Vorige week maandag sneeuwde het, maar de dag er op was het een zonnige dag. De fietspaden waren schoon en Marianne – die een dagje vrij had – en ik besloten daarom om maar eens naar Leiden te fietsen. In de Hortus Botanicus was die week een tentoonstelling over allerlei soorten bollen van start gegaan. Het was een toeristische tip van Radio West uit hun rubriek ‘Uit!’, Elke zaterdag- en zondagochtend hoor je de beste tips voor een geslaagd weekend.”
Nu was ik een beetje naïef, want ik dacht dat die tentoonstelling binnen zou zijn. In een kas of zo. Dat was niet het geval. De bollen stonden gewoon buiten in bakken.
“Vooral in het voorjaar bloeien hier allerlei soorten” aldus het bordje bij de bak. Ja, ja, het zal wel, maar het was nog geen voorjaar. Ook de vaste collectie was het niet echt.
Ongetwijfeld gebeurden er onder de grond allerlei spannende dingen. Maar nu deed me het nog het meest aan een begraafplaats denken.
Gelukkig waren er ook planten die binnen stonden. Zo heb je er een Oranjerie. Deze was in gebruik als een opslagplaats voor planten en bomen die zomers buiten staan. Het leek wel een Malle Pietje winkel. De gangpaden waren helemaal versperd, dus daar stonden we direct weer buiten.
Maar goed, niet getreurd, er was nog een ander gebouw. Daarin stonden vooral veel cactussen. Daar moet je wel van houden.
Helemaal bovenin het gebouw bevond zich een speciale attractie. Een lange gang met aan beide zijden vleesetende planten. De bedoeling was om levend de overkant te halen.
De gang met links en rechts de vleesetende planten. Er schijnen niet veel bezoekers te zijn die de overkant halen. Wij wel!
Tot slot was er nog een tropische kas. Het was er bloedheet. Niet echt aangenaam. De leesbril, de lens van het fototoestel en ik raakten allemaal bezweet. Misschien kwam het daardoor dat één van de reuzevlinders die er rond zweefde mij aanzag voor een plant en op mijn schouder een rustplaats zocht.
Al met al waren we denk ik een tikkeltje te vroeg in het jaar voor “een geslaagd weekend” om met Radio West te spreken. In het voorjaar of in de zomer nog maar eens een keertje terugkomen.