Oopjen keek om zich heen. Het was erg druk in het museum. Tientallen mensen staarden haar aan.
Minister Bussemakers had gelijk, dacht ze, toen deze bij de presentatie van de schilderijen in het Rijksmuseum zei: “Het moet voor Marten en Oopjen even wennen zijn. Tot voor kort hingen ze altijd in intieme sferen bij particulieren en nu zijn ze publiek bezit. Zie ze daar eens naast de Nachtwacht.”
Marten Soolmans (21 jaar) en Oopjen Coppit (23 jaar en zwanger), in 1634 poserend voor de toen 28-jarige Rembrandt
Het was inderdaad even wennen, al die mensen. Dat kwam natuurlijk ook door de vele publiciteit rondom hun komst. Eén van de bezoekers had zelfs een courant, ‘De Volkskrant’, bij zich zag ze. Er stond een recensie over haar en Marten in. Oopjen las over de schouder van de man mee:
“Ook voor de mannen op Van der Helst’s schuttersstuk is het wennen. Jarenlang bood hun plek in de eregalerij van het Rijksmuseum uitzicht op een groep collega-schutters, maar die zijn nu tijdelijk verdrongen door een getrouwd stel. Met gedraaide hoofden en opgetrokken wenkbrauwen slaan ze de in zwart gehulde nieuwkomers gade: Kijk, is dat niet Marten met z’n meisje….”.
Oopjen keek naar de schutters. Ze zag nog net hoe er eentje snel het hoofd afwendde […]
Tja, schilderijen met mensen er op die moeten “wennen”. Daar moet ik eerlijk gezegd ook even aan wennen. Maar serieus, wennen? Wennen?? Twee mogelijkheden: of de minister en de journalist denken dat ze kinderen toespreken of ze denken dat ‘A night in the Museum’ een documentaire was en geen speelfilm.
(Klik op de afbeelding om te zien wat er ’s nachts allemaal in een museum gebeurt.)
[…] De volgende ochtend, zes uur ’s morgens. Marten stond weer in zijn lijst. Terwijl Oopjen samen met het melkmeisje van Vermeer gezellig op een bankje had zitten keuvelen, had kapitein Frans Banninck Cocq van de Nachtwacht hem ’s nachts de rest van het museum laten zien. Hoogst interessant vond Marten. Hij knikte nog even naar Frans die zijn plaats in de Nachtwacht weer had ingenomen. Ook de mannen van Van der Helst’s schuttersstuk stonden weer op hun plek. Marten keek naar Oopjen. Opeens schrok hij. “Oopjen, je staat verkeerd om!’ riep hij. In de verte klonken voetstappen van de eerste suppoosten. Net op tijd draaide Oopjen zich om.
“Sorry, ik moet nog even aan dit alles wennen “ fluisterde Oopjen.