640 – er in om in juli in met een aantal Spaanse oorlogsschepen de haven van Duinkerke uit te varen, waarna hij een konvooi van twaalf Hollandse handelsschepen bij Bordeaux buit maakt – de zogeheten wijnvloot –  en even later ook een aantal handelsschepen van de VOC.
  • Mede naar aan leiding van deze gebeurtenissen vervangt de Admiraliteit de complete marinetop. Maarten Harpertszoon Tromp wordt in oktober benoemd als de nieuwe luitenant-admiraal en Witte de With tot zijn vice-admiraal.
  • De  handel van de VOC floreert als nooit te voren.  In 1637 bereikt de beurswaarde van de VOC zijn hoogste punt aller tijden. Het bedrijf heeft dan een beurswaarde van 78 miljoen gulden. Omgerekend naar het geld van nu (met een inflatiepercentage van 3%)  is dat zo’n 7.000 miljard euro, wereldwijd de hoogste beurswaarde ooit van een bedrijf, ruim meer dan bijvoorbeeld Microsoft en Apple samen.
  • Omdat Spanje in 1637 niet alleen met de Nederlanden in oorlog is, maar ook met Frankrijk. moet de landvoogd van de Zuidelijke Nederlanden, Ferdinand van Oostenrijk, zijn legers over de Zuidelijke Nederlanden verdelen om eventuele Hollandse en Franse aanvallen te weerstaan. Daarvan profiteert Frederik Hendrik door op 23 juli onverwachts met een leger van 25.000 man voor de poorten van Breda te verschijnen. In de stad, die sinds 1625 weer in handen is van de Spanjaarden, bevinden zich zo’n 3.000 verdedigers.  Ferdinand van Oostenrijk stuurt zodra hij het nieuws van de aanval op Breda hoort een troepenmacht van zo’n 20.000 man met gezwinde spoed naar Breda, waarop hij op 2 augustus arriveert. Dat is echter te laat. De troepen van Frederik Hendrik hebben dan al een stevige verdedigingslinie om de stad heen gelegd van waaruit zij zowel aanvallen vanuit de stad als bevrijdingspogingen van buiten de stad kunnen weerstaan. Vanuit deze linie vallen ze vervolgens de stad aan en na een beleg van slechts elf weken – in 1625 hadden de Spanjaarden elf maanden nodig –  bereiken ze  via twee  gegraven loopgraven de grachten die om de stadsmuren heen liggen, dammen deze ten koste van veel doden af en bestormen daarna de poorten van de stad.  Begin oktober geven de Spaanse troepen in de stad zich over en krijgen van Frederik Hendrik een eervolle aftocht. De strijd kost in totaal aan zo’n 3.500 man het leven, 2.100 man aan Staatse kant, 1.400 man aan Spaanse kant.
  • Na zijn mislukte poging om het beleg van Breda te doorbreken trekt Ferdinand van Oostenrijk met zijn leger door naar Limburg, waar hij eerst op 29 augustus Venlo in neemt en op 3 september na een beleg van vijf dagen ook Roermond. Hij profiteert hierbij van het feit dat veel van Frederik Hendriks troepen bij Breda zijn gelegerd.
  • Omdat er in Nederlands-Brazilië behoefte is aan veel arbeidskrachten voor de suikerrietplantages stuurt graaf Maurits, de gouverneur van Nederlands-Brazilië,  een oorlogsvloot naar Elmina, een kustplaats in Afrika, gelegen in het huidige Ghana, om daar de handel van de tot slaaf gemaakten over te nemen van de Portugezen. Na een strijd van enkele dagen geven de Portugezen zich over en wordt deze plaats het centrum van de Hollandse slavenhandel.
  • In 1618 heeft de Synode van Dordrecht opdracht gegeven tot een officiële  Nederlandstalige vertaling van de Bijbel. In 1637 is deze gereed en komt de vertaling op de markt. De stad Leiden betaalt 2.500 gulden voor het alleenrecht om de Statenbijbel in Leiden te laten drukken. In een periode van twintig jaar worden er een half miljoen exemplaren van gedrukt.

1638: Harlingen; foto genomen op 21 oktober 2023

1638 Harlingen 21 okt 2023 20231021_121500

Wat gebeurt er in Nederlanden in 1638?

  • Op 3 januari opent de schouwburg van Amsterdam haar deuren. Ook dit gebouw is een ontwerp van Jacob van Campen. Speciaal voor de opening heeft Joost van den Vondel een nieuw toneelstuk geschreven: ‘Gijsbrecht van Aemstel’. Aanvankelijk is het de bedoeling dat de schouwburg een week eerder opent, maar omdat enkele protestanten bezwaar aantekenen tegen een paar scenes in het toneelstuk die in de katholieke middeleeuwen afspelen moet Vondel wat aanpassingen in zijn stuk maken.
  • In januari blokkeert een VOC-vloot onder leiding  van admiraal Westervolt, de havenstad Goa In India. Het is na 1604 en 1606 de derde poging van de VOC om de stad in handen te krijgen. Op 4 januari vindt er voor de haven een zeeslag plaats. Als twee Hollandse schepen een Portugees schip enteren, raken alle drie de schepen in brand en gaan verloren. Hoewel de Hollanders twee schepen kwijt raken en de Portugezen maar één is  strategisch gezien de slag een overwinning voor de Hollanders,  want ze kunnen voorkomen dat een groot Portugees handelschip kan uitvaren en gedwongen weer moet terugkeren naar de stad. De Hollanders houden de blokkade bijna een jaar vol, geven het dan op en verdwijnen dan weer.
  • De  Fransen en de Hollanders spreken af om tegelijkertijd de Spaanse troepen in de Zuidelijke Nederlanden aan te vallen. De Fransen vanuit het zuiden, de Hollanders vanuit het noorden. Doelstelling is om Antwerpen te heroveren. De Fransen schenken de Nederlanden een bedrag van 1,2 miljoen gulden, waarmee Holland  een leger van zo’n 25.000 huursoldaten  kunnen inhuren. Het plan is dat Frederik Hendrik via de oostelijke kant van de Schelde naar Antwerpen zal oprukken en dat een grote troepenmacht onder leiding van  graaf Willem van Nassau-Siegen aan boord van 53 grote boten en vele kleine boten – deze boten zijn in 1631 op de Spanjaarden veroverd in de Slag aan de Slaak – zal landen aan het Waasland, ten westen van Antwerpen, dit om te voorkomen dat Spaanse troepen uit Hulst en Gent Antwerpen zouden komen helpen. Ondertussen zal het Franse leger in het zuiden Artois belegeren.
  • De poging om Antwerpen te veroveren mondt uit in een groot fiasco. Aanvankelijk boeken de Staatsen nog enige successen. Zo landt Graaf Willem van Nassau-Siegen met zo’n 6.000 man op 14 juni bij Doel en verovert hij het even verderop gelegen Fort Kallo. Bij Saint-Marie wordt hij echter terug geslagen. Frederik Hendrik ligt ondertussen nog met zijn hoofdleger bij Bergen op Zoom in afwachting van de voortgang van Graaf Willem. De Spaanse Landvoogd Ferdinand besluit echter niet te wachten totdat ook Frederik Hendrik de aanval inzet, maar stuurt direct een Spaans leger van ruim 8.000 man richting Fort Kallo en op 20 juni vallen zijn troepen de troepen van Graaf Willem aan. Deze slagen er in eerste instantie in om de aanval af te slaan. Als er echter de volgende dag een aantal extra Spaanse regimenten op het strijdtoneel arriveren en Frederik Hendrik vanwege het slechte weer geen versterkingen kan sturen, gaat het mis voor de Hollandse troepen. De  Spaanse troepen heroveren het fort Kallo en graaf Willem geeft de opdracht aan zijn troepen om zich terug te trekken. Dit geschiedt in grote chaos en er ontstaat paniek. Tijdens de gevechten en tijdens de vlucht, waarbij een groot aantal Staatse soldaten verdrinkt, sterven er aan Staatse kant zo’n 2.500 man en worden er ook nog eens zo’n 3.000 man gevangen worden genomen. Tot de slachtoffers behoort ook de 17-jarige graaf Maurits Frederik. Hij is de enige zoon van graaf Willem. De Spaanse huurlegers tellen zo’n 300 doden en 800 gewonden. Na dit echec besluit Frederik Hendrik af te zien van zijn opmars naar Antwerpen.
  • Het winnende Spaanse leger houdt na de slag een triomfmars door Antwerpen. Peter Paul Rubens ontwerpt voor de eretocht een zegewagen.  De ontwerpschets van Rubens van deze wagen hangt thans in het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten te Antwerpen.
  • In Amsterdam wordt de Hortus Botanicus opgericht. De Hortus Botanicus in Leiden dient als inspiratie.  Amsterdamse medici willen de hortus gebruiken om een kruid te vinden dat kan dienen als geneesmiddel tegen de pest.
  • In Maastricht wordt een negental mensen beschuldigd van hoogverraad. Ze zouden van plan zijn geweest om een dichtgemetseld poortje in de stadsmuur open te breken om zo de Spanjaarden de stad binnen te kunnen laten. Na gemarteld te zijn, bekennen ze allen, waarna ze in het openbaar onthoofd worden. Onder hen bevinden zich een aantal jezuïeten en franciscanen. Het jaar er op moeten beide kloosterorden de stad verlaten.

1639: ’s Gravenzande; foto genomen op 1 februari 2024

1639 's Gravenzande 1 feb 2024 20240201_120625

Wat gebeurt er in Nederlanden in 1639?

  • De Spanjaarden hebben het moeilijk om de Zuidelijke Nederlanden te bevoorraden. De route door Frankrijk is vanwege de oorlog met de Fransen geblokkeerd. Ze moeten daarom de goederen en de huursoldaten over land via het Heilige Romeinse Rijk en Luxemburg aanvoeren of over zee via de haven van Duinkerke. Om de toevoer via Duinkerke te bemoeilijken en om te voorkomen dat de Duinkerkse kapers kunnen uitvaren – deze zijn overigens meestal met hun kleinere lichte schepen sneller dan de Hollandse oorlogsbodems –  stuurt de Hollands Admiraliteit in 1639 net zoals in eerdere jaren een vloot van 30 schepen om de haven van Duinkerke te blokkeren, later zal deze vloot uitgroeien tot een vloot van meer dan 100 schepen. Op hun beurt sturen de Spanjaarden samen met de Portugezen een  vloot van 77 schepen onder bevel van admiraal Antonio de Oquendo om deze blokkade te doorbreken en om zilver, goederen en manschappen naar Duinkerken te brengen. Aan boord van de Spaanse vloot bevinden zich vermoedelijk zo’n 14.000 soldaten.
  • De Nederlandse vloot staat onder leiding van luitenant-admiraal Maarten Harpertszoon Tromp en viceadmiraal Witte de With. In september ontmoeten de vijandelijke vloten elkaar en er ontstaat een zeeslag. Tromp past als eerste in de geschiedenis een slaglinietactiek toe. De schepen varen hierbij in een lijn achter elkaar op de vijandelijke vloot af zodat ze moeilijk te raken zij . Op het laatste moment draaiden ze, waarna ze om de beurt al hun kanonnen afvuren op de Spaanse schepen. Ook telt de Hollandse vloot tien zogeheten branders . Dat zijn oude afgeschreven schepen die volgeladen worden met brandbare stoffen; de branders worden op een gegeven moment in brand gestoken en dan richting de vijandelijke schepen gestuurd.
  • De Spanjaarden vluchten naar het Duins, ook wel The Downs genoemd, een neutrale rede in het zuiden van Engeland, voor de oostkust van Kent. De Hollandse vloot achtervolgt de Spaanse vloot en gaat ook voor Duins in anker. Ruim vier weken wachten ze daar totdat de Spanjaarden op 21 oktober besluiten om de neutrale Engelse  wateren te verlaten en uit te varen. Een aantal Spaanse schepen doet dat in het holst van de nacht en slaagt er in om ongezien Duinkerke te bereiken, maar veel Spaanse schepen raken tijdens deze Zeeslag bij Duins met de schepen van Tromp in gevecht.
  • De zeeslag eindigt in een grote overwinning voor Tromp.  In totaal verliezen de Spanjaarden vermoedelijk zo’n 60 schepen en ruim 5.000 man. De exacte aantallen staan niet vast. Een kleine 2.000 man wordt daarnaast gevangen genomen. Van de oorspronkelijke 77 Spaanse schepen weten slechts 18 schepen de haven van Duinkerke te bereiken. De Nederlandse vloot verliest naar eigen zeggen slechts één schip en honderd man. Volgens Spaanse bronnen verliezen de Nederlanders 10 schepen en 1000 man, maar in ieder geval veel minder dan de Spanjaarden.
  • In Amsterdam wordt Tromp bij terugkomst uitgebreid gehuldigd. Hij ontvangt een beloning van 10.000 gulden. Witte de With moet zich tot zijn ongenoegen behelpen met 1.000 gulden.
  • Mede door de overwinning drie maanden later van een vloot van de West-Indische Compagnie in de Zuid-Amerikaanse wateren voor de kust van Nederlands Brazilië op een Spaanse vloot  betekent de zeeslag bij Duins het einde van de Spaanse overheersing op zee.
  • De VOC stuurt in 1639 weer een vloot naar de in Portugese handen zijnde Indiase havenstad Goa. Bij een verrassingsaanval  op 30 september in de baai van Mormugão brengen ze drie Portugese schepen tot zinken, maar ze veroveren de stad wederom niet. (De zeeschilder Hendrick van Anthonissen zal in 1653 het schilderij ‘Een Hollandse verrassingsaanval op drie Portugese galjoenen in de baai van Goa in 1639′ schilderen dat thans in het Rijksmuseum hangt.)
  • Tussen Amsterdam en Weesp wordt de Weespertrekvaart gegraven. De vaart is elf kilometer lang.
  • Bij de Drie Waterlandse Meren vliegt tijdens de hete zomer de verdroogde veendijk spontaan in brand. Het kost grote moeite om de veenbrand te blussen. Besloten wordt om in het vervolg de dijk met een kleilaag te bedekken.
  • Rembrandt van Rhijn is een vermogend man geworden. Hij koopt een grote woning in de Amsterdamse Breestraat, het huidige Rembrandthuis. Hij koopt het huis op afbetaling voor 13.000 gulden. Ter vergelijking, een arbeider verdient dan per jaar gemiddeld zo’n 300 gulden.

1640: Dordrecht; foto genomen op 4 oktober 2023

1640 Dorecht 4 okt 2023 20231004_135206

Wat gebeurt er in Nederlanden in 1640

  • Begin juli valt Hendrik Casimir I (hij is de graaf van Nassau, Katzenelnbogen en Dietz, en tevens de stadhouder van Friesland, Groningen en Drenthe) de stad Hulst aan in het oosten van Zeeuws-Vlaanderen.  De Staatse troepen zijn in overtal, maar de Spaanse bevelhebber verzint een list. Hij laat een aantal trompettisten in de stad op meerdere plaatsen een verschillende aanvalsmelodie blazen. In die tijd heeft elke ruitercompagnie zijn eigen melodie. Hendrik Casemir denkt daardoor dat de vijand in de stad beschikt over meerdere compagnieën en blaast in eerste instantie de aanval op de stad  af.  De Spanjaarden kunnen daarop hun troepen reorganiseren.
  • Bij een aanval op 4 juli op het ten westen van Hulst gelegen Fort Nassau wordt Hendrik Casimir I in de rug geschoten, valt van zijn paard af en wordt door meerdere paarden vertrapt. Acht dagen later overlijdt hij aan zijn verwondingen.  Hij is dan 28 jaar oud en geldt als één van de belangrijkste militaire leiders van de Nederlanden. Op zijn achttiende werd hij al benoemd als kolonel in het Staatse leger.
  • Na zijn dood – hij sterft kinderloos – ontstaat er rumoer over wie hem als stadhouder moet opvolgen. De staten Holland en Zeeland willen graag dat prins Frederik Hendrik ook de stadhouder wordt van de staten waarvan Hendrik Casemir I de stadhouder van was, maar de staat Friesland is daarop tegen en benoemt voordat vertegenwoordigers van de Staten-Generaal zich in Leeuwarden kunnen melden al zijn broer Willem Frederik van Nassau-Dietz tot de nieuwe stadhouder van Friesland. Dit tot groot ongenoegen van Frederik Hendrik. Wel slaagt Frederik Hendrik er in om benoemd te worden tot de nieuwe stadhouder van Groningen en Drenthe. (Als later de Van Oranje-Nassau tak uitsterft, zal de troon over gaan op leden van de Friese Van Nassau-Dietz tak.)
  • In 1640 is er een toename te zien van het aantal Engelse schepen dat de haven van Duinkerke aan doet. Nadat de Spaanse vloot in 1639 vernietigend is verslagen door Tromp maken de Spanjaarden steeds vaker gebruik van de onder neutrale vlag varende Engelse schepen om hun huursoldaten naar de Zuidelijke Nederlanden te brengen. Deze schepen mogen door de Hollandse vloot overeenkomstig het zeerecht niet worden aangevallen.
  • In de tweede helft van 1640 komt Spanje ook in eigen land in de problemen. In september komt Catalonië in opstand en in december verklaart Portugal zich na zestig jaar Spaanse overheersing weer onafhankelijk, waardoor Spanje veel troepen in hun eigen land moet inzetten, wat ten koste gaat van bun legersterkte in de Nederlanden.
  • De Nederlanden sluiten een tractaat met Zweden om de handelsvrijheid in Oost- en Noordzee te beschermen.  Dit voor het geval Denemarken de Sont wil afsluiten.
  • Jan de Groot, de vader van Hugo de Groot, en degene die samen met Simon Stevin het beroemde experiment van de vallende kogels met verschillend gewicht vanaf de kerktoren van Delft deed, overlijdt op 3 mei op 86-jarige leeftijd. De in Parijs in  ballingschap levende Hugo de Groot krijgt van Fredrik Hendrik geen toestemming om de begrafenis van zijn vader in Delft bij te wonen. De vrouw van Hugo de Groot mag de begrafenis wel bij wonen.
  • Op 3 augustus overstromen bij Geertruidenberg tijdens een grote stormvloed een stuk of tien kleine polders. Het hele gebied behoort tot de Nassause Domeinen van prins Frederik-Hendrik. Deze geeft de opdracht om het gehele gebied te omdijken en er nu één grote polder van te maken. Hij hoopt er zo meer geld mee te verdienen.
  • Op Ceylon verslaat in maart een Hollands leger van zo’n 2.000 man een Portugees leger en breidt het gebied op Ceylon dat onder de controle van de  VOC valt uit, wat erg gunstig is voor de lucratieve kaneelhandel.  Willem Jacobszoon Coster wordt namens de VOC benoemd tot de eerste gouverneur van Ceylon. In augustus 1640 wordt hij vermoord, waarschijnlijk in opdracht van de koning van Ceylon, waarmee hij in onmin leeft.
  • De Nederlandse gouverneur van Sint Eustatius stuurt verschillende Nederlandse families naar Saba om het Caribische eiland te koloniseren voor de West-Indische Compagnie. In de loop van de tijd zal het eiland nog vaak wisselen van koloniale heerser.

1641: Delft; foto genomen op 30 juni 2023

1641 Delft 30 juni 2023 20230630_150756

Wat gebeurt er in Nederlanden in 1641

  • Een Staats leger van zo’n 20.000 man groot verovert onder leiding van Frederik Hendrik na een beleg van een maand kasteel Genneperhuis bij Gennep in Limburg op de Spaanse troepen.
  • In São Tomé, een eiland bij Angola, overlijdt de voormalige kaper en admiraal van de WIC Cornelis Corneliszoon Jol, bijgenaamd “Houtebeen” – hij heeft tijdens een zeeslag ooit een been verloren – aan de gevolgen van malaria. Jol heeft in opdracht van de WIC net São Tomé op de Portugezen veroverd opdat dit eiland kan dienen als tweede steunpunt in Afrika voor de slavenhandel.
  • Met behulp van de sultan van Johor veroveren na een acht maanden durend beleg de troepen van de VOC op 12 januari 1641 de stad Malakka in Maleisië op de Portugezen. Hierdoor beheerst de VOC nu ook de Straat van Malakka. Het zijn de topjaren van de VOC. Er wordt veel geld met de specerijenhandel verdiend.
  • In Japan heeft Holland als het enig Europese land – de Japanners willen zich isoleren van Europese invloeden – nog een handelsvestiging op het eiland Hirado. Als een een hoge Japanner de VOC-vestiging bezoekt, ziet hij op een gebouw een jaartal staan. Hij maakt er geen foto van – het fototoestel wordt pas in 1826 uitgevonden – maar ontsteekt in woede. Hij beschouwt het jaartal als een Christelijke uiting en een belediging van de shogun, omdat het jaartal het tijdperk van de Japanse dynastie zou ontkennen. De Hollandse handelsvestiging moet daarop verhuizen naar Deshima, een minuscuul klein schiereiland van nog geen anderhalve hectare groot in de haven van Nagasaki. Maximaal twintig Nederlanders mogen hier maar verblijven. Vanaf 1641 tot en met 1859 is Deshima het enige contact tussen de westerse wereld en het grotendeels afgesloten Japan en vindt de handel – die wel door gaat – vanuit hier plaats.
  • De 14-jarige zoon van stadhouder Frederik Hendrik, Willem II van Oranje, trouwt in Londen met de 9-jarige prinses Mary Henriette Stuart. Het huwelijk is bedoeld om de banden met het Engelse Koningshuis te verstevigen.
  • In Hamburg worden de eerste voorzichtige vredesbesprekingen gestart om een eind te maken aan de Dertigjarige Oorlog in Europa. Afgesproken wordt dat er in 1642 in Münster en in Osnabrück verder onderhandeld zal worden. Omdat de Nederlanden geen partij zijn in de Dertigjarige oorlog die door een groot aantal Europese mogendheden wordt uitgevochten, worden de Nederlanden aanvankelijk niet voor deze besprekingen uitgenodigd, maar vanwege de oorlog met Spanje, wel een grote partij in de Dertigjarige  Oorlog worden de Nederlanden in 1644 alsnog  uitgenodigd om ook mee te komen praten en onderhandelen.

1642: Schoonhoven; foto genomen op 31 oktober 2023

1642 Schoonhoven 31 okt 2023 20231031_132405

Wat gebeurt er in Nederlanden in 1642?

  • Vanwege haar jonge leeftijd is het huwelijk van Mary Henriette Stuart (ze is in 1642 nog maar tien jaar oud ) met de dan 15-jarige Willem II nog niet ‘geconsumeerd’. Ze verblijft nog samen met haar moeder in Engeland. Als de eerste Engelse burgeroorlog in 1642 dreigt uit te breken,  vlucht koningin Henrietta Maria in maart met dochter Mary naar Nederland. Maarten Harpertszoon Tromp vaart moeder en dochter met een gevolg  van 380 personen met enkele oorlogsschepen over vanuit Dover naar Scheveningen. Ze nemen hun intrek in het huidige Paleis Noordeinde in Den Haag. Het stadbestuur onthaalt moeder en dochter en hun gevolg feestelijk, maar ze laat wel weten dat vanaf 18 maart de kosten van het gezelschap geheel voor rekening komen van prins Frederik Hendrik.
  • In 1642 voltooit Rembrandt de Nachtwacht en draagt het schilderij over aan de Amsterdamse Schutterij. (Het Rijkmuseum gebruikt als officiële titel ‘Schutters van wijk II onder leiding van kapitein Frans Banninck Cocq, bekend als de ‘Nachtwacht’. De naam Nachtwacht komt pas voor het eerst voor in een document uit 1797.) Rembrandt is er vermoedelijk al in 1640 of eerder mee begonnen,  want in december 1640 overlijdt een van de afgebeelde schutters op het schilderij. Het schilderij wordt opgehangen in de grote feestzaal van de Kloveniersdoelen, het hoofdkwartier van de Amsterdamse Schutterij.
  • De in 1581 geboren dichter, toneelschrijver en historicus Pieter Corneliszoon Hooft – nu vooral bekend van de PC Hooftstraat in Amsterdam – publiceert in 1642 de eerste twintig delen van zijn ‘Nederlandschen Historien’ waarin hij heel gedetailleerd per jaar de geschiedenis van de Nederlandse opstand tegen Spanje beschrijft. Hij is met zijn project in 1628 begonnen. In de eerste twintig delen beschrijft hij de periode vanaf 1555 tot en met de dood van Willem van Oranje in 1584. (Als PC Hooft in 1647 overlijdt, is hij gekomen tot aan het jaar 1587.)
  • In opdracht van Antonio van Diemen, de gouverneur-generaal van de Vereenigde Oostindische Compagnie, vertrekt in augustus Abel Tasman met twee schepen om het nieuw ontdekte continent Zuidland in kaart te brengen.  Van  Diemen wil onder andere weten of Nieuw-Guinea met het Zuidland verbonden is, hoe groot Zuidland is en welke rijkdommen er te vinden zijn.
  • Vanuit Batavia zeilt Tasman eerst naar Mauritius om goederen en post af te leveren. Daarna zeilt hij naar Zuidland – Tasman noemt het continent (Australië) in 1644  Nieuw Holland –  en daarna om Zuidland heen. Op 24 november ontdekt hij na zo’n 9.000 km varen een groot onbekend eiland ten zuiden van Zuidland. Hij noemt het eiland  Antonie van Diemensland, nu heet het Tasmanië. Hij vaart vervolgens verder naar het oosten en ziet na een tijdje een groot eiland, waarvan Tasman ten onrechte denkt dat het deel uitmaakt van het  Statenland, een eilandgroep voor de kust van Argentinië. In werkelijkheid is hij aangekomen bij het Zuidereiland van het huidige Nieuw Zeeland. Hij legt aan in een baai en komt in contact met de plaatselijke bevolking. Als deze vier bemanningsleden, die in een prauw aan land willen gaan, vermoorden, vertrekt Tasman. Hij noemt de baai ‘Moordenaarsbaai’, tegenwoordig heet de baai ‘Golden Bay’.  Via Nieuw Guinea – het blijkt niet aan ‘het Zuidland’ vast te zitten keert hij op 15 juni 1643 weer terug in Batavia.
  • Constantijn Huygens, dichter, diplomaat en de rekenmeester van de Oranjes, laat aan de Vliet in Voorburg en buitenhuis bouwen, waar hij zich af en toe kan terugtrekken van de drukte aan het hof. Hij noemt het toepasselijk Hofwijck.
  • Er vindt dit jaar weinig strijd plaats tussen de Spanjaarden en de Staatsen. De Spaanse troepen richten zich voornamelijk op de strijd tegen de Fransen. De Spanjaarden doen wel enkele vredesvoorstellen – zo stellen ze voor om Antwerpen te ruilen tegen Maastricht – maar alle voorstellen worden afgewezen door Frederik Hendrik.
  • Er ontstaat ruzie tussen de stad Groningen en het dorp Zuidbroek over wie recht heeft over de veengronden bij het voormalige meer van Sappe. Er worden bij Sappemeer een sluis vernield en dijken doorgestoken, waarna het land er onder water loopt. Ook de inwoners van Sappemeer eisen hun deel van het veen op.

1643: Utrecht; foto genomen op 8 oktober 2023

1643 Utrecht 8 okt 2023 20231008_141113

Wat gebeurt er in Nederlanden in 1643?

  • Op 15 januari voert de Maas zo veel water af – het bereikt het hoogste waterpeil in eeuwen – dat onder andere de dijk bij Obbicht doorbreekt. Het hele dorp, dat in die tijd nog op de linkeroever van de Maas ligt, wordt weggespoeld. Honderden mensen komen er bij om het leven. (Obbicht wordt later op de rechteroever van de Maas herbouwd.)  Ook in Hoei vindt een dijkdoorbraak plaats en  komen tientallen  mensen om het leven. In Luik stort de brug over Maas, de Pont des Arches, in.
  • Op 2 februari gaat de Engelse koningin Henrietta Maria van Engeland en haar gevolg, die vanwege de Engelse burgeroorlog naar Nederland zijn uitgeweken, aan boord van schepen van Tromp om weer terug naar Engeland te keren. Dochter Mary blijft in Nederland bij haar echtgenoot Willem II. Op de Noordzee stormt het echter zodanig dat de koningin Maarten Tromp smeekt om haar weer naar Nederland terug te brengen. Op 11 februari komen ze weer aan in Scheveningen om op 26 februari opnieuw naar Engeland te vertrekken. Dit keer is sprake van een rustige overtocht. Een jaar later ontvlucht ze Engeland weer, deze keer naar Frankrijk.
  • Op 25 februari geeft Willem Kieft, de gouverneur van Nieuw-Amsterdam (het huidige New York) opdracht om de indianen in de kolonie aan te vallen is. De achtergrond is dat in 1640 gouverneur Kieft heeft besloten dat de indianen rond de Nieuw Nederlandse kolonie een contributie moeten gaan betalen in de vorm van maïs. De indianen weigeren dit, waarna Kieft hun verblijven in brand laat steken. Dit mondt de jaren er op uit in gewelddadigheden en moordpartijen over en weer. Ondanks bezwaren van een groep van twaalf ‘wijze mannen’, de Raad van Twaalf, één van de eerste burgerlijke inspraakcomités ter wereld, die tegen een oorlog met de indianen zijn en liever met hun handel willen drijven, laat Kieft tijdens deze zogeheten Oorlog van Kieft de indianen aanvallen. Tijdens een slachtpartij komen zo’n 120 indianen om het leven, waaronder veel vrouwen en kinderen. De Indiaanse stammen vereniging zich daarop en vallen op hun beurt de kolonisten aan. Over en weer vallen de nodige doden. Pas in 1645 komt het tot een vredesbestand.
  • Willem II, de 17-jarige zoon van Frederik Hendrik, heeft grote militaire ambities. Tijdens de zogeheten ‘Hinderlaag bij Bergen op Zoom’ verslaat hij een Spaans leger dat ter plekke in een hinderlaag is gelokt. Het is min of meer bekokstoofd door zijn vader en een zekere Krok, de cavaleriecommandant ter plaatse. Ze hebben afgesproken dat Willen II alleen ingezet zal worden als de kans op succes erg groot is. Als het nieuws van de overwinning van Willem II in het land bekend wordt, wordt hij luidkeels bejubeld.
  • In 1643 verwerft de dichter en raadpensionaris van Holland Jacob Cats een terrein tussen Den Haag en Scheveningen van  “drie morgen en honder vijf en negentig roeden lants, met een huys, schuyr, bargen en geboompte daerop staende, als mede noch seeckere geesten, klingen en een stuck lant.’ Hij noemt dit landgoed Sorgviet om er “zijn zorgen te ontvlieden”. In 1652 laat hij er een nieuw landhuis op bouwen, het huidige Catshuis.
  • Maarten Gerritszoon Vries wordt door de VOC met twee schepen vanuit Batavia richting Japan en verder naar het noorden gestuurd om nieuwe gebieden te ontdekken. Door een storm raken de twee schepen elkaar bij een eiland kwijt. Vries geeft daarop het eiland de naam ‘Ongeluckich’ (het huidige Japans eiland Hachijojima). Hij vaart door en bereikt als eerste westerling het (huidige Russische) eiland Sachalin. Hij ziet er echter geen mogelijkheden voor de VOC om er handel te bedrijven.
  • Een Nederlandse WIC-vloot van vijf schepen onder leiding van Hendrick Brouwer – hij was eerder voor de VOC actief in Indië en in Japan – verovert op de Spanjaarden Carelmapu, een fort op het eiland Chiloén, nu een onderdeel van Chili. Brouwer laat alle 75 aanwezige Spanjaarden om het leven brengen. Een poging om er een nederzetting te vestigen mislukt omdat de plaatselijke bevolking weigert de Hollanders van voedsel te voorzien. Dit vanwege hun slechte ervaringen met de Spanjaarden. Brouwers wordt ziek en sterft op 7 augustus. Als de vijf schepen in december weer terugkeren is de enige opbrengst van de tocht een woordenboek Chileens.

1644: Utrecht; foto genomen op 8 oktober 2023

1644 Utrecht 8 okt 2023 20231008_141427

Wat gebeurt er in Nederlanden in 1644?

  • Na de nederlagen op zee in de voorafgaande jaren en nadat Spanje in de strijd tegen Frankrijk op land ook enkele gevoelige nederlagen heeft geleden, valt Spanje in de Nederlanden niet meer aan, maar probeert het alleen maar haar posities te verdedigen. In Zeeland wil Frederik Hendrik de positie van de Staatsen in Zeeuws-Vlaanderen verbeteren en valt Sas van Gent aan. Daartoe valt hij eerst de vlak bij de stad gelegen vesting van Assenede aan en daarna Sas van Gent zelf. De Spanjaarden branden enkele boerderijen af om vrij zicht voor hun kanonnen te krijgen en steken enkele dijken door, waardoor de Staatse troepen in een ondergelopen landschap belanden, maar door het graven van sloten om het water weg te laten vloeien kunnen Frederik Hendrik en zijn troepen verder oprukken naar Sas van Gent. Op 5 september geeft de stad zich over,  waarmee de Staatsen de oevers van de Westerschelde in Zeeland nog steviger beheersen.
  • Bij de gevechten om Sas van Gent raakt één van de bekendste legerleiders aan Staatse kant, graaf Herman Otto I van Limburg Stirum – hij is ook de graaf van Bronckhorst,  heer van Wisch, Borculo, De Wildbaan en Gehmen, en de gouverneur van Groenlo en Nijmegen – ernstig gewond en sterft enige dagen later.
  • Johan Maurits van Nassau-Siegen keert terug uit Nederlands-Brazilië en neemt zijn intrek in  zijn nieuwe woning – het Mauritshuis –  naast het Binnenhof. Hij neemt een grote verzameling natuurhistorische voorwerpen uit Brazilië mee.
  • De VOC heeft sinds 1637 een handelspost aan de Mekong-rivier in Cambodja. Er ontstaan in 1644 de nodige spanningen tussen de VOC en de koning van Cambodja en nadat enkele tientallen VOC-soldaten in Cambodja in de val worden gelokt en worden omgebracht, stuurt de VOC in opdracht van gouverneur-generaal Van Diemen een oorlogsvloot van vijf schepen naar Cambodja. De gevechten die op de rivier plaats vinden kosten aan honderden Cambodjanen het leven, maar ook onder de bemanning van de VOC-schepen vallen veel doden en gewonden. De gevechten eindigen in een overwinning voor de Cambodjanen. De Hollandse zeeschepen keren met achterlating van één schip terug naar Batavia.
  • Peter Stuyvesant is namens de WIC de gouverneur van Aruba, Bonaire en Curaçao.  Bij een mislukte aanval op de Portugese kolonie in St. Maarten krijgt hij een voltreffer van een Spaans kanon en moet een been worden geamputeerd. Sindsdien loopt hij met een houten been. Omdat er nogal wat ijzeren nagels en versierselen op zijn kunstbeen zijn aangebracht, krijgt Stuyvesant de bijnaam ‘Zilveren Been’.
  • Het Slotenmeer gelegen tussen Sloten en Slotendijk wordt drooggelegd. Aldus ontstaat de Sloterdijkmeerpolder.
  • Terwijl de WIC in Noord- en Zuid-Amerika zich volop bezig houdt met de slavernijhandel, stelt de stad Amsterdam de regel op dat er in de stad geen slavernij mag zijn. “Binnen der Stadt van Amstelredamme ende hare vrijheydt, zijn alle menschen vrij, ende gene slaven.” Het is een beetje hypocriet want veel rijke Amsterdamse ondernemers verdienen als aandeelhouder van de VOC en de  WIC veel geld aan de slavernij.
  • Van de in Dordrecht geboren schildert Albert Cuyp zijn twee  twee schilderijen bekend die hij 1644 schildert en die beiden het rivierlandschap  van Dordrecht als onderwerp hebben:  het ‘Riviergezicht bij Dordrecht’, thans te zien in het Los Angeles County Museum of Art en het ‘Gezicht op Dordrecht’ dat zich vandaag de dag bevindt in de collectie van het Museum der Bildenden Künste in Leipzig.  In 2021 blijkt uit een onderzoek dat dat de twee schilderijen oorspronkelijk samen één schilderij hebben gevormd. Ergens tussen 1759 en 1812 is het  doek doormidden gezaagd.
  • Op 2 november overlijdt in Leeuwarden Pier Winsemius, hoogleraar welsprekendheid en geschiedenis aan de universiteit van Franeker.

1645: Dordrecht; foto genomen op 4 oktober 2023

1645 Dordrecht 4 okt 2023 20231004_120120

Wat gebeurt er in Nederlanden in 1645?

  • Hugo de Groot neemt ontslag uit de Zweedse staatsdienst en vertrekt eind augustus vanuit Stockholm naar Lübeck. Bij de oversteek van de Oostzee lijdt het schip waar hij aan boord is voor de kust van Pommeren schipbreuk, maar de passagiers slagen er in om veilig aan land te komen. Daar aangekomen zet De Groot zijn reis te paard voort, maar onderweg  raakt hij oververmoeid en wordt hij ziek. Op 62-jarige leeftijd overlijdt Hugo de Groot op 28 augustus in Rostock. Zijn laatste woorden zouden naar verluidt zijn: “Door veel te begrijpen heb ik niets bereikt.”. (Met ‘laatste woorden” moet je overigens altijd uitkijken. Vaak worden ze pas na het overlijden van iemand in de mond gelegd. “Zijn beroemde laatste woorden luiden…… “. Neem die Engelse hertog die vlak voor zijn dood speciaal een tekstschrijver inhuurde voor zijn “beroemde laatste woorden”. Toen het zover was en hij op zijn sterfbed lag, was hij de woorden echter vergeten, waardoor de omstanders als zijn laatste woorden noteerden: “Ik weet ze niet meer.”)
  • Het lichaam van Hugo de Groot wordt overgebracht naar Delft, waar hij in het familiegraf in de Nieuwe Kerk wordt begraven. Het is dezelfde kerk waar ook het familiegraf zich bevindt van de Oranjes, die altijd zijn terugkomst naar de Nederlanden hebben tegengehouden.
  • Vijf jaar na de mislukte poging om het Zeeuwse Hulst te veroveren vallen de Staatse troepen de vesting opnieuw aan. Deze keer onder leiding van Frederik Hendrik zelf. Het beleg duurt een maand.  Aan Staatse kant vechten 12.500 man voetvolk mee en 2.500 ruiters. De vestiging wordt verdedigd door 2.500 man voetvolk en 250 ruiters. De Spanjaarden proberen tijdens de gevechten  met een ruiteruitval Frederik Hendrik te doden, maar de poging slaagt niet. Haast alle ruiters in Spaanse dienst komen hierbij om het leven.  Fredrik Hendrik laat zijn twintig kanonnen de vesting veelvuldig beschieten. Eerst verovert hij het oostelijk deel van de vesting en na het inzetten van nog zo’n 1.000 man extra troepen ook het centrum. Op 4 november geeft de stad zich over. Aan Spaanse kant komen bij de strijd om Hulst zo’n 2.000 man om het leven, de Staatsen  verliezen naar verluidt zo’n 1.600 man.
  • Het veroveren van Hulst maakt deel uit van het plan om Antwerpen te veroveren, maar vanwege de nakende winter wordt die aanval uitgesteld tot 1646. (Die aanval zal echter worden afgeblazen, waardoor het Beleg van Hulst de boeken in zal gaan als  de laatste grote belegering in de Tachtigjarige Oorlog.)
  • In Zeeland is de 78-jarige Maerten Janssen vanwege ziekte, waardoor hij zij werkzaamheden op een oorlogsschip niet meer kan uitoefenen, door de scheepskapitein van zijn schip ontslagen, waardoor hij dreigt te vervallen “in den hoochste armoede“. Janssen vraagt de Zeeuwse Admiraliteit of hij aan de wal mag blijven en zijn gage mag behouden. In een resolutie van de Admiraliteit d.d. 15 november 1645  wordt bepaald dat “Maerten Janssen is toegestaen aen landt te mogen blijven ende sijn gagie geduerende sijn leven lanck te behouden.’  Het kan gezien worden als één van de eerste vormen van een pensioen (in het geval van Janssen op 78-jarige leeftijd).
  • Nadat een inheemse stam opgehitst door de Hollanders in Brazilië in 1644 een slachting onder de Portugese bevolking heeft aangericht, sturen de Portugezen in 1645 extra troepen naar het land, die de Hollanders voor een groot deel uit Nederlands-Brazilië verjagen.  Een groot aantal suikerplantages die de WIC in bezit heeft gaan hierbij verloren.

1646: Dordrecht; foto genomen op 4 oktober 2023

1646 Dordrecht 4 okto 2023 20231004_123822

Wat gebeurt er in Nederlanden in 1646?

  • In Münster arriveert in januari een delegatie van acht leden, twee uit de Staat Holland en één uit alle overige zes staten van de Noordelijke Nederlanden, om met vertegenwoordigers van Spanje te onderhandelen om te komen tot een vrede tussen de Noordelijke Nederlanden en Spanje. Tot de Hollandse delegatie behoort onder andere Adriaen  Pauw, de oud-raadpensionaris van Holland en de Overijsselse baron Willem Ripperda.
  • Aanvankelijk trekken de Nederlanden tijdens de onderhandelingen gezamenlijk op met hun bondgenoot Frankrijk, maar als deze telkens met nieuwe punten aan komen zetten, besluiten de Zeven Verenigde Provinciën om een aparte vrede met Spanje te sluiten. In mei worden de besprekingen tussen Spanje en de Nederlanden hervat. Op 30  januari wordt een voorlopige een wapenstilstand overeengekomen.
  • Op 12 juli slaat de bliksem in in de kruittoren van Bredevoort, een plaats gelegen in de Achterhoek. In de toren liggen 320 vaten buskruit opgeslagen die ontploffen. Niet alleen de kruittoren vliegt de lucht in, ook het naastgelegen Ambtshuis, een combinatie van een rechtbank en een stadhuis, stort in. In de puinhopen van het Ambtshuis worden de lichamen gevonden van de drost van de stad, zijn vrouw en acht van hun kinderen .  Slechts één zoon die toevallig die dag niet thuis is, overleeft de ramp. Ook elders in de stad raken veel huizen beschadigd. In totaal komen naar schatting zo’n 40 mensen in Bredevoort om het leven.
  • In juli steekt een Staats leger onder leiding van Fredrik Hendrik  de Westerschelde over en landt bij de vesting Philippine die ze de vorige herfst veroverd hebben. Een leger van zo’n 3.000 soldaten van bondgenoot Frankrijk voegt zich daar bij het leger van Frederik Hendrik en samen trekken ze op naar Antwerpen. Frankrijk wil graag dat de Staatse troepen een grote stad in Vlaanderen aanvallen, zodat de Spaanse troepen zich moeten richten op het verdedigen van die stad en de Franse gemakkelijker steden in het zuiden kunnen aanvallen zoals Kortrijk en Duinkerke.  Beide steden worden even later door de Fransen veroverd.
  • In het leger van Fredrik Hendrik bevindt zich ook zijn dan 20-jarige zoon Willem II die tot ergernis van Frederik Hendrik vaak meer bij de Fransen dan bij de Hollanders te vinden is om daar te dobbelen en te drinken.
  • De Staten-Generaal zijn niet enthousiast over een aanval op Antwerpen, mede omdat de vredesonderhandelingen met de Spanjaarden al zijn begonnen. De grootste tegenstrevers zitten in de Staten van Holland, vooral de vertegenwoordigers van Amsterdam zijn er op tegen. Zij hebben geen behoefte aan een vrije concurrerende havenstad.  Frederik Hendrik haalt de Staten-Generaal echter over door te wijzen op het militaire belang. In augustus wordt een schans bij Gent en een fort aan de Schelde verovert, maar omdat er te veel Spaanse troepen bij Antwerpen zijn gelegerd ziet Frederik Hendrik even later toch af van een beleg van de stad. Begin september trekt hij zijn leger terug naar Bergen op Zoom. In oktober doet hij nog een halfslachtige poging om Venlo in te nemen, maar tot een echt beleg komt het ook daar niet.  De 62-jarige Frederik Hendrik, hij veel last van jichtaanvallen, is dan al zwak en ziekelijk, mentaal vaak ook instabiel en lastig in de omgang, aldus Constantijn Huygens in een brief. Prins Frederik Hendrik zal enkele maanden overlijden.
  • In 1646 verschijnt, 21 jaar na afloop van een reis van Willem Bontekoe naar Indië, diens boek over deze Oost-Indische reis: ‘Journael ofte Gedenckwaerdige beschrijvinghe vande Oost-Indische reyse van Willem Ysbrantsz. Bontekoe van Hoorn; Begrijpende veel wonderlijcke en gevaerlijcke saecken hem daer in wedergevaren’. Gebaseerd op dit boek zal de schrijver Johan Frabricius in 1924 het beroemde jeugdboek ‘De Scheepsjongens van Bontekoe’ schrijven.

1647: Pijnacker; foto genomen op 11 oktober 2023

1647 Pijnacker 11 okt 2023 20231011_143414

Wat gebeurt er in Nederlanden in 1647?

  • De vredesonderhandelingen met de Spanjaarden zijn in 1646  voorspoedig verlopen. Alleen de staat Zeeland (deze heeft  het moeilijk  met Portugese aanvallen op haar bezittingen in Brazilië), de staat Utrecht en stadhouder Willem II willen liever doorvechten dan vrede sluiten. Ze hopende te kunnen profiteren van de verzwakte positie van Spanje. De rest van de staten waaronder de belangrijkste staat Holland willen echter vrede. Ze denken dan te kunnen volstaan met een kleiner en goedkopere zeemacht en leger en daarmee samenhangende belastingverlagingen. Op 8 januari komen de Republiek en Spanje tot een voorlopig vredesakkoord.
  • Frederik Hendrik overlijdt op 14 maart op 63-jarige leeftijd. Hij wordt als stadhouder van Holland, Zeeland, Utrecht, Overijssel, Gelre en Zutphen, Groningen en Drenthe (alle staten dus van de Noordelijke Nederlanden op Friesland na) opgevolgd door zijn 21-jarige zoon Willem II.
  • Bij de uitvaart van Frederik Hendrik in Delft vat de hoogbejaarde schrijver P.C. Hooft kou. Hij sterft elf dagen later.
  • Het met kostbare specerijen volgeladen VOC schip de ‘Nieuw Haarlem’ loopt in de Tafelbaai (bij het huidige Zuid-Afrika) aan de grond. Om de lading te kunnen beschermen bouwt de bemanning ter plekke een provisorisch fort, ‘Fort Zanden­burgh’. De VOC besluit naar aanleiding van deze gebeurtenis om op die plek een permanent verversingsstation c.q. fort  te bouwen. Vijf jaar later zal Jan Van Riebeeck en 90 kolonisten (onder wie acht vrouwen) bij Kaap de Goede Hoop huizen en tuinen aanleggen om er fruit en groente te verbouwen voor de bemanning van de VOC-schepen, die op weg naar het Verre Oosten de nieuwe kolonie aandoen. De vestiging zal het begin zijn van het huidige Kaapstad.
  • Peter Stuyvesant, de door de WIC aangestelde nieuwe Gouverneur-Generaal van Nieuw-Nederland arriveert in mei in Nieuw-Amsterdam (het huidige New York). Hij zal er tot aan 1664, als de Engelsen de kolonie overnemen, de Gouverneur-Generaal van Nieuw-Nederland zijn. Stuyvesant geldt als een onaangenaam persoon.  Hij heeft de naam een harde onverdraagzame, weinig collegiale bestuurder te zijn die regelmatig met zijn medebestuurders botst over het te voeren beleid. Hij drijft daarnaast voor persoonlijk gewin via Curaçao een slavenhandel  en bezit tientallen tot slaaf gemaakte mensen.
  • In Breda wordt op 17 september een Illustere School opgericht, een soort pseudo universiteit. Het instituut wordt ondergebracht in het in 1645 door de nonnen verlaten klooster Sint-Catharinada.  Er wordt theologie, rechtsgeleerdheid, geneeskunde, plantkunde, Grieks, wiskunde, geschiedenis en Hebreeuws onderwezen. Constantijn Huygens stuurt er zijn zonen Christiaan, Lodewijk en Philip heen. Ze zullen er twee jaar verblijven. Vooral Christiaan blinkt uit in de wiskunde. (In 1669 zal de school weer worden gesloten.)
  • Paulus Potter schildert op 21-jarige leeftijd ‘de Stier van Potter’.  Volgens kenners is de stier een combinatie van meerdere stieren: de halskwab en de horens zijn van een jonge stier, terwijl het gebit en de schouders duiden op een volwassen beest.
  • In Zaandam vindt in augustus een opvallende bevalling plaats. Boer Jacob Egh wordt door een losgebroken stier op de hoorns genomen. Zijn hoogzwangere vrouw ziet het gebeuren en probeert haar man te helpen, maar ook zij wordt door de dolle stier op de hoorns genomen. Hierbij rijdt de stier haar buik open en alsof het een keizersnee is, wordt hierbij het kind geboren. De boer en zijn vrouw overleven beiden het gebeuren niet, maar het kind wel. Het verhaal verspreidt zich al snel over het hele land. Er verschijnen tekeningen, er wordt een schilderij gemaakt en zelfs op Chinese kop en schotels staan afbeeldingen van de vrouw die door de lucht vliegt. Een soort sociale media avant la letrre. Het kind overlijdt overigens  negen maanden later.

1648: Koudekerk aan den Rijn; foto genomen op 24 september 2022

1648 koudekerk aan den rijn 24 sept 2023 20230924_125738

Wat gebeurt er in Nederlanden in 1648?

  • Op 30 januari bereiken Spanje en de Republiek der Verenigde Provinciën overeenstemming over de definitieve tekst van het vredesverdrag. Spanje erkent de Noordelijke Nederlanden als soevereine staat. De Zuidelijke Nederlanden blijven bij Spanje horen. Voor de grenzen tussen de twee landen wordt uitgegaan van de posities aan de frontlinie. Zo wordt bijvoorbeeld Venlo toegewezen aan de Zuidelijke Nederlanden, Spanje dus – Venlo zal pas in 1713 deel uit gaan maken van Nederland -en Maastricht aan de Noordelijke Nederlanden. Maastricht is daardoor een soort van een enclave gelegen in de Spaanse Nederlanden.
  • Alleen voor de vele heerlijkheden rondom Maastricht en Valkenburg wordt nog geen regeling afgesproken. Het is daar een wirwar van door elkaar heen lopende kleine gebieden in Spaanse en Staatse handen. Afgesproken wordt om over de grens in Limburg op een later tijdstip een overeenkomst te sluiten. (De grens in Limburg wordt pas in 1661 definitief vastgelegd.)
  • Ongeveer de helft van de 79 artikelen in het vredesverdrag stonden ook al in de tekst van het verdrag van het Twaalfjarige bestand uit 1609. De overige artikelen zijn veelal gunstig voor de Republiek. Zo worden de aanspraken van VOC en WIC op de gebieden in Amerika en het Verre Oosten door Spanje erkend en krijgt Spanje geen toegang tot deze gebieden. (Het omgekeerde geldt ook voor gebieden die in Spaanse handen zijn.) Ook blijft de Schelde gesloten voor de Zuidelijke Nederlanden.  De Nederduits Gereformeerden kerk wordt de officiële staatsgodsdienst in Nederland. De uitoefening van de rooms-katholieke eredienst in openbare kerken wordt in de Republiek niet toegestaan.
  • Op 15 mei 1648 wordt in het stadhuis van Münster het vredesverdrag officieel getekend. De vertegenwoordig van de staat Utrecht weigert in eerste instantie het verdrag te tekenen. Zijn hokje wordt daarom opengelaten voor het geval hij zich nog zou bedenken. Dat gebeurt een paar dagen later.  Op 5 juni wordt de Vrede zowel in de Noordelijke als de Zuidelijke Nederlanden met veel feestvertoon afgekondigd.
  • Met de Vrede van Münster valt een belangrijke bron van inkomsten weg voor de WIC. Zij en andere Hollandse kaapvaarders mogen niet langer meer Spaanse handelsschepen aanvallen.
  • In oktober komt er met de Vrede van Westfalen  ook een einde aan de Dertigjarige Oorlog. Deze oorlog wordt wel eens gezien als de eerste wereldoorlog. Tot de strijdende partijen behoren op verschillende momenten onder andere Het Heilige Roomse Rijk (een bonte verzameling van hertogdommen, graafschappen, bisdommen en koninkrijkjes die veelal vallen onder het gezag van een Rooms-Duitse keizer),  Zweden, Denemarken, Frankrijk, Oostenrijk, Hongarije,  het Koninkrijk Bohemen en Spanje.  De Nederlanden zijn niet rechtstreeks bij de oorlog betrokken al vechten ze wel tegen Spanje, één van de deelnemende partijen en hebben ze vanaf 1635 een bondgenootschap met Frankrijk. De oorlog kost aan miljoenen Europeanen het leven. Geschat wordt bijvoorbeeld dat alleen al in de “Duitse” gebieden zo’n vier miljoen burgers om het leven komen. Niet zo zeer rechtstreeks door de gevechtshandelingen maar vooral doordat de gevechten er voor hongersnood en ziektes zorgen in de gebieden. Frankrijk en Spanje sluiten echter  geen vrede. Hun oorlog duurt voort tot 1659, maar Nederland vecht echter niet meer mee aan de zijde van Frankrijk tegen Spanje.
  • In Harderwijk wordt op 14 april een universiteit opgericht. Het is na Leiden, Franeker, Groningen en Utrecht de vijfde universiteit in de Republiek. (In 1818 wordt deze universiteit gesloten.)
  • Bij Guararapes, ten zuiden van Recife aan de kust in Nederlands – Brazilië vindt er op 19 april een veldslag plaats tussen een Portugees leger van zo’n 2.000 man en een Hollands leger van zo’n 5.000 man. Ondanks de numerieke meerderheid gaat de slag voor de Hollanders verloren en moet het leger vluchten. Aan Hollandse kant vallen naar verluidt zo’n 1.000 doden en gewonden tegen zo’n 400 stuks aan Portugese kant.
  • In Leeuwarden laat stadhouder Willem Frederik van Nassau- Dietze de Prinsentuin, een park c.q. lusthof, aanleggen. Dit om het einde van de 80-jarige oorlog en de vrede van Münster te vieren. Het gewone volk krijgt er echter geen toegang.  Pas in 1795 wordt het park voor het publiek opengesteld.

1649: Enkhuizen; foto genomen op 22 augustus 2022

1649 Enkhuizen 22 augustus 2022

Wat gebeurt er in Nederland in 1649?

  • Op 30 januari wordt in Engeland koning Charles I onthoofd en wordt Engeland een republiek onder Oliver Cromwell. Koning Charles is de schoonvader van stadhouder Willem II. Deze wil zijn schoonvader met een leger te hulp snellen – en na zijn onthoofding op strafexpeditie gaan – maar krijgt hier geen toestemming voor van de Staten-Generaal.
  • De cartograaf Joan Blaeu publiceert de atlas ’Toonneel der Steden’, de eerste atlas waarin kaarten staan van haast alle Nederlandse vestingsteden.
  • De Franse filosoof en wiskundige Descartes – “Ik denk, dus ik besta” – die al twintig jaar in Nederland woont en werkt, besluit om uit Nederland te vertrekken en verhuist naar Zweden. Omdat sommigen hem als atheïst betitelen, voelt hij zich in Nederland na de dood van Frederik Hendrik hier niet meer veilig.
  • De Amsterdamse rechtbank van huwelijkse zaken veroordeelt Rembrandt tot een jaarlijkse toelage aan zijn gewezen ‘bijslaap’ Geertje Dircx, waarmee hij zeven jaar lang, van 1642 tot 1649, samenwoont.
  • Jonkheer Adriaen van der Donck, één van de medebestuurders in Nieuw-Amsterdam, heeft grote moeite met de wijze waarop Peter Stuyvesant de kolonie bestuurt. Van der Donck reist in 1649 terug naar Holland om zijn klachten over het beheer van Nieuw-Nederland door de WIC en Stuyvesant voor te leggen aan de Staten-Generaal. Van der Donck (de stad Yonkers boven New York is naar zijn adellijke titel, Jonkheer, vernoemd) verzoekt de Staten-Generaal het bestuur van de kolonie over te nemen van de WIC en er een publiek bestuur aan te stellen dat wordt gevormd door de inwoners van de nieuwe kolonie.  De Staten-Generaal besluit om een commissie in te stellen die de zaak zal onderzoeken. (De commissie komt een jaar later met ‘De Voorlopige Verordening over het Bestuur, het Behoud, en de Bevolking van Nieuw-Nederland’. De commissie geeft Van der Donk grotendeels gelijk. Ze verordent dat er in de stad Nieuw-Amsterdam een gemeentebestuur geïnstalleerd moet worden; daarnaast dat alle WIC-schepen die richting Nieuw-Nederland varen verplicht alle kolonisten die zich aandienen moeten meenemen en dat er een jaarlijks bedrag van 15.000 gulden beschikbaar moet worden gesteld voor kolonisten die de overtocht niet kunnen betalen. Ook dient Stuyvesant uit zijn functie ontzet te worden.)
  • In 1649 is er vooral in de grote steden sprake van een vrouwenoverschot, veroorzaakt doordat veel Hollandse mannen in dienst zijn getreden van de VOC en WIC en zich elders op de wereld bevinden.
  • Op 2 augustus overlijdt in Amsterdam de bekende herbergierster Elizabeth Bas. In 1642 heeft Ferdinand Bol, een leerling van Rembrandt, een portret van haar geschilderd. (Soms wordt dit schilderij ook wel toegeschreven aan Rembrandt zelf.) In 1932 kiest de firma H. Jos. van Susante & Co. in Boxtel voor de handelsnaam ‘Elisabeth Bas’ voor haar sigaren en beeldt het populaire portret af op de sigarenbandjes

1650: De Lier; foto genomen op 16 augustus 2023

1650 De Lier 16 aug 2023 20230816_162201

Wat gebeurt er in Nederland in 1650?

  • In 1650 wonen er ongeveer 1,9 miljoen mensen in Nederland, Amsterdam is veruit de grootste stad van het land met zo’n 150.000 inwoners, Leiden telt zo’n 60.000 inwoners en Haarlem is de derde stad van het land met 45.000 inwoners.
  • Nederland is op dat moment één van de grootste handelsnaties van de wereld. Er varen jaarlijks zo’n 2.500 Hollandse koopvaardijschepen op en neer naar de Hollandse handelsposten en koloniën over de wereld. Amsterdam is het centrum van de wereldhandel. Vooral met de handel met de Oostzeelanden en de handel van de specerijen opgehaald door de VOC uit Azië wordt veel geld verdiend.
  • De lading van een uit de Oost terugkerend VOC-schip bestaat rond 1650 gemiddeld uit 50% peper, 18% overige specerijen en 32% restlading zoals suiker, verf en textiel. Peper brengt op veilingen gemiddeld een gulden per pond op, de overige specerijen gemiddeld 5 gulden per pond en de restlading 50 cent per pond. Een gemiddeld schip van 1000 ton vervoert daarmee een waarde van 1 miljoen aan peper, 1,8 miljoen gulden aan overige specerijen en 320.000 gulden restlading. Totaal bedraagt de waarde van de vracht 3,12 miljoen gulden.
  • Daar staan uiteraard kosten tegenwoordig. Het bouwen van VOC-schip met een lengte van 165 Amsterdamse voet – dat is zo’n 50 meter –  kost omstreeks 1650 zo’n 100.000 gulden. Het maandsalaris van een matroos bedraagt in de 17e eeuw tussen de 10 en 20 gulden, afhankelijk van het feit of er oorlog is of niet. De kapitein verdient 60 gulden per maand, de opperstuurman 50 gulden per maand, de opperstuurman en de scheepstimmerman 36 gulden per maand en de kok 22 gulden per maand. Een enkele reis naar Batavia duurt zo’n acht maanden, een retourreis soms wel twee jaar. Elke geslaagde vaart levert de VOC een forse winst op.
  • Niet alleen in de handel gaat het goed, ook in de kunstwereld gaat het crescendo. Alleen al in Amsterdam zijn er in 1650 meer dan 500 schilders actief. Vanwege dit soort zaken zal de zeventiende eeuw later als de Gouden Eeuw in de geschiedenisboeken komen te staan. (Eeuw is in dit geval een wat ruim begrip. In de tweede helft van de eeuw gaat het een stuk minder in Nederland.)
  • Met de WIC gaat het in tegenstelling tot de VOC slecht. De opbrengsten van hun bezittingen in Noord- en Zuid Amerika, de Caribische eilanden en hun bezittingen in Afrika wegen niet op tegen de kosten. Het meest verdiende WIC in de voorafgaande jaren met het kapen van Spaanse schepen, maar na het vredesverdrag van 1648 met de Spanjaarden is deze kaapvaart niet meer toegestaan.
  • De staten van Holland, en in het bijzonder de stad Amsterdam, wil op  het leger bezuinigen – de Staten van Holland betaalt het grootste gedeelte van alle kosten van het land,  bijna 60% van alle uitgaven en staatsleningen. Ze willen de grootte van het huurleger terug brengen van 35.000 man naar 26.000 man. Stadhouder Willem II is er fel op tegen. Hij wil in 1650 geld hebben om met een huurleger op strafexpeditie naar Engeland te gaan, waar zijn schoonvader koning Charles I een jaar eerder is onthoofd.
  • Ook de staten buiten de Staten van Holland zijn tegen bezuinigingen op het leger. Met het wegvallen van compagnieën in hun steden zullen er allerlei ondersteunende diensten in hun steden verdwijnen; de handel en foeragering die een garnizoen tot gevolg heeft, levert veel werk en geld op voor de garnizoensplaatsen en hun directe omgeving. Er komt in 1649 een compromis van 29.250 man tot stand,  maar in 1650 besluit de Staten van Holland met elf tegen acht stemmen om eenzijdig toch nog meer te bezuinigen.  Ze weigeren hun volledige deel van de kosten van het leger te betalen.
  • Stadhouder Willem II  is woedend en gaat op 30 juli samen met zijn neef Willem Frederik, stadhouder van Friesland, en met instemming van een deel van de staten, over tot een soort militaire staatsgreep. Hij is na prins Maurits in 1617 de tweede Oranje die een staatsgreep verricht. Prins Willem II laat zes leden van de Staten van Holland arresteren, waaronder Jacob de Witt, de vader van Johan en Cornelis de Witt, en de burgemeesters van Haarlem en Delft, en zet ze gevangen op slot Loevestein.
  • Tegelijkertijd trekt Willem Frederik met zijn leger op naar Amsterdam om de stad te dwingen de soldij uit te betalen. Twee van zijn drie compagnieën verdwalen echter ’s nachts in de mist op de heidevelden bij Hilversum. Een passerende koerier die met een brief onderweg is naar Amsterdam ziet ze daar en waarschuwt de regenten van de stad.  Deze laten de bruggen van de stad ophalen, de poorten sluiten en het geschut in stelling brengen. Als Willem Frederik de volgende dag bij Amsterdam aankomt, kan hij niks beginnen. Er wordt gepraat en er rolt een compromis uit. Amsterdam zal voorlopig zijn volledige deel van de soldij betalen. De troepen trekken zich terug. Twee weken later worden de gevangen genomen regenten weer vrijgelaten.
  • Op 6 november sterft Willem II op 24-jarige leeftijd onverwachts aan de kinderpokken. Acht dagen later bevalt zijn weduwe Maria Henriëtte Stuart van een zoon, de latere koning-stadhouder Willem III.
  • Na de  dood van Willem II komen de staten waarvan hij de stadhouder is bijeen in de ‘Grote Vergadering’ in de Ridderzaal. Vier van de zeven staten (Holland, Zeeland, Utrecht en Gelderland)  besluiten om geen nieuwe stadhouder meer te benoemen. Willem II heeft zijn bevoegdheden veel te ver opgerekt vinden ze en dat moet niet nog een keer gebeuren. Groningen en Drenthe zijn het hier niet mee eens en besluiten om Willem-Frederik, de stadhouder van Friesland, nu ook tot hun stadhouder te benoemen. De betiteling van de periode 1650-1672 als het eerste stadhouderloze tijdperk is daarmee niet helemaal juist. Drie van de zeven staten hebben in deze periode wel een stadhouder.
  • Johan de Witt wordt in december benoemd tot pensionaris van Dordrecht. Drie jaar later zal hij benoemd worden tot raadpensionaris van de Staten van Holland.

My WordPress Blog