Sinds maart heb ik helaas maar weinig aan het onderzoek kunnen doen. Er waren even belangrijkere zaken zoals de onverwachte promotie van Go Ahead Eagles naar de Eredivisie. Ik denk dat ik wel mag zeggen dat ik hier, dankzij mijn waardevolle bijdragen aan de altijd weldoordachte discussies op het Go Ahead Eagles Supportersforum, een grote rol in heb gespeeld.
Maar goed, even een kleine update van de stand van zaken ten aanzien van het onderzoek naar het Tweede Straatje. Op mijn vragen over de huizen in de Vlamingstraat aan een organisatie van mensen die zich bezig houden met het onderzoeken van de geschiedenis van oude huizen in Delft heb ik helaas geen antwoord gehad. Jammer, maar dat was uiteraard hun goede recht.
Wel was professor Frans Grijzenhout, de man die de locatie van het eerste Straatje van Vermeer ontdekte, zo vriendelijk om mijn mails te beantwoorden. Over de mogelijkheid dat op het Tweede Straatje het huis van de zuster van Vermeer staat afgebeeld, schreef hij:
“Wat betreft “het tweede Straatje”: ik ben bang dat ik je belangrijkste uitgangspunt niet zou durven onderschrijven. Ik denk niet dat het feit dat een familielid in dat huis aan de Vlamingstraat woonde, de motivatie was voor Vermeer om het (eerste) Straatje te schilderen. Ik denk juist dat het de unieke, schilderachtige combinatie is geweest van die twee poortjes naast dat oude, verweerde huis, en het spel met de gangen en huizen daarachter die hem ertoe hebben aangezet. Hij kende die plek vermoedelijk heel goed, inderdaad omdat die tante daar woonde en hij er, onderweg naar zijn zus, vaak genoeg naar gekeken zal hebben. De familieherinnering is m.i. wel wezenlijk voor ons begrip van het schilderij, maar is niet per se de eerste aanleiding geweest voor het schilderen, die zoek ik toch meer in een esthetische overweging.
Dit alles sluit dus niet uit dat in “het tweede Straatje” ook een huis van een familielid of bekende van Vermeer is afgebeeld, maar dat hoeft mijns inziens echt niet zo te zijn; het kan elke plek zijn die Vermeer interessant vond om te schilderen, om wat voor reden dan ook”
Ik moet zeggen dat ik de professor hierin geen ongelijk kan geven – sterker nog hij zou wel eens helemaal gelijk kunnen hebben – maar zoals de professor ook al schrijft, uitsluiten dat op het Tweede Straatje het huis van een familielid staat, kunnen we niet. Dus voorlopig hou ik daar toch even aan vast, hoewel het voor de speurtocht niet essentieel is als we weten wat er op het schilderij staat afgebeeld (het maakt het wel makkelijker).
Voor de speurtocht is het vooral van belang om te ontdekken wie de eigenaren van het schilderij zijn geweest nadat het op 16 mei 1696 in veiling in Amsterdam werd verkocht (sindsdien is het schilderij spoorloos). Over hoe toen veilingen werden gehouden, gaf de professor nog wat waardevolle tips. Daar zal ik na de zomer eens mee aan de gang gaan.
Verder ben ik begin juli met de dochters naar de tentoonstelling ‘Vermeer komt thuis’ in Museum Prinsenhof in Delft geweest. Dit om te laten zien met wat voor een onderzoek hun gekke vader nu weer bezig was.
Het Prinsenhof kreeg voor deze tentoonstelling een aantal maanden het Straatje van Vermeer te leen van het Rijksmuseum. Ik had een soortgelijke tentoonstelling ook al in het Rijksmuseum gezien, maar ik moet zeggen dat de mensen van het museum in Delft het leuker hadden opgezet dan die van Amsterdam.
Uw onderzoeker staande voor het Straatje in Delft. Het schilderij was wat groter dan ik me herinnerde van mijn bezoek aan Amsterdam.
We hebben in het kader van CSI Delft ook nog even in de Prinsenhof gekeken naar de kogelgaten in de muur die achter waren bleven nadat Balthasar Gerards daar Willem van Oranje doodschoot. De gaten waren zo groot dat Willem de Zwijger als hij nog wat gezegd heeft ongetwijfeld luidkeels “AU!!!” zal hebben geroepen. Volgens de overlevering zouden zijn laatste woorden echter “Mon Dieu, ayez pitié de moi et de ton pauvre peuple” (vertaling: “Mijn God, heb medelijden met mij en met uw arme volk”) zijn geweest.
Een onderzoek uit 2012 doet overigens vermoeden dat de prins op slag dood moet zijn geweest: “Mijn conclusie is dan ook dat de kogel bij de vijfde rib naar binnen is gegaan, bij de achtste rib naar buiten is gegaan en dat hij de linkerzijde van de hartkamer heeft weggeslagen. Dan treedt de dood onmiddellijk in en de mogelijkheid dat hij nog iets heeft gesproken acht ik uitgesloten.” aldus een zekere Dr. Mat Weststrate die voor het onderzoek het originele zestiende-eeuwse sectierapport van de arts Pieter van Foreest bestudeerde.
Maar nu dwaal ik wel heel erg ver af van mijn speurtocht naar het Tweede Straatje van Vermeer. Ik zie althans nog niet in hoe de moord op Willem van Oranje in 1584 een relatie kan hebben met de verdwijning van het Tweede Straatje van Vermeer in 1696.
(Voor alle bijdragen t.a.v. mijn onderzoek naar het Tweede Straatje van Vermeer zie hier.)
Je begrijpt dat alles wat met straatjes te maken heeft onze bijzondere aandacht krijgt. Ga zo door met dit speurwerk en laat je niet teveel afleiden door de Go Ahead Eagles. ;>)