Een stemfoutje dat goed uitpakte

Nederland telt momenteel 21 waterschappen (ook wel hoogheemraadschappen genoemd).

0000000000 water

Vroeger waren het er veel meer. Zo telde Nederland bijvoorbeeld in 1950 nog zo’n 2600 waterschappen. Elke polder had toen bij wijze van spreken zijn eigen waterschap.

De allereerste waterschappen ontstonden al in de dertiende eeuw. Het eerste officiële waterschap was het Hoogheemraadschap van Rijnland, dat in 1255 door graaf Willem II van Holland werd ingesteld. In 1273 volgde Schieland. Delfland ontstond in 1289. Deze drie waterschappen (weliswaar in gewijzigde vorm) bestaan nog steeds (het zijn de nummer 11 t/m 13 op bovenstaande kaart.)

Waterschappen in Nederland zorgen voor de waterhuishouding. De belangrijkste taken van een waterschap zijn:

  • Het beheren van dijken
  • Het regelen van de waterstand met hulp van gemalen en sluizen;
  • Het afvalwater zuiveren
  • De kwaliteit van het zwemwater controleren
  • Zorgdragen voor het natuurbeheer in en aan het water. (Ook hebben een aantal waterschappen vaarwegen en landwegen in hun beheer.)

000000000 water

000000000 water3

000000000 water0Afbeeldingen afkomstig van de site van www.waterschappen.nl.

Elk waterschap heeft een (gekozen) algemeen bestuur en een dagelijks bestuur. Beide besturen worden voorgezeten door een dijkgraaf. Zijn functie is te vergelijken met die van een burgemeester in een gemeente. De dijkgraaf heeft geen stemrecht in het algemeen bestuur van het waterschap. Hij zit het alleen voor. In het dagelijks bestuur heeft de dijkgraaf ook zitting en daar heeft hij wel stemrecht. Een dijkgraaf wordt door de regering benoemd voor een periode van 6 jaar. Het zijn vooral mannen. Slechts drie van de 21 dijkgraven zijn vrouw.

0000000000 dijkgraafLinks Robbert Dijkgraaf (directeur van het Institute for Advanced Study in Princeton; één van zijn voorvaderen zal ongetwijfeld dijkgraaf zijn geweest); Rechts een ingezetene van het Waterschap Rijn en IJssel.

0000000000 Herman DijkHerman Dijk – hij heet echt zo – is de dijkgraaf van het waterschap ‘Drents Overijsselse Delta.’; foto Schubbie01

Het algemeen bestuur van een waterschap kan je vergelijken met een gemeenteraad. Het stelt het beleid van het waterschap vast en controleert of het dagelijks bestuur – dat bestaat uit de heemraden (zeg maar de wethouders van een gemeente) – dit goed uitvoert. Het aantal algemeen-bestuursleden is afhankelijk van de grootte van het waterschap. Het varieert tussen de 21 en 30.

Het is wel toepasselijk om te zeggen dat het algemeen bestuur van de waterschappen een typisch voorbeeld is van het Nederlandse poldermodel (zowel letterlijke als figuurlijk). Er zitten vier categorieën vertegenwoordigers in. De grootste categorie (in Delfland bijvoorbeeld 21 van de 30 leden) zijn ‘de ingezetenen’, dat zijn de inwoners van het waterschap. De mensen die namens ‘de ingezetenen’ in het Algemeen Bestuur zitten worden om de vier jaar gekozen via de waterschapsverkiezingen.

De andere leden van het algemeen bestuur zijn vertegenwoordigers van bedrijven, boeren en natuurorganisaties. Zij worden niet gekozen via verkiezingen maar aangewezen door hun ‘beroepsvereniging’. Zij hebben zogeheten geborgde zetels. Er zijn discussies gaande of het systeem van geborgde leden moet worden afgeschaft.

Vorige week waren er tegelijkertijd met de verkiezingen voor de provinciale staten ook de verkiezingen voor het waterschap.

0000000000 hans BrinkerEén van de kandidaten voor het bestuur van het Waterschap Rijnland. Foto Wikifrits

Sommige politieke partijen (o.a. VVD, PvdA, CDA , de Partij voor de Dieren, de ChristenUnie-SGP en 50plus) hebben hun eigen lijst. Andere partijen hebben geen eigen lijst maar ondersteunen onafhankelijke lijsten. Zo heeft de lijst ‘Water Natuurlijk’ de voorkeur van GroenLinks en D66.

Niet iedereen ziet het nut er van in om bij de waterschaps-verkiezingen te gaan stemmen. Het maakt toch niet uit op wie ik stem, waterbeheer is toch gewoon waterbeheer? Dat is niet helemaal waar. Waterbeheer kan op verschillende manieren worden gedaan. Zo hebben boeren bijvoorbeeld belang bij een laag grondwaterpeil – dat zorgt voor droge landbouwgrond – maar dat is weer nadelig voor huizenbezitters die bij een laag grondwaterpeil juist kans lopen op schade aan de heipalen onder hun huis. Die willen liever een hoger grondwaterpeil.

Om te komen tot een onderbouwde stemkeuze zijn er, net zoals bij andere verkiezingen, tegenwoordig ook voor waterschaps-verkiezingen stemwijzers ontwikkeld. De jongste dochter had met hulp van zo’n stemwijzer haar keuze bepaald. Het werd geen politieke partij maar een onafhankelijke lijst, iets met ‘water’ in de naam. Zo gezegd zo gedaan.

Thuis gekomen zag ze echter dat ze in het stemhokje op de verkeerde lijst had gestemd. Ze had haar voorkeurslijst verward met een andere lijst die ook het woordje water in zijn naam had staan. In de familie WhatsApp-groep klaagde ze hierover, waarop Marianne  – die in tegenstelling tot mij nog geen verantwoorde keuze had gemaakt – zei dat ze ter compensatie dan wel op de voorkeurslijst van de dochter zou stemmen.

Ook vertelde ze haar ‘foutje’ aan haar vriend en aan een vriendin en ook die twee besloten om ter compensatie op haar voorkeurslijst te stemmen. Het netto effect van dit alles was dat haar voorkeurslijst drie stemmen voor de prijs van één kreeg. Ik verdenk haar er dan ook van dat ze het hele verhaal van verkeerd stemmen heeft verzonnen opdat haar voorkeurslijst meer stemmen zou krijgen.

De lijst waarop ze per ongeluk op stemde verloor uiteindelijk een zetel. De lijst die dankzij haar drie extra stemmen kreeg handhaafde haar aantal zetels.